Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Bolsward

De Verordening rekenkamercommissie Bolsward

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Bolsward
Officiële naam regelingDe Verordening rekenkamercommissie Bolsward
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpGeen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Inwerkingtredingdatum bij benadering

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 84

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-11-200501-01-2013Nieuwe regeling

08-11-2005

Onbekend

Geen

Tekst van de regeling

Artikel 1 Naam

Ingesteld wordt een rekenkamerfunctie in de vorm van een commissie als bedoeld in artikel 84 van de Gemeentewet. Deze commissie wordt de "Rekenkamercommissie Bolsward" genoemd.

Artikel 2 Taak

De rekenkamercommissie onderzoekt de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van de uitvoering van het door raad en college gevoerde beleid en adviseert de raad hierover.

Artikel 3 Onderzoeksprogramma

  • 1. De raad kan de rekenkamercommissie verzoeken een onderzoek in te stellen. De raad dient de verzoeken uiterlijk 1 november in bij de rekenkamercommissie.

  • 2. De rekenkamercommissie stelt mede op basis van de verzoeken bedoeld in het eerste lid jaarlijks voor 1 januari een onderzoeksprogramma vast en brengt dit ter kennis van de raad en het college.

  • 3. Indien de rekenkamercommissie besluit een verzoek bedoeld in het eerste lid niet te honoreren stelt zij de raad daarvan in kennis onder vermelding van de motieven die aan dat besluit ten grondslag liggen.

  • 4. AIdan niet op verzoek van de raad kan de rekenkamercommissie ook besluiten tot het tussentijds doen van onderzoeken.

Artikel 4 Onderzoek

  • 1. De rekenkamercommissie toetst bij haar onderzoeken aan uit wettelijke voorschriften door de raad vastgestelde beleid, dan wel aan algemeen geaccepteerde beginselen voortvloeiende normen.

  • 2. De rekenkamercommissie stelt voor elk onderzoek een plan van aanpak vast. Zij expliceert daarin de normen die zij als kader voor haar onderzoek hanteert.

  • 3. De rekenkamercommissie regelt op basis van normen van zorgvuldigheid , objectiviteit en onafhankelijkheid haar werkwijze. Zij brengt haar werkwijze ter kennis van de raad en het college.

  • 4. Voor de uitvoering van het onderzoek kan de commissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

Artikel 5 Rapportage

  • 1. De rekenkamercommissie legt haar bevindingen en haar oordeel vast in rapporten met dien verstande dat hierin niet worden opgenomen gegevens en bevindingen die naar hun aard vertrouwelijk zijn.

  • 2. Elk rapport van de rekenkamercommissie bevat een verantwoording van de wijze waarop zij van haar bevoegdheden gebruik heeft gemaakt.

  • 3. De rekenkamercommissie biedt elk jaar voor 1 april een verslag aan de raad aan van haar werkzaamheden over het voorgaande jaar.

  • 4. De rekenkamercommissie stelt de betrokkenen1 in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt verder wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 5. Na vaststelling door de rekenkamercommissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

  • 6. De rapporten en verslagen van de rekenkamercommissie zijn openbaar.

Artikel 6 Samenstelling en benoeming

  • 1. De rekenkamercommissie bestaat uit een voorzitter en twee leden.

  • 2. De voorzitter is geen lid van de gemeenteraad, de leden zijn lid van de raad.

  • 3. De voorzitter en de leden worden door de raad benoemd. Onverminderd het bepaalde in artikel 81a, derde lid van de Gemeentewet is niet benoembaar een bestuurder of een persoon in dienst van een instelling(1) als bedoeld in artikel 10, vijfde lid.

  • 4. De leden van de rekenkamercommissie worden voor een periode gelijk aan de zittingsduur van de raad benoemd.

    (1) Hieronder worden tevens verstaan de instellingen genoemd in artikel 10, vijfde lid.

Artikel 7 Ontslag en plaatsvervanging

  • 1. De benoeming tot voorzitter of tot lid vervalt voorts:

    • a.

      door een desbetreffend met redenen omkleed besluit van de raad;

    • b.

      door ontslagname;

    • c.

      bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie.

  • 2. De voorzitter wordt bij afwezigheid vervangen door een door de rekenkamercommissie uit haar midden aan te wijzen lid.

Artikel 8 Vergoeding voorzitter

  • 1. De voorzitter ontvangt een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie.

  • 2. De vergoeding genoemd in het eerste lid komt ten laste van het budget van de rekenkamercommissie.

Artikel 9 Secretaris

  • 1. De raad benoemt de ambtelijk secretaris in overleg met de rekenkamercommissie.

  • 2. De secretaris staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 3. De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamercommissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 4. De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers.

Artikel 10 Informatieverstrekking

  • 1. De rekenkamercommissie is bevoegd alle documenten die berusten bij het gemeentebestuur te onderzoeken, voor zover zij dat ter vervulling van haar taak nodig acht.

  • 2. Het gemeentebestuur verstrekt desgevraagd alle inlichtingen die de rekenkamercommissie ter vervulling van haar taak nodig acht.

  • 3. Het college verstrekt desgevraagd aan de rekenkamercommissie de controleprogramma's van hen die met controles belast zijn en lichten haar volledig in omtrent de resultaten daarvan door overlegging van rapporten of op andere door de rekenkamercommissie aan te geven wijze.

  • 4. De accountant als bedoeld in artikel 213, tweede lid van de Gemeentewet verstrekt desgevraagd aan de rekenkamercommissie controleprogramma's en licht haar volledig in ontrent de resultaten van zijn controles door overlegging van rapporten of op andere door de rekenkamercommissie aan de geven wijze.

  • 5. De rekenkamercommissie is bevoegd, indien en voor zover de gemeente uit andere hoofde over deze bevoegdheid beschikt of daartoe toestemming heeft van de betrokken instellingen, ten aanzien van de volgende instellingen en over de daarbij genoemde periode, op de wijze als in de vorige leden van dit artikel bepaald onderzoek te doen bij:

    • a.

      openbare lichamen en gemeenschappelijke organen ingesteld krachtens de Wet gemeenschappelijke regelingen waaraan de gemeente deelneemt, over de jaren dat de gemeente deelneemt in de regeling;

    • b.

      privaatrechtelijke rechtspersonen waaraan de gemeente of een derde voor rekening en risico van de gemeente rechtstreeks of middellijk een subsidie, lening of garantie heeft verstrekt ten behoeve van tenminste 50% van de baten van deze instelling, over de jaren waarop deze subsidie, lening of garantie betrekking heeft.

Artikel 11 Vergaderingen

  • 1. De commissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

  • 2. De commissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de commissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 3. De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

Artikel 12 Budget

  • 1. De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoeding aan de externe voorzitter;

    • b.

      de ambtelijk secretaris;

    • c.

      interne onderzoeksmedewerkers;

    • d.

      externe deskundigen die eventueel door de rekenkamercommissie zijn ingeschakeld;

    • e.

      eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3. De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad. Verantwoording vindt plaats in het jaarverslag.

Artikel 13 Slotbepalingen

  • 1. De van de rekenkamercommissie uitgaande stukken worden ondertekend door de voorzitter en de secretaris.

  • 2. De rekenkamercommissie kan een reglement van orde voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden opstellen. Dit reglement wordt ter kennis gebracht van de raad;

  • 3. Bij twijfel over de betekenis of de toepassing van de in deze verordening ten aanzien van de werkwijze van de rekenkamercommissie opgenomen bepalingen en in gevallen dienaangaande waarin deze verordening niet voorziet, beslist de rekenkamercommissie;