Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Bolsward

Subsidieverordening

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Bolsward
Officiële naam regelingSubsidieverordening
CiteertitelAlgemene Subsidieverordening gemeente Bolsward 2008
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpGeen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-200801-01-2013Nieuwe regeling

10-06-2008

Onbekend

Geen

Tekst van de regeling

Aan de gemeenteraad van Bolsward,

Op 21 december 2004 is de “Verordening op de uitgangspunten van het fi­nan­cieel be­leid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële orga­nisatie van de gemeente Bolsward” vastgesteld. Ingangsdatum van deze Ver­ordening is 1 januari 2005. In deze Verordening is in artikel 22 opgenomen dat burgemeester en wethouders de raad ter vaststelling een Nota ge­meentelijk subsidies aanbieden. Daarbij is vastgelegd dat deze nota aan de volgende eisen moet voldoen:

1. de nota moet een kader bevatten voor de verstrekking van subsidies;

2. de nota moet een overzicht bevatten van de toe te kennen subsi­dies;

3. de nota moet periodiek, indien noodzakelijk, worden bijgesteld.

Aan de hand van het onder punt 1 genoemde kader kan de uitvoering van de subsidiever­ordening worden getoetst. Toetsing vindt zowel in- als extern plaats.

De subsidieverordening 2005 is, in overeenstemming met punt 3 van het genoemde kader, bijgesteld. De uitkomsten van het onderzoek van de Rekenkamercommissie, aan uw raad aangeboden op 12 juni 2007 waren hiertoe aanleiding. Ook aanbevelingen na intern onderzoek zijn in deze nota opgenomen. Wijzigingen hebben betrekking op de indeling van het subsidiebeleidskader en verbetering van de praktische uitvoerbaarheid van enkele artikelen uit de verordening.

Vooraf nog dit. Deze Nota geldt alleen voor de algemene subsidies die worden verstrekt. Voor bijzondere subsidies, bijv. duurzaam bouwen, is een aparte subsidieregeling vastge­steld. Deze Nota heeft daar geen betrekking op.

Subsidies zijn geregeld in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Awb geeft aan wat on­der een subsidie moet worden verstaan.

Een subsidie is de aanspraak op financiële middelen die door een bestuurs­orgaan wordt ver­strekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde zaken of diensten.

De Awb zegt dat er alleen subsidie kan worden verstrekt als er een wettelijk basis is. De wettelijke basis is de Subsidieverordening. Op 20 december 2005 heeft de raad van Bolsward de subsidiever­ordening vastgesteld. Deze kan worden ingetrokken bij de vaststelling van de voorgestelde subsidieverordening.

1. INLEIDING

De definitie nader bekeken

De definitie van een subsidie is:

de aanspraak op financiële middelen die door een bestuurs­orgaan wordt verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde zaken of diensten.

Bij een subsidie gaat het altijd om financiële middelen. Dit betekent dat verstrekkingen in na­tura niet vallen onder het begrip subsi­die. Het beschikbaar stellen van een accommodatie te­gen een lage huurprijs is geen subsidie. Een aanspraak betekent dat de financiële middelen niet daadwerkelijk hoeven te worden verstrekt. Het garant staan voor rente en aflossing van een lening is ook subsidie. Bij het voor een derde garant staan is men immers verplicht tot betaling op het moment dat de geldlener hiertoe niet in staat is. Er is dus al sprake van een subsidie bij een aanspraak op finan­ciële midde­len. Met andere woorden: het cruciale mo­ment is niet de feitelijke verstrek­king, maar de be­slissing tot subsidiëring van de voorge­nomen activiteit. Een betaling voor een geleverde dienst of zaak is nooit subsidie. Commerciële transacties waarbij de gemeente partij is val­len dus niet onder het subsidiebe­grip. Subsidie wordt verleend en vastgesteld door een bestuursorgaan. Dit betekent in het geval van een gemeente de raad of burgemeester en wethouders. De omschrijving van het begrip subsidie in de Awb is uitgebreider dan de definitie die nu is be­sproken. De volledige tekst van de subsidiedefinitie uit de Awb is:

Artikel 4:21

1. Onder subsidie wordt verstaan de aanspraak op financiële middelen, door een bestuurs­orgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde zaken of diensten.

2. Deze titel is niet van toepassing op aanspraken of verplichtingen die voortvloeien uit een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de heffing premie dan wel een premievervan­gende belasting ingevolge de Wet financiering volksverzekeringen.

3. Deze titel is niet van toepassing op de aanspraak op financiële middelen die worden ver­strekt op grond van een wettelijk voorschrift dat uitsluitend voorziet in verstrekking aan rechtspersonen die krachtens publiekrecht zijn ingesteld.

4. Deze titel is van overeenkomstige toepassing op de bekostiging van het onderwijs en onderzoek.

Lid 1 van dit artikel is hiervoor voldoende besproken. Lid 2 spreekt voor zich. In lid 3 wordt uitgesloten dat bijdragen aan gemeenschappelijke rege­lingen subsi­dies zijn. Dit komt over­een met het gestelde in de Gemeente­wet. De Ge­meentewet zegt dat bijdragen aan ge­meen­schappelijke re­gelin­gen ver­plichte uitgaven zijn. Een verplichte uitgave moet in de be­gro­ting worden op­genomen. Een subsidie is geen verplichte uitgave. De bekostiging van het onderwijs vindt plaats op basis van specifieke wet­geving (o.a. Wet op het basisonderwijs, Wet op het voortgezet onderwijs, e.d.). Volgens de Awb zijn de alge­mene regels inzake subsidiering dan ook niet rechtstreeks van toepassing, maar wel overeenkomstig van toe­passing. Op deze wijze is de wetgeving geharmoniseerd.

De verschillen tussen subsidies en overeenkomsten zijn niet altijd even duidelijk. Globaal kunnen de volgende punten in het achterhoofd worden gehouden:

-Bij subsidie gaat het initiatief vaak uit van degene die de activiteit verricht;

-Bij subsidies zijn de activiteiten gericht op anderen dan de gemeente;

-Bij subsidie wordt gewerkt tegen kostprijs (en wordt geen BTW in rekening gebracht).

Wettelijke basis

De subsidiewetgeving is geregeld in de Algemene wet be­stuurs­recht (Awb). Op 1 januari 1998 trad de zgn. derde tranche van de Awb in wer­king. Deze tranche omvatte o.a. “titel 4.2 Subsidies”. In deze titel zijn al­gemene regels opgenomen over subsidie. De wetsartikelen van titel 4.2 Subsidies zijn alge­mene regels. Deze algemene regels zijn op te delen in vier soorten, nl.:

-dwingende regels;

-gangbare regels;

-aanvullende regels en

-facultatieve regels.

Afwijking van dwingende regels is niet toegestaan. Regels die de beste regeling geven in normale gevallen zijn gangbare regels. Van gangbare regels mag worden afgeweken. In de Awb staat dan de clausule “tenzij bij wettelijk voorschrift anders is be­paald”. Onder een wet­telijk voorschrift wordt dan verstaan de door de raad vastgestelde subsidieverordening. Aan­vul­lende regels zijn normen in die gevallen waarbij de gemeente zelf geen re­gels vast­stelt. Regels die automatisch van kracht zijn, maar in een verorde­ning van toe­passing moeten worden verklaard, zijn facultatief.

Ten opzichte van de gemeentelijke regelgeving (verordening) geldt de Awb als hogere regel­ge­ving. Dit betekent dat er geen regels in de verordening mogen staan die in strijd zijn met de Awb. Ook het letterlijk overnemen van Awb-regels is niet toegestaan. Artikel 122 van de Ge­meentewet zegt dat de bepalingen van een gemeentelijke ver­ordening van rechtswege ver­vallen als in het onderwerp door wet wordt voorzien.

Noodzaak van een wettelijke grondslag

De hoofdregel is dat een subsidie is gebaseerd op een wettelijk voorschrift.Voor ge­meenten is dat een verordening. Dit betekent rechtszekerheid voorde subsidieaanvrager en de subsi­dieverstrekker. Ook geeft een verordeningde gemeente een basis voor de doelmatigheid van de uitgaven. Onzorgvuldig of willekeurig handelen is met een verordening beter tetoetsen dan aan de hand van een op zichzelf staand besluit.

De Awb bevat voor gemeenten drie uitzonderingen op de hoofdregel. Deze zijn:

-subsidieverstrekking op grond van een begrotingspost;

-de startsubsidie;

-het verstrekken van subsidie in af­wachting van de totstandkoming van een verorde­ning (spoedshalve subsidie).

Deze uitzonderingen zijn geheel in de Awb geregeld zodat aan de eisen van rechts­zekerheid en de wens tot doelmatigheid is voldaan.

Een subsidieverordening moet minimaal vol­doen aan twee eisen. Deze zijn:

1. er moet een omschrijving zijn van de activiteiten waar­voor subsidie kan worden verleend;

2. de verordening geeft een grondslag voor de verplichtingen die het bestuursorgaan aan de subsidieverlening kan verbinden, voor zover die verplichtingen niet in de Awb zijn op­genomen.

Terminologie

De terminologie die in de gemeentelijke verordening wordt gebruikt moet overeenkomen met de terminologie van de Awb.

Het gaat hierbij om de volgende begrippen:

a. verlening: het besluit, waarbij de aanvrager aanspraak krijgt op een subsidie;

b. weigering: het besluit, waarbij een bepaalde activiteit niet subsidiabel wordt ver­klaard c.q. waarbij geen subsidie wordt verleend;

c. vaststelling: volgt in de regel na de subsidieverlening op grond van onder meer een door de subsidieontvanger ingeleverd verslag, en een rekening van baten en lasten;

d. verstrekking: het proces van subsidieverlening en –vaststelling.

Rechtsbescherming

De rechtsbescherming voor de subsidieaanvrager is opgenomen in de Awb. In de subsidiever­ordening mogen hiervoor geen regels zijn gesteld.

Een subsidieaanvrager heeft de mogelijkheid om tegen alle besluiten van het bestuursor­gaan bezwaar aan te tekenen. De subsidieaanvrager moet het bezwaar indienen bij het be­stuursorgaan dat de beslissing neemt. Tegen de uitspraak op het bezwaarschrift van het desbetref­fende bestuursorgaan is beroep mogelijk bij de rechtbank.

Wijzigingen ten opzichte van de Subsidienota 2005

De Rekenkamercommissie heeft naar aanleiding van haar onderzoek naar de uitvoering van het subsidiebeleid, aanbevelingen gegeven om de uitvoering te optimaliseren. De aanbevelingen zoals die op 12 juni 2007 aan uw raad zijn gepresenteerd, waren de volgende:

1. Hanteer subsidies als beleidsinstrument

2. Formuleer de te realiseren prestaties zo veel mogelijk in termen van de gewenste maatschappelijke effecten

3. Stel de inhoud centraal door samenwerking met instellingen

4. Herijk subsidievormen

5. Zorg voor regelmatige en adequate informatievoorziening naar de raad

De aanbevelingen 2, 3 en 4 hebben betrekking op de relatie tussen de gemeente en individuele instellingen. Aanbeveling 5 heeft te maken met de budgetcyclus zoals die binnen de gemeente Bolsward wordt gehanteerd. Aanbeveling 1 is in deze nota overgenomen. Dit betekent dat in het subsidiebeleidskader een relatie is gelegd tussen de verschillende subsidiebijdragen en de gemeentelijke doelstellingen.

In de subsidieverordening zijn twee artikelen gewijzigd. Artikel 10 (Democratisering) en artikel 38 (Zorgvuldig beheer en verzekeringsplicht) waren als algemeen verplichtend artikel van kracht. Aangezien beide artikelen in de praktijk weinig worden toegepast maar de gemeente deze mogelijkheid wel open wil houden, zijn de artikelen zo gewijzigd dat de eisen gesteld kunnen worden. Tenslotte is artikel 34 toegevoegd. Hierin staat expliciet aangegeven welke kosten voor subsidie zijn uitgesloten.

2. SOORTEN SUBSIDIES

In de terminologie van onze subsidieverordening zijn twee soorten subsidies te onderscheiden. Dit zijn:

1. budgetsubsidie.

2. waarderingssubsidie;

Er zijn drie typen waarderingssubsidie:

a. algemeen;

b. eenmalig;

c. specifiek.

Deze vier worden hierna besproken. Daarnaast is in dit hoofdstuk aandacht voor het begrip subsidieplafond.

1. Budgetsubsidie

Een budgetsubsidie is een subsidie waarbij met de ontvangende instelling de afspraak is ge­maakt dat die instelling voor een bepaald budget bepaalde producten/prestaties/activiteiten verricht. Deze vorm van subsidiëring komt het meest tegemoet aan de wens om te sturen op ge­meentelijke doelstellingen. Bijkomend voordeel is dat de (financiële) risico’s zoveel mogelijk worden beperkt. Een belangrijk kenmerk van budgetsubsidie is de scheiding van verantwoordelijkheden tus­sen gemeente en instelling. De gemeente is verantwoordelijk voor het formuleren van de doelstellingen van het beleid. De instelling is verantwoordelijk voor de uitvoering. Door de subsi­diëring te koppelen aan afspraken met de instelling over concrete producten, prestaties en/of activiteiten ontstaat er een directe relatie tussen beleidsdoelstellingen en subsidië­ring.

Budgetsubsidieovereenkomst

Als er sprake is van een budgetsubsidie is er de mogelijkheid om met de instelling een nadere overeenkomst te sluiten, de zgn. budgetsubsidieovereenkomst.

In een dergelijke overeenkomst zijn veelal zaken geregeld met betrekking tot:

-de activiteiten waarvoor het subsidie is bedoeld;

-de maatschappelijke effecten die moeten worden gerealiseerd;

-de wijze van berekening van het subsidie;

-de instelling verstrekt periodiek een (financieel) overzicht;

-de stukken die periodiek moeten worden overlegd;

-de stand van zaken van de uitvoering van het activiteitenplan;

-het aantal verstrekte diensten, enz..

Met een aantal instellingen die onze gemeente subsidieert is een budgetsubsidieovereen­komst gesloten. Het gaat hierbij om de Stichting Ritmyk, de Stichting Bibliotheken Súdwest Fryslân, stichting Ons Gebouw en Stichting Timpaan Welzijn (algemeen maatschap­pelijk werk). Ons streven is met alle instellingen die een budgetsubsidie ontvangen een bud­getsubsidieovereenkomst te sluiten. In het geval van onze gemeente gaat het dan ook om de Stichting Ouderenwerk Bolsward, peuterspeelzaal de Opstap en de Thuiszorg Zuidwest Friesland waarmee nog een dergelijke overeen­komst moet worden afgesloten.

2. Waarderingssubsidie (algemeen)

Een waarderingssubsidie is een subsidie die wordt verstrekt als waardering voor het uitvoe­ren van activiteiten die de raad voor de bevol­king van belang acht. Waarderingssubsi­dies worden verstrekt aan instellingen met een éénduidig, concreet en eenvoudig te contro­leren doelstelling.

Het aanvragen van dit soort subsidies, waarbij een relatief gering bedrag in het geding is, is eenvoudiger gemaakt. Door onderteke­ning van de ver­klaring verplicht de instelling zich het subsidie te gebruiken voor de activi­teiten die in het subsidiebeleidskader zijn genoemd. Stukken hoeven dan niet meer te worden overlegd.

Onder een relatief klein bedrag wordt verstaan € 1.500,00 of lager. Wel heeft de gemeente de mogelijkheid om steekproefsgewijs aanvullende informatie te vragen. Op deze wijze is bereikt dat zowel de aanvrager als de gemeente minder tijd kwijt is aan relatief geringe subsidies.

2b. Waarderingssubsidie eenmalig

Een eenmalige subsidie is een waarderingssubsidie die specifiek wordt verstrekt voor incidentele niet regelmatig terugkerende activiteiten.

2c. Waarderingssubsidie specifiek

Het gaat hierbij in beginsel om een waarderingsubsidie. Voor de hierna ge­noemde subsidies zijn speci­fieke regels vastgesteld. Het gaat hierbij om audiovisuele uitgaven, godsdienst- en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs, de inza­meling van oud papier, ontwikke­lingshulp, en stimulering jeugdsport.

Audiovisuele uitgaven

Het gaat hier om een incidentele subsidie voor het uitgeven van een audiovisuele uitgave, zoals een boek, een dvd, e.d.. Aan deze vorm van subsidieverlening is per aanvraag een maximum bedrag gesteld.

Godsdienst- en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs

Het gaat hierbij om een waarderingssubsidie. Er kan subsidie worden gegeven in de kosten van het aanbieden van gods­dienst- of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs voor open­bare of bijzondere basisscholen. Momenteel maakt alleen de openbare basisschool “De Blinker” van deze regeling gebruik. Voor deze subsidie zijn door het college nadere regels gesteld.

Inzameling oud papier

Dit is een waarderingssubsidie voor instellingen die oud papier inzamelen, dat afkomstig is van particuliere huishoudens. Per wijk is een instelling aangewezen die de inzameling van oud papier verzorgt.

Ontwikkelingshulp

Dit is een waarderingssubsidie voor activiteiten door instellingen die zijn gericht op ontwikkelings­hulp aan de bevolking in de Derde Wereld. Activiteiten die worden ontplooid in Bolsward en die zijn gericht op voorlichting over of bewustwording van de Derde Wereld, worden ook tot ontwikkelingshulp gerekend. Voor beide soorten activiteiten moet er wel sprake zijn van een belang voor Bolsward en/of de bevolking.

De regelgeving is volledig opgenomen in de subsidieverordening. Het gaat hier om aanvragen die zeer divers kunnen zijn.

Stimulering jeugdsport

Dit is een waarderingssubsidie die is bedoeld om de jeugd in Bolsward meer te laten bewegen. Verenigingen met leden beneden de 18 jaar komen in aanmerking voor deze subsidie. Hiermee kunnen contributies laag worden gehouden, waardoor sporten laagdrempelig wordt gehouden.

5. Subsidieplafond

De Awb geeft de mogelijkheid om een subsidieplafond in te stellen. Deze be­voegdheid moet dan in de verordening zijn opgeno­men. De verordening moet dan ook re­gelen hoe het beschikbare bedrag wordt verdeeld en/of welk or­gaan dat krachtens de veror­dening doet. In normale gevallen kunnen subsidieaanvragen niet worden geweigerd om reden dat het budget is uitgeput. Het subsidieplafond biedt een oplossing voor dit probleem. Zonder een subsidieplafond is er een onbeperkte aanspraak op subsidie.

Is er een subsidieplafond vastgesteld dan moet dit worden gepubliceerd. Hierbij is het ver­plicht om het verdelingssysteem aan te geven dat wordt gebruikt. Het plafond (inclusief de verdelingsmaatstaven) moet worden bekendgemaakt voor aanvang van het tijdvak waarop het plafond betrekking heeft. Is het budget uitgeput dan kan een aanvraag alleen nog worden gehonoreerd als de raad hiervoor financiële middelen beschikbaar stelt. Het subsidieplafond is in de subsidieverordening opgenomen.

3. Subsidiebeleidskader

Artikel 22 van de Financiële beheersverordening zegt dat de raad in deze Nota het kader voor subsidies vaststelt. Het subsidiebeleidskader omvat per subsidie de doelstelling, de activiteiten, het beoogde maatschappelijke effect, de subsidiegerechtigde, de subsidievorm, en het bedrag dat met deze subsidie is ge­moeid. De gewenste maatschappelijke effecten zijn door de raad vastgesteld in de programmabegroting 2008. Deze effecten zijn in sommige gevallen eng geformuleerd. Hierdoor zijn enkele subsidies, hoewel met een evident belang voor Bolsward, niet aan een specifieke gemeentelijke doelstelling te koppelen.

In principe krijgen alleen de hierna genoemde instellingen subsidie. Op deze wijze wordt voor­komen dat andere instellingen, die hetzelfde doel nastreven, ook moeten worden gesubsidi­eerd op grond van het gestelde in de subsidiever­ordening. Bij nieuwe aanvragen beslissen burgemeester en wethouders. Is voor honorering van de aanvraag aanvullend budget noodzakelijk dan vragen burgemeester en wethouders bij de raad aanvullend budget. Voor de duidelijkheid is in de hierna volgende opsomming de volgorde gebruikt die ook in de programmabegroting wordt gevolgd.

Programma 1 – Openbare orde en veiligheid

De beoogde maatschappelijke effecten van dit programma zijn:

-Integraal beleid maken voor veiligheid;

-Handhaving openbare orde en overlast bestrijden;

-Preventie verstoring van openbare orde en veiligheid;

-Bij de vaststelling en evaluatie van regels toetsen of deze noodzakelijk, handhaafbaar en doelmatig zijn.

De subsidies leveren op de volgende manier een bijdrage aan de doelstellingen van het programma Openbare orde en veiligheid:

Product 140.1 IJswegencentrale Bolsward - Wûnseradiel

Doelstelling: Bevorderen van de veiligheid op het ijs

Activiteiten: Aanleggen en onderhouden van veilige ijsroutes op de waterwegen

Beoogde maatschappelijk effect: Preventie verstoring van openbare orde en veiligheid

Subsidievorm: Waarderingssubsidie

Bedrag (begroting 2008): € 950,00

Berekening subsidie: Vast bedrag met jaarlijkse indexering

Subsidieplafond: Ja

Budgetsubsidieovereenkomst: Nee

Product 140.1 Slachtofferhulp Nederland

Doelstelling: Aandacht voor slachtoffers criminaliteit

Activiteiten: Ondersteuning slachtoffers van misdrijven

Beoogde maatschappelijk effect: -

Subsidievorm: Waarderingssubsidie

Bedrag (begroting 2008): € 2.000,00

Berekening subsidie: Bedrag per inwoner

Subsidieplafond: Ja

Budgetsubsidieovereenkomst: Nee

Product 140.1 Advies- en steunpunt huiselijk geweld Fryslan

Doelstelling: Tegengaan van geweld in de privé-sfeer

Activiteiten: Hulpzoekenden zo snel en effectief mogelijk begeleiden naar hulp

Beoogde maatschappelijk effect: -

Subsidievorm: Waarderingssubsidie

Bedrag (begroting 2008): € 1.020,00

Berekening subsidie: Bedrag per inwoner

Subsidieplafond: Ja

Budgetsubsidieovereenkomst: Nee

Product 140.1 Stichting Dierenambulance "Dier in Nood"

Doelstelling: Tegengaan van overlast door zwerfdieren

Activiteiten: Vervoer van loslopende dieren naar dierenopvang

Beoogde maatschappelijk effect: Preventie verstoring van openbare orde en veiligheid

Subsidievorm: Waarderingssubsidie

Bedrag (begroting 2008): € 150,00

Berekening subsidie: Vast bedrag met jaarlijkse indexering

Subsidieplafond: Ja

Budgetsubsidieovereenkomst: Nee

Programma 3 – Economische zaken, toerisme en recreatie

De beoogde maatschappelijke effecten van dit programma zijn:

-Het bevorderen van de werkgelegenheid op het terrein van zorg, dienstverlening en toerisme naast de bestaande factoren;

-Bevorderen van het maatschappelijk verantwoorde ondernemen;

-Ontwikkelen van samenhangend beleid ten aanzien van toerisme en recreatie en het bevorderen van het cultuurtoerisme;

-Ontwikkelen van recreatie en toerisme in buitengebieden van Bolsward;

-Het actualiseren en uitvoeren van het integrale REOP voor Bolsward.

De subsidies leveren op de volgende manier een bijdrage aan de doelstellingen van het programma Economische zaken, toerisme en recreatie:

Product 320.1 Skutsje Bolsward

Doelstelling: Promotie van de Stad

Activiteiten: Deelname Bolswarder skutsje aan SKS wedstrijden

Beoogde maatschappelijk effect: -

Subsidievorm: Waarderingssubsidie

Bedrag (begroting 2008): € 4.250,00

Berekening subsidie: Vast bedrag van € 4.250,00 als het skutsje voor Bolsward vaart

Subsidieplafond: Ja

Budgetsubsidieovereenkomst: Nee

Product 320.1 Zakenclub Bolswarder Skutsje

Doelstelling: Promotie van de Stad

Activiteiten: Organiseren van activiteiten rondom het skutsjesilen

Beoogde maatschappelijk effect: -

Subsidievorm: Waarderingssubsidie

Bedrag (begroting 2008): € 750,00

Berekening subsidie: Vast bedrag

Subsidieplafond: Ja

Budgetsubsidieovereenkomst: Nee

Product 541.1 Aldfaers Erfroute

Doelstelling: Bewustwording van de plaatselijke en regionale (cultuur) geschiedenis

Activiteiten: Tentoonstellingen

Beoogde maatschappelijk effect: Ontwikkelen van samenhangend beleid ten aanzien van toerisme en recreatie en het bevorderen van het cultuurtoerisme

Subsidievorm: Waarderingssubsidie

Bedrag (begroting 2008): € 230,00

Berekening subsidie: Vast bedrag met jaarlijkse indexering

Subsidieplafond: Ja

Budgetsubsidieovereenkomst: Nee

Product 541.2 Bolswards Historie

Doelstelling: Instandhouden en promotie van monumenten in de gemeente

Activiteiten: Organisatie van een Open Monumentendag

Beoogde maatschappelijk effect: Ontwikkelen van samenhangend beleid ten aanzien van toerisme en recreatie en het bevorderen van het cultuurtoerisme

Subsidievorm: Waarderingssubsidie

Bedrag (begroting 2008): € 305,00

Berekening subsidie: Vast bedrag met jaarlijkse indexering

Subsidieplafond: Ja

Budgetsubsidieovereenkomst: Nee

Product 541.2 Stichting tot behoud van monumenten in Bolsward

Doelstelling: Verwerven en in stand houden van monumenten in de gemeente Bolsward

Activiteiten: Exploitatie Broerekerk

Beoogde maatschappelijk effect: Ontwikkelen van samenhangend beleid ten aanzien van toerisme en recreatie en het bevorderen van het cultuurtoerisme

