Overheidsorganisatie | Gemeente Bolsward |
---|---|
Officiële naam regeling | verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Bolsward 2005 |
Citeertitel | Financiële beheersverordening gemeente Bolsward 2005 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Geen |
Geen
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2005 | 01-01-2013 | Nieuwe regeling | 21-12-2004 Onbekend | Geen |
De raad van de gemeente Bolsward,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 november 2004;
gehoord de raadscommissie d.d. 7 december 2004;
gelet op artikel 212 van de Gemeentewet en het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten;
besluit
vast te stellen de gewijzigde:
verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Bolsward 2005
In deze verordening wordt verstaan onder:
Administratie
het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van de gemeente en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.
Financiële administratie
het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van de organisatie van de gemeente, teneinde te komen tot een goed inzicht in:
1. de financieel-economische positie;
2. het financiële beheer;
3. de uitvoering van de begroting;
4. het afwikkelen van vorderingen en schulden;
5. alsmede tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover.
Administratieve organisatie
het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en het in stand houden van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatieverzorging ten behoeve van de verantwoordelijke leiding.
Financieel beheer
het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het geheel van middelen en het uitoefenen van rechten van de gemeente.
Doelmatigheid
het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen.
Doeltreffendheid
de mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald.
1. De raad stelt in ieder geval bij de aanvang van de nieuwe raadsperiode een programma-indeling vast.
2. De raad stelt per programma vast:
-de beoogde maatschappelijke effecten;
-de te leveren goederen en diensten;
-de baten en lasten.
3. Burgemeester en wethouders stellen per programma indicatoren voor met betrekking tot de beoogde maatschappelijke effecten en de te leveren goederen en diensten.
4. De raad stelt de indicatoren, bedoeld in het derde lid, vast.
5. Burgemeester en wethouders zorgen voor het verzamelen en vastleggen van gegevens over de geleverde goederen en diensten en de maatschappelijke effecten, zodat de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid, zoals vastgesteld door de raad, kan worden getoetst.
1. Bij iedere begroting en jaarstukken wordt een overzicht gegeven van de toedeling van de producten uit de productenraming aan de programma’s.
2. De onderverdeling van de programma’s in de producten staat voor de raadsperiode vast, tenzij er dringende redenen zijn tot wijzigen. Wijzigingen worden in de begroting aangegeven.
Burgemeester en wethouders bieden jaarlijks de raad ter vaststelling een notitie aan over de kaders van de begroting voor het volgende begrotingsjaar en de drie opvolgende jaren. In deze notitie zijn de bevindingen betrokken uit de rapportage van de begrotingsuitvoering bedoeld in artikel 7 en de jaarstukken bedoeld in artikel 8.
1. Burgemeester en wethouders stellen regels vast die waarborgen dat de uitvoering van de begroting rechtmatig, doelmatig en doeltreffend verloopt.
2. Burgemeester en wethouders zorgen er voor dat ten aanzien van de productenraming:
-de lasten en baten, door middel van kostentoerekening, eenduidig zijn toegewezen aan de producten van de productenraming;
-de budgetten uit de productenraming en kredieten voor investeringen passen binnen de kaders zoals geautoriseerd bij de vaststelling van de begroting;
-de lasten van de programma’s niet dusdanig worden overschreden dat de realisatie van andere producten binnen hetzelfde programma onder druk komt;
3. Burgemeester en wethouders zorgen er voor dat de lasten van de begroting (de som van de programma’s) zoals geautoriseerd door de raad niet wordt overschreden.
Niet als een overschrijding van de lasten wordt beschouwd:
-lasten die verband houden met niet begrote ontvangen bedragen;
-lasten die verband houden met de doorberekening van de kostenplaatsen.
1. Burgemeester en wethouders zijn verantwoordelijk voor de inrichting van de administratieve organisatie, de financiële administratie en het financieel beheer dat gericht is op het getrouwe beeld en de rechtmatigheid van de jaarrekening. Burgemeester en wethouders toetsen, als hier aanleiding toe is, op onderdelen de getrouwheid van de informatievoorziening en de rechtmatigheid van beheershandelingen. Bij afwijkingen nemen burgemeester en wethouders maatregelen tot herstel.
2. Burgemeester en wethouders bieden de raad ter vaststelling een nota aan inzake de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de gemeentelijke regelingen. Deze nota wordt indien nodig periodiek bijgesteld.
