Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Harenkarspel

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Harenkarspel.

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Harenkarspel
Officiële naam regelingVerordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Harenkarspel.
CiteertitelFinanciële verordening gemeente Harenkarspel
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpVerordening 212 financieel beheer

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is alleen van kracht voor het grondgebied van de voormalige gemeente Harenkarspel. De regeling is vastgesteld door de gemeenteraad van de voormalige gemeente Harenkarspel, welke is opgeheven met ingang van 1 januari 2013. Op grond van artikel 28 van de Wet algemene regels gemeentelijke indeling behoudt deze regeling haar rechtskracht voor het grondgebied waarvoor ze is vastgesteld gedurende twee jaar, tenzij de regeling eerder wordt ingetrokken.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 212

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201101-06-2011Nieuw

18-12-2007

Schager Weekblad, 29-12-2010

CONCERN/2007/11759
01-01-201101-01-2013Nieuw

18-12-2007

Schager Weekblad, 29-12-2010

CONCERN/2007/11759

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Harenkarspel

De raad van de gemeente Harenkarspel;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 november 2007;

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet;

besluit

vast te stellende volgende verordening:

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Harenkarspel

Titel 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    afdeling: iedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie met een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid aan het college.

  • b.

    administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Harenkarspel en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

  • c.

    aandachtsveld: onderdeel van een programma bestaande uit een samenstel van een aantal samenhangende producten of een enkel product van de productenraming en productenrealisatie.

Artikel 2. Programma-indeling
  • a. De raad stelt bij aanvang van een nieuwe raadsperiode een programma-indeling voor de komende raadsperiode vast.

  • b. De raad stelt bij aanvang van een nieuwe raadsperiode op basis van de door het college aan de programma’s toegewezen producten de onderverdeling van de programma’s in aandachtsvelden vast.

  • c. De raad stelt op voorstel van het college per programma relevante indicatoren vast voor het meten van en het afleggen van verantwoording over de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid.

Artikel 2a. Planning en controlcyclus

Het college biedt per begrotingsjaar een overzicht aan met daarin in elk geval de data voor het aanbieden door het college en het vaststellen door de raad van de jaarstukken, de kwartaalrapportages en de begroting met de meerjarenraming.

Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken
  • 1. Bij de begroting worden onder elk van de programma’s de lasten en baten per aandachtsveld weergegeven. Bij de jaarstukken worden onder elk van de programma’s de gerealiseerde lasten en baten weergegeven. Vanaf verantwoordingsjaar 2008 wordt bij de jaarstukken onder elk van de programma’s de gerealiseerde lasten en baten per aandachtsveld weergegeven

  • 2. Bij de uiteenzetting van de financiële positie van de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven en wordt van de lopende investeringen het geautoriseerde investeringskrediet en de raming van de uitputting van het krediet in het lopende boekjaar weergegeven.

  • 3. In de jaarrekening wordt van de investeringen de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten en de actuele raming van de totale uitgaven weergegeven.

  • 4. De begroting en de jaarstukken bevatten naast de verplichte paragrafen een paragraaf subsidies.

Artikel 3a. Kaders ontwerp-begroting
  • 1. Het college biedt voor 1 juli aan de raad een nota aan met een voorstel voor het beleid en de financiële kaders van de ontwerp-begroting voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming. De raad stelt deze nota voor 1 augustus vast.

  • 2. In de ontwerp-begroting wordt een post onvoorzien van € 45.378,00 opgenomen.

  • 3. De ramingen van onderhoudsbudgetten in de ontwerp-begroting worden gebaseerd op de meerjarige onderhoudsplannen, zoals die door de raad zijn vastgesteld.

Artikel 4. Autorisatie begroting en investeringskredieten
  • 1. De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de lasten en de baten per programma.

  • 2. Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.

  • 3. Het college is bevoegd overschrijdingen van de geautoriseerde lasten en onderschrijdingen van de geautoriseerde baten te dekken uit het bedrag voor onvoorzien.

  • 4. Bij de behandeling van de tussenrapportages in de raad doet het college voorstellen voor wijziging van de geautoriseerde budgetten en investeringskredieten en bijstelling van het beleid.