Subsidievorm: Waarderingssubsidie

Bedrag (begroting 2008): € 7.575,00

Berekening subsidie: Vast bedrag met jaarlijkse indexering

Subsidieplafond: Ja

Budgetsubsidieovereenkomst: Nee

Product 560.2 Oranjecomité (algemeen)

Doelstelling: Promotie van de Stad

Activiteiten: Activiteiten voor de bevolking op Koninginnedag

Beoogde maatschappelijk effect: Ontwikkelen van samenhangend beleid ten aanzien van toerisme en recreatie en het bevorderen van het cultuurtoerisme

Subsidievorm: Waarderingssubsidie

Bedrag (begroting 2008): € 1.300,00

Berekening subsidie: Vast bedrag met jaarlijkse indexering

Subsidieplafond: Ja

Budgetsubsidieovereenkomst: Nee

Product 560.2 Oranjecomité (Koninginnedagconcert)

Doelstelling: Promotie van de stad

Activiteiten: Organisatie van een concert op Koninginnedag in de sporthal

Beoogde maatschappelijk effect: Ontwikkelen van samenhangend beleid ten aanzien van toerisme en recreatie en het bevorderen van het cultuurtoerisme

Subsidievorm: Waarderingssubsidie

Bedrag (begroting 2008): € 410,00

Berekening subsidie: Vast bedrag, als concert wordt gehouden

Subsidieplafond: Ja

Budgetsubsidieovereenkomst: Nee

Product 560.2 Toeristisch informatiepunt (TIP)

Doelstelling: Bevordering van het toeristisch bezoek aan de Stad

Activiteiten: Geven van voorlichting

Beoogde maatschappelijk effect:

-Ontwikkelen van samenhangend beleid ten aanzien van toerisme en recreatie en het bevorderen van het cultuurtoerisme

-Ontwikkelen van recreatie en toerisme in buitengebieden van Bolsward

Subsidievorm: Waarderingssubsidie

Bedrag (begroting 2008): € 14.495,00

Berekening subsidie: Vast bedrag met jaarlijkse indexering

Subsidieplafond: Ja

Budgetsubsidieovereenkomst: Nee

Programma 4 – Onderwijs

De beoogde maatschappelijke effecten van dit programma zijn:

-Achterstanden zo vroeg mogelijk signaleren en aanpakken;

-De ouders verantwoordelijk laten zijn voor de opvoeding van hun kinderen;

-Goede huisvesting van het onderwijs voor alle doelgroepen vooral t.a.v. het vmbo;

-Samenwerking tussen partijen die zich bezighouden met opgroeiende kinderen met als doel de ontwikkelingskansen van de kinderen te vergroten.

De subsidies leveren op de volgende manier een bijdrage aan de doelstellingen van het programma Onderwijs:

Product 420.1 Godsdienst- en levensbeschouwelijk onderwijs

Doelstelling: Jeugdigen kennis laten nemen van de verschillende gods­dienst- of levensbeschouwelijke stromingen

Activiteiten: Verstrekking van dit soort onderwijs door derden

Beoogde maatschappelijk effect: Samenwerking tussen partijen die zich bezighouden met opgroeiende kinderen met als doel de ontwikkelingskansen van de kinderen te vergroten Subsidievorm: Waarderingssubsidie specifiek

Bedrag (begroting 2008): € 2.250,00

Berekening subsidie: Vastgesteld bedrag per schooluur van 45 minuten voor zover het groep 4 en hoger betreft

Subsidieplafond: Ja

Budgetsubsidieovereenkomst: Nee

Product 480.3 Sport Fryslan

Doelstelling: Kinderen kennis laten maken met verschillende takken van sport

Activiteiten: Organiseren sport- en speldag voor Zeer Moeilijk Lerenden

Beoogde maatschappelijk effect: Samenwerking tussen partijen die zich bezighouden met opgroeiende kinderen met als doel de ontwikkelingskansen van de kinderen te vergroten Subsidievorm: Waarderingssubsidie

Bedrag (begroting 2008): € 242,00

Berekening subsidie: Vast bedrag als sportdag wordt georganiseerd

Subsidieplafond: Ja

Budgetsubsidieovereenkomst: Nee

Programma 5 - Kunst, Cultuur en Sport

De beoogde maatschappelijke effecten van dit programma zijn:

-Het instandhouden en ontwikkelen van sportvoorzieningen in het algemeen en voor jongeren in het bijzonder;

-Een actief verenigingsleven voor sport en cultuur, omdat dit van vitaal belang is voor Bolsward. De gemeente ondersteunt en stimuleert;

-Het instandhouden en ontwikkelen van de amateurkunst als vorm van vrijetijdsbesteding en vermaak, maar ook als stimulans voor professionele kunst.

De subsidies leveren op de volgende manier een bijdrage aan de doelstellingen van het programma Kunst, Cultuur en Sport:

Product 510.1 Bibliotheek

Doelstelling: Ontsluiten van informatie voor de inwoners van de gemeente

Activiteiten: Exploiteren van een bibliotheek

Beoogde maatschappelijk effect: -

Subsidievorm: Budgetsubsidie

Bedrag (begroting 2008): € 279.962,00, inclusief ontvangen bijdrage van hogere overheden

Berekening subsidie: Overeenkomstig budgetsubsidieovereenkomst

Subsidieplafond: Ja

Budgetsubsidieovereenkomst: Nee

Product 511.1 Stichting Ritmyk

Doelstelling: Bevordering muzikale en kunstzinnige ontplooiing

Activiteiten: Exploiteren van een centrum voor muziek, dans, drama, etc.

Beoogde maatschappelijk effect: Het instandhouden en ontwikkelen van de amateurkunst als vorm van vrijetijdsbesteding en vermaak, maar ook als stimulans voor professionele kunst

Subsidievorm: Budgetsubsidie

Bedrag (begroting 2008): € 169.785,00

Berekening subsidie: Overeenkomstig budgetsubsidieovereenkomst

Subsidieplafond: Nee

Budgetsubsidieovereenkomst: Ja

Product 511.2 Ontwikkelingssamenwerking

Doelstelling: Inwoners bewust maken van problemen in de Derde Wereld

Activiteiten: Activiteiten gericht op de bewustwording van de inwoners van de problemen in de Derde Wereld of activiteiten van projecten van de inwoners in de Derde Wereld

Beoogde maatschappelijk effect: -

Subsidievorm: Waarderingssubsidie specifiek/eenmalig

Bedrag (begroting 2008): € 1.000,00

Berekening subsidie: Een door burgemeester en wethouders te bepalen bedrag waarbij verzoeken worden behandeld in volgorde van binnenkomst

Subsidieplafond: Ja

Budgetsubsidieovereenkomst: Nee

Product 511.3 AFUK

Doelstelling: Bevordering Fries

Activiteiten: Organisatie van cursussen Fries

Beoogde maatschappelijk effect: -

Subsidievorm: Waarderingssubsidie

Bedrag (begroting 2008): € 650,00

Berekening subsidie: Bij geven cursus Fries maximaal begrotingsbedrag

Subsidieplafond: Ja

Budgetsubsidieovereenkomst: Nee

Product 530.1 Sport Overdag

Doelstelling: Gelegenheid geven tot de beoefening van sport

Activiteiten: Sportgelegenheid bieden aan ouderen

Beoogde maatschappelijk effect: Een actief verenigingsleven voor sport en cultuur, omdat dit van vitaal belang is voor Bolsward. De gemeente ondersteunt en stimuleert

Subsidievorm: Waarderingssubsidie

Bedrag (begroting 2008): € 255,00

Berekening subsidie: Vast bedrag met jaarlijkse indexering

Subsidieplafond: Ja

Budgetsubsidieovereenkomst: Nee

Product 530.1 Diverse sportverenigingen

Doelstelling: Stimulering van de jeugd tot sportdeelname

Activiteiten: Activiteiten door de jeugd in overeenstemming met de doelstel­lin­gen van de desbetreffende sportvereniging

Beoogde maatschappelijk effect:

-Het instandhouden en ontwikkelen van sportvoorzieningen in het algemeen en voor jongeren in het bijzonder

-Een actief verenigingsleven voor sport en cultuur, omdat dit van vitaal belang is voor Bolsward. De gemeente ondersteunt en stimuleert

Subsidievorm: Waarderingssubsidie specifiek

Bedrag (begroting 2008): € 15.260,00

Berekening subsidie: Vast bedrag per vereniging en een bedrag per jeugdlid met een maximum van het begrotingsbedrag

Subsidieplafond: Ja

Budgetsubsidieovereenkomst: Nee

Product 540.1 Muziekverenigingen

Doelstelling: Bevordering van de muzikale ontplooiing

Activiteiten: Gelegenheid geven tot het maken van muziek

Beoogde maatschappelijk effect: Een actief verenigingsleven voor sport en cultuur, omdat dit van vitaal belang is voor Bolsward. De gemeente ondersteunt en stimuleert het instandhouden en ontwikkelen van de amateurkunst als vorm van vrijetijdsbesteding en vermaak, maar ook als stimulans voor professionele kunst

Subsidievorm: Waarderingssubsidie

Bedrag (begroting 2008): € 8.065,00

Berekening subsidie: Vast bedrag per vereniging, zoals genoemd in de begroting

Subsidieplafond: Ja

Budgetsubsidieovereenkomst: Nee

Product 540.1 Oratoriumvereniging

Doelstelling: Bevordering van de muzikale ontplooiing, Promotie van de stad

Activiteiten: Organisatie van een concert in het najaar

Beoogde maatschappelijk effect: Het instandhouden en ontwikkelen van de amateurkunst als vorm van vrijetijdsbesteding en vermaak, maar ook als stimulans voor professionele kunst

Subsidievorm: Waarderingssubsidie

Bedrag (begroting 2008): € 410,00

Berekening subsidie: Vast bedrag, als concert wordt gehouden

Subsidieplafond: Ja

Budgetsubsidieovereenkomst: Nee

Product 540.1 Diverse instellingen

Doelstelling: Bevordering van de culturele ontplooiing

Activiteiten: Organiseren van tentoonstellingen en uitvoeringen

Beoogde maatschappelijk effect: Het instandhouden en ontwikkelen van de amateurkunst als vorm van vrijetijdsbesteding en vermaak, maar ook als stimulans voor professionele kunst

Subsidievorm: Waarderingssubsidie eenmalig

Bedrag (begroting 2008): € 4.000,00

Berekening subsidie: Een door burgemeester en wethouders te bepalen bedrag, waarbij verzoeken worden behandeld in volgorde van binnenkomst

Subsidieplafond: Ja

Budgetsubsidieovereenkomst: Nee

Product 540.1 Bolswarder Skotsploech

Doelstelling: Bevordering van de kunstzinnige en culturele ontplooiing

Activiteiten: Gelegenheid geven tot de beoefening van (oude) dans

Beoogde maatschappelijk effect: Het instandhouden en ontwikkelen van de amateurkunst als vorm van vrijetijdsbesteding en vermaak, maar ook als stimulans voor professionele kunst

Subsidievorm: Waarderingssubsidie

Bedrag (begroting 2008): € 900,00

Berekening subsidie: Vast bedrag met jaarlijkse indexering

Subsidieplafond: Ja

Budgetsubsidieovereenkomst: Nee

Product 540.1 Diverse instellingen

Doelstelling: Bevordering van het plaatselijke (cultureel) bewustzijn

Activiteiten: Het doen verschijnen van audiovisuele uitgaven

Beoogde maatschappelijk effect: Het instandhouden en ontwikkelen van de amateurkunst als vorm van vrijetijdsbesteding en vermaak, maar ook als stimulans voor professionele kunst

Subsidievorm: Waarderingssubsidie specifiek

Bedrag (begroting 2008): € 500,00

Berekening subsidie: Een door burgemeester en wethouders te bepalen bedrag, waarbij verzoeken worden behandeld in volgorde van binnenkomst

Subsidieplafond: Ja

Budgetsubsidieovereenkomst: Nee

Product 540.1 Beheerscommissie Omke Romke

Doelstelling: Promotie van de Stad

Activiteiten: Exploitatie stadsdraaiorgel

Beoogde maatschappelijk effect: -

Subsidievorm: Waarderingssubsidie

Bedrag (begroting 2008): € 1.075,00

Berekening subsidie: Vast bedrag met jaarlijkse indexering

Subsidieplafond: Ja

Budgetsubsidieovereenkomst: Nee

Product 540.1 Gysbert Japicxstichting

Doelstelling: Bevordering van de culturele ontplooiing

Activiteiten: Instandhouden van een museum en documentatiecentrum aan­gaande Gysbert Japicx

Beoogde maatschappelijk effect: -

Subsidievorm: Waarderingssubsidie

Bedrag (begroting 2008): € 5.415,00

Berekening subsidie: Vast bedrag met jaarlijkse indexering

Subsidieplafond: Ja

Budgetsubsidieovereenkomst: Nee

Product 540.1 Stichting BOOG

Doelstelling: Coördinatie van culturele en promotionele activiteiten van de Stad

Activiteiten: Verstrekking incidentele subsidies en ondersteuning promotio­nele activiteiten

Beoogde maatschappelijk effect: Het instandhouden en ontwikkelen van de amateurkunst als vorm van vrijetijdsbesteding en vermaak, maar ook als stimulans voor professionele kunst

Subsidievorm: Waarderingssubsidie

Bedrag (begroting 2008): € 7.475,00

Berekening subsidie: Vast bedrag met jaarlijkse indexering

Subsidieplafond: Ja

Budgetsubsidieovereenkomst: Nee

Product 580.1 Lokale omroep Bolsward

Doelstelling: Het aanbieden van een pluriform en kwalitatief hoogstaand aan­bod van programma’s op een breed gebied van informatie, cul­tuur, educatie en verstrooiing

Activiteiten: Exploiteren van een lokale radio omroep

Beoogde maatschappelijk effect: -

Subsidievorm: Waarderingssubsidie

Bedrag (begroting 2008): € 5.024,00

Berekening subsidie: Bedrag per wooneenheid

Subsidieplafond: Ja

Budgetsubsidieovereenkomst: Nee

Programma 6 – Sociale voorzieningen en maatschappelijke ondersteuning

De beoogde maatschappelijke effecten van dit programma zijn:

-Armoede en als gevolg daarvan sociaal isolement bestrijden;

-De opbouw van het jongerenwerk continueren en daarbij sneller resultaten boeken;

-Het ontwikkelen van integraal beleid voor jeugd en gezin;

-Voorbereid zijn op de verdere vergrijzing van de samenleving;

-Het voorkomen van verslaving aan alcohol, gokken en verdovende middelen;

-Burgers, sociale-, maatschappelijke-, en levensbeschouwelijke verbanden betrekken bij ontwikkeling en uitvoering van sociaal beleid.

De subsidies leveren op de volgende manier een bijdrage aan de doelstellingen van het programma Sociale voorzieningen en maatschappelijke ondersteuning:

Product 620.1 Stichting Timpaan Welzijn

Doelstelling: Verbetering van het sociaal functioneren van personen of de wis­selwerking tussen personen en hun sociale omgeving.

Activiteiten: Instandhouden van een voorziening die het algemeen maat­schappelijk werk uitvoert

Beoogde maatschappelijk effect: Armoede en als gevolg daarvan sociaal isolement bestrijden

Subsidievorm: Budgetsubsidie

Bedrag (begroting 2008): € 106.392,00

Berekening subsidie: Overeenkomstig budgetsubsidieovereenkomst

Subsidieplafond: Ja

Budgetsubsidieovereenkomst: Nee

Product 620.1 Stichting Terminale thuiszorg

Doelstelling: Hulp bij de verzorging van terminale patiënten

Activiteiten: Instandhouden van een voorziening voor de uitvoering van deze vorm van vrijwilligerswerk

Beoogde maatschappelijk effect: -

Subsidievorm: Waarderingssubsidie

Bedrag (begroting 2008): € 280,00

Berekening subsidie: Bedrag per inwoner

Subsidieplafond: Ja

Budgetsubsidieovereenkomst: Nee

Product 620.1 Humanitas

Doelstelling: Bestrijden sociaal isolement

Activiteiten: Bieden van vervangende mantelzorg

Beoogde maatschappelijk effect: Burgers, sociale-, maatschappelijke-, en levensbeschouwelijke verbanden betrekken bij ontwikkeling en uitvoering van sociaal beleid

Subsidievorm: Waarderingssubsidie

Bedrag (begroting 2008): € 1.115,00

Berekening subsidie: Vast bedrag met jaarlijkse indexering

Subsidieplafond: Ja

Budgetsubsidieovereenkomst: Nee

Product 620.1 Diverse maatschappelijke instellingen

Doelstelling: Ondersteuning van incidentele activiteiten op het gebied van maatschappelijke ondersteuning

Activiteiten: Diverse activiteiten op het gebied van maatschappelijke onder­steuning

Beoogde maatschappelijk effect: -

Subsidievorm: Waarderingssubsidie eenmalig

Bedrag (begroting 2008): € 420,00

Berekening subsidie: Een door burgemeester en wethouders te bepalen bedrag

Subsidieplafond: Ja

Budgetsubsidieovereenkomst: Nee

Product 620.2 Stichting Ouderenwerk

Doelstelling: Door middel van coördinatie, voorlichting en ondersteuning het wel­zijn voor ouderen bevorderen

Activiteiten: Exploiteren van een voorziening voor de uitvoering van het ou­derenwerk Beoogde maatschappelijk effect: Voorbereid zijn op de verdere vergrijzing van de samenleving

Subsidievorm: Budgetsubsidie

Bedrag (begroting 2008): € 39.000,00

Berekening subsidie: Vast bedrag met jaarlijkse indexering

Subsidieplafond: Nee

Budgetsubsidieovereenkomst: Nee, wacht op reactie stichting

Product 620.2 Volksdansgroep voor bejaarden

Doelstelling: Bevorderen van het bewegen door ouderen

Activiteiten: Het bieden van gelegenheid voor dansen door ouderen

Beoogde maatschappelijk effect: Voorbereid zijn op de verdere vergrijzing van de samenleving

Subsidievorm: Waarderingssubsidie

Bedrag (begroting 2008): € 150,00

Berekening subsidie: Vast bedrag met jaarlijkse indexering

Subsidieplafond: Ja

Budgetsubsidieovereenkomst: Nee

Product 621.1 Vluchtelingenwerkgroep

Doelstelling: Hulp aan vluchtelingen

Activiteiten: Bieden van maatschappelijke hulp aan vluchtelingen

Beoogde maatschappelijk effect: sociaal isolement bestrijden

Subsidievorm: Waarderingssubsidie

Bedrag (begroting 2008): € 6.500,00

Berekening subsidie: Vast bedrag met jaarlijkse indexering

Subsidieplafond: Ja

Budgetsubsidieovereenkomst: Nee

Product 630.1 Stichting Ons Gebouw

Doelstelling: Aanbieden van een locatie voor sociaal cultureel werk

Activiteiten: Exploiteren van een accommodatie voor de uitvoering van soci­aal cultureel werk

Beoogde maatschappelijk effect: -

Subsidievorm: Budgetsubsidie

Bedrag (begroting 2008): € 46.171,00

Berekening subsidie: Subsidiebedrag vorig jaar met een aanpassing voor gestegen lonen en prijzen

Subsidieplafond: Nee

Budgetsubsidieovereenkomst: Ja

Product 630.1 Vrijwilligerswerk

Doelstelling: Bevorderen van het aantrekken en behouden van vrijwilligers

Activiteiten: Het bieden van gelegenheid voor opleiding, vorming, e.d. voor vrijwilligers

Beoogde maatschappelijk effect: Burgers, sociale-, maatschappelijke-, en levensbeschouwelijke verbanden betrekken bij ontwikkeling en uitvoering van sociaal beleid

Subsidievorm: Waarderingssubsidie eenmalig

Bedrag (begroting 2008): € 2.370

Berekening subsidie: Een door burgemeester en wethouders te bepalen bedrag

Subsidieplafond: Ja

Budgetsubsidieovereenkomst: Nee

Product 630.2 Stichting speel - o - theek

Doelstelling: Bevordering van de ontwikkeling van peuters en kleuters

Activiteiten: Uitlenen van speelgoed

Beoogde maatschappelijk effect: Het ontwikkelen van integraal beleid voor jeugd en gezin

Subsidievorm: Waarderingssubsidie

Bedrag (begroting 2008): € 145,00

Berekening subsidie: Vast bedrag met jaarlijkse indexering

Subsidieplafond: Ja

Budgetsubsidieovereenkomst: Nee

Product 630.2 Subsidie jeugdwerker

Doelstelling: Bevordering van de ontwikkeling van de jeugd

Activiteiten: Ondersteunen van jongeren en signaleren van knelpunten en ontwikkelingen

Beoogde maatschappelijk effect: De opbouw van het jongerenwerk continueren en daarbij sneller resultaten boeken

Subsidievorm: Budgetsubsidieovereenkomst

Bedrag (begroting 2008): € 35.747,00

Berekening subsidie: Uren maal tarief

Subsidieplafond: Nee

Budgetsubsidieovereenkomst: Ja

Opmerking: Overeenkomst met Stichting Timpaan Welzijn

Product 630.2 Scouting Bolsward

Doelstelling: Bevordering van de ontwikkeling van de jeugd

Activiteiten: Ondersteuning van de exploitatie van een clubgebouw

Beoogde maatschappelijk effect: De opbouw van het jongerenwerk continueren

Subsidievorm: Waarderingssubsidie

Bedrag (begroting 2008): € 340,00

Berekening subsidie: Vast bedrag, vermeerderd met een bedrag per lid

Subsidieplafond: Ja

Budgetsubsidieovereenkomst: Nee

Product 630.3 Buurt- en wijkverenigingen

Doelstelling: Bevordering van de leefbaarheid van wijken

Activiteiten: Activiteiten van de wijkvereniging, onderhoud en beheer speelvoorzieningen Beoogde maatschappelijk effect: Burgers, sociale-, maatschappelijke-, en levensbeschouwelijke verbanden betrekken bij ontwikkeling en uitvoering van sociaal beleid

Subsidievorm: Waarderingssubsidie

Bedrag (begroting 2008): € 16.142,00

Berekening subsidie: Vaste bijdrage voor verzekering, keuring, onderhoud en vervanging speeltoestellen. De bedragen worden jaarlijks geïndexeerd en geëvalueerd

Subsidieplafond: Ja

Budgetsubsidieovereenkomst: Nee

Product 650.1 Peuterspeelzaal “De Opstap”

Doelstelling: Bevordering van de ontwikkeling van de jeugd

Activiteiten: Voorbereiding op het volgen van (basis)onderwijs

Beoogde maatschappelijk effect: Het ontwikkelen van integraal beleid voor jeugd en gezin

Subsidievorm: Budgetsubsidie

Bedrag (begroting 2008): € 8.735,00

Berekening subsidie: Vast bedrag met jaarlijkse indexering

Subsidieplafond: Nee

Budgetsubsidieovereenkomst: Nee, moet nog worden overeengekomen

Product 652.1 WMO adviesraad Bolsward

Doelstelling: Bescherming van belangen van WVG-gerechtigden

Activiteiten: Gevraagd en ongevraagd advies verlenen inzake WVG-zaken

Beoogde maatschappelijk effect: Burgers, sociale-, maatschappelijke-, en levensbeschouwelijke verbanden betrekken bij ontwikkeling en uitvoering van sociaal beleid

Subsidievorm: Waarderingssubsidie

Bedrag (begroting 2008): € 2.000,00

Berekening subsidie: Werkelijke kosten

Subsidieplafond: Ja

Budgetsubsidieovereenkomst: Nee

Product 714.1 Stichting Thuiszorg Friesland

Doelstelling: Bevordering gezondheid jeugd

Activiteiten: Uitvoering wettelijk basistakenpakket en lokale projecten, in stand houden consultatiebureaus

Beoogde maatschappelijk effect: Het ontwikkelen van integraal beleid voor jeugd en gezin

Subsidievorm: Budgetsubsidie

Bedrag (begroting 2008): € 118.500,00

Berekening subsidie: Op basis ontvangen rijksvergoeding vermeerderd met de offerte maatwerkdeel

Subsidieplafond: Nee

Budgetsubsidieovereenkomst: Nee, moet nog worden overeengekomen

Opmerking: Het afsluiten van een overeenkomst is mede afhankelijk van de regionale en landelijke ontwikkelingen

Programma 7 - Milieu

De beoogde maatschappelijke effecten van dit programma zijn:

-Het bestaande beleid van duurzaam bouwen voortzetten;

-Een lokale dialoog op gang houden over duurzaam beleid, de lokale visie over duurzame ontwikkeling verder ontwikkelen en het gevoerde beleid evalueren;

-Energieverbruik waar mogelijk beperken en alternatieve energiebronnen stimuleren.

De subsidies leveren op de volgende manier een bijdrage aan de doelstellingen van het programma Milieu:

Product 721.1 Diverse instellingen

Doelstelling: Op hoger plan brengen afvalscheiding

Activiteiten: Inzameling huishoudelijk oud papier

Beoogde maatschappelijk effect: Een lokale dialoog op gang houden over duurzaam beleid, de lokale visie over duurzame ontwikkeling verder ontwikkelen en het gevoerde beleid evalueren

Subsidievorm: Waarderingssubsidie specifiek

Bedrag (begroting 2008): € 44.325,00

Berekening subsidie: Vast bedrag per adres, vast bedrag per ingezamelde kilo en de helft van de vergoeding die gemeente ontvangt per kilo ingeza­meld oud papier

Subsidieplafond: Nee

Budgetsubsidieovereenkomst: Nee

4. ACTIVITEITEN Jaarlijks na behandeling van de gemeentebegroting moeten er een aantal activiteiten worden gedaan. Dit zijn:

1. Subsidieplafond

De raad stelt bij de begroting de desbetreffende subsidieplafonds vast. De Algemene wet bestuursrecht eist dat de subsidieplafonds worden gepubliceerd. Hierbij wordt ook de ver­deelsleutel aangegeven van het door de raad bij de begrotingsbehande­ling vastge­stelde bedrag.

Nog voor het eind van het jaar zal het subsidieplafond moeten worden gepubliceerd. Dit kan via een vrij korte mededeling in het plaatselijk nieuwsblad waarbij naar de website van de gemeente wordt verwezen.

2. Aanvragen waarderingssubsidies

Aanvragen voor waarderingssubsidies vinden plaats op een door burgemeester en wethou­ders bepaalde wijze. Het initi­atief gaat hierbij uit van de gemeente en niet van de aanvrager. Hoewel het initiatief uitgaat van de gemeente blijft de instelling zelf verantwoordelijk.

3. Intrekken oude verordening

Er is gebleken dat de verordening subsidiering godsdienstonderwijs en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs, door uw raad vastgesteld op 26 september 2000, nog steeds van kracht is. Aangezien in de Algemene Subsidieverordening regels zijn opgenomen over deze specifieke subsidievorm, moet deze verordening worden ingetrokken.

5. VASTSTELLING

De raad van de gemeente Bolsward,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 mei 2008;

gelet op de Financiële beheersverordening gemeente Bolsward 2005;

gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht;

besluit:

1. de Subsidienota van de gemeente Bolsward inclusief het in hoofdstuk 3 opgenomen subsidiebeleidskader vast te stellen;

2. de subsidieverordening zoals opgenomen in bijlage 1 van deze nota vast te stellen;

3. de Verordening subsidiëring godsdienstonderwijs en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs, vastgesteld op 26 september 2000, in te trekken.

Hieronder volgt de tekst van de voorgestelde subsidieverordening zoals die moet gaan gel­den vanaf 1 juli 2008.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Awb: de Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    bestemmingsreserve: een reserve waaraan een concrete bestemming is verbonden;

  • c.

    budgetsubsidie: een subsidie voor de duur van één of meerdere jaren op grondslag van activiteiten, producten of prestaties, waarbij het subsidiebedrag direct is gerelateerd aan een met het subsidieontvanger overeengekomen niveau van activiteiten, producten of prestaties en de daarbij horende prioriteitstelling;

  • d.

    Derde Wereld: gebiedsdelen in de wereld buiten Europa, die in hun economische en so­ciale ontwikkeling worden gesteund;

  • e.

    duurzame roerende goederen: roerende goederen die bestemd zijn om gedurende meerdere boekjaren te worden gebruikt ten behoeve van de activiteiten waarvoor subsi­die wordt verleend;

  • f.

    éénmalige subsidie: een subsidie die wordt toegekend ten behoeve van een éénmalige activiteit of experiment dat wordt verricht binnen twaalf maanden nadat de aanvraag is ingediend;

  • g.

    erkende papierondernemer: een papierondernemer die het Oudpapiervezelconvenant heeft ondertekend;

  • h.

    gemeente: de gemeente Bolsward;

  • i.

    godsdienstonderwijs: het onderricht in bijbelkennis, bijbelse geschiedenis, godsdienstleer alsmede geschiedenis en cultuurgeschiedenis van het christendom;

  • j.

    instelling: elke organisatie, niet zijnde een publiekrechtelijke instantie, die zich ten doel stelt zonder winstoogmerk activiteiten of prestaties te verrichten of producten te leveren waarvan het gemeentebestuur de ideële of materiële waarde voor de inwoners van Bols­ward erkent;

  • k.

    jeugdlid: leden van een voor subsidie in aanmerking komende sportvereniging die jonger zijn dan 18 jaar.

  • l.

    levensbeschouwelijk vormingsonderwijs: het leveren van een bijdrage in de vorm van onderricht aan de geestelijke en zedelijke vorming van de leerlingen, waaronder mede verstaan wordt het humanistisch vormingsonderwijs;

  • m.

    subsidiebeleidskader: een zo compleet mogelijk, compact overzicht van het subsidiebe­leid per beleidsterrein;

  • n.

    subsidiejaar: het jaar waarover subsidie wordt verstrekt;

  • o.

    subsidieaanvrager: elke natuurlijke of rechtspersoon die aan een bestuursorgaan een verzoek tot subsidie richt;

  • p.

    subsidieontvanger: elke natuurlijke of rechtspersoon waaraan door een bestuursorgaan subsidie wordt verstrekt;

  • q.

    subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens een bepaald wettelijk voorschrift;

  • r.

    waarderingssubsidie: een stimuleringsbijdrage in een activiteit of activiteiten, ongeacht de feitelijke kosten van deze activiteiten.

  • s.

    lid: een natuurlijk persoon die onderdeel uit maakt van een instelling en hiervoor contributie is verschuldigd.

Artikel 2 Rechtspersoonlijkheid
  • 1. Subsidies worden alleen verleend aan instellingen met (al dan niet volledige) rechtsper­soonlijkheid.

  • 2. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders vrijstelling verlenen van het be­paalde in het eerste lid.

Artikel 3 Reikwijdte van de verordening

Deze verordening is van toepassing op de subsidiëring van alle activiteiten die door een in­stelling in het gemeentelijk belang wordt uitgevoerd en waarvoor geen andere gemeente­lijke subsidieverordening geldt.

Artikel 4 Inhoudelijk beleid

De raad stelt vast:

  • a.

    welke activiteiten voor subsidie in aanmerking komen;

  • b.

    welke gronden worden gehanteerd voor het verstrekken van subsidie;

  • c.

    welke specifieke voorschriften op het verstrekken van subsidie van toepassing zijn.

Artikel 5 Subsidiebeleidskader
  • 1. Onder deze verordening vallen de subsidies die vastgelegd zijn in het subsidiebeleidska­der. Dit kader wordt periodiek in een Nota door de raad vastgesteld. Hierin wordt in elk geval opge­nomen:

    • a.

      de doelstellingen van het subsidie;

    • b.

      het door de raad beschikbaar gestelde budget;

    • c.

      de voor subsidie in aanmerking komende activiteiten.

  • 2. Burgemeester en wethouders zijn belast met de uitvoering van het subsidiebeleidskader en verstrekken de subsidies.

  • 3. De gemeenteraad kan tussentijds wijzigingen aanbrengen in het subsidiebeleidskader.

Artikel 6 Uitvoering

Burgemeester en wethouders zijn belast met de uitvoering van deze verordening.

Artikel 7 Subsidieplafond
  • 1. De gemeenteraad stelt jaarlijks bij het vaststellen van de gemeentebegroting de subsidie­plafonds vast.

  • 2. Burgemeester en wethouders verdelen daar waar nodig het beschikbare subsidiebedrag volgens een in het subsidiebeleidskader opgenomen verdeelregel.

Artikel 8 Evaluatie

Indien het noodzakelijk is om een inzicht te krijgen of het inzicht te vergroten in de doeltref­fendheid en de effecten van het subsidie evalueren burgemeester en wethouders de subsi­dieverstrek­king.

Artikel 9 Toezichthouders

Burgemeester en wethouders kunnen toezichthouders als bedoeld in artikel 5:11 van de Awb aanwijzen. Deze toezichthouders zijn belast met het toezicht op de naleving van de verplich­tingen die zijn op­gelegd aan de subsidieontvanger.

Artikel 10 Democratisering
  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen het bestuur van een subsidieontvanger nadere regels opleggen omtrent het betrekken van deelnemers, vrijwilligers, cliënten en be­roeps­krachten bij het beleid van de instelling.

  • 2. In geval van de situatie bedoeld in het eerste lid, wordt de betrokkenheid geregeld in de statuten, het huishou­delijk reglement of een afzonderlijk besluit van de instelling.

Hoofdstuk 2 Budgetsubsidie

Artikel 11 Aanvraag

Een aanvraag om budgetsubsidie moet, voorzien van de door burgemeester en wethouders te bepalen bescheiden, zo mogelijk vóór 1 april, doch uiterlijk vóór 1 juli, van het jaar vooraf­gaande aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft door burge­meester en wethou­ders zijn ontvangen.

Artikel 12 Beslistermijn en toetsing aanvraag
  • 1. Burgemeester en wethouders beslissen uiterlijk op 31 december van het jaar vooraf­gaande aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft schriftelijk op de aanvraag voor budgetsub­sidie.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de beslissing als bedoeld in het eerste lid uiterlijk dertien weken verdagen.

  • 3. Is niet op een aanvraag beslist voor 31 december van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor het subsidie is aangevraagd, dan is de aanvrager bevoegd uitgaven te doen tot ten hoogste een derde deel van de bedragen die op de overeenkomstige posten van de laatst afgegeven subsidiebeschikking zijn vastgesteld.

Artikel 13 Aanvraag tot subsidievaststelling

De subsidieontvanger moet zo mogelijk vóór 1 april, doch uiterlijk vóór 1 juli, onder overleg­ging van door burgemeester en wethouders te bepalen bescheiden, van het jaar volgend op het subsidiejaar een aan­vraag tot vaststelling van het subsidie inleveren.

Artikel 14 Besluit tot subsidievaststelling
  • 1. Burgemeester en wethouders stellen het subsidie vast binnen dertien weken na ont­vangst van de aanvraag als bedoeld in artikel 13.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de beslissing als bedoeld in het eerste lid uiterlijk vijf weken verdagen.

Artikel 15 Verplichtingen van de subsidieontvanger

De subsidieontvanger is verplicht tot het verrichten van de activiteiten of het leveren van de producten en prestaties zoals deze zijn opgenomen in de subsidiebeschikking of in de bud­getsubsi­dieovereenkomst.

Artikel 16 Liquidatiesaldo
  • 1. De bestemming van een eventueel batig liquidatiesaldo bij ontbinding van een subsidie­ontvanger behoeft voorafgaande goedkeuring van burgemeester en wethouders. Bur­ge­meester en wethouders houden daarbij rekening met de herkomst en samenstelling van het liquidatiesaldo.

  • 2. Burgemeester en wethouders nemen een besluit binnen acht weken na ontvangst van het voorstel van de subsidieontvanger.

  • 3. Wijzen burgemeester en wethouders het voorstel van de subsidieontvanger af dan geven zij tevens een aanwijzing tot de gewenste bestemming.

  • 4. Als de subsidieontvanger binnen een door burgemeester en wethouders vastgestelde termijn geen gevolg geeft aan de aanwijzing, kunnen burgemeester en wethouders be­palen dat gehele of gedeeltelijke terugstorting naar de gemeente plaatsvindt.

  • 5. Bij het vaststellen of wijzigen van de statuten van de subsidieontvanger wordt rekening gehouden met het bepaalde in het eerste lid.

Artikel 17 Toestemmingsvereiste

De subsidieontvanger heeft toestemming van burgemeester en wet­houders nodig voor de handelingen bedoeld in artikel 4:71, eerste lid, onderdelen a, b, c, d, e, f, g, i, en j. van de Awb en voor het vervreemden van met subsidie aangeschafte duurzame roerende goede­ren.

Artikel 18 Budgetsubsidieovereenkomst

Ter uitvoering van een subsidieverleningbesluit kan een privaatrechtelijke budgetsubsi­die­overeenkomst tussen de gemeente en de subsidieontvanger worden afgesloten. In deze overeenkomst worden specifieke bepalingen opgeno­men over de te leveren pro­ducten en prestaties, en de financieel-technische aspecten. De inhoud van de budgetsubsidieovereen­komst mag niet in strijd zijn met het bepaalde in dit hoofdstuk.

Hoofdstuk 3 Waarderingssubsidie

Artikel 19 Aanvraag

Een aanvraag om waarderingssubsidie moet, voorzien van de door burgemeester en wet­houders te bepalen bescheiden, zo mogelijk vóór 1 april, doch uiterlijk vóór 1 juli, van het jaar voorafgaande aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft door bur­ge­meester en wet­houders zijn ontvangen.

Artikel 20 Beslistermijn en toetsing aanvraag
  • 1. Burgemeester en wethouders beslissen uiterlijk op 31 december van het jaar vooraf­gaande aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft schriftelijk op de aanvraag voor waarderingssub­sidie.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de beslissing als bedoeld in het eerste lid uiterlijk dertien weken verdagen.

Artikel 21 Besluit tot subsidievaststelling

Zijn burgemeester en wethouders van oordeel dat de uitgevoerde activiteiten van de in­stel­ling passen binnen het subsidiebeleid dan besluiten zij tot het vaststellen van het subsi­die.

Artikel 22 Verplichtingen van de subsidieontvanger

De subsidieontvanger is verplicht tot het verrichten van de in de beschikking vermelde acti­viteiten. Zo mogelijk vóór 1 april doch uiterlijk op 1 juli van het jaar volgende op het jaar waarover subsidie is verstrekt, levert de instelling de door burgemeester en wethouders gevraagde bescheiden in.

Hoofdstuk 4 Éénmalige subsidie

Artikel 23 Aanvraag

Een aanvraag voor een éénmalige subsidie moet, voorzien van de door burgemeester en wethouders te bepalen bescheiden, uiterlijk acht weken voor het tijdstip waarop de activiteit plaatsvindt door burgemeester en wethouders zijn ontvangen.

Artikel 24 Beslistermijn en toetsing aanvraag
  • 1. Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag om een éénmalige subsidie bin­nen vijf weken na de ontvangst van de aanvraag.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de beslissing als bedoeld in het eerste lid uiterlijk twee weken verdagen.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen omtrent de aard en de hoogte van de éénmalige subsidie.

Artikel 25 Aanvraag tot subsidievaststelling

De subsidieontvanger levert, behoudens in de gevallen dat burgemeester en wethouders hiervoor vrijstelling verlenen, binnen dertien weken nadat de activiteit(en) waarvoor subsi­die is ver­leend hebben plaatsgevonden, vergezeld van de door burgemeester en wethouders gevraagde bescheiden, een aanvraag tot vaststelling van het subsidie in.

Artikel 26 Subsidievaststelling
  • 1. Burgemeester en wethouders stellen het subsidie binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag vast.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de beslissing als bedoeld in het eerste lid uiterlijk vijf weken verdagen.

Artikel 27 Subsidievaststelling ineens

Burgemeester en wethouders kunnen op een aanvraag voor een éénmalige subsidie gelijk een besluit tot subsi­dievaststelling nemen. Hierbij kunnen burgemeester en wethouders na­dere voorwaarden vaststellen.

Hoofdstuk 5 Specifieke subsidies

Artikel 28 Audiovisuele uitgaven
  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen een éénmalige subsidie verstrekken voor activi­teiten die gericht zijn op het (doen) uitgeven van boeken, dvd’s, cd’s en andere geluids-, beeld- en informatiedragers.

  • 2. Het subsidie bedraagt per activiteit maximaal € 500,00, met dien verstande dat als sprake is van een door burgemeester en wethouders te bepalen groot gemeentelijk be­lang het subsidie per activiteit maximaal € 1.500,00 kan zijn.

  • 3. De bepalingen genoemd in hoofdstuk 4 Eenmalige subsidie van deze verordening zijn verder van toepas­sing.

Artikel 29 Godsdienst- en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs

1. Burgemeester en wethouders kunnen, onder door burgemeester en wethouders te be­palen voorwaaden, een waarderingssubsidie verstrekken in de kosten verbonden aan het doen geven van godsdienst- of levensbeschouwelijk vor­mingsonderwijs aan leerlin­gen van groep vier en hoger van de openbare of bijzondere basisscholen in de ge­meente.

2. De bepalingen genoemd in hoofdstuk 3 Waarderingssubsidie van deze verordening zijn verder van toepas­sing.

Artikel 30 Oud papier
  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen een waarderingssubsidie verstrekken voor activi­teiten die gericht zijn op de inzameling van oud papier voorzover dat afkomstig is van particuliere huishoudens.

  • 2. Het subsidie bedraagt:

    • a.

      per kalenderjaar € 0,45 per wooneenheid in de wijk waar de betreffende inzamelaar het oud papier inzamelt;

    • b.

      € 36,30 per ton (1.000 kg.) afgeleverd oud papier, vermeerderd met de helft van de vergoeding die de gemeente ontvangt per afgeleverde ton oud papier met dien ver­stande dat het subsidie minimaal € 36,30 per afgeleverde ton oud papier bedraagt.

  • 3. Voor subsidie voor de inzameling van oud papier komen alleen in aanmerking de instel­lingen die zijn opgenomen op een burgemeester en wethouders vastgestelde lijst van in­zamelaars van oud papier.

  • 4. Om vermeld te worden op de lijst als bedoeld in lid 3 van dit artikel verplicht de instelling zich om minimaal één keer per maand huis – aan – huis het oud papier in te zamelen in de haar door burgemeester en wethouders toegewezen wijk, en moet zij in het bezit zijn van een vergunning voor het inzamelen van oud papier als bedoeld in artikel 7 van de Afvalstoffenverordening.

  • 5. De op de lijst van inzamelaars van oud papier vermelde instelling verklaart dat zij uitslui­tend oud papier inzamelt dat afkomstig is van parti­culiere huishoudens.

  • 6. De bepalingen genoemd in hoofdstuk 3 Waarderingssubsidie van deze verordening zijn verder van toepassing met dien verstande dat de aanvraag bestaat uit de ontvangst van een afschrift van de erkende papierondernemer waarop het gewicht van het afgeleverd oud papier staat vermeld met de naam van de aanvrager en de afleveringsdatum.

Artikel 31 Ontwikkelingshulp
  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen aan een instelling een waarderingssubsidie ver­strekken voor:

    • a.

      activiteiten die in de Derde Wereld plaatsvinden;

    • b.

      activiteiten die in de gemeente plaatsvinden en gericht zijn op voorlichting over of bewustwording van de burger met betrekking tot de Derde Wereld.

  • 2. Om voor subsidie als bedoeld in lid 1 a van dit artikel in aanmerking te komen moeten de activiteiten bedoeld zijn voor een duidelijk omschreven doelgroep in de Derde Wereld die actief bij de uitvoering is betrokken, en die zelf een bijdrage levert aan de activi­tei­ten in de vorm van geld, arbeid en materiaal.

  • 3. Om voor het subsidie als bedoeld in lid 1 b van dit artikel in aanmerking te komen moeten de activiteiten:

    -gericht zijn op de werving van financiële steun aan activiteiten in de Derde Wereld, of

    -gericht zijn op de bewustwording van de inwoners van de gemeente inzake het ont­wikkelingsvraagstuk.

  • 4. De bepalingen genoemd in hoofdstuk 3 Waarderingssubsidie van deze verordening zijn verder van toepassing.

  • 5. In geval van een aanvraag voor een eenmalige bijdrage, zijn de bepalingen genoemd in hoofdstuk 4 Éénmalige subsidie van deze verordening van toepassing.

Artikel 32 Sport
  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen een waarderingssubsidie verstrekken voor activi­teiten die de sport­beoefening door jeugdleden direct stimuleren.

  • 2. Voor de berekening als bedoeld in lid 2 van dit artikel wordt uitgegaan van het aantal jeugdleden dat op 1 januari van het jaar voorafgaande aan het kalenderjaar als zodanig bij de vereniging is ingeschreven.

  • 3. Voor subsidie ingevolge dit artikel komen in aanmerking sportverenigingen die zijn aan­gesloten bij een overkoepelend orgaan.

  • 4. De bepalingen genoemd in hoofdstuk 3 Waarderingssubsidie van deze verordening zijn verder van toepassing.

Hoofdstuk 6 Overige bepalingen

Artikel 33 Weigeringgronden

De subsidieverstrekking kan, naast de in artikel 4:25 en artikel 4:35 van de Awb genoemde gevallen, geweigerd worden als er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat:

  • a.

    de activiteiten van de instelling niet gericht zullen zijn op de gemeente of niet aanwijs­baar ten goede komen aan inwoners van de gemeente;

  • b.

    de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor het subsidie beschikbaar wordt gesteld;

  • c.

    de instelling doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang, of de openbare orde;

  • d.

    de subsidieverstrekking niet past binnen het beleid van de gemeente;

  • e.

    de instelling ook zonder subsidieverstrekking over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden kan beschikken om de kosten van de activitei­ten te betalen;

  • f.

    door de subsidieverlening het ter zake vastgestelde subsidieplafond zou worden overschreden.

Artikel 34 Niet voor subsidiëring in aanmerking komende kosten

Voor subsidiëring komen niet in aanmerking de volgende kosten:

  • a.

    de kosten van verkoopartikelen en van acties en activiteiten, die zijn bedoeld om inkomsten te verwerven;

  • b.

    de kosten van maaltijden, consumpties, traktaties en rookartikelen;

  • c.

    de kosten van geschenken, attenties ed, tenzij deze dienen ter vervanging van een honorarium voor verrichtte diensten;

  • d.

    kosten, waarvoor reeds uit andere hoofde subsidie is verkregen;

  • e.

    uitgaven, welke naar hun aard dienen te worden beschouwd als terugbetaling of doorbetaling van ontvangen baten;

  • f.

    kosten van bands, orkesten, toneel- en cabaretgezelschappen, shows en overeenkomstige kosten.

Artikel 35 Vergoeding aan de gemeente bij vermogensvorming
  • 1. In de gevallen als bedoeld in artikel 4:41, tweede lid, Awb kunnen burgemeester en wet­houders een vergoedingsplicht opleggen.

  • 2. De wijze waarop en de hoogte van de vergoeding wordt bepaald door burgemeester en wethouders.

  • 3. Indien het onroerende zaken betreft geschiedt de waardebepaling door een gezamenlijk door burgemeester en wethouders en de subsidieontvanger aan te wijzen onafhanke­lijke deskundige.

  • 4. Dit artikel is niet van toepassing in die gevallen waarin de activiteiten van een subsidie­ontvanger door een derde worden voortgezet en de activa en passiva met toestemming van burgemeester en wethou­ders tegen boekwaarde aan die derde worden overgedra­gen.

Artikel 36 Voorschotten
  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen voorschotten op het subsidie verlenen.

  • 2. Voorschotten worden bij de vaststelling van het subsidie verrekend. Op aanzegging van burgemeester en wethouders stort een subsidieontvanger teveel ontvangen voorschotten terug in de gemeentekas.

  • 3. Burgemeester en wethouders verlenen geen voorschotten op het subsidie zodra zij ken­nis hebben van het ontbinden van een instelling, conservatoir beslag op (een deel van) het vermogen van een instelling, een ten aanzien van een instelling verleende surséance van betaling, of uitgesproken faillissement.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen het verlenen van voorschotten opschorten indien een instelling naar hun oordeel niet in voldoende mate de aan de toekenning van het subsidie verbonden verplichtingen nakomt.

Artikel 37 Meldingsplicht bij wijziging omstandigheden
  • 1. Een instelling die een subsidie heeft aangevraagd of waaraan subsidie is verleend, doet zo spoedig mogelijk mededeling aan burgemeester en wethouders van omstandigheden die van belang kunnen zijn voor de beslissing op de aanvraag dan wel een beslissing tot wijzi­ging, intrekking of vaststelling van het subsidie. Daarbij worden de relevante stukken overge­legd.

  • 2. Indien een instelling niet voldoet aan het bepaalde in lid 1 hebben burgemeester en wet­houders de bevoegdheid de gevraagde subsidie niet te verlenen of de verleende subsi­die geheel in te trekken.

Artikel 38 Zorgvuldig beheer en verzekeringsplicht
  • 1. De subsidieontvanger beheert de tot haar beschikking staande middelen zorgvuldig en treft maat­regelen ter voorkoming van vermogensschade.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de subsidieontvanger verplichten haar roerende en onroerende zaken te verzekeren en verzekerd te houden op basis van herbouw- of vervangingswaarde tegen de schade van brand, storm en inbraak.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen de subsidieontvanger verplichten het bij haar in dienst zijnde personeel en de voor haar werkzame vrijwilligers gedurende de tijd dat dezen voor haar werkzaam zijn, te verzeke­ren tegen de gevolgen van wettelijke aansprakelijkheid.

Artikel 39 Medewerking aan onderzoek door gemeente
  • 1. Een subsidieontvanger werkt mee aan een door of namens de gemeente ingesteld on­der­zoek dat gericht is op het verkrijgen van inlichtingen ten behoeve van de ontwikkeling van het beleid.

  • 2. Indien een instelling niet voldoet aan het bepaalde in lid 1 hebben burgemeester en wet­houders de bevoegdheid de verleende subsidie in te trekken.

Artikel 40 Betaling

Subsidiebedragen en voorschotten worden binnen drie weken betaald na het besluit tot sub­sidievaststelling, tenzij burgemeester en wethouders in het besluit een andere termijn aan­geven.

Hoofdstuk 7 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 41 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen van de bepalingen in deze verordening afwijken, in­dien toepassing ervan zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 42 Overgangsbepaling

Op subsidies die voor de inwerkingtreding van deze verordening zijn verleend zijn de bepa­lingen van de Subsidieverordening van de gemeente Bolsward zoals vastgesteld op 20 december 2005 van toepassing.

Artikel 43 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2008 en vervangt met ingang van dezelfde datum de op 20 december 2005 vastgestelde Algemene subsidieverordening.

Artikel 44 Citeertitel

Deze verordening kan aangehaald worden als de “Algemene Subsidieverordening gemeente Bolsward 2008”.

Toelichting op de subsidieverordening

Ter verduidelijking en om de aansluiting met de Awb te laten zien is hieronder een toelichting op de subsidieverordening opgenomen. De relevante artikelen uit de Awb zijn in een kleiner lettertype opgenomen.

Hoofdstuk 1 – Algemene bepalingen

Artikel 1 - Begripsomschrijvingen

De begripsomschrijvingen zijn opgenomen ter voorkoming van interpretatieverschillen.

j. instelling

De definitie van een instelling is niet beperkt tot statutair in de gemeente gevestigde rechts­personen. De definitie biedt de ruimte regionaal werkende organisaties te subsidiëren. Zij moeten dan in het belang van en voor Bolsward en/of plaatselijke bevolking activiteiten ver­richten en daarmee bepaalde pro­ducten en prestaties leveren. Gelet op de schaalvergroting (regionaal werkende instellingen), moet deze mogelijkheid ook worden geboden. Het is niet de bedoeling dat hiermee “de deur wordt opengezet” door aan iedere regio­nale of landelijke instelling de mogelijkheid te bieden met succes een subsidieaanvraag in te dienen. Uitgaand van het standpunt dat dit niet de bedoeling is moet een subsidieaanvraag aan de volgende criteria worden getoetst:

-de activiteiten moeten belang/waarde hebben voor de plaatselijke inwoners;

-de activiteiten kunnen worden uitgevoerd door plaatselijke, regionale of landelijke instel­lingen: de statutaire plaats van vestiging van de instelling is niet van belang;

-de activiteiten voor de plaatselijke inwoners zijn in principe lokaal “gebonden”, dat wil zeggen dat zij in principe plaatsvinden in of op lokale accommodaties of in de openbare ruimte binnen de gemeentegrens.

Artikel 2 - Rechtspersoonlijkheid

Uitgangspunt is dat subsidies alleen worden verstrekt aan instellingen die be­schikken over een vorm van rechtspersoonlijkheid. Vanzelfsprekend zijn er omstandigheden denkbaar waarbij het gewenst of redelijk is hiervan af te wijken (bijv. initiatiefgroepen).

Artikel 3 – Reikwijdte van de verordening

Het doel van de term “gemeentelijk belang” is de belangen waarbij inwo­ners c.q. bezoekers van Bolsward niet betrokken zijn uit te sluiten.

Artikel 4 – Inhoudelijk beleid

De raad stuurt op hoofdlijnen, burgemeester en wethouders zorgen voor de uitvoering.

Artikel 6 - Uitvoering

Zie de toelichting bij artikel 4.

Artikel 7 - Subsidieplafond

De Awb geeft de mogelijkheid tot het hanteren van een subsidieplafond. Deze be­voegdheid moet dan wel in de verordening zijn opgeno­men. Met opname van dit artikel in de verorde­ning is dit het geval.

Artikel 4:26

1. Bij of krachtens wettelijk voorschrift wordt bepaald hoe het beschikbare bedrag wordt verdeeld.

2. Bij de bekendmaking van het subsidieplafond wordt de wijze van verdeling vermeld.

Artikel 4:27

1. Het subsidieplafond wordt bekendgemaakt voor de aanvang van het tijdvak waarvoor het is vastgesteld.

2. Indien het subsidieplafond of een verlaging daarvan later wordt bekendgemaakt, heeft deze bekendmaking geen gevolgen voor voordien ingediende aanvragen.

Artikel 4:28

Artikel 4:27, tweede lid, is niet van toepassing, indien:

a. de aanvragen voor het tijdvak waarvoor het subsidieplafond is vastgesteld ingevolge wettelijk voorschrift moeten worden ingediend op een tijdstip waarop de begroting nog niet is vastgesteld of goedgekeurd;

b. het een verlaging betreft die voortvloeit uit de vaststelling of goedkeuring van de begro­ting;

c. bij de bekendmaking van het subsidieplafond is gewezen op de mogelijkheid van verla­ging en de gevolgen daarvan voor reeds ingediende aanvragen.

Artikel 8 - Evaluatie

Dit artikel is een uitwerking van artikel 4:24 Awb. Aan de inhoud van de evaluatie zijn geen eisen ge­steld. Deze kunnen immers per subsidie anders zijn. Ook is geen termijn voorge­schreven. Dit omdat een termijn afhankelijk is van het effect dat in beeld moeten komen (soms op korte termijn, soms op langere termijn, soms periodiek).

Artikel 4:24

Indien een subsidie op een wettelijk voorschrift berust, wordt ten minste eenmaal in de vijf jaren een verslag ge­publiceerd over de doeltreffendheid en de effecten van het subsidie in de praktijk, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald.

Artikel 9 – Toezichthouders

De Awb regelt veel over toezichthouders. De verordening moet wel de mo­gelijkheid geven om toezicht­hou­ders aan te wijzen. Een verwijzing naar de Awb is hier dan ook voldoende.

Artikel 5:11

Onder toezichthouder wordt verstaan: een persoon, bij of krachtens wettelijk voorschrift belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift.

Artikel 5:12

1. Bij de uitoefening van zijn taak draagt een toezichthouder een legitimatiebewijs bij zich, dat is uitgegeven door het bestuursorgaan onder verantwoordelijkheid waarvan de toe­zichthouder werkzaam is.

2. Een toezichthouder toont zijn legitimatiebewijs desgevraagd aanstonds.

3. Het legitimatiebewijs bevat een foto van de toezichthouder en vermeldt in ieder geval diens naam en hoeda­nigheid. Het model van het legitimatiebewijs wordt vastgesteld bij re­geling van Onze Minister van Justitie.

Artikel 5:13

Een toezichthouder maakt van zijn bevoegdheden slechts gebruik voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van zijn taak nodig is.

Artikel 5:14

Bij wettelijk voorschrift of bij besluit van het bestuursorgaan dat de toezichthouder als zodanig aanwijst, kunnen de aan de toezichthouder toekomende bevoegdheden worden beperkt.

Artikel 5:15

1. Een toezichthouder is bevoegd, met medeneming van de benodigde apparatuur, elke plaats te betreden met uitzondering van een woning zonder toestemming van de bewoner.

2. Zo nodig verschaft hij zich toegang met behulp van de sterke arm.

3. Hij is bevoegd zich te doen vergezellen door personen die daartoe door hem zijn aange­wezen.

Artikel 5:16

Een toezichthouder is bevoegd inlichtingen te vorderen.

Artikel 5:17

1. Een toezichthouder is bevoegd inzage te vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden.

2. Hij is bevoegd van de gegevens en bescheiden kopieën te maken.

3. Indien het maken van kopieën niet ter plaatse kan geschieden, is hij bevoegd de gegevens en bescheiden voor dat doel voor korte tijd mee te nemen tegen een door hem af te geven schriftelijk bewijs

Artikel 5:18

1. Een toezichthouder is bevoegd zaken te onderzoeken, aan opneming te onderwerpen en daarvan monsters te nemen.

2. Hij is bevoegd daartoe verpakkingen te openen.

3. De toezichthouder neemt op verzoek van de belanghebbende indien mogelijk een tweede monster, tenzij bij of krachtens wettelijk voorschrift anders is bepaald.

4. Indien het onderzoek, de opneming of de monsterneming niet ter plaatse kan geschieden, is hij bevoegd zaken voor dat doel voor korte tijd mee te nemen tegen een door hem af te geven schriftelijk bewijs.

5. De genomen monsters worden voorzover mogelijk teruggegeven.

6. De belanghebbende wordt op zijn verzoek zo spoedig mogelijk in kennis gesteld van de resultaten van het onderzoek, de opneming of de monsterneming.

Artikel 5:19

1. Een toezichthouder is bevoegd vervoermiddelen te onderzoeken met betrekking waartoe hij een toezicht­houdende taak heeft.

2. Hij is bevoegd vervoermiddelen waarmee naar zijn redelijk oordeel zaken worden vervoerd met betrekking waartoe hij een toezichthoudende taak heeft, op hun lading te onderzoe­ken.

3. Hij is bevoegd van de bestuurder van een vervoermiddel inzage te vorderen van de wette­lijk voorgeschreven bescheiden met betrekking waartoe hij een toezichthoudende taak heeft.

4. Hij is bevoegd met het oog op de uitoefening van deze bevoegdheden van de bestuurder van een voertuig of van de schipper van een vaartuig te vorderen dat deze zijn vervoer­middel stilhoudt en naar een door hem aangewezen plaats overbrengt.

5. Bij regeling van Onze Minister van Justitie wordt bepaald op welke wijze de vordering tot stilhouden wordt gedaan.

Artikel 5:20

1. Een ieder is verplicht aan een toezichthouder binnen de door hem gestelde redelijke ter­mijn alle medewer­king te verlenen die deze redelijkerwijs kan vorderen bij de uitoefening van zijn bevoegdheden.

2. Zij die uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift verplicht zijn tot geheimhouding kunnen het verle­nen van medewerking weigeren, voorzover dit uit hun geheimhoudings­plicht voortvloeit.

Artikel 10 – Democratisering

Voor het democratisch functioneren van een instelling zijn moeilijk algemene regels te ge­ven. Wel is het controleerbaar of de eigen regels, waaraan de instelling moet voldoen demo­cratische zijn. Daarom is het tweede lid van dit artikel opgeno­men. Deze bepaling is zo geformuleerd dat iedere instelling op een eigen wijze inhoud kan geven aan het principe van democratisering.

Hoofdstuk 2 - Budgetsubsidie

Artikel 11 - Aanvraag

De datum voor het inleveren van de aanvraag houdt verband de begrotingscyclus van de gemeente. Er is voor gekozen dat burgemeester en wethouders bepalen welke gegevens de instelling moet overleggen. Dit kan bij elke instelling anders zijn. Veelal zal het gaan om een begroting en een activiteitenplan. Bij de eerste aanvraag zullen aanvullende bescheiden worden opgevraagd, zoals statuten, huishoudelijk reglement, inschrijvingsbewijs Kamer van Koophandel, e.d.. Door burgemeester en wethouders te laten bepalen welke gegevens worden overlegd is sprake van maximale flexibiliteit.

Artikel 12 – Beslistermijn en toetsing aanvraag

Het niet in deze verordening opnemen van beslistermijnen betekent dat de Awb van toepas­sing is. Redelijk is volgens de Awb acht weken. Hierna is nog verdaging mogelijk voor maxi­maal acht weken. Dit is in het kader van de begrotingscyclus te kort. Vandaar dat de termijn langer is gesteld.

Artikel 14 – Besluit tot subsidievaststelling

De subsidievaststelling is het vervolg op de subsidieverlening.

Artikel 16 - Liquidatiesaldo

De bedoeling van dit artikel is, dat als met subsidie verkregen eigendommen aan de be­stemming worden onttrokken, een evenredig deel van het vermogen dat met het subsidie is opgebouwd, terugvloeit naar de gemeente. Het vijfde lid is om te voorkomen dat een instelling in verband met het naleven van deze ver­plichting ten opzichte van de gemeente in strijd handelt met haar statu­ten.

Artikel 17 - Toestemmingsvereiste

Dit artikel sluit aan bij artikel 4:71 van de Awb. Het eerste lid van dit Awb-artikel is facultatief. De overige leden (over de beslissingstermijn) zijn dwingend. Voor budgetsubsidie is het merendeel van de toestemmingsver­eisten uit de Awb overgeno­men. Dit geldt alleen niet voor de onderdeel h. Het vereiste onder h kan de bedrijfs­voering van de instelling onnodig belemmeren. Aan de genoemde toestemmingsvereisten uit de Awb is hier de toestemming toegevoegd voor het ver­vreemden van met subsidie aangeschafte duurzame roerende goederen.

Artikel 4:71

1. Indien dit bij wettelijk voorschrift of bij de subsidieverlening is bepaald, behoeft de subsi­dieontvanger de toestemming van het bestuursorgaan voor:

a. het oprichten van dan wel deelnemen in een rechtspersoon;

b. het wijzigen van de statuten;

c. het in eigendom verwerven, het vervreemden of het bezwaren van registergoederen, indien zij mede zijn verworven door middel van de subsidiegelden, dan wel de lasten daarvoor mede worden bekostigd uit de subsidiegelden;

d. het aangaan en beëindigen van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of be­zwaring van regis­tergoederen of tot huur, verhuur of pacht daarvan, indien deze goe­deren geheel of gedeeltelijk zijn ver­worven door middel van de subsidie dan wel de uitgaven daarvoor mede zijn bekostigd uit de subsidie;

e. het aangaan van kredietovereenkomsten en van overeenkomsten van geldlening;

f. het aangaan van overeenkomsten waarbij de subsidieontvanger zich verbindt tot ze­kerheidsstelling met inbegrip van zekerheidsstelling voor schulden van derden of waarbij hij zich als borg of hoofdelijk mede­schuldenaar verbindt of zich voor een derde sterk maakt;

g. het vormen van fondsen en reserveringen;

h. het vaststellen of wijzigen van tarieven voor door de subsidieontvanger in de gewone uitoefening van zijn gesubsidieerde activiteiten te verrichten prestaties;

i. het ontbinden van de rechtspersoon;

j. het doen van aangifte tot zijn faillissement of het aanvragen van zijn surséance van betaling.

2. Het bestuursorgaan beslist binnen vier weken omtrent de toestemming.

3. De beslissing kan eenmaal voor ten hoogste vier weken worden verdaagd.

4. Indien omtrent de toestemming niet tijdig is beslist, wordt de toestemming geacht te zijn verleend.

Artikel 18 - Budgetsubsidieovereenkomst

Dit artikel geeft de mogelijkheid dat naast de beschikking tot subsidieverlening een (privaat­rechtelijke) uitvoeringsovereenkomst wordt afgesloten. De beschikking tot subsidieverlening bevat in ieder geval een aantal essentiële elementen, zoals een aanduiding van de acti­vitei­ten, de verplichtingen en het subsidiebedrag of de berekeningswijze van het bedrag. In de uitvoe­ringsovereenkomst is ruimte voor de uitwerking. De uitvoeringsovereenkomst vervangt de beschikking niet. In het algemeen verplicht een subsidiebeschikking niet tot uitvoering van de gesubsidi­eerde activiteiten. De ontvanger behoudt in beginsel de vrijheid van de activiteiten af te zien en geeft daarmee de aanspraak op financiële middelen op. Komt de gesubsidieerde activiteit niet tot (gedeeltelijke) uitvoering van de beschikking, dan kan de beschikking worden inge­trokken, worden gewijzigd, of op een lager bedrag worden vastgesteld. Indien de gemeente vindt dat de subsidieontvanger de activiteiten daadwerkelijk moet uitvoe­ren, dan moet er een uitvoeringsovereenkomst worden gesloten. Hiermee verplicht de subsi­die­ontvanger zich de activi­teiten uit te voeren waarvoor subsidie is verleend.

Artikel 4:36

1. Ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening kan een overeenkomst worden af­gesloten.

2. Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van het subsidie zich daartegen verzet, kan in de overeenkomst worden bepaald dat de subsidieontvanger verplicht is de activiteiten te verrichten waarvoor het subsidie is verleend.

Hoofdstuk 3 – Waarderingssubsidie

Artikel 19 - Aanvraag

Verwezen wordt naar de toelichting op artikel 11.

Artikel 20 – Beslistermijn en toetsing aanvraag

Verwezen wordt naar de toelichting op artikel 12.

Artikel 21 – Besluit tot subsidievaststelling

Bij waarderingssubsidies kan er voor worden gekozen direct het subsidie vast ­te stel­len.

Artikel 22 – Verplichtingen van de subsidieontvanger

Om inzicht te houden in de activiteiten die de subsidieontvanger verricht overleggen de in­stellingen na afloop van het subsidiejaar een verslag. Dit verslag wordt voorzien van de ge­vraagde stukken. Burgemeester en wethouders hebben de mogelijkheid hiervoor vrijstelling te verlenen. Deze vrijstelling wordt toegepast bij relatief kleine bedragen (in elk geval kleiner dan € 1.000,00).

Hoofdstuk 4 – Eenmalige subsidie

Artikel 23 - Aanvraag

De aanvraag om een éénmalige subsidie heeft een specifieke aanvraagtermijn. De aan­vraag wordt voorzien van een aantal op de subsidiesoort toegesneden stukken, die door burge­meester en wethouders worden vastgesteld. Verder wordt verwezen naar de toelichting op artikel 11.

Artikel 24 – Aanvraag tot subsidievaststelling

Verwezen wordt naar de toelichting op artikel 13.

Artikel 25 - Subsidievaststelling

Verwezen wordt naar de toelichting op artikel 14.

Artikel 27 – Subsidievaststelling ineens

Er is voor gekozen om bij de éénmalige subsidie de mogelijkheid te hebben het subsidie meteen vast te stellen. In de praktijk hangt dit af van de hoogte van het subsidiebedrag. Om inzicht te houden in de activiteiten van de subsidieontvanger moeten burgemeester en wet­houders de mogelijkheid hebben nadere informatie te verlangen.

Hoofdstuk 6 – Overige bepalingen

Artikel 33 - Weigeringgronden

De genoemde artikelen uit de Awb zijn dwingend recht. Afwijking hiervan is niet moge­lijk. Wel is het mogelijk de weigeringgronden aan te vullen. Hiervan wordt gebruik ge­maakt. Het gaat hier om een limitatieve opsomming. Dat betekent dat andere weigeringgronden niet mogen worden toegepast.

Artikel 4:25

1. Een subsidieplafond kan slechts bij of krachtens wettelijk voorschrift worden vastgesteld.

2. Een subsidie moet worden geweigerd voor zover door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden.

3. Indien niet tijdig, dan wel in bezwaar of beroep of ter uitvoering van een rechtelijke uitspraak omtrent ver­strekking wordt beslist, geldt de verplichting van het tweede lid slechts voor zover zij ook gold op het tijdstip, waarop de beslissing in eerste aanleg werd genomen of had moeten worden genomen.

Artikel 4:35

1. De subsidieverlening kan in ieder geval worden geweigerd indien een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat

a. de activiteiten niet of niet geheel zullen plaatsvinden;

b. de aanvrager niet zal voldoen aan de aan het subsidie verbonden verplichtingen;

c. de aanvrager niet op een behoorlijke wijze rekening en verantwoording zal afleggen omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten, voorzover deze voor de vaststelling van het subsidie van belang zijn.

2. De subsidieverlening kan voorts in ieder geval worden geweigerd indien de aanvrager

a. in het kader van de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van deze gegevens tot een onjuiste beschikking op de aanvraag zou heb­ben geleid;

b. failliet is verklaard of aan hem surséance van betaling is verleend of ten aanzien van hem de schuldsa­neringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, dan wel een verzoek daartoe bij de rechtbank is ingediend.

Artikel 34 – Niet voor subsidiëring in aanmerking komende kosten

Het betreft hier een niet-limitatieve opsomming.

Artikel 35 – Vergoeding aan de gemeente bij vermogensvorming

Deze bepaling in de Awb is facultatief. Dit bete­kent dat de verordening een grondslag moet geven om hiervan gebruik te maken. De subsidieontvanger is, onder bepaalde omstandigheden, verplicht tot het betalen van een schadevergoeding aan de gemeente. Dit als het subsidie leidt tot vermogensvorming bij de sub­sidie­ontvanger. Het gaat hierbij om situaties waarbij vermogensbestanddelen niet langer worden gebruikt voor de verwezenlijking van het doel waarvoor subsidie is verleend.

De vergoedingsverplichting heeft een verjaringstermijn van vijf jaar.

Artikel 4:41

1. In de gevallen, genoemd in het tweede lid, is de subsidieontvanger, voor zover het ver­strekken van de subsi­die heeft geleid tot vermogensvorming, daarvoor een vergoeding verschuldigd aan het bestuursorgaan, mits

a. dit bij wettelijk voorschrift, of, indien de subsidie niet op een wettelijk voorschrift berust, bij de subsidie­verlening is bepaald, en

b. daarbij is aangegeven hoe de hoogte van de vergoeding wordt bepaald.

2. De vergoeding is slechts verschuldigd indien:

a. de subsidieontvanger voor de gesubsidieerde activiteiten gebruikte of bestemde goe­deren vervreemdt of bezwaart of de bestemming daarvan wijzigt;

b. de subsidieontvanger een schadevergoeding ontvangt voor verlies of beschadiging van voor de gesub­sidieerde activiteiten gebruikte of bestemde goederen;

c. de gesubsidieerde activiteiten geheel of gedeeltelijk worden beëindigd;

d. de subsidieverlening of de subsidievaststelling wordt ingetrokken of de subsidie wordt beëindigd, of

e. de rechtspersoon die de subsidie ontving, wordt ontbonden.

3. De vergoeding wordt vastgesteld binnen een jaar nadat het bestuursorgaan op de hoogte is gekomen of kon zijn van de gebeurtenis die het recht op vergoeding deed ontstaan, doch in ieder geval binnen vijf jaar na de bekendmaking van de laatste beschikking tot subsidievaststelling.

Artikel 36 - Voorschotten

In de praktijk wordt, met name bij budgetsubsidies, veelal gewerkt met voorschotten. Op ba­sis de Awb is een voorschot alleen mogelijk als dit in de verordening is opgenomen. Vandaar dit artikel. Bevoorschotting aan een instelling waarvan het voortbestaan onzeker is kan wor­den gestopt. Voorkomen moet worden dat naderhand voorschotten moeten worden terugge­vorderd van een instelling die niet voldoet aan haar verplichtingen.

Artikel 4:54

1. Het bestuursorgaan kan de subsidieontvanger voorschotten verlenen, voor zover dit bij wet­telijk voorschrift of bij de subsidieverlening is bepaald.

2. De beschikking tot voorschotverlening vermeldt het bedrag van het voorschot, dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald.

Artikel 37 – Meldingsplicht bij wijziging omstandigheden

Op verschillende plaatsen in de verordening is aangegeven wat burgemeester en wethou­ders in verband met bepaalde omstandigheden moeten of kunnen beslissen. Die omstandig­heden zijn meestal bekend via gevraagd of ongevraagd door een instelling gegeven in­forma­tie. Het ligt voor de hand, dat de bereidheid van een instelling om informatie te ver­strekken afneemt naarmate de gevolgen daarvan minder gunstig (kunnen) zijn. Daarom is in dit artikel vastgelegd dat informatieverstrekking verplicht is als het gaat om omstandigheden die van belang kunnen zijn voor een door burgemeester en wethouders te nemen beslissing.

Artikel 38 – Zorgvuldig beheer en verzekeringsplicht

Op grond van de Awb kan aan de subsidieontvanger bepaalde ver­plichtingen worden opge­legd.

Artikel 4:37

1. Het bestuursorgaan kan aan de subsidieontvanger verplichtingen opleggen inzake:

a. de aard en omvang van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend;

b. de (financiële) administratie van de aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkom­sten;

c. het vóór de subsidievaststelling verstrekken van gegevens en bescheiden die nodig zijn voor een beslis­sing omtrent de subsidie;

d. de te verzekeren risico’s;

e. het stellen van zekerheid voor verleende voorschotten;

f. het afleggen van rekening en verantwoording omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn;

g. het beperken of wegnemen van de nadelige gevolgen van de subsidie voor derden;

h. Het uitoefenen van controle door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, Boek 2 Burgerlijk Wetboek op het door het bestuursorgaan gevoerde financiële be­heer en de financiële verantwoording daarover.

Indien een verplichting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, wordt opgelegd, zijn de artikelen 4:3 en 4:4 van overeenkomstige toepassing.

Aangezien de activiteiten worden gesubsidieerd in het belang van de inwoners heeft de ge­meente er belang bij dat de instelling zich verzekert tegen mogelijke risico’s. Een brand- en inbraakverzekering voor de roerende en onroerende zaken en een WA-verzekering voor personeel en vrijwilligers is wel het minimale. Wel moet er een vrijstellings­mogelijkheid zijn. Immers niet alles is te verzekeren. Deze kan worden toegepast als blijkt dat een risico niet te verze­keren is (bijv. de huidige staat van de Broerekerk), of er een uitzonderlijk hoge risicodekking wordt ver­langd.

Artikel 39 – Medewerking aan onderzoek door gemeente

Op grond van de Awb hoeft een instelling niet mee te werken aan een onderzoek door de gemeente. Dit artikel bepaalt dat subsidieontvanger niet de vrijheid heeft zich te onttrekken aan de me­dewerking.

Artikel 4:38

1. Het bestuursorgaan kan de subsidieontvanger ook andere verplichtingen opleggen die strekken tot verwe­zenlijking van het doel van de subsidie.

2. Indien de subsidie op een wettelijk voorschrift berust, worden de verplichtingen opgelegd bij wettelijk voor­schrift of krachtens wettelijk voorschrift bij de subsidieverlening.

3. Indien de subsidie niet op een wettelijk voorschrift berust, kunnen de verplichtingen worden opgelegd bij de subsidieverlening.

Artikel 40 - Betaling

Instellingen hebben recht op een vlotte afwikkeling als het subsidie is vastgesteld. Hier wordt ook de mogelijkheid open gehouden om het subsidie (het gaat hier niet om de voorschotten) in vier termijnen te betalen. De basis hiervoor ligt in de Awb.

Artikel 4:53

1. Het subsidiebedrag kan in gedeelten worden betaald, mits bij wettelijk voorschrift is be­paald hoe de gedeel­ten worden berekend en op welke tijdstippen zij worden betaald.

2. Indien de subsidie niet op een wettelijk voorschrift berust, kan het subsidiebedrag in ge­deelten worden be­taald, mits bij de subsidieverlening, of indien geen beschikking tot subsidieverlening is gegeven, bij de subsi­dievaststelling, is bepaald hoe de gedeelten worden berekend en op welke tijdstippen zij worden betaald. Is er een voorschot verleend dan ontstaat de verplichting tot betaling. Voorschotverlening wordt in de meeste gevallen gecombineerd met de beschikking tot subsidieverlening.

Artikel 4:55

1. Voorschotten worden overeenkomstig de voorschotverlening betaald.

2. De voorschotten worden binnen vier weken na de voorschotverlening betaald, tenzij bij wettelijk voorschrift of bij de voorschotverlening anders is bepaald.

Hoofdstuk 7 – Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 41 - Hardheidsclausule

Dit is opgenomen om, ten voordele van een instelling, af te wijken van deze verorde­ning. Wel moet er sprake zijn van bijzondere omstandigheden.

In het kader van de rechtmatigheidtoets is opname van een dergelijk artikel gewenst.

Artikel 42 - Overgangsbepaling

Dit betekent dat een subsidie die is verleend onder het oude recht vóór 1 juli 2008 de bepalingen van de oude subsidieverordening voor de hele subsidiecyclus (verlening, vast­stelling, maar ook eventuele weigeringsgronden) van toepassing is.