Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Eijsden

Verordening Woninggebonden Subsidies 1995

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Eijsden
Officiële naam regelingVerordening Woninggebonden Subsidies 1995
CiteertitelVerordening Woninggebonden Subsidies 1995
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpGrondgebied zaken

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening geldt voor het grondgebied van voormalig gemeente Margraten.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Besluit woninggebonden subsidies
  2. Gemeentewet, art. 149
  3. Gemeentewet, art. 166

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-199501-01-2013nieuwe regeling

03-07-1995

Heuvelland Aktueel, 09-05-1995

1995, no. 3/VI

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening woninggebonden subsidies 1995

De Raad van de gemeente Margraten;

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders;

gelet op het Besluit woninggebonden subsidies en de artikelen 149 en 166 van de Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de Verordening woninggebonden subsidies 1995, als volgt:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Paragraaf 1.1 Begripsbepalingen

Artikel 1
  • a. Subsidieontvanger: de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die een aanvraag doet om vaststelling en betaling van de door de gemeente verleende subsidie;

  • b. Huurprijs: de prijs die bij huur en verhuur is verschuldigd voor het enkele gebruik van een woning, standplaats of woonwagen, uitgedrukt in een bedrag per maand;

  • c. Gereedkomingsdatum: de dag waarop de woning, de standplaats of de woonwagen gereedkomt, dan wel in geval van het treffen van ingrijpende voorzieningen de dag waarop de werkzaamheden zijn voltooid, dan wel de dag waarop de administratief in een plan samengevoegde woningen gemiddeld gereedkomen, dan wel de dag waarop een buiten de standplaats gebouwde nieuwe woonwagen op de standplaats wordt geplaatst;

  • f. Toegelaten instelling: toegelaten instelling als bedoeld in artikel 70 van de Woningwet;

  • g. Verdeelbesluit: het jaarlijkse besluit van het portefeuillehoudersoverleg volkshuisvesting van het Gewest Maastricht en Mergelland waarin is vastgesteld dat de bouwplannen van de in dat besluit aangegeven lokaties in aanmerking kunnen komen voor subsidie;

  • h. Verlenen van subsidie: het besluit van burgemeester en wethouders dat een aanspraak op subsidie verschaft; Vaststellen van subsidie: het besluit van burgemeester en wethouders waarbij de hoogte van de verleende subsidie wordt vastgesteld en waarbij de gemeente zich verplicht tot betaling.

Artikel 2

Voor de toepassing van deze verordening wordt mede verstaan onder:

  • a.

    eigenaar: opstaller, erfpachter, gerechtigde tot een appartementsrecht of degene die lid is van een coöperatie en op die grond het uitsluitende gebruik heeft van een aan de coöperatie in bloot eigendom toebehorende woning;

  • b.

    eigendom: opstal, erfpacht, appartementsrecht of lidmaatschap als bedoeld onder a.;

  • c.

    woning: onzelfstandige woonruimte;

  • d.

    het verlenen van subsidie: het verlenen van subsidie ten behoeve van het bouwen dan wel het treffen van ingrijpende voorzieningen van gemeentewege;

  • e.

    bouwen: het verbouwen van gebouwde onroerende zaak tot woonruimte, waarbij de bestemming van de onroerende zaak wordt gewijzigd;

  • f.

    bouwen van standplaatsen: het treffen van ingrijpende voorzieningen aan bestaande huurstandplaatsen.

Artikel 3

Deze verordening is niet van toepassing op:

  • a.

    woningen die niet geschikt of bestemd zijn om voortdurend door dezelfde persoon of personen te worden bewoond;

  • b.

    woningen, die bestemd zijn voor of in gebruik zijn als ambts- of dienstwoning;

  • c.

    bejaardenoorden als bedoeld in de Wet op de bejaardenoorden.

Paragraaf 1.2 Grondslag en werkingssfeer

Artikel 4

Op grond van deze verordening kunnen burgemeester en wethouders uitsluitend subsidie verlenen voor:

  • a.

    het bouwen van woningen;

  • b.

    het treffen van ingrijpende voorzieningen aan woningen; c. het bouwen van standplaatsen;

  • d.

    het bouwen van woonwagens.

