Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Eijsden

Verordening inzake de vaste commissies van advies aan burgermeester en wethouders

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Eijsden
Officiële naam regelingVerordening inzake de vaste commissies van advies aan burgermeester en wethouders
CiteertitelVerordening vaste commissies van advies
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpAlgemene Zaken

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening is vervangen door de verordening raadscommissies Eijsden-Margraten 2011.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 149 jo
  2. Gemeentewet, art. 82 jo
  3. Gemeentewet, art. 91

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-01-201103-01-2011intrekking

03-01-2011

Onbekend.

11IB000265
06-06-199403-01-2011nieuwe regeling

31-05-1994

Onbekend.

1994, no. 2/V

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening inzake de vaste commissies van advies aan burgemeester en wethouders

De Raad van de gemeente Margraten;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 149, juncto artikel 82 en 91 van de Gemeentewet;

BESLUIT:

tot vaststelling van de Verordening inzake de vaste commissies van advies aan burgemeester en wethouders.

Artikel 1

Waar in deze verordening wordt gesproken van commissies wordt daarmee bedoeld: "commissies van advies aan burgemeester en wethouders".

Artikel 2

  • 1. Elk der commissies bestaat, behalve uit de voorzitter, uit ten hoogste elf leden. De voorzitter wordt benoemd uit en door het college van burgemeester en wethouders. Ten minste drie leden worden benoemd uit en door de Raad. Daarenboven kan de Raad niet- raadsleden benoemen.

  • 2. Bij verhindering van de voorzitter wordt deze door een der andere leden van het college van burgemeester en wethouders, door dit college aan te wij zen, vervangen.

Artikel 3

Onverminderd het bepaalde omtrent het voorzitterschap in artikel 2, lid 1, worden in de commissie belast met de advisering over algemene bestuurlijke aangelegenheden, de leden uit en door de Raad benoemd die door de fracties als hun respectievelijke voorzitters zijn aangewezen.

Artikel 4

  • 1. De zittingsperiode van de leden der commissies is gelijk aan die van de leden van de Raad.

  • 2. Een lid, dat de hoedanigheid verliest krachtens welke het zitting heeft, houdt op lid te zijn.

  • 3. De benoeming ter vervulling van plaatsen, die door ontslagname, overlijden of een andere oorzaak openvallen, geschiedt binnen drie maanden na dat openvallen. Hij die tussentijds tot lid van een commissie is benoemd, treedt af op het tijdstip, waarop degene, in wiens plaats hij is aangewezen, had moeten aftreden.

Artikel 5

De commissies vergaderen zo dikwijls als burgemeester en wethouders het nodig achten. Ten minste twee leden kunnen schriftelijk en met opgaaf van redenen aan burgemeester en wethouders een vergadering verzoeken.

Artikel 6

  • 1. De vergaderingen van de commissies vinden in de regel in het openbaar plaats.

  • 2. De deuren worden gesloten, indien door ten minste twee van de aanwezige leden wordt gevraagd of de voorzitter het nodig acht.

  • 3. De commissie besluit vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.

Artikel 7

  • 1. De voorzitter zorgt, dat elk lid - bijzondere gevallen uitgezonderd - een week vóór het houden van een vergadering schriftelijk wordt opgeroepen, zoveel mogelijk met vermelding van de in die vergadering te behandelen onderwerpen.

  • 2. De commissie is bevoegd, anderen bij de beraadslagingen in de commissie toe te laten voor het geven van informatie of advies.

Artikel 8

  • 1. De commissies mogen niet besluiten, indien buiten de voorzitter niet meer dan de helft van de overige leden aanwezig is.

  • 2. Alle besluiten worden bij meerderheid van stemmen genomen. De voorzitter heeft in de vergadering een adviserende stem. Staken de stemmen, dan wordt zowel het gevoelen der voorstemmers, als dat der tegenstemmers vermeld.

Artikel 9

  • 1. Als secretaris van de commissie treedt op de gemeentesecretaris of een door deze aangewezen secretarie- ambtenaar. De gemeentesecretaris regelt de vervanging van de secretaris van een commissie indien deze verhinderd is als zodanig op te treden.

  • 2. De secretaris dient de commissie desgevraagd van advies. Hij houdt aantekening van de besluiten van de commissie. Daarbij wordt melding gemaakt van de standpunten, die daaromtrent ter vergadering worden ingenomen. Deze aantekeningen worden terstond gezonden aan de commissieleden, aan burgemeester en wethouders alsmede aan de leden van de gemeenteraad, die niet lid van de raadscommissie zijn. Hij ontwerpt de van de commissie uitgaande stukken. Deze stukken worden door de voorzitter en de secretaris ondertekend. De secretaris ontwerpt tevens de van de voorzitter van de commissie uitgaande stukken.

Artikel 10

  • 1. Aan elke commissie wordt in elk geval advies gevraagd over die zaken, waaromtrent de Raad een besluit moet nemen en waarvan de voorbereiding door burgemeester en wethouders meer in het bijzonder aan de voorzitter van de commissie is toevertrouwd.

  • 2. De commissie is bevoegd ongevraagd advies uit te brengen over zaken, waarvan de voorbereiding door burgemeester en wethouders meer in het bijzonder aan de voorzitter van de commissie is toevertrouwd.

Artikel 11

  • 1. De voorzitter kan omtrent het in een vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken, welke aan de commissie worden overlegd, geheimhouding opleggen.

  • 2. Zij wordt zowel door hen, die bij de behandeling tegenwoordig waren, als door hen, die op andere wijze van het behandelde en van de stukken kennis nemen, in acht genomen, totdat de voorzitter haar opheft.

Artikel 12

  • 1. De artikelen 28, leden 1 en 2, en 56 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Overigens worden, voor zover deze verordening daarin niet voorziet, de werkwijze van de commissies en de orde van de vergaderingen ingericht naar de regelen, voor overeenstemmende gevallen gesteld in het reglement van orde voor de vergaderingen van de Raad.

Artikel 13

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 14

Deze verordening kan worden aangehaald onder de titel "Verordening vaste commissie van advies".

Artikel 15

De verordening vastgesteld bij raadsbesluit van 26 juni 1990, no. 21/V1 vervalt. Dit besluit treedt in werking de dag na die der publikatie.

Aldus besloten in de openbare vergadering van 31 mei 1994

De secretaris, De burgermeester