Overheidsorganisatie | Gemeente Niedorp |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening Burgerinitiatief Gemeente Niedorp |
Citeertitel | Verordening Burgerinitiatief Niedorp |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-11-2006 | Onbekend | 28-09-2006 27-10-2006 Gemeentenieuws Niedorp | Initiatiefvoorstel Algemeen Belang Niedorp 6 september 2006 |
Overwegende, dat als gevolg van het inwerking treden van het dualisme het in het kader van burgerparticipatie gewenst is om te komen tot het vaststellen van een verordening burgerinitiatief;
Gelezen het initiatiefvoorstel van de leden van de raadsfractie van Algemeen Belang Niedorp;
Gelet op artikel 147a van de Gemeentewet (als bijlage 1 toegevoegd);
Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet: (als bijlage 2 toegevoegd);
Gelet op artikel 35 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad van Niedorp (als bijlage 3 toegevoegd)
BESLUIT:
vast te stellen de navolgende
Verordening Burgerinitiatief Gemeente Niedorp
In deze verordening wordt verstaan onder een burgerinitiatief: een voorstel van een initiatiefgerechtigde om een uitgewerkt voorstel of concreet omschreven onderwerp op de agenda van de vergadering van de raad te plaatsen;
1. De raad plaatst een burgerinitiatief op de agenda van zijn vergadering indien
daartoe door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend.
2. Ongeldig is een verzoek dat:
een onderwerp als bedoeld in artikel 4 bevat;
niet voldoet aan de voorwaarden, gesteld in artikel .
1. Initiatiefgerechtigden zijn degenen:
die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad;
ingezetenen van de gemeente van 16 jaar en ouder die, met uitzondering van hun leeftijd, voldoen aan de vereisten voor het kiesrecht voor de leden van de gemeenteraad.
2. Voor de beoordeling of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan, is de toestand op de dag van indiening van het verzoek bepalend.
1. Een burgerinitiatief kan worden ingediend over onderwerpen waarin de raad bevoegd is.
2. Een burgerinitiatief is niet mogelijk ten aanzien van:
een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad;
de uitvoering van besluiten van hogere bestuursorganen waaromtrent de raad geen
beleidsvrijheid heeft
de inrichting van de gemeentelijke organisatie;
een vraag over het gemeentelijke beleid;
het vaststellen en wijzigen van de gemeentelijke begroting, belastingen en tarieven;
een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een
gedraging van het gemeentebestuur (als bijlage 4 toegevoegd);
een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur (als bijlage 5 toegevoegd);
een onderwerp waarover korter dan 2 jaar voor indiening van het burgerinitiatiefvoorstel door de raad een besluit is genomen.
handelingen en gedragingen van ambtsdragers waartegen een klacht kan worden ingediend op grond van de Algemene wet bestuursrecht of de door de gemeenteraad
vastgestelde klachtenregeling.
1. Het verzoek ter plaatsing van een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de vergadering van de raad wordt schriftelijk ingediend bij de burgemeester, als zijnde voorzitter van de raad, of bij de raadsgriffier.
2. Het verzoek bevat ten minste:
a. een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatiefvoorstel;
b. een toelichting op het burgerinitiatiefvoorstel;
c. de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening van de verzoeker en zijn plaatsvervanger.
1. De raad beslist in de eerstvolgende vergadering na de datum van indiening van het
verzoek of het burgerinitiatief op de agenda van de vergadering van de raad wordt geplaatst. Hierbij geldt dat ten minste drie weken is gelegen tussen de dag van indiening van het verzoek en de dag van de vergadering waarin op het verzoek wordt beslist.
2. Indien de raad het verzoek afwijst wegens strijd met artikel 4, onder 2.a, kan de raad het voorstel doorzenden aan burgemeester en wethouders. Een burgerinitiatief dat wordt doorgestuurd naar het college, is geen burgerinitiatief meer. Het college zal dit initiatief
behandelen als ware het een burgerinitiatief en in de eerstvolgende raadsvergadering over dit initiatief de raad informeren.
3. Indien de raad het verzoek toewijst, dan agendeert hij het burgerinitiatiefvoorstel voor de eerstvolgende vergadering van de raad.
4. Het burgerinitiatief bevat een voorstel aan de raad voor een door de raad te nemen besluit, voorzien van een motivering.
5. Indien uit de realisering van het burgerinitiatief kosten voortvloeien wordt daarvan een globale raming gegeven.
6. De griffier nodigt de verzoeker schriftelijk uit voor de vergadering waarvoor het burgerinitiatiefvoorstel is geagendeerd. De verzoeker of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergadering de gelegenheid om zijn burgerinitiatiefvoorstel mondeling toe te lichten. Na behandeling van het voorstel door de raad in eerste termijn krijgt de verzoeker of zijn plaatsvervanger de gelegenheid om hierop te reageren.
7. Binnen 2 weken nadat de raad over het burgerinitiatiefvoorstel een besluit heeft genomen, zorgt de griffier er voor dat het raadsbesluit wordt bekendgemaakt in het Gemeentenieuws, op de Kabelkrant en de gemeentelijke website.
8. Tegelijkertijd met de bekendmaking wordt van het besluit mededeling gedaan aan verzoeker of zijn plaatsvervanger.
De burgemeester doet in het burgerjaarverslag verslag over de werking van het burgerinitiatief in de praktijk.
In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van de verordening, beslist de raad op voorstel van de voorzitter.
Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Burgerinitiatief Niedorp” en treedt in werking op 1 november 2006.
Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 28 september 2006,
De raad voornoemd,
, voorzitter
, griffier
1 Artikel 147a van de Gemeentewet
1. Een lid van de raad kan een voorstel voor een verordening of een ander
voorstel ter behandeling in de raad indienen;
2. De raad regelt op welke wijze een voorstel voor een verordening wordt
ingediend en behandeld;
3. De raad regelt op welke wijze en onder welke voorwaarden een ander
voorstel wordt ingediend en behandeld.
2. Artikel 149 van de Gemeentewet
De raad maakt de verordeningen die hij in het belang van de gemeente nodig oordeelt.
3. Artikel 35 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad van Niedorp
1. Een initiatiefvoorstel moet om in behandeling genomen te kunnen
worden schriftelijk bij de voorzitter worden ingediend.;
2. De voorzitter plaatst het voorstel op de agenda van de eerstvolgende
vergadering, tenzij de schriftelijke oproep hiervoor reeds verzonden is.
In dit laatste geval wordt het voorstel op de agenda van de daarop-
volgende vergadering geplaatst;
3. De behandeling van het voorstel vindt plaats nadat alle op de agenda voorkomende voorstellen en onderwerpen zijn behandeld, tenzij de raad
oordeelt dat het voorstel met het oog op de orde van de vergadering
tezamen met een ander geagendeerd voorstel of onderwerp dient voor
advies te worden gezonden naar het college. De raad bepaalt dan in
welke vergadering het voorstel opnieuw geagendeerd wordt;
4. De raad kan voorwaarden stellen aan de indiening en behandeling van
een voorstel, niet zijnde een voorstel voor een verordening;