Paragraaf 1.3 Uitgangspunten voor subsidiëring en verdeelbesluit

Artikel 5
  • 1. De uitgangspunten voor het subsidiebeleid worden vastgelegd in het door het portefeuillehoudersoverleg volkshuisvesting van het Gewest Maastricht en Mergelland voor het betreffende jaar vast te stellen verdeelbesluit, waarbij tevens aannemelijk wordt gemaakt dat de criteria, genoemd in artikel 23 van het Besluit woninggebonden subsidies 1995 in acht zijn genomen.

  • 2. Burgemeester en wethouders doen een voorstel tot het vaststellen van de uitgangspunten als bedoeld in het eerste lid nadat daaromtrent door hen de plaatselijk werkzame toegelaten instellingen en andere naar hun oordeel in aanmerking komende natuurlijke en rechtspersonen, waaronder woonconsumentenorganisaties, zijn geraadpleegd.

  • 3. Deze raadpleging kan zowel mondeling als schriftelijk plaatsvinden.

Artikel 6
  • 1. De subsidie als bedoeld in artikel 4 wordt slechts verleend voor die bouwplannen welke zijn opgenomen in het voor het betreffende jaar door het portefeuillehoudersoverleg volkshuisvesting van het Gewest Maastricht en Mergelland vastgestelde verdeelbesluit.

  • 2. In het verdeelbesluit wordt vastgesteld welke aanvragen om verlening van subsidie voor het bouwen van woningen, standplaatsen en woonwagens en voor het treffen van ingrijpende voorzieningen, in dat jaar bij burgemeester en wethouders kunnen worden ingediend.

  • 3. In het verdeelbesluit geven burgemeester en wethouders tevens aan de subsidiebedragen en de bijzondere voorwaarden, die gesteld worden aan de indiening als bedoeld in het tweede lid.

  • 4. Voor aanvullende bouwplannen wordt de subsidie eveneens slechts verleend nadat het verdeelbesluit daartoe door het portefeuillehoudersoverleg van het Gewest Maastricht en Mergelland is c.q. wordt gewijzigd en vastgesteld.

Artikel 7

Burgemeester en wethouders kunnen ter uitvoering van deze subsidieverordening met de initiatiefnemer "project- overeenkomsten" afsluiten.

Artikel 8
  • 1. Over het ontwerp tot wijziging van de verordening raadplegen burgemeester en wethouders de plaatselijk werkzame toegelaten instellingen en andere naar het oordeel van burgemeester en wethouders daarvoor in aanmerking komende natuurlijke en rechtspersonen, waaronder woonconsumentenorganisaties.

  • 2. Deze raadpleging kan zowel mondeling als schriftelijk plaatsvinden.

  • 3. Van de raadpleging als bedoeld in het eerste lid doen burgemeester en wethouders schriftelijk verslag aan de gemeenteraad. Tevens geven zij een reactie op de daarbij naar voren gebrachte argumenten.

Hoofdstuk 2. Aanvragen, verlenen en vaststellen van subsidie.

Paragraaf 2.1 Aanvraag om subsidie

Artikel 9
  • 1. Een aanvraag voor subsidie wordt schriftelijk ingediend bij burgemeester en wethouders.

  • 2. Een aanvraag als bedoeld in het eerste lid gaat vergezeld van de door burgemeester en wethouders op of bij het aanvraagformulier aangegeven bescheiden,

  • 3. Burgemeester en wethouders bevestigen binnen twee weken de ontvangst van de aanvraag.

  • 4. Indien de aanvraag naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet voldoet aan het gestelde in de leden 1 en 2, doen zij daarvan binnen vier weken na ontvangst schriftelijk mededeling aan de initiatiefnemer onder vermelding van de nog te leveren gegevens.

  • 5. Indien binnen vier weken na het verzenden van de mededeling bedoeld in het vorige lid de nog te leveren gegevens niet of niet in voldoende mate zijn verstrekt, verklaren burgemeester en wethouders de subsidie- aanvraag niet ontvankelijk.

Artikel 10

Een ontvankelijke aanvraag als bedoeld in artikel 9 van deze verordening wordt gedaan vóór 1 oktober van het jaar waarin het besluit wordt gevraagd.

Artikel 11
  • 1. Burgemeester en wethouders beslissen binnen twaalf weken na ontvangst van een ontvankelijke aanvraag als bedoeld in artikel 9.

  • 2. Zij kunnen besluiten hun beslissing eenmaal met ten hoogste twaalf weken te verdagen.