  • 5. Voor investeringen in de loop van het begrotingsjaar die niet in de begroting zijn opgenomen, legt het college vooraf aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel en een voorstel voor het vaststellen van een investeringskrediet aan de raad voor.

Artikel 5. Tussentijdse rapportage
  • 1. Het college informeert de raad door middel van tussentijdse rapportages over de realisatie van de begroting van de gemeente over elk kwartaal van het lopende boekjaar.

  • 2. De tussenrapportages bevatten een overzicht van baten en lasten met de bijgestelde raming van:

    • a.

      de baten en lasten per programma;

    • b.

      het resultaat voor bestemming;

    • c.

      de (beoogde) toevoegingen en onttrekkingen aan reserves per programma;

    • d.

      het resultaat na bestemming, volgend uit de onderdelen b en c,

    • e.

      alsmede de realisatie en raming van de uitputting van de investeringskredieten.

  • 3. In de tussenrapportages worden afwijkingen op de oorspronkelijke ramingen van de baten en lasten van producten en investeringskredieten in de begroting groter dan 10% van het geraamde bedrag toegelicht.

  • 4. De tussenrapportages worden aan de raad aangeboden op de volgende tijdstippen:

    • a.

      de eerste kwartaalsrapportage vóór het eindevan het tweede kwartaal van het begrotingsjaar;

    • b.

      de tweede kwartaalrapportage vóór het einde van het derde kwartaal van het begrotingsjaar;

    • c.

      de derde kwartaalrapportage vóór het einde van het laatste kwartaal van het begrotingsjaar;

    • d.

      de vierde kwartaalrapportage tevens jaarrekening voor 15 juli van het volgende jaar.

Artikel 6. Waardering en afschrijving vaste activa
  • 1. Geactiveerde kosten voor onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief en het saldo van agio en disagio worden lineair in 5 jaar afgeschreven.

  • 2. Kosten voor het afsluiten van geldleningen direct ten laste van de exploitatie gebracht.

  • 3. Voor het afschrijven van de materiele vaste activa met economisch nut worden de methodieken en termijnen gehanteerd zoals vermeld in laatst vastgestelde Nota Reserves en Voorzieningen Harenkarspel Activa met economisch nut en een verkrijgingprijs van minder dan € 7.000,00 worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen. Deze laatst genoemden worden altijd geactiveerd.

  • 4. Aankoop en vervaardiging van activa met een meerjarig maatschappelijk nut worden onder aftrek van bijdragen van derden ten laste van de exploitatie gebracht. Indien hiervan bij raadsbesluit wordt afgeweken, wordt het actief lineair afgeschreven over de verwachte levensduur van het actief of een kortere door de raad aan te geven tijdsduur.

Artikel 6a. Voorziening voor oninbare vorderingen
  • 1. Bij het opmaken van de rekening wordt jaarlijks beoordeeld in hoeverre er sprake is van oninbare vorderingen. Indien dit het geval is, boekt de gemeente de oninbare component rechtstreeks ten laste van het lopende jaarresultaat.

  • 2. Voor de overige vorderingen wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd op basis van een individuele beoordeling op inbaarheid van de openstaande vorderingen.

Artikel 6b. Reserves en voorzieningen
  • 1. Het college biedt de raad eens in de vier jaar een nota reserves en voorzieningen aan. De raad stelt de nota vast. De nota behandelt:

    • a.

      de vorming en besteding van reserves;

    • b.

      de vorming en besteding voorzieningen;

    • c.

      de toerekening en verwerking van rente over de reserves en de voorzieningen.

  • 2. Bij een voorstel voor de instelling van een bestemmingsreserve voor een investeringsvoornemen wordt minimaal aangegeven:

    • a.

      het specifieke doel van de reserve;

    • b.

      de voeding van de reserve;

    • c.

      de maximale hoogte van de reserve;

    • d.

      en de maximale looptijd.

  • 3. Indien een bestemmingsreserve voor een investeringsvoornemen binnen de aangegeven maximale looptijd niet heeft geleid tot een investering, valt de bestemmingsreserve vrij en wordt deze aan de algemene reserve toegevoegd.

Artikel 7. Kostprijsberekening
  • 1. Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten van de gemeente Harenkarspel wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.

  • 2. Bij de indirecte kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor rioolrechten en afvalstoffenheffing de compensabele BTW.

  • 3. De gemeente Harenkarspel hanteert bij de kostprijsberekening voor de rentecomponent een voorcalculatorisch tarief. Dit tarief wordt zowel bij de begroting als de rekening gebruikt.

Artikel 8. Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen
  • 1. Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor lijkbezorgingsrechten,leges,afvalstoffenheffing, rioolrecht, rioolaansluitrecht, marktgelden, recht standplaats woonwagen, onroerende-zaakbelastingen, forensenbelasting, toeristenbelasting

  • 2. Het college biedt eens in de 4 jaar de raad een nota aan met de kaders voor de prijzen voor de verhuur en verkoop van onroerende goederen en in het bijzonder de prijzen voor de uitgifte van gronden en erfpachtcanons. De raad stelt de nota vast.

Artikel 9. Financieringsfunctie
  • 1. Het college zorgt bij het uitoefenen van de financieringsfunctie voor:

    • a.

      het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden om de programma’s binnen de door de raad vastgestelde kaders van de begroting uit te voeren;

    • b.

      het beheersen van de risico’s verbonden aan de financieringsfunctie zoals renterisico’s, koersrisico’s en kredietrisico’s;

    • c.

      het beperken van de kosten van leningen en het bereiken van een voldoende rendement op uitzettingen;

    • d.

      het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

  • 2. Het college neemt bij het uitvoeren van de financieringsfunctie hetgeen in he treasurystatuut is bepaald in acht.

  • 3. Het college informeert de raad indien de wettelijke kasgeldlimiet of de wettelijke rente-risiconorm is overschreden.

  • 4. Bij het uitzetten van middelen, het verstrekken van garanties en het aangaan van financiële participaties uit hoofde van de publieke taak bedingt het college indien mogelijk zekerheden. Het college motiveert in zijn besluit het openbaar belang van dergelijke uitzettingen van middelen, verstrekkingen van garanties en financiële participaties.

Artikel 9a. Lokale heffingen

In de paragraaf lokale heffingen bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:

  • 1.

    de mate van kostendekkendheid van de rioolrechten en de afvalstoffenheffing;

  • 2.

    Bij de begroting en jaarstukken doet het college in de paragraaf lokale heffingen verslag van:

    - de opbrengsten per lokale heffing;

    - het volume en bedrag aan kwijtscheldingen;

    - de kostendekkendheid van de rioolrechten en de afvalstoffenheffing;

    - de (ontwikkeling van de) lokale lastendruk voor eenpersoonshuishoudingen, meerpersoonshuishoudingen en bedrijven.

Artikel 9b. Weerstandsvermogen

In de paragraaf weerstandsvermogen bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:

  • 1.

    de solvabiliteit;

  • 2.

    de netto schuld per inwoner;

Artikel 9c. Onderhoud kapitaalgoederen
  • 1. Bij de begroting en de jaarstukken neemt het college in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:

    • a.

      de voortgang van het geplande onderhoud;

    • b.

      de omvang van het achterstallig onderhoud;

  • 2. Het college biedt de raad tenminste eens in de vier jaar een onderhoudsplan openbare ruimte aan. Het plan geeft het kader weer voor het beoogde onderhoudsniveau, de planning van het onderhoud en de kosten van het onderhoud voor het openbaar groen, water, wegen, kunstwerken en straatmeubilair. De raad stelt het plan vast.

  • 3. Het college biedt de raad tenminste eens in de vier jaar een rioleringsplan aan. Het plan geeft het kader weer voor het beoogde onderhoudsniveau, de planning van het onderhoud, de uitbreiding van de riolering en de kosten van het onderhoud en de eventuele uitbreidingen. De raad stelt het plan vast.

  • 4. Het college biedt de raad tenminste eens in de vier jaar een onderhoudsplan gebouwen aan. Het plan bevat voorstellen voor het te plegen onderhoud en de bijbehorende kosten aan de gemeentelijke gebouwen. De raad stelt het plan vast.

