Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Bolsward

treasurystatuut

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Bolsward
Officiële naam regelingtreasurystatuut
CiteertitelTreasurystatuut
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpGeen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 212
  2. Wet financiering decentrale overheden (Wet fido)

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-02-200201-01-2013Nieuwe regeling

29-01-2002

Onbekend

Geen

Tekst van de regeling

de raad van de gemeente Bolsward;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

gehoord de commissie BEM;

gelet op het bepaalde in artikel 212 van de Gemeentewet, de Beheersverordening van de gemeente Bolsward en de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido);

besluit:

vast te stellen het navolgende:

TREASURYSTATUUT

Artikel 1 Begrippenkader

In dit statuut wordt verstaan onder:

Derivaten.

Financiële instrumenten die hun bestaan ontlenen aan een bepaalde onderliggende waarde. De onderliggende waarden kunnen financiële producten, zoals leningen of obligaties zijn. Derivaten worden o.a. gebruikt om renterisico te sturen en financieringskosten te minimaliseren.

Financiering.

Het aantrekken van benodigde financiële middelen voor een periode van minimaal één jaar.

Geldstromenbeheer.

AI die activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten te transfereren zowel binnen de organisatie zelf als tussen de organisatie en derden (betalingsverkeer).

Intern liquiditeitsrisico.

De risico's van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitenplanning en meerjaren investeringsplanning waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen.

Kasgeldlimiet.

Een bedrag op basis van de Wet fido ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van de gemeente bij aanvang van het jaar.

Koersrisico.

Het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen.

Kredietrisico.

De risico's op een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie of deficit (nadelig saldo).

Liquiditeitenbeheer.

Het financieren en uitzetten van middelen voor een periode tot één jaar.

Liquiditeitenplanning.

Een gestructureerd overzicht van de toekomstige inkomsten en uitgaven ingedeeld per tijdseenheid. Rating. De inschatting van de kans op eventuele wanbetalingen bij toekomstige rente- en aflossingsbetalingen op schuldpapier.

Renterisico.

Het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten van de gemeente door rentewijzigingen.

Renterisiconorm.

Een bij de aanvang van enig jaar op basis van de Wet fido gefixeerd rentepercentage van het totaal van de vaste schuld van de gemeente dat bij de realisatie niet mag worden overschreden.

Rentetypische looptijd.

Het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de voorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare, constante rentevergoeding.

Saldobeheer.

Het beheer van de dagelijkse saldi op de rekeningen.

Rentevisie.

Toekomstverwachtingen over rente-ontwikkeling.

Solvabiliteitsratio 0%.

Status die door een bancaire toezichthouder in een EU-lidstaat aan het schuldpapier van een instelling kan worden toegekend;

Treasuryfunctie.

De treasuryfunctie omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico's. De treasuryfunctie bestaat uit vier deelfuncties: risicobeheer, gemeentefinanciering, kasbeheer en debiteuren en crediteurenbeheer.

Uitzetting.

Het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen condities en bedingen. Kortlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode tot één jaar en langlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode van één jaar of langer.

Artikel 2 Doelstellingen van de treasuryfunctie

De treasuryfunctie van de gemeente dient tot:

  • 1.

    Het verzekeren van duurzame toegang tot de financiële markten tegen acceptabele condities.

  • 2.

    Het beschermen van gemeentelijke vermogens- en (rente)resultaten tegen ongewenste financiële risico's zoals renterisico's, koersrisico's, kredietrisico's en liquiditeitenrisico's.

  • 3.

    Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;.

  • 4.

    Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet fido respectievelijk de limieten en de richtlijnen van het Treasurystatuut.

Artikel 3 Uitgangspunten risicobeheer

Met betrekking tot risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:

  • 1.

    De gemeente mag leningen of garanties uit hoofde van de "publieke taak" uitsluitend verstrekken aan door de gemeenteraad goedgekeurde derde partijen, waarbij vooraf advies door het bureau financiën van de sector Middelen wordt ingewonnen over de financiële positie en de kredietwaardigheid van de betreffende partij.

  • 2.

    De gemeente kan financiële middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie indien deze uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico. Het prudente karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd middels de richtlijnen en limieten van dit Treasurystatuut.

  • 3.

