Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Ouderkerk

Besluit op de openluchtrecreatie

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Ouderkerk
Officiële naam regelingBesluit op de openluchtrecreatie
CiteertitelBesluit op de openluchtrecreatie
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpwelzijn en cultuur

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Wettelijke grondslag is vervallen per 01.01.2008.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet op de Openluchtrecreatie

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-06-200101-01-2008nieuwe regeling

29-05-2001

Postiljon, 7 juni 2001

Onbekend

Tekst van de regeling

Burgemeester en Wethouders der gemeente Ouderkerk

Gelezen het advies d.d. 28 januari 200 I van de afdeling Algemene Zaken;

Gelet op de Wet op de openluchtrecreatie;

besluit:

vast te stellen het volgende:

Besluit op de openluchtrecreatie

Artikel 1 Algemene begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: de wet van 25 maart 1994 houdende regels ten behoeve van de openluchtrecreatie (Wet OR);

  • b.

    vergunning: een vergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de wet;

  • c.

    vrijstelling: een vrijstelling als bedoeld in artikel 8, tweede lid van de wet;

  • d.

    ontheffing: een ontheffing als bedoeld in artikel 8, tweede lid, eerste lid of artikel 13, eerste lid van de wet;

  • e.

    verklaring van geen bezwaar: een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 14 van de wet;

  • f.

    rechthebbende: degene die krachtens een zakelijk of persoonlijk recht de beschikking heeft over enige onroerende zaak.

Artikel 2 Vereisten aanvraag

  • 1.

    De aanvraag van een vergunning, vrijstelling of ontheffing bevat:

    • a.

      naam en adres van de rechthebbende en de beheerder van het kampeerterrein;

    • b.

      een opgave van het maximale aantal toe te laten verblijfsrecreanten op het kampeerterrein;

    • c.

      een opgave van het aantal kampeerplaatsen en van het maximale aantal toe te laten en het soort kampeermiddelen;

    • d.

      de periode dat het kampeerterrein per kalenderjaar wordt gebruikt.

  • 2.

    Bij de aanvraag van een vergunning, vrijstelling of ontheffing worden de volgende bescheiden overgelegd:

  • a.

    een situatietekening van het kampeerterrein in tweevoud, waarop, voor zover van toepassing, is aangegeven:

  • -

    een kadastrale omschrijving van het perceel;

  • -

    de plaats van de bestaande en op te richten gebouwen en hun functies;

  • -

    de aanwezige en aan te brengen randbeplanting en het assortiment waaruit de randbeplanting bestaat;

  • -

    de ontsluiting van het kampeerterrein en het verloop van de wegen en de paden op het kampeerterrein;

  • -

    de aanwezige en de te realiseren parkeergelegenheid;

  • -

    de begrenzing van het kampeerterrein;

  • -

    de aanwezige en te realiseren voorzieningen ter bestrijding van brand.

  • b.

    een toelichting op het aantal en de aard van de sanitaire voorzieningen en waaruit blijkt hoe de afvoer van de vaste en vloeibare afvalstoffen geregeld is.

Artikel 3 Beslistermijn

  • 1.

    Op de aanvraag van een vergunning, vrij stelling, ontheffing of verklaring van geen bezwaar wordt binnen achter weken na ontvangst beslist.

  • 2.

    De beslissing kan voor ten hoogste acht weken worden verdaagd.

Artikel 4 Voorschriften aan een vergunning, vrijstelling of een ontheffing

  • 1.

    Aan de vergunning of ontheffing worden voorschriften verbonden met betrekking tot de geldigheid en de duur van de vergunning of ontheffing.

  • 2.

    Aan de vergunning of ontheffing kunnen voorschriften worden verbondenbetreffende onder meer het gebruik en de inrichting van het kampeerterrein.

Artikel 5 Voorwaarden aan een vrijstelling of ontheffing

Een vrijstelling of ontheffing kan slechts worden verleend als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • 1.

    het kampeerterrein zich niet bevindt binnen bebouwde kommen alsmede in natuur- en beheersgebieden;

  • 2.

    het kampeerterrein door middel van randbeplanting voldoende in het landschap is ingepast;

  • 3.

    het kampeerterrein mag niet behoren bij of zijn gelegen aansluitend aan een kampeerterrein waarvoor reeds een vergunning, vrijstelling of ontheffing is verleend;

  • 4.

    het kamperen uitsluitend plaatsvindt op het erf dat onmiddellijk aansluit bij de woning of de bebouwing van een agrarisch bedrijf.

Artikel 6 Verklaring van geen bezwaar

  • 1.

    De aanvraag van een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 24 van de wet bevat:

  • a.

    naam en adres van de rechthebbende en de beheerder van het volkstuincomplex;

  • b.

    de periode dat het volkstuincomplex wordt gebruikt.

  • 2.

    Bij de aanvraag van een verklaring van geen bezwaar worden de volgende bescheiden overgelegd:

  • a.

    een situatietekening in tweevoud van het volkstuincomplex op schaal van ten minste 1:1000 met een kadastrale omschrijving van het perceel, waarop, indien van toepassing is aangegeven:

  • -

    de plaats van de bestaande en op te richten gebouwen en hun functies;

  • -

    de ontsluiting van het volkstuincomplex en het verloop van de wegen en de paden op het volkstuincomplex;

  • -

    de aanwezige en te realiseren parkeergelegenheid;

  • -

    de aanwezige en te realiseren voorzieningen ter bestrijding van brand.

  • b

    een toelichting waaruit blijkt hoe de afvoer van de vast en vloeibare afvalstoffen is

    geregeld.

Artikel 7 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Dit besluit in werking met ingang van de achtste dag na de bekendmaking;

  • 2.

    Dit besluit kan worden aangehaald als Besluit op de openluchtrecreatie.

Aldus vastgeld in de vergadering van burgemeester en wethouders van 29 mei 2001 .

De secretaris,

De burgemeester,