  • 3. Van het besluit als bedoeld in lid 2 wordt terstond mededeling gedaan aan de aanvrager.

Artikel 12

Burgemeester en wethouders kunnen de subsidie slechts verlenen indien:

  • a.

    het bouwplan is opgenomen in het verdeelbesluit;

  • b.

    het bouwplan sober en doelmatig is;

  • c.

    voor het besluit tot het verlenen van de subsidie niet reeds een begin met de werkzaamheden is gemaakt zonder hun schriftelijke instemming;

  • d.

    gebouwd is conform het bouwplan dan wel dat door burgemeester en wethouders schriftelijk toestemming is verleend om van het bouwplan af te wijken.

  • e.

    de gereedmelding van de werkzaamheden plaatsvindt overeenkomstig van hoofdstuk 2, paragraaf 2.2 van deze verordening; de door burgemeester en wethouders belaste personen op door hen te bepalen tijdstippen:

    • 1.

      toegang wordt verleend tot de bouwplaats, de woning, de standplaats, de woonwagen of het gebouw dat tot woning wordt verbouwd;

    • 2.

      inzage wordt verleend in de op de bouw betrekking hebbende bescheiden en tekeningen;

    • 3.

      alle inlichtingen worden verstrekt die naar hun oordeel noodzakelijk zijn voor de beoordeling of aan de voorschriften verbonden aan het verlenen van geldelijke steun wordt voldaan.

Artikel 13
  • 1. Burgemeester en wethouders kennen slechts subsidie toe voor zover de op grond van het Besluit Woninggebonden Subsidies 1995 jaarlijks toegekende financiële budgetten toereikend zijn.

  • 2. Aanvragen om geldelijke steun welke in verband met het bepaalde in het eerste lid niet kunnen worden toegekend, worden door burgemeester en wethouders afgewezen.

  • 3. De indiener van een aanvraag als bedoeld in het tweede lid is bevoegd een dergelijke aanvraag in een volgend jaar opnieuw in te dienen.

Paragraaf 2.2 Gereedmelding

Artikel 14
  • 1. Terstond na de voltooiing van de werkzaamheden, doch uiterlijk binnen 130 weken na het besluit tot het verlenen van subsidie als bedoeld in artikel 11, lid 1 dient de subsidie- ontvanger aan burgemeester en wethouders te melden dat de te bouwen woning, standplaats of woonwagen gereed is, dan wel dat de werkzaamheden zijn voltooid.

  • 2. De gereedmelding is tevens een aanvraag om vaststelling van de hoogte en betaling van de subsidie.

Artikel 15
  • 1. De gereedmelding als bedoeld in artikel 14 gaat vergezeld van:

    • a.

      een verklaring van de subsidie- ontvanger dat bij de bouw respectievelijk het treffen van de ingrijpende voorzieningen is of wordt voldaan aan de bijzondere voorschriften waaronder de subsidie is verleend;

    • b.

      een opgave van de gereedkomingsdatum.

  • 2. De aanvrager dient gedurende een periode van vijf jaar na de gereedmelding alle rekeningen en betalingsbewijzen met betrekking tot de werkzaamheden ter controle beschikbaar te houden.

Artikel 16

Indien de gereedmelding betrekking heeft op de bouw van een koopwoning, koopstandplaats of een koopwoonwagen, gaat de gereedmelding als bedoeld in artikel 14 in aanvulling op het gestelde in artikel 15 vergezeld van:

  • a.

    een bewijs van eigendom in de vorm van een afschrift van de akte als bedoeld in artikel 3:89 van het Burgerlijk Wetboek;

  • b.

    een bewijs van de datum van eerste bewoning, in de vorm van een uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens.

Paragraaf 2.3 Vaststelling van subsidie

Artikel 17
  • 1. Burgemeester en Wethouders bevestigen binnen twee weken de ontvangst van de gereedmelding als bedoeld in artikel 14 aan de subsidie- ontvanger.

  • 2. Indien de gereedmelding naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet voldoet aan de bepalingen volgens paragraaf 2.2, doen burgemeester en wethouders daarvan binnen vier weken na ontvangst schriftelijk mededeling aan de initiatiefnemer onder vermelding van de nog te leveren gegevens.

