Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Ouderkerk

Verordening op de behandeling van bezwaar- en beroepschriften 2002

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Ouderkerk
Officiële naam regelingVerordening op de behandeling van bezwaar- en beroepschriften 2002
CiteertitelVerordening op de behandeling van bezwaar- en beroepschriften 2002
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerpbestuurlijke organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-07-200222-01-2015nieuwe regeling

11-04-2002

Postiljon, 29 mei 2002

Onbekend

Tekst van de regeling

De Raad der gemeente Ouderkerk

Gelet op de Gemeentewet;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester

en wethouders van Ouderkerk: 3 april 2002

Besluit:

Vast te stellen de verordening op de behandeling van bezwaar- en beroepschriften 2002.

HOOFDSTUK I Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    beroepsorgaan: gemeentelijke bestuursorgaan dat dient te beslissen op een beroepschrift;

  • b.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • c.

    commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaar- en beroepschriften;

  • d.

    wet: wet van 4 juni 1992 (stbl. 1992,315) houdende algemene regels van bestuursrecht (Algemene wet bestuursrecht).

HOOFDSTUK II· Behandeling van de bezwaar- en beroepschriften

Paragraaf 1 De commissie

Artikel 2 Inleidende bepaling
  • 1.

    Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op gemaakte bezwaren en ingestelde administratieve beroepen als bedoeld in artikel 1.5 van de wet.

  • 2.

    De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaar- en beroepschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van:

  • a.

    belastingwetgeving;

  • b.

    verordeningen betreffende de rechtspositie van ambtenaren;

Artikel 3 Samenstelling van de commissie
  • 1.

    De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden, die worden benoemd, geschorst en ontslagen door de gemeenteraad op voorstel van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    De gemeenteraad benoemt overeenkomstig het eerste lid een genoegzaam aantal plaatsvervangende léden.

  • 3.

    De voorzitter kan geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het verwerend danwel beroepsorgaan.

  • 4.

    De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

Artikel 4 Secretaris
  • 1.

    De secretaris van de commissie is een door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders wijzen tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

Artikel 5 Zittingsduur
  • 1.

    De voorzitter en de leden van de commissie treden af op de dag van het aftreden van de gemeenteraad.

  • 2.

  • 3.

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op ieder moment ontslag nemen.

  • 4.

    De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Paragraaf 2 Procedure

Artikel 6 Ingediend bezwaar- of beroepschrift

Op het ingediende bezwaar- of beroepschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend. Het bezwaar- of beroepschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

Bij het bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 6.14 van de wet wordt vermeld dat een commissie over het bezwaar of beroep zal adviseren.

Artikel 7 Overdracht bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de artikelen

  • -

    2.1,tweede lid;

  • -

    6.6, voor wat betreft het de indiener stellen van een termijn waarbinnen het verzuim in de zin van niet voldaan aan de vereisten als gesteld in artikel 6.5 van de wet, kan worden hersteld;

  • -

    6.17, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door decommissie;

  • -

    7.4, tweede lid;

  • -

    7.6,vierde lid;

  • -

    7.18, tweede en zesde lid, en

  • -

    7.20, vierde lid, van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uit geoefend door de voorzitter van de commissie.

Artikel 8 Vooronderzoek
  • 1.

    De voorzitter van de commissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaar- of beroepschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen ofte doen inwinnen.

  • 2.

    De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en deze zo nodig uitnodigen daartoe in de zitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van burgemeester en wethouders vereist.

Artikel 9 Hoorzitting
  • 1.

    De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.

  • 2.

    De voorzitter beslist over dè toepassing van de artikelen 7.3 en 7.17 van de wet.

  • 3.

    Indien de voorzitter op grond van de in het tweede lid genoemde artikelen besluit van het horen afte zien doet hij daarvan mededeling aan:

  • a.

    de belanghebbenden;

  • b.

    het verwerend orgaan, en

  • c.

    in geval van behandeling van een beroepschrift, het beroepsorgaan.

Artikel 10 Uitnodiging zitting
  • 1.

    De voorzitter deelt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk mee, dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen tijdens de zitting.

  • 2.

    Binnen drie dagen na de in het eerste lid bedoelde mededeling kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan, onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3.

    De beslissing van de voorzitter op een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval één week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden, het verwerend orgaan en in geval van behandeling van een beroepschrift, aan het beroepsorgaan meegedeeld.

  • 4.

    De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden afte wijken of afwijking toe te staan van de tennijnen als genoemd in het eerste, tweede en derde lid.

Artikel 11 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist, dat de meerderheid van het aantal leden, waaronder in ieder geval de voorzitter dan wel zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

Artikel 12 Niet deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaar- of beroepschrift, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 13 Openbaarheid zitting
  • 1.

    De zitting van de commissie is openbaar.

  • 2.

    De deuren worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3.

    Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

Artikel 14 Schriftelijke verslaglegging
  • 1.

    Het verslag als bedoeld in de artikelen 7.7 en 7.21 van de wet venneldt de namen van de aanwezigen, met daarbij een vennelding van hun hoedanigheid.

  • 2.

    Het verslag houdt een korte vennelding in van hetgeen over en weer is gezegd enoverigens ter zitting is voorgevallen.

  • 3.

    Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4.

    Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

  • 5.

    Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 15 Nader onderzoek
  • 1.

    Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de commissie dit onderzoek houden.

  • 2.

    De uit het nader onderzoek verkregen infonnatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3.

    De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de in het eerste lid bedoelde nadere infonnatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.

  • 4.

    Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze verordening, die betrekking hebben op de hoorzitting zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16 Raadkamer en advies
  • 1.

    De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2a.

    De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • b.

    Indien bij een stemming de stemmen staken dan beslist de stem van de voorzitter.

  • c.

    Vaneen minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.

  • 3.

    Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaar- of beroepschrift.

  • 4.

    Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 17 Uitbrengen advies
  • 1.

    Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 14 en eventueel door de commissie ontvangen andere informatie, tijdig uitgebracht aan bestuursorgaan dat op het bezwaar- of beroepschrift dien te beslissen.

  • 2.

    Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van tien weken, als bedoeld in artikel 7.10, eerste lid, of artikel 7.24, tweede lid, van de wet, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies door de commissie en het nemen van een beslissing verzoekt hij het in het eerste lid bedoelde bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3.

    Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie, de belanghebbenden en in het geval van behandeling van een beroepschrift het verwerend orgaan, een afschrift.

Artikel18 Inwerkingtreding en citeertitel
  • 1.

    Deze verordening treedt in werking 6 weken na de dag van bekendmaking (in verband met de Tijdelijke referendumwet) en kan worden aangehaald als de Verordening behandeling van bezwaar- en beroepschriften 2002.

  • 2.

    Op dat tijdstip vervalt de Verordening behandeling van bezwaar- en beroepschriften Ouderkerk 1993.

  • 3.

    De in het tweede lid genoemde verordening behoudt zijn werking voor de voor het tijdstip van de inwerkingtreding reeds ingediende bezwaar- en beroepschriften.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Ouderkerk van 11 april 2002.

De secretaris,

De voorzitter,