3. Burgemeester en wethouders dragen zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van een aantal bedrijfsonderdelen en/of bedrijfsprocessen op juistheid, volledigheid en tijdigheid van de bestuurlijke informatievoorziening, de rechtmatigheid van beheershandelingen en op misbruik en oneigenlijk gebruik van de gemeentelijke regelingen.
4. Burgemeester en wethouders zorgen zo nodig op basis van de resultaten van de toets genoemd in lid 3 voor een plan van verbetering. Burgemeester en wethouders nemen op basis van het plan van verbetering maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.
5. De resultaten van de toets en het eventuele plan van verbetering worden ter kennisgeving aan de raad aangeboden.
1. Burgemeester en wethouders informeren de raad twee keer per jaar door middel van tussentijdse rapportages over de realisatie van de begroting van het lopende boekjaar.
2. De inrichting van de tussentijdse rapportages sluit aan bij de programma-indeling van de begroting.
3. De rapportages gaan in op (financiële) afwijkingen, zowel wat betreft de lasten, de geleverde goederen en diensten en indien daar aanleiding voor is de maatschappelijke effecten.
4. Burgemeester en wethouders informeren in elk geval vooraf de raad en nemen pas een besluit nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van burgemeester en wethouders te brengen als burgemeester en wethouders niet bij de begroting vastgestelde verplichtingen of nieuwe meerjarige verplichtingen aan wil gaan.
1. Burgemeester en wethouders zorgen voor een adequate vertaling van de verantwoording van de diensten naar de productenrealisatie en naar de programmabegroting.
2. Burgemeester en wethouders leggen verantwoording af over de uitvoering van de programma’s. In de verantwoording geven burgemeester en wethouders aan:
-wat is bereikt;
-wat is gedaan;
-wat de kosten zijn;
-hoe de resultaten zich verhouden tot de in de begroting gestelde doelen.
3. De raad bepaalt aan de hand van de uitvoering van de programma’s of de beleidsdoelen van de programma’s moeten worden bijgesteld.
1. Burgemeester en wethouders zorgen er voor dat al het beleid waar de raad toe heeft besloten in de uiteenzetting van de financiële positie en in de meerjarenramingen is opgenomen.
2. Het totaalbedrag aan verleende garanties en waarborgen wordt bij de uiteenzetting van de financiële positie vermeld.
3. De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de investeringskredieten van het jaar waar de begroting betrekking op heeft.
1. Regels omtrent waardering en afschrijving van activa worden vastgelegd in de Notitie activerings- en afschrijvingsbeleid. Deze notitie wordt door de raad vastgesteld.
2. De raad kan besluiten in afwijking van hetgeen in de Notitie activerings- en afschrijvingsbeleid is opgenomen een afwijkende afschrijvingsmethode en/of -termijn vast te stellen.
Burgemeester en wethouders bieden de raad ter vaststelling een nota reserves en voorzieningen aan. Deze nota wordt indien nodig periodiek bijgesteld.
1. Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van producten en diensten wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken die samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.
2. Als kosten worden ook meegenomen de bijdragen aan reserves voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor de rioolrechten, de reinigingsrechten en de afvalstoffenheffing de compensabele omzetbelasting.
1. Burgemeester en wethouders zorgen bij de uitoefening van de financieringsfunctie voor
het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden om de programma’s binnen de door de raad vastgestelde kaders van de begroting uit te kunnen voeren;
het beheersen van risico’s verbonden aan de financieringsfunctie zoals renterisico’s, koersrisico’s en kredietrisico’s;
het zo veel mogelijk beperken van de kosten van leningen en het bereiken van een voldoende rendement op de uitzettingen;
het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van geldstromen en financiële posities.
2. Burgemeester en wethouders nemen bij de uitvoering van de financieringsfunctie de richtlijnen in acht die zijn opgenomen in het door de raad vastgestelde treasurystatuut.
1. Burgemeester en wethouders zorgen voor een actuele en volledige registratie van bezittingen. In de registratie worden ook opgenomen de niet-geactiveerde kunstvoorwerpen met cultuurhistorische waarde en de niet- of netto-geactiveerde investeringen in de openbare ruimte.
2. Burgemeester en wethouders zorgen er voor dat de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het vermogen van de gemeente systematisch worden gecontroleerd, met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de vorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen en de schulden jaarlijks worden gecontroleerd en registergoederen en bedrijfsmiddelen tenminste eenmaal in de vier jaar.
3. Bij afwijkingen in de registratie van bezittingen nemen burgemeester en wethouders maatregelen voor herstel van de tekortkomingen. De resultaten en het eventuele verbeteringsplan wordt ter kennisgeving aangeboden aan de raad.
1. Burgemeester en wethouders bieden de raad ter vaststelling een nota lokale heffingen aan. Deze nota wordt indien nodig periodiek bijgesteld.
2. Deze nota behandelt in elk geval:
de samenstelling van het pakket aan gemeentelijke belastingen en heffingen;
de verdeling van de druk van de belastingen over de diverse bevolkingsgroepen en belanghebbenden;
de kostendekkendheid van de heffingen;
het kwijtscheldings- en het tarievenbeleid.
3. De nota bevat voorts een overzicht van verordeningen met de bijbehorende vaststellingsdata waarin tarieven, heffingen en prijzen zijn vastgelegd.
4. Bij de begroting en jaarstukken doen burgemeester en wethouders in de paragraaf lokale heffingen verslag van hetgeen in de Nota lokale lasten is opgenomen.
1. Burgemeester en wethouders bieden de raad ter vaststelling een nota weerstandsvermogen en risicomanagement aan. Deze nota wordt periodiek indien nodig bijgesteld.
2. Deze nota behandelt in elk geval:
-het risicomanagement;
-het opvangen van risico’s door verzekeringen;
-voorzieningen;
-het gewenst weerstandsvermogen.
3. Burgemeester en wethouders geven in de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting en jaarstukken aan de risico’s van materieel belang en een inschatting van de kans dat deze risico’s zich voordoen. Burgemeester en wethouders brengen hierbij in elk geval de risico’s in beeld en actualiseren de risico’s genoemd in de nota bedoeld in het eerste lid.
4. Burgemeester en wethouders geven in de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting en jaarstukken aan:
-de weerstandscapaciteit;
-in hoeverre schade en verliezen als gevolg van de risico’s van materieel belang met het weerstandsvermogen kunnen worden opgevangen.
1. Burgemeester en wethouders bieden de raad ter vaststelling aan een nota onderhoud openbare ruimte aan. De nota geeft het kader weer voor de inrichting van het onderhoud en het beoogde onderhoudsniveau voor het openbaar groen, water, wegen, kunstwerken en straatmeubilair en eveneens de normkostensystematiek en het meerjarig budgettair beslag. Deze nota wordt periodiek indien nodig bijgesteld.
2. Burgemeester en wethouders bieden de raad ter vaststelling een nota gemeentelijk rioleringsplan aan. De nota geeft het kader weer voor de inrichting van het onderhoud, het beoogde onderhoudsniveau en de uitbreiding van de riolering alsmede de kwaliteit van het milieu en eveneens de normkostensystematiek en het meerjarig budgettair beslag. Deze nota wordt periodiek indien nodig bijgesteld.
3. Burgemeester en wethouders bieden de raad ter vaststelling een nota onderhoud gebouwen aan. De nota bevat voorstellen voor het te plegen onderhoud en de bijbehorende kosten aan de gemeentelijke gebouwen en eveneens de normkostensystematiek en het meerjarig budgettair beslag.
4. Bij de begroting en de jaarstukken doen burgemeester en wethouders in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen verslag over de voortgang van het geplande onderhoud en het eventuele achterstallig onderhoud aan openbaar groen, water, wegen, kunstwerken, straatmeubilair, riolering en gebouwen.
Bij de begroting en jaarstukken doen burgemeester en wethouders in de paragraaf financiering in elk geval verslag van:
-de kasgeldlimiet;
-de renterisiconorm;
-de liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte voor de komende drie jaar;
-de rentevisie;
-de rentekosten en renteopbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie.
1. Burgemeester en wethouders stellen een nota bedrijfsvoering vast. De nota wordt ter kennisgeving aan de raad gezonden. In de nota wordt speciale aandacht geschonken aan de relatie tussen het gemeentelijk apparaat en de inwoners van de gemeente.
2. In de bedrijfsvoeringparagraaf in de begroting wordt ingegaan op de tijdelijke en actuele onderwerpen die aandacht behoeven. In de bedrijfsvoeringparagraaf in de jaarstukken wordt gerapporteerd over de bij de begroting bepaalde onderwerpen aangaande de bedrijfsvoering en nieuwe ontwikkelingen.
3. Burgemeester en wethouders rapporteren in de bedrijfsvoeringparagraaf van de begroting en jaarstukken over de voortgang van de onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid, bedoeld in artikel 213a Gemeentewet, en de uitputting van de bijbehorende budgetten.
1. Burgemeester en wethouders bieden de raad ter vaststellen een nota verbonden partijen aan. Deze nota wordt periodiek indien nodig bijgesteld.
2. Van elk van de verbonden partijen wordt in de nota weergeven:
-het openbaar belang;
-het eigen vermogen;
-de solvabiliteit;
-het financieel resultaat;
-het financieel belang en
-de zeggenschap van de gemeente.
3. Daarnaast bevat de nota kaders voor het beleid aangaande (het aangaan van nieuwe) participaties met name de condities waaronder het publiek belang is gediend met behartiging door verbonden partijen, de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de verbonden partijen en de financiële voorwaarden.
4. In de begroting en jaarstukken wordt in de paragraaf verbonden partijen in elk geval ingegaan op nieuwe verbonden partijen, het beëindigen van bestaande verbonden partijen, het wijzigen van bestaande verbonden partijen en eventuele problemen bij bestaande verbonden partijen.
1. Burgemeester en wethouders bieden de raad ter vaststelling een nota grondbeleid aan. Deze nota wordt periodiek indien nodig bijgesteld.
2. In deze nota wordt aandacht besteed aan:
de relatie met de programma’s van de begroting;
de strategische visie van het toekomstig grondbeleid van de gemeente;
te ontwikkelen en in ontwikkeling genomen projecten;
de voorraadverwerving en uitgifte van gronden en
de uitgifte van gronden in erfpacht en de bijstelling van erfpachtvergoedingen.
3. In de paragraaf grondbeleid in de begroting en jaarstukken wordt ingegaan op de uitvoering van de nota grondbeleid, met name de belangrijkste financiële ontwikkelingen zoals verlies- en winstverwachtingen, de verwerving van gronden e.d. en de relaties van het grondbeleid met de programma’s.
Burgemeester en wethouders bieden de raad ter vaststelling een nota gemeentelijke subsidies aan. De nota bevat het kader voor de verstrekking van gemeentelijke subsidies en een overzicht van de toegekende gemeentelijke subsidies. Deze nota wordt periodiek indien nodig bijgesteld.
De administratie is zodanig van opzet en werking dat zij in elk geval bruikbaar is voor:
-het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente;
-het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen en schulden, enz.;
-het verschaffen van informatie aan de productbeheerders
-het verschaffen van informatie voor het maken van kostprijscalculaties;
-het bevorderen van de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;
-het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;
-de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen.
Burgemeester en wethouders zorgen er voor dat:
-de inrichting en werking van de financiële administratie voldoet aan het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en andere relevante wet- en regelgeving;
-de vereiste informatie wordt verstrekt aan het rijk, de provincie, de Europese Unie en aan andere instellingen die specifieke verantwoordingsverplichtingen opleggen aan gemeenten.
Burgemeester en wethouders dragen zorg voor en leggen in een besluit vast:
een eenduidige indeling en toewijzing van taken aan de gemeentelijke organisatie;
een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden en verantwoordelijkheden zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;
de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;
de te maken afspraken met de gemeentelijke organisatie over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen;
de regels voor de verlening van decharge over het gevoerde beheer van de diensten.
Burgemeester en wethouders zorgen er voor en leggen in een besluit vast de interne regels voor de inkoop en aanbesteding van werken en diensten. De regels zijn zodanig dat er wordt gehandeld in overeenstemming met de regels van de Europese Unie en de subsidieverordening van de gemeente.
Burgemeester en wethouders zorgen er voor en leggen in een besluit de interne regels vast voor de toekenning van steunverlening aan ondernemingen en subsidies. De regels zijn zodanig dat er wordt gehandeld in overeenstemming met de regels van de Europese Unie en de subsidieverordening van de gemeente.
1. Deze verordening treedt in werking per 1 januari 2005;
2. In te trekken de op 23 september 2003 vastgestelde Financiële beheersverordening;
3. Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam “Financiële beheersverordening gemeente Bolsward 2005”.