Artikel 9d. Financiering

In de paragraaf financiering bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:

  • 1.

    de schulden met een looptijd korter dan een jaar en het verschuldigde rentepercentage;

  • 2.

    de schulden met een looptijd langer dan een jaar en het verschuldigde rentepercentage;

  • 3.

    de liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte voor de komende vier jaar;

  • 4.

    de rentevisie voor de komende vier jaar;

Artikel 9e. Bedrijfsvoering

In de paragraaf bedrijfsvoering bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:

  • a.

    de omvang, opbouw en ontwikkeling van het personeelsbestand en de loonkosten;

  • b.

    de kosten van inhuur derden;

  • c.

    de huisvestingskosten;

  • d.

    de automatiseringskosten;

  • e.

    de budgetten voor de raad, de griffie, de rekenkamer en de accountant;

Artikel 9f. Verbonden partijen

In de paragraaf verbonden partijen bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplcihte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval van elke verbonden parij op:

  • 1.

    de naam en vestigingsplaats;

  • 2.

    het financieel belang van de gemeente;

Artikel 9g. Grondbeleid
  • 1. In de paragraaf grondbeleid bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:

    • a.

      de verwerving van gronden;

    • b.

      de te ontwikkelen en in ontwikkeling genomen projecten;

  • 2. Het college biedt de raad ten minste eens in de vier jaar een (bijgestelde) nota grondbeleid aan. De raad stelt de nota vast. In de nota wordt aandacht besteed aan:

    • a.

      de strategische visie van het toekomstig grondbeleid van de gemeente;

    • b.

      te ontwikkelen en in ontwikkeling genomen projecten;

    • c.

      de verwerving en uitgifte van gronden;

    • d.

      de uitgangspunten voor prijsstelling van de verkoop van gronden;

Artikel 9h. Subsidie

In de bijlagenbundel bij de begroting en de jaarstukken geeft het college in ieder geval een overzicht van de subsidies aan instellingen.

Artikel 10. Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

  • a.

    het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de afdelingen;

  • b.

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economische nut, activa met maatschappelijke nut, voorraaden, vorderingen, schulden en contracten.

  • c.

    het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties;

  • d.

    het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid;

  • e.

    het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de begroting en de relevante we- en regelgeving;

  • f.

    de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de darraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

Artikel 11. Interne controle
  • 1. Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

  • 2. Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

Artikel 12. Misbruik en oneigenlijk gebruik

Het college zorgt voor en legt vast de regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.

Artikel 13. Financiële organisatie
  • 1. Het college zorgt voor en legt vast:

    • a.

      een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidig toewijzing van de gemeentelijke taken aan de afdelingen;

    • b.

      een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaardborgd;

    • c.

      de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

    • d.

      de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelateis en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie;

    • e.

      de te maken afspraken met de afdelingen over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen;

    • f.

      de kostenverdeelsleutels voor het eenduidig toewijzen van de lasten en baten aan de producten van de productraming en de producrealisatie;

Artikel 13a. Inkoop en aanbesteding

Het college zorgt voor en legt vast de interne regels voor de inkoop en aanbesteing van goederen, werken en diensten.

Artikel 13b. Subsidieverstrekking en steunverlening

Het college zorgt voor en legt vast de interne regels voor de steunverlening en de toekenning van subsidies aan ondernemingen en instellingen.

Artikel 14. Inwerkingtreding
  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van het begrotingsjaar 2008 en verantwoordingsjaar 2007. De stukken voor dit begrotingsjaar en latere begrotingsjaren voldoen aan de bepalingen van deze verordening.

  • 2. Deze verordening treedt in plaats van de "Financiële verordening gemeente Harenkarspel" vastgesteld door de raad op 6 juli 2004.

Artikel 14a. Overgangsbepalingen
  • 1. In tegenstelling tot het bepaalde in artikel 14 treedt het tweede lid van artikel 12 in werking met ingang van het vaststellen door de raad van de in het lid genoemde nota.

  • 2. Investeringen in maatschappelijk nut die zijn geactiviteerd voor de inwerkingtreding van deze verordening worden afgeschreven volgens de destijds vestgestelde afschrijvingstermijnen en methodiek, voor zover de raad niet heeft aangegeven dat deze investeringen vervroegd moeten worden afgeschreven.

Artikel 15. Citeertitel

Deze verordening wordt in de gemeentelijke stukken aangehaald onder de naam "Financiele verordening gemeente Harenkarspel".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 18 december 2007.

De griffier, De voorzitter,

R.H. Mulder E.J. Brommet