  • 3. Indien binnen vier weken na het verzenden van de mededeling bedoeld in het tweede lid de nog te leveren gegevens niet of in onvoldoende mate zijn verstrekt, verklaren burgemeester en wethouders de gereedmelding niet ontvankelijk.

Artikel 18
  • 1. Burgemeester en wethouders stellen de hoogte van de subsidie vast binnen acht weken na ontvangst van een ontvankelijke gereedmelding als bedoeld in artikel 14 van deze verordening.

  • 2. Zij kunnen besluiten hun beslissing eenmaal met ten hoogste acht weken te verdagen.

  • 3. Van het besluit als bedoeld in lid 2 wordt terstond mededeling gedaan aan de aanvrager.

Artikel 19
  • 1. Indien de gereedmelding betrekking heeft op een koopwoning, koopstandplaats of een koopwoonwagen stemmen burgemeester en wethouders in met de aanvraag om uitbetaling van de subsidie als bedoeld in artikel 14, lid 2.

  • 2. De subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt uitsluitend uitbetaald aan de eigenaar die als eerste eigenaar de woning, de standplaats of de woonwagen bewoont.

Artikel 20

De subsidie wordt betaald als bijdrage ineens, binnen acht weken na de vaststelling van de geldelijke steun als aangegeven in artikel 18, eerste lid.

Paragraaf 2.4 Intrekking van subsidie

Artikel 21
  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen een besluit tot verlening van subsidie geheel of gedeeltelijk intrekken indien:

    • a.

      niet voldaan is aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens deze verordening;

    • b.

      een bijdrage op grond van deze verordening verleend is op grond van gegevens die zodanig onjuist blijken te zijn dat, waren de juiste gegevens bekend geweest, een andere beslissing zou zijn genomen.

  • 2. Indien subsidie verleend is en gebleken is dat de gegevens op grond waarvan de subsidie werd verleend onjuist waren en waarvan de subsidie- ontvanger wist of redelijkerwijs had kunnen weten dat deze onjuist waren, kunnen burgemeester en wethouders hun besluit tot verlening van subsidie intrekken en kunnen zij een reeds betaalde bijdrage geheel of gedeeltelijk met vergoeding van de wettelijke rente terugvorderen.

  • 3. Burgemeester en wethouders trekken hun besluit tot het verlenen van subsidie in ieder geval in, indien de aanvrager meldt dat de bouw geen doorgang zal vinden en/of de daartoe verleende bouwvergunning is ingetrokken.

Artikel 22

Burgemeester en wethouders voegen aan het budget het bedrag toe dat beschikbaar komt als gevolg van een intrekking van een besluit tot verlening van subsidie.

Paragraaf 2.5 Nadere bepalingen

Artikel 23
  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen op een daartoe strekkende en gemotiveerde aanvraag van de aanvrager dan wel de subsidie- ontvanger ontheffing verlenen van de termijnen genoemd in de artikelen 9, 10, 11, 14 en 17. Een dergelijke aanvraag wordt vâôr het verstrijken van de termijn bij burgemeester en wethouders ingediend.

  • 2. Indien burgemeester en wethouders een aanvraag als bedoeld in het eerste lid honoreren, geven zij een nieuwe termijn aan.

Artikel 24

Burgemeester en wethouders kunnen voor de uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen.

Hoofdstuk 3. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 25

Op aanvragen, waarop voor de inwerkingtreding van deze verordening een bijdrage is verleend, blijven de bepalingen van de regeling op grond waarvan de bijdrage is verleend van toepassing.

Artikel 26

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen de uitvoering van bepalingen van deze verordening, voor zover die uitvoering tot hun bevoegdheid behoort, opdragen aan door hen aan te wijzen gemeenteambtenaren.

  • 2. In de besluiten van ambtenaren als bedoeld in het eerste lid wordt tot uitdrukking gebracht dat deze namens burgemeester en wethouders zijn genomen.

Artikel 27

Indien vanwege bijzondere omstandigheden een strikte toepassing van het bepaalde in deze verordening naar het oordeel van burgemeester en wethouders zou leiden tot een onredelijke beslissing, kunnen burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 28

Deze verordening kan worden aangehaald als de "Verordening woninggebonden subsidies 1995".

Artikel 29

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 1995,

zulks onder gelijktijdige intrekking van de Verordening Woninggebonden

Subsidies 1993.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 03 juli 1995.

De Secretaris, De Voorzitter