| Overheidsorganisatie | Nederlandse Antillen |
|---|---|
| Officiële naam regeling | LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 19de december 1995 ter uitvoering van artikel 44, eerste lid, van de Landsverordening op de telecommunicatievoorzieningen (P.B. 1995, no. 196) met betrekking tot de instelling van een Raad van Advies en Overleg voor de telecommunicatie |
| Citeertitel | Landsbesluit Raad van Advies en Overleg inzake Telecommunicatie |
| Vastgesteld door | Gouverneur van de Nederlandse Antillen |
| Onderwerp | financiën en economie |
| Eigen onderwerp | telecommunicatie; personeel en organisatie |
Het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling is vastgesteld bij landsbesluit van de 22ste december 1995 (P.B. 1995, no. 225).
Landsverordening op de telecommunicatievoorzieningen, art. 44, eerste lid
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 01-01-1996 | Nieuwe regeling | 19-12-1995 P.B. 1995, no. 223 | n.v.t. |
In dit landsbesluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
landsverordening: de Landsverordening op de telecommunicatievoorzieningen (P.B. 1995, no. 196);
Minister: de Minister van Verkeer en Vervoer;
Raad: de Raad van Advies en Overleg, bedoeld in artikel 2.
Ingesteld wordt de Raad van Advies en Overleg inzake telecommunicatie.
De Raad heeft tot taak:
het desgevraagd dan wel uit eigen beweging adviseren van de Minister inzake aangelegenheden de telecommunicatie betreffende;
het voeren van overleg met de houders van een concessie en het bevorderen van de samenwerking tussen de houders van een concessie;
het voeren van overleg met organisaties van belanghebbenden, zoals de Kamer van Koophandel, Vereniging Bedrijfsleven Curaçao, Vereniging Offshore Belangen, Consumentenbond en organisaties van leveranciers van randapparatuur en van diensten;
het adviseren over de door de Minister te nemen beslissingen inzake geschillen tussen de houders van een concessie;
het vormen van een overlegforum voor internationale telecommunicatie aangelegenheden.
1. De Raad bestaat uit ten hoogste zeven leden.
2. De Raad wordt als volgt samengesteld:
een onafhankelijke voorzitter;
twee vertegenwoordigers van relevante maatschappelijke sectoren;
twee vertegenwoordigers van de eilandgebieden van de Nederlandse Antillen;
twee door de Minister van Verkeer en Vervoer aan te wijzen deskundigen.
3. Voor elk lid kan een plaatsvervangend lid worden aangewezen.
4. De voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden worden bij landsbesluit benoemd, geschorst en ontslagen. De benoeming geschiedt voor ten hoogste vijf jaren, met dien verstande dat herbenoeming steeds mogelijk is. Ontslag wordt in ieder geval verleend op verzoek en bij het bereiken van de zeventigjarige leeftijd.
5. Het Hoofd van het Bureau Telecommunicatie van het Ministerie van Verkeer en Vervoer neemt aan de vergaderingen van de Raad deel als adviserend lid.
6. Het secretariaat van de Raad berust bij het Bureau Telecommunicatie van het Ministerie van Verkeer en Vervoer. De secretaris en diens plaatsvervanger wordt door het Hoofd van het Bureau Telecommunicatie aangewezen gehoord de Raad.
7. Het lidmaatschap of plaatsvervangend lidmaatschap van de raad eindigt bij het bereiken van de zeventigjarige leeftijd.
De Raad stelt een reglement van orde op waarin zijn opgenomen regels betreffende zijn werkwijze. Dit reglement behoeft de instemming van de Minister.
De Raad is bevoegd voor haar werkzaamheden een beroep te doen op deskundigen, met dien verstande dat de door deze in rekening te brengen honoraria en overige kosten voorafgaande goedkeuring behoeven van de Minister.
De leden en plaatsvervangende leden van de Raad ontvangen voor hun werkzaamheden een door de Minister vast te stellen vergoeding.
1. De leden en plaatsvervangende leden van de Raad zijn bevoegd om, indien zulks voor de uitvoering van de in dit landsbesluit opgedragen taak noodzakelijk is, vergaderingen bij te wonen in een ander eilandgebied.
2. De leden en plaatsvervangende leden van de Raad kunnen de hieraan verbonden reis- en verblijfskosten declareren overeenkomstig de regels vermeld in de Beschikking van de 20ste juni 1933, no. 700, houdende vaststelling van een regeling der vergoeding voor reis- en teerkosten, gelijk mede voor verhuiskosten binnen de Nederlandse Antillen (P.B. 1958, no. 153).
3. Het Landsbesluit Vliegrisico's 1952 (P.B. 1952, no. 10) is op de leden en plaatsvervangende leden van de Raad van overeenkomstige toepassing.
De uit dit landsbesluit voortvloeiende kosten worden verantwoord ten laste van de begroting het Bureau Telecommunicatie van de Nederlandse Antillen.
Dit landsbesluit treedt in werking met ingang van een bij landsbesluit te bepalen datum.
Dit landsbesluit kan worden aangehaald als: Landsbesluit Raad van Advies en Overleg inzake Telecommunicatie.