Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Bolsward

Regeling Klokkenluiders Gemeente Bolsward

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Bolsward
Officiële naam regelingRegeling Klokkenluiders Gemeente Bolsward
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpGeen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Inwerkingtredingdatum bij benadering

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Arbeidsvoorwaardenregeling CAR/UWO, 15:2

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200201-01-2013Nieuwe regeling

26-12-2001

Onbekend

Geen

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Bolsward

gelet op het bepaalde in artikel 15:2 van de Arbeidsvoorwaardenregeling CAR/UWO

gelet op het instemmende besluit van de Ondernemingsraad d.d.

BESLUITEN

vast te stellen de navolgende verordening

Regeling Klokkenluiders Gemeente Bolsward

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling verstaan we onder:

-ambtenaar: de ambtenaar bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onderdeel a en artikel 1:2, onderdeel a; d; een f van de Arbeidsvoorwaardenregeling CAR/UWO;.

-vertrouwenspersoon: functionaris die als zodanig door de gemeente is aangewezen;

-meldpunt: een externe commissie die als zodanig door de gemeenteraad is aangewezen;

-vermoeden van een misstand; een op redelijke gronden gebaseerd vermoeden met betrekking tot de gemeentelijke organisatie waar de ambtenaar werkzaam is omtrent:

  • a.

    een strafbaar feit;

  • b.

    een schending van regelgeving of beleidsregels;

  • c.

    het misleiden van justitie;

  • d.

    een gevaar voor de volksgezondheid, de veiligheid of het milieu;

  • e.

    het bewust achterhouden van informatie over deze feiten.

Interne procedure - Artikel 2 Interne melding

  • 1. De ambtenaar die een vermoeden van een misstand wil melden, doet dit bij zijn direct leidinggevende, diens leidinggevende of de vertrouwenspersoon.

  • 2. De ambtenaar kan de vertrouwenspersoon verzoeken zijn identiteit bij burgemeester en wethouders niet bekend te maken. De ambtenaar kan dit verzoek te allen tijde herroepen.

  • 3. De leidinggevende dan wel de vertrouwenspersoon draagt er zorg voor dat burgemeester en wethouders onverwijld op de hoogte worden gesteld van een gemeld vermoeden van een misstand en van de datum waarop de melding ontvangen is.

  • 4. Naar aanleiding van de melding van een vermoeden van een misstand stellen burgemeester en wethouders onverwijld een onderzoek in.

  • 5. Burgemeester en wethouders zenden aan de ambtenaar dan wel de vertrouwenspersoon die een vermoeden van een misstand heeft gemeld, een ontvangstbevestiging. De ontvangstbevestiging bevat het gemelde vermoeden van het misstand en het moment waarop de ambtenaar het vermoeden aan de leidinggevende of de vertrouwenspersoon heeft gemeld.

Interne procedure - Artikel 3 Standpunt

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen de ambtenaar dan wel, indien de

    ambtenaar heeft verzocht zijn identiteit niet bekend te maken aan

    burgemeester en wethouders, de vertrouwenspersoon, binnen zes weken schriftelijk op de hoogte van hun standpunt omtrent het gestelde vermoeden van een misstand.

  • 2. Indien het standpunt niet binnen zes weken kan worden gegeven, kunnen burgemeester en wethouders de afhandeling voor ten hoogste vier weken verdagen. Burgemeester en wethouders stellen de ambtenaar dan wel de vertrouwenspersoon hiervan schriftelijk in kennis.

Externe procedure - Artikel 4 Het Meldpunt

  • 1. De commissie klokkenluiders gemeentelijke overheid fungeert als meldpunt.

  • 2. Het meldpunt heeft tot taak een door de ambtenaar gemeld vermoeden van een misstand te onderzoeken en burgemeester en wethouders daaromtrent te adviseren. De werkwijze van het meldpunt staat omschreven in het Besluit commissie klokkenluiders gemeentelijke overheid.

Externe procedure - Artikel 5 Melding bij het meldpunt

  • 1. De ambtenaar kan het vermoeden van een misstand melden bij het meldpunt, indien:

    • a.

      hij het niet eens is met het standpunt bedoeld in artikel 3;

    • b.

      hij geen standpunt heeft ontvangen binnen de termijnen bedoeld in

      artikel 3.

  • 2. De ambtenaar kan het meldpunt verzoeken zijn identiteit bekend te maken. Hij kan dit verzoek te allen tijde herroepen.

Externe procedure - Artikel 6 Ontvangstbevestiging en onderzoek

  • 1. Het meldpunt bevestigt de ontvangst van een melding van een vermoeden van een misstand aan de ambtenaar die het vermoeden heeft gemeld en stelt burgemeester en wethouders op de hoogte van de melding.

  • 2. Indien het meldpunt dit voor de uitoefening van zijn taak noodzakelijk acht, stelt het een onderzoek in.

  • 3. Ten behoeve van het onderzoek omtrent een melding van een vermoeden van een misstand is het meldpunt bevoegd bij burgemeester en wethouders alle inlichtingen in te winnen die het voor de vorming van zijn advies nodig acht. Burgemeester en wethouders verschaffen het meldpunt de gevraagde inlichtingen.

  • 4. Indien het meldpunt uit meerdere personen bestaat kan dit het onderzoek opdragen aan één van de leden of een deskundige.

  • 5. Wanneer de inhoud van bepaalde door burgemeester en wethouders verstrekte informatie vanwege het vertrouwelijke karakter uitsluitend ter kennisneming van het meldpunt dient te blijven, wordt dit aan het meldpunt meegedeeld. Het meldpunt beveiligt informatie met een vertrouwelijk karakter tegen kennisgeving door onbevoegden.

Externe procedure - Artikel 7 Niet ontvankelijkheid

  • 1. Het meldpunt adviseert burgemeester en wethouders gemotiveerd de melding niet ontvankelijk te verklaren indien:

    • a.

      de misstand niet van voldoende gewicht is;

    • b.

      de ambtenaar de procedure bedoeld in artikel 2 niet heeft gevolgd, of;

    • c.

      de ambtenaar de procedure bedoeld in artikel 2 wel heeft gevolgd, maar de termijnen bedoeld in artikel 3 nog niet zijn verstreken;

    • d.

      de ambtenaar de melding niet binnen redelijke termijn heeft gedaan.

  • 2. Het meldpunt stelt burgemeester en wethouders op de hoogte van de niet ontvankelijkheid.

Externe procedure - Artikel 8 Inhoudelijk advies van het meldpunt

  • 1. Indien het gemelde vermoeden van een misstand ontvankelijk is, legt het meldpunt binnen zes weken zijn bevindingen omtrent de melding van een vermoeden van een misstand neer in een advies aan burgemeester en wethouders. Het meldpunt zendt een afschrift van het advies aan de ambtenaar met inachtneming van het eventueel vertrouwelijke karakter van de aan het meldpunt verstrekte informatie .

  • 2. Indien het advies niet binnen zes weken kan worden gegeven, wordt de termijn door het meldpunt met ten hoogste vier weken verlengd. Het meldpunt stelt burgemeester en wethouders alsmede de ambtenaar daarvan schriftelijk in kennis.

  • 3. Het advies wordt in geanonimiseerde vorm en met inachtneming van het eventueel vertrouwelijke karakter van aan het meldpunt verstrekte informatie en de terzake geldende wettelijke bepalingen openbaar gemaakt op een wijze die het meldpunt geëigend acht, tenzij zwaarwegende belangen zich daartegen verzetten.

Externe procedure - Artikel 9 Nader standpunt

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen binnen twee w eken na ontvangst van het advies bedoeld in artikel 8, de ambtenaar alsmede het meldpunt schriftelijk op de hoogte van hun nader standpunt.

  • 2. Aan de ambtenaar die het meldpunt heeft verzocht zijn identiteit niet bekend te maken geschiedt de berichtgeving van het nader standpunt via het meldpunt.

  • 3. Een van het advies afwijkend nader standpunt wordt gemotiveerd.

Externe procedure - Artikel 10 Jaarverslag

  • 1. Jaarlijks wordt door het meldpunt een verslag gemaakt.

  • 2. In dat verslag wordt in geanonimiseerde zin en met inachtneming van de ter zake geldende wettelijke bepalingen gemeld:

    • a.

      het aantal en de aard van de meldingen van een vermoeden van een misstand;

    • b.

      het aantal melding en dat niet tot een onderzoek heeft geleid;

    • c.

      het aantal onderzoeken die het meldpunt heeft verricht, en;

    • d.

      het aantal adviezen en de aard van de adviezen die het meldpunt heeft uitgebracht.

  • 3. Dit jaarverslag wordt aan de gemeenteraad en de Ondernemingsraad gestuurd en openbaar gemaakt.

Externe procedure - Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2002.