Overheidsorganisatie | Gemeente Niedorp |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening Monumentencommissie 2009 Gemeente Niedorp |
Citeertitel | Verordening Monumentencommissie 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-02-2009 | 21-03-2013 | Onbekend | 29-01-2009 13-02-2009 Gemeentenieuws Niedorp | 9 december 2008, nr.7 |
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 9 december 2008 , nr. 7, inzake het vaststellen van de Verordening Monumentencommissie 2009 gemeente Niedorp
overwegende:
dat sinds de komst Wet dualisering 2002 elk bevoegd orgaan in de gemeente zelf zijn commissies kan instellen;
dat de gemeente Niedorp een monumentencommissie heeft welke is ingesteld op basis van Hoofdstuk 2 van de Monumentenverordening 1995;
dat de Monumentenverordening 1995 komt te vervallen en wordt vervangen door de Erfgoedverordening 2009 gemeente Niedorp;
dat in de Erfgoedverordening 2009 gemeente Niedorp door de raad wordt bepaald dat een monumentencommissie advies moet uitbrengen aan het college;
gelet op:
artikel 147 Gemeentewet;
artikel 15 Monumentenwet 1988;
de Erfgoedverordening 2009 gemeente Niedorp;
BESLUIT:
tot het intrekken van “Hoofdstuk 2 van de Monumentenverordening 1995”;
de “Verordening Monumentencommissie 2009” vast te stellen, welke in werking treedt op de dag na waarop zij is bekendgemaakt.
Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 29 januari 2009.
De raad voornoemd,
, voorzitter
, griffier
Deze verordening verstaat onder:
lid: lid of buitengewoon lid van de Monumentencommissie;
voorzitter: voorzitter van de Monumentencommissie;
secretaris: secretaris van de Monumentencommissie;
vergadering: vergadering van de Monumentencommissie.
De Monumentencommissie heeft tot taak het college van burgemeester en wethouders gevraagd
en ongevraagd te adviseren over het toepassen van de Monumentenwet 1988, de Erfgoedverordening 2009 gemeente Niedorp, de nota Monumentaal Niedorp en over alle andere zaken met betrekking tot cultuurhistorie, monumentenzorg en archeologie.
1. De Monumentencommissie bestaat uit een voorzitter en minimaal 3 en maximaal 7 leden;
2. De commissie kiest uit haar midden een waarnemend voorzitter, die de voorzitter bij afwezigheid vervangt.
3. Alleen de voorzitter en de leden van de commissie hebben stemrecht;
4. De voorzitter en de leden van de commissie zijn geen ambtenaar door of vanwege het gemeentebestuur aangesteld of daaraan ondergeschikt, met uitzondering van
de buitengewoon ambtenaren burgerlijke stand;
onderwijspersoneel;
brandweerpersoneel;
5. De voorzitter en de leden worden door het college van burgemeester en wethouders benoemd;
6. Voor benoeming komen personen in aanmerking die werkzaam zijn (geweest) en/of deskundig zijn op tenminste één van de volgende terreinen:
monumenten
cultuurhistorie
(landschaps)architectuur
archeologie
welstand
stedenbouw
lokale historie;
7. De leden van de Monumentencommissie worden geworven op uitnodiging van burgemeester en wethouders of via een open sollicitatieprocedure;
8. Het college van burgemeester en wethouders wijzen een ambtenaar aan als secretaris van de Monumentencommissie. De secretaris heeft wel een adviserende stem, maar geen stemrecht;
9. Het college van burgemeester en wethouders wijzen een ambtenaar aan als technisch adviseur van de Monumentencommissie. De technisch adviseur heeft wel een adviserende stem, maar geen stemrecht;
10. De Monumentencommissie kan andere deskundigen, ambtenaren en/of belangstellenden toestaan het woord te voeren tijdens de vergaderingen. Deze personen hebben geen stemrecht.
1. De benoeming van een lid is telkens voor een periode van 4 jaar. Deze periode gaat in op het
moment van benoeming;
2. De commissieleden kunnen opnieuw worden benoemd door het college van burgemeester en wethouders voor ten hoogste een periode van 4 jaar;
3. Voor deze herbenoeming geldt de procedure zoals genoemd in artikel 3 lid 6;
4. De leden van de Monumentencommissie kunnen te allen tijde ontslag nemen. De Monumentencommissie stelt hiervan het college van burgemeester en wethouders schriftelijk op de hoogte;
5. Voor het nemen van ontslag geldt een opzegtermijn van 2 maanden;
6. Het college van burgemeester en wethouders kan een lid ontslaan bij het onvoldoende functioneren of bij het zonder opgaaf van reden verstek laten gaan van 3 achtereenvolgende vergaderingen. Hierbij dient de procedure te worden gevolgd als genoemd in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht;
7. Daarnaast eindigt het lidmaatschap:
door overlijden;
door ondercuratelestelling of ander verlies van handelingsbekwaamheid;
8. Voor de bezoldiging van de leden van de Monumentencommissie gelden de bedragen zoals vastgesteld in Circulaire van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties.
De Monumentencommissie vergadert ten minste 2 maal per jaar.
1. De vergaderingen worden in overleg met de voorzitter door de secretaris aan het eind van het jaar in principe voor het gehele komende jaar belegd;
2. De secretaris zorgt dat ieder commissielid tenminste 5 werkdagen vóór het houden van de vergadering hiertoe schriftelijk wordt uitgenodigd;
3. De te behandelen onderwerpen worden op de uitnodiging vermeld en de benodigde informatie wordt bij de uitnodiging gevoegd;
4. Wanneer voor een onderwerp het agendapunt of de benodigde informatie niet op tijd verstuurd is, wordt dit onderwerp verplaatst naar een volgende vergadering. Dit geldt niet voor onderwerpen waarvan de voorzitter of tenminste 2 commissieleden een directe behandeling noodzakelijk achten.
De vergadering van de Monumentencommissie wordt alleen gehouden als tenminste de voorzitter en 2 andere leden aanwezig zijn.
1. Indien de voorzitter of tenminste 3 commissieleden het noodzakelijk achten, wordt een extra vergadering belegd.
2. Indien blijkt dat voor het uitbrengen van advies nader onderzoek noodzakelijk is, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verzoek van de commissie dit onderzoek houden of van de aanvrager verlangen.
3. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in (digitaal) afschrift aan de leden van de commissie toegezonden.
1. De Monumentencommissie besluit bij meerderheid van stemmen;
2. Bij het staken van de stemmen vindt herstemming plaats in de eerstvolgende vergadering;
3. Bij het staken van de herstemming geeft de stem van de voorzitter de doorslag;
4. De leden van de Monumentencommissie nemen niet deel aan de behandeling van zaken als daarbij hun belang dan wel onpartijdigheid in het geding zijn.
Van elke vergadering dient een verslag gemaakt te worden dat aan alle leden vóór de eerstvolgende vergadering dient te worden toegezonden. Het verslag dient tevens ter kennisgeving aan het college van burgemeester en wethouders voorgelegd te worden
1. De vergaderingen van de Monumentencommissie zijn openbaar;
2. De secretaris publiceert de agenda van de vergadering van de Monumentencommissie in de week voorafgaand aan de vergadering in een wekelijks huis-aan-huisblad dat verschijnt in de gemeente en op de gemeentelijke website;
3. Stukken, behorende bij de onderwerpen van de agenda, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd. De secretaris maakt van de terinzagelegging melding in de publicatie, bedoeld in lid 2 van dit artikel;
4. De vergadering vindt plaats met gesloten deuren wanneer tenminste 3 van de aanwezige leden daarom verzoeken of de voorzitter of het college van burgemeester en wethouders dit nodig acht;
5. Van een vergadering met gesloten deuren wordt een afzonderlijk verslag opgemaakt, dat niet openbaar wordt gemaakt, tenzij de Monumentencommissie anders beslist.
1. Het verstrekken van informatie vanuit de Monumentencommissie aan derden geschiedt door de secretaris;
2. Het college van burgemeester en wethouders kan omtrent de inhoud van de stukken die aan de Monumentencommissie worden overlegd of ter inzage worden verstrekt, geheimhouding opleggen.
In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet, bij twijfel over de toepassing van deze verordening, alsmede bij gerezen geschillen aangaande de Monumentencommissie, beslist het college van burgemeester en wethouders.
Deze verordening vervangt Hoofdstuk 2 van de Monumentenverordening 1995.
Deze verordening treedt in werking op de dag na waarop zij is bekendgemaakt.
Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Monumentencommissie 2009”.