    Het gebruik van derivaten is niet toegestaan.

Artikel 4 Renterisicobeheer

  • 1. Het renterisico op de netto vlottende schuld is begrensd tot de normen van de kasgeldlimiet van de Wet fido.

  • 2. Het renterisico op de vaste schuld is begrensd tot de normen van de renterisiconorm van de Wet fido.

  • 3. Nieuwe leningen/uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en de Liquiditeitsplanning.

  • 4. De rentetypische looptijd en het renteniveau van de betreffende lening/uitzetting wordt zoveel mogelijk afgestemd op de actuele rentestand en de rentevisie.

  • 5. De rentevisie van de gemeente wordt éénmaal per jaar opgesteld op basis van de rentevisie van minimaal twee vooraanstaande financiële instellingen.

  • 6. Binnen de kaders gesteld onder lid 3 en 4 streef! de gemeente naar spreiding in de rentetypische looptijden van leningen.

Artikel 5 Koersrisicobeheer

  • 1. De gemeente beperkt de koersrisico op uitzettingen uit hoofde van treasury door daarbij uitsluitend de volgende producten te hanteren:

    -rekening-courant;

    -spaarrekening

    -daggeld; en

    -deposito's

  • 2. Tevens beperkt de gemeente het koersrisico door overeenkomstig artikel 7 de looptijd van de uitzettingen af te stemmen op de liquiditeitsplanning.

Artikel 6 Kredietrisicobeheer

  • 1. Uitzettingen van financiële middelen uit hoofde van treasury mogen uitsluitend plaats hebben bij financiële instellingen met tenminste een A-rating.

  • 2. Erkende ratingbureau's als bedoeld in lid 1 zijn Moody's, Standard & Poors of Fitch IBCA.

  • 3. Bij het verstrekken van leningen uit hoofde van de publieke taak worden zekerheden of garanties geëist.

Artikel 7 Intern liquiditeitsrisicobeheer

De gemeente beperkt haar intern liquiditeitsrisico door haar treasuryactiviteiten te baseren op een korte termijn liquiditeitsplanning (looptijd tot één jaar), alsmede een rneerjarige liquiditeitsplanning

met een looptijd van minimaal drie jaar.

Artikel 8 Valutarisicobeheer

Valutarisico worden in de gemeente uitgesloten door uitsluitend leningen te verstrekken, aan te gaan of te garanderen in de Nederlandse geldeenheid.

Artikel 9 Financiering

Bij het aantrekken van financieringen voor een periode van één jaar en langer, gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Financieringen worden enkel aangetrokken ten behoeve van de uitvoering van de publieke taak.

  • 2.

    Financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen) in te zetten teneinde het renteresultaat te optimaliseren.

  • 3.

    Toegestane instrumenten bij het aantrekken van financieringen zijn onderhandse geldleningen.

  • 4.

    De gemeente vraagt indicaties op bij minimaal drie instellingen alvorens een financiering wordt aangetrokken.

Artikel 10 Langlopende uitzettingen

Bij het uitzetten van financiële middelen uit hoofde van de treasuryfunctie voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Uitzettingen worden uitsluitend gedaan onder de in artikel 4, 5 en 6 genoemde voorwaarden.

  • 1.

    De gemeente vraagt indicaties op bij minimaal drie instellingen alvorens een langlopende uitzetting wordt gedaan.

Artikel 11 Relatiebeheer

De gemeente beoogt het realiseren van gunstige c.q. marktconforme condities voor af te nemen financiële diensten . Hiervoor gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Bankrelaties en hun bancaire condities worden ten minste eens in de drie jaar beoordeeld.

  • 2.

    Bankrelaties dienen wat betreft hun kredietwaardigheid minimaal te voldoen aan de eisen die zijn gesteld in artikel 6.

  • 3.

    Financiële instellingen (kredietinstellingen, beleggingsinstellingen, effecten instellingen, verzekeraars en pensioenfondsen) moeten onder Nederlands of anderszins EU toezicht vallen (bijv. de Nederlandse Bank, de Verzekeringskamer).

  • 4.

    Tussenpersonen dienen geregistreerd te staan bij de Stichting Toezicht Effectenverkeer (STE) en daarvan een vergunning als makelaar te hebben ontvangen.

Artikel 12 Geldstromenbeheer

Teneinde de kosten van het geldstromenbeheer te beperken wordt:

  • 1.

    Het liquiditeitsgebruik beperkt door de geldstromen op gemeenteniveau op elkander af te stemmen. Hierbij wordt erop toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen.

  • 2.

    Het betalingsverkeer wordt zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd door één bank.

Artikel 13 Saldo- en liquiditeitenbeheer

Voor het saldobeheer en het liquiditeitenbeheer gelden de volgende specifieke richtlijnen:

  • 1.

    De gemeente streeft naar concentratie van de overtollige liquiditeiten binnen één rentecompensatiecircuit bij de bank met de gunstigste condities.

  • 2.

    Voor deposito groter dan € 500.000,00 wordt bij minimaal drie instellingen offerte gevraagd.

  • 3.

    Indien er een liquiditeitsbehoefte ontstaat kan de gemeente kortlopende financiële middelen aantrekken. Hierbij wordt overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 lid 1 de kasgeldlimiet niet overschreden.

  • 4.

    Toegestane instrumenten bij het uitzetten van gelden voor een periode korter dan één jaar zijn:

    - rekening-courant;

    - spaarrekening; en

    - deposito.

  • 5.

    Toegestane instrumenten bij het aantrekken van kortlopende financiële middelen zijn:

    - daggeld;

    - kasgeldlening; en

    - kredietlimiet op rekening-courant.

  • 6.

    Bij het uitzetten van gelden korter dan één jaar zijn slechts de in artikel 6 genoemde tegenpartijen toegestaan.

Artikel 14 Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle

In het kader van de treasuryfunctie gelden de volgende algemene uitgangspunten op het gebied van administratieve organisatie en interne controle.

  • 1.

    De verantwoordelijkheden en bevoegdheid en van treasuryactiviteiten zijn op eenduidige wijze schriftelijk vastgelegd.

  • 2.

    Bevoegdheden zijn via delegatie en mandaat nader schriftelijk vastgelegd.

  • 3.

    Bij de uit te voeren treasuryactiviteiten is functiescheiding doorgevoerd met als belangrijkste voorwaarden:

    a. iedere transactie wordt door minimaal twee functionarissen geautoriseerd;

    b. de uitvoering en controle geschiedt door afzonderlijke functionarissen;

    c. de uitvoering en registratie in de financiële administratie geschiedt door afzonderlijke functionarissen.

Artikel 15 Verantwoordelijkheden

De verantwoordelijkheden met betrekking tot de treasuryfunctie van de gemeente zijn in onderstaande tabel gedefinieerd.

1) Functie: Gemeenteraad

Verantwoordelijkheden:

-het vaststellen van de treasurydoelstellingen en het treasurybeleid;

-het vaststellen van de treasuryparagraaf in de begroting en de rekening;

-het houden van toezicht op het treasurybeleid en de uitvoering hiervan;

-het evalueren en als gevolg daarvan (eventueel) bijstellen van het

treasurybeleid;

-het uitvoeren van de niet aan burgemeester en wethouders overgedragen

treasuryactiviteiten.

2) Functie: Commissie BEM

Verantwoordelijkheden:

-het uitbrengen van advies over beleidsvoorstellen en rapportages

op het gebied van treasurv aan de gemeenteraad.

3) Functie: Burgemeester en wethouders

Verantwoordelijkheden:

-het uitvoeren van het treasurybeleid;

-het achteraf bekrachtigen van de afgesloten transacties voorzover

de gemeenteraad die niet aan zich heeft voorbehouden;

-het rapporteren aan de gemeenteraad over de uitvoering van het

treasurvbeleid.

4) Functie: Portefeuillehouder Financiën

Verantwoordelijkheden:

-het uitvoeren van het treasurybeleid.

5) Functie: De sectorhoofden

Verantwoordelijkheden:

-het zorgdragen voor een goede kwaliteit van de informatie die hun

sector aanlevert aan het bureau financiën van de sector Middelen

met betrekking tot toekomstige uitgaven en ontvangsten.

6) Functie: Het hoofd van de sector middelen

Verantwoordelijkheden:

-het opzetten van administratieve richtlijnen op het gebied van treasury;

-het bewaken van de kwaliteit van de treasuryprocessen;

-het controleren van de volledigheid en betrouwbaarheid van de informatievoorziening van de treasuryfunctie en hierover rapporteren

aan burgemeester en wethouders;

-het uitvoeren van de hem/haar gemandateerde treasuryactiviteiten

overeenkomstig het treasurystatuut;

-het zorgdragen voor juiste verantwoording van de uitvoering van de

door hem/haar gemandateerde treasuryactiviteiten;

-het afleggen van verantwoording aan burgemeester en wethouders.

7) Functie: Het hoofd van het bureau financiën de sector Middelen

Verantwoordelijkheden:

-het uitvoeren van de aan hem/haar gemandateerde treasuryactiviteiten

overeenkomstig het treasurystatuut en de treasuryparagraaf;

-het zorgdragen voor juiste verantwoording van de uitvoering van de

door hem/haar gemandateerde treasuryactiviteiten;

-het rapporteren aan burgemeester en wethouders over de uitvoering

van het treasurybeheer;

-het afleggen van verantwoording aan burgemeester en wethouders;

-het adviseren van de afdelingen/sectoren over de financiële gevolgen

van hun activiteiten en projecten;

-het juiste en volledig administreren van bezittingen, schulden, rechten,

verplichtingen, Inkomsten, uitgaven, ontvangsten en betalingen in de verplichtingen- en financiële administratie;

-het controleren van de volledigheid en betrouwbaarheid van de informatievoorziening van de treasuryfunctie en het hierover rapporteren

aan burgemeester en wethouders.

8) Functie: De medewerker belast met uitgaven en inkomsten van de gemeente

Verantwoordelijkheden:

-het uitvoeren van de activiteiten met betrekking tot de volgende

deelfuncties: het risicobeheer, gemeentefinanciering, (financiering, uitzetting en relatiebeheer) en kasbeheer. Deze activiteiten moeten overeenkomstig dit statuut worden uitgevoerd en de transacties moeten geautoriseerd zijn door het hoofd van het bureau financiën;

-het opmaken van de rentevisie;

-het aantrekken en uitzetten van gelden in het kader van het saldo- en

liquiditeitenbeheer;

-het beheren van geldstromen;

-het onderhouden van contacten met banken, geldmakelaars en

overige financiële instellingen ;

-het afsluiten van overige financiële overeenkomsten voortvloeiend

uit bovenstaande deelfuncties;

-het schriftelijk vastleggen van de treasurytransacties en het doorgeven

hiervan aan de medewerker van het bureau financiën welke

is belast met de administratie van de inkomsten en uitgaven;

-het voorbereiden van beleidsvoorstellen op treasurygebied;

-het aanleveren van tijdige, volledige en betrouwbare gegevens aan

de gemeentelijke administratie;

-het afleggen van verantwoording aan het hoofd van het bureau financiën

over de uitvoering van de aan hem/haar gemandateerde activiteiten.

9) Functie: De medewerker belast met uitgaven en betalingsverkeer

Verantwoordelijkheden:

-het overboeken van saldi tussen bankrekeningen;

-het afhandelen van het contante en girale betalingsverkeer;

-het aanleveren van tijdige, volledige en betrouwbare gegevens aan

de gemeentelijke administratie;

-het rapporteren aan het hoofd van het bureau financiën belast met

de controle over de uitvoering van de aan hem/haar gemandateerde

activiteiten.

10) Functie: Productbeheerders

Verantwoordelijkheden:

-het zorgdragen voor een goede kwaliteit van de informatie die zij

aanleveren aan hun sectorhoofd ten behoeve van het bureau financiën

van de sector Middelen met betrekking tot toekomstige uitgaven

en inkomsten;

-het zorgdragen voor het tijdig aanleveren van betrouwbare informatie

over toekomstige geldstromen aan hun sectorhoofd ten behoeve

van het bureau financiën van de sector Middelen;

-het fiatteren coderen van betalingen en ontvangsten, ten laste

c.o. ten gunste van hun budgetten.

11) Functie: De accountant

Verantwoordelijkheden:

-in het kader van haar reguliere controletaak adviseren en controleren

omtrent de feitelijke naleving van het treasurvstatuut.

Artikel 16 Bevoegdheden

In de onderstaande tabel staan de bevoegdheden met betrekking tot treasuryactiviteiten weergegeven alsmede de daarbij benodigde fiattering.

1) Omschrijving: Het uitzetten van geld via financien callgeld, deposito en spaarrekening

Bevoegde functionaris (eerste handtekening): De medewerker belast met treasury

Autorisatie door (tweede handtekening): Hoofd van het bureau

2) Omschrijving: Het aantrekken van geld financien via callgeld en kasgeld

Bevoegde functionaris (eerste handtekening): De medewerker belast met treasury

Autorisatie door (tweede handtekening): Hoofd van het bureau

3) Omschrijving: Betalingsopdrachten financien voorbereiden en versturen

Bevoegde functionaris (eerste handtekening): De medewerker belast met treasury

Autorisatie door (tweede handtekening): Hoofd van het bureau

4) Omschrijving: Bankrekeningen openen/sluiten/wijzigen

Bevoegde functionaris (eerste handtekening): Hoofd van de afdeling Financien

Autorisatie door (tweede handtekening): Sectorhoofd Middelen

5) Omschrijving: Bankcondities en tarieven afspreken

Bevoegde functionaris (eerste handtekening): Hoofd van de afdeling Financien

Autorisatie door (tweede handtekening): Sectorhoofd Middelen

6) Omschrijving: Het aantrekken van gelden via onderhandse leningen zoals vastgelegd in de treasuryparagraaf

Bevoegde functionaris (eerste handtekening): Burgemeester en wethouders

Autorisatie door (tweede handtekening): Gemeenteraad

7) Omschrijving: Het verstrekken van leningen aan derden uit hoofde van de publieke taak

Bevoegde functionaris (eerste handtekening): Burgemeester en wethouders

Autorisatie door (tweede handtekening): Gemeenteraad

8) Omschrijving: Het garanderen van gelden uit hoofde van de publieke taak

Bevoegde functionaris (eerste handtekening): Burgemeester en wethouders

Autorisatie door (tweede handtekening): Gemeenteraad

Artikel 17 Informatievoorziening

Met betrekking tot de treasuryactiviteiten dient tenminste de in de onderstaande tabel opgenomen informatie te worden verstrekt door de betreffende functionarissen:

1) Informatie: Gegevens inzake toekomstige uitgaven en ontvangsten voor de liquiditeitenplanning

Frequentie: Kwartaal

Informatieverstrekker: Sectorhoofd

Informatieontvanger: Hoofd van het bureau financien

2) Informatie: Liquiditeitenplanning

Frequentie: Kwartaal

Informatieverstrekker: Medewerker belast met treasury

Informatieontvanger: Hoofd van het bureau financien

3) Informatie: Beleidsplannen treasury in treasuryparagraaf van begroting

Frequentie: Jaarlijks

Informatieverstrekker: Hoofd van het bureau financien

Informatieontvanger: Gemeenteraad

4) Informatie: Evaluatie treasuryactiviteiten in treasuryparagraaf jaarrekening en jaarverslag

Frequentie: Jaarlijks

Informatieverstrekker: Hoofd van het bureau financien

Informatieontvanger: Gemeenteraad

5) Informatie: Voortgang onderdelen treasuryparagraaf via voor- en najaarsrapportage

Frequentie: Halfjaarlijks

Informatieverstrekker: Hoofd van het bureau financien

Informatieontvanger: Gemeenteraad

6) Informatie: Informatie aan derden (toezichthouder en CBS) zoals genoemd in artikel 8 Wet fido

Frequentie: Kwartaal

Informatieverstrekker: Medewerker belast met treasury

Informatieontvanger: Derden

7) Informatie: Leningsbesluiten

Frequentie: -

Informatieverstrekker: Burgemeester en wethouders

Informatieontvanger: Provincie

8) Informatie: Garantiebesluiten

Frequentie: -

Informatieverstrekker: Burgemeester en wethouders

Informatieontvanger: Provincie

Artikel 18 Inwerkintreding

  • 1. Tegelijk met de inwerkingtreding van dit statuut vervalt het raadsbesluit "kasgeldleningen 1994 vastgesteld op 28 september 1993 onder nummer 9".

  • 2. Dit statuut treedt in werking met ingang van 1 februari 2002.

  • 3. Dit statuut kan worden aangehaald onder de naam "Treasurystatuut".