Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Sneek

Subsidieverordening OWSC

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Sneek
Officiële naam regelingSubsidieverordening OWSC
CiteertitelSubsidieverordening OWSC
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpSubsidieverordening OWSC

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200929-07-2016Nieuwe regeling

18-03-2008

Sneeker Nieuwsblad

Onbekend

Tekst van de regeling

Subsidieverordening OWSC

Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

stuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

college

college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sneek.

werkveld

de onder de titels onderscheiden categorieën waarop subsidie verleend wordt.

professionele instelling

een organisatie, tevens rechtspersoon, die hoofdzakelijk beroepskrachten in

dienst heeft en die niet het karakter heeft van een vrijwilligersorganisatie.

vrijwilligersorganisatie

een rechtspersoon, niet zijnde een professionele instelling, die zonder

winstoogmerk werkzaam is in de gemeente (of in delen van de gemeente) en voornamelijk met vrijwilligers werkt.

budgetsubsidie

een subsidie die wordt verstrekt voor de duur van één of meerdere jaren op

grondslag van producten en prestaties of activiteiten, waarbij het

subsidiebedrag direct is gerelateerd aan een met de subsidieontvanger

overeengekomen niveau van activiteiten, producten en/of prestaties. Deze

subsidiemethodiek wordt uitsluitend gebruikt voor de subsidiëring van

professionele instellingen.

activiteitensubsidie waaronder begrepen startsubsidie

een subsidie die wordt verstrekt voor de duur van één of meerdere jaren voor bepaalde activiteiten met een regelmatig karakter die de subsidieverlener of in stand wil houden. Deze subsidiemethodiek wordt uitsluitend gebruikt voor de subsidiëring van vrijwilligersorganisaties.

incidentele subsidie

een subsidie die wordt verstrekt om eenmalige activiteiten mogelijk te maken in een van de in deze verordening te onderscheiden werkvelden. Deze subsidiemethodiek kan worden gebruikt door zowel professionele instellingen als vrijwilligersorganisaties.

subsidieplafond

het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is

voor de verstrekking van subsidie krachtens een bepaald wettelijk voorschrift zoals een verordening of op basis van een incidenteel besluit.

Artikel 2. Toepasselijkheid algemene subsidieverordening

Op subsidies die op grond van deze verordening worden verleend is de Algemene Subsidieverordening Sneek, zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Sneek op 5 juli 2005, van toepassing, voorzover daar in deze verordening niet van wordt afgeweken.

Artikel 3. Nadere regelgeving

  • 1. Het college kan nadere regels vaststellen over de subsidiëring van de verschillende werkvelden.

  • 2. In deze nadere regelgeving kan ieder geval:

    • a.

      nader worden geregeld voor welke activiteiten subsidie wordt verleend;

    • b.

      nadere regels worden gesteld aan de grondslag van de subsidieverlening.

Artikel 4. Algemene bepaling

De aanvrager en/of de activiteiten van de aanvrager dienen aantoonbaar gericht te zijn op de Sneker

bevolking, danwel een naar het oordeel van het college bijzondere relatie te hebben met de gemeente

Sneek.

Artikel 5. Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in de Algemene Wet Bestuursrecht en de Algemene Subsidieverordening

Sneek, kan het college een subsidie weigeren indien de activiteiten:

  • a.

    geen aanvulling zijn op het ten tijde van de aanvraag binnen de gemeente Sneek geldende aanbod aan activiteiten;

  • b.

    geen bijdrage te kunnen leveren aan de naamsbekendheid van de gemeente Sneek of anderszins Sneek te kunnen promoten op nationaal of internationaal niveau, zulks ter beoordeling van het college.

Artikel 6. Verlenen van budgetsubsidies

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 26 van de Algemene Subsidieverordening Sneek dient de instelling:

    a.in een activiteitenplan prestaties en beoogde resultaten kwalitatief en kwantitatief nauwkeurig te benoