Overheidsorganisatie | Gemeente Niedorp |
---|---|
Officiële naam regeling | Brandbeveiligingsverordening Niedorp 2010 |
Citeertitel | Brandbeveiligingsverordening Niedorp 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-11-2010 | Onbekend | 30-09-2010 05-11-2010 Gemeentenieuws Niedorp | 10 augustus 2010, nr.7. |
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 augustus 2010, nr. 7, tot vaststelling van de Brandbeveiligingsverordening Niedorp 2010;
Gelet op artikel 3 van de Wet veiligheidsregio's en de aanpassing daarop (Stb 2010, 145 en 146);
Overwegende dat het verplicht is een verordening vast te stellen omtrent het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;
BESLUIT:
De brandbeveiligingsverordening Niedorp 2008 in te trekken.
De navolgende brandbeveiligingsverordening 2010 vast te stellen.
Brandbeveiligingsverordening Niedorp 2010
In deze verordening wordt verstaan onder:
een inrichting:
-een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats voor zover die geen bouwwerk is;
bouwwerk:
-elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.
1. Het is verboden zonder of in afwijking van een door het college verleende gebruiksvergunning een inrichting in gebruik te hebben of te houden, voor zover daarin:
meer dan 50 personen tegelijk aanwezig zullen zijn of,
aan meer dan 10 personen bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf zal worden verschaft of,
aan meer dan 10 personen jonger dan 12 jaar, of aan meer dan 10 lichamelijk of geestelijk gehandicapte personen dagverblijf zal worden verschaft.
2. Het college kan aan de gebruiksvergunning voorwaarden verbinden met inachtneming van het gestelde in de paragrafen 3 en 4.
3. Het college kan aan de gebruiksvergunning nieuwe voorwaarden verbinden en gestelde voorwaarden wijzigen of intrekken, indien het belang waarvoor de gebruiksvergunning is verleend dit vereist op grond van een verandering van inzichten of verandering van de omstandigheden gelegen buiten de inrichting, opgetreden na het verlenen van de gebruiksvergunning.
4. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing.
Het college weigert een gebruiksvergunning, indien de in de aanvraag vermelde wijze van
gebruik van de inrichting niet brandveilig is en door het stellen van voorschriften ook niet kan
worden bereikt.
De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de paragrafen 2.1, 2.2 en 2.3 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Stb. 2008, 327) zijn overeenkomstig van toepassing op vergunningplichtige en niet vergunningplichtige inrichtingen.
De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de paragrafen 2.4, 2.5, 2.6, 2.7, 2.8 en 2.9 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Stb. 2008, 327) zijn overeenkomstig van toepassing op vergunningplichtige en niet vergunningplichtige inrichtingen.
Ieder die brand of broei ontdekt of deze vermoedt, is verplicht dit onmiddellijk aan de brandweer te melden.
De eigenaar van een aaneengesloten of vrijwel aaneengesloten opstand die voor meer dan de helft bestaat uit naaldhout, een heideveld, een veen of een ander erf of terrein, voor zover niet bedoeld in artikel 8, tweede lid, onder b van de Woningwet, en dat met brandbare gewassen is begroeid, is verplicht de voorschriften op te volgen, die het college geeft tot het voorkomen van brand en het beperken van de gevolgen van brand.
Overtreding van de regels van deze verordening kan worden beboet met een bestuurlijke boete van maximaal het bedrag, genoemd in de Arbeidsomstandighedenwet artikel 34, vierde lid, onder 1e.
1. Vergunningen die zijn verleend onder werking van de brandbeveiligingsverordening van en de brandbeveiligingsverordening van en die van kracht zijn op het moment van inwerkingtreding van deze verordening worden aangemerkt als vergunning krachtens deze verordening.
2. Indien v66r het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de brandbeveiligingsverordening van is ingediend waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.
3. Op bezwaarschriften gericht tegen een beschikking op een aanvraag om vergunning krachtens de brandbeveiligingsverordening van wordt beslist met toepassing van deze verordening.
Deze verordening wordt aangehaald als Brandbeveiligingsverordening Niedorp 2010.
Deze verordening treedt in werking op het moment van inwerkingtreding van de Wet veiligheidsregio's.
Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 30 september 2010.
De raad voornoemd,
De voorzitter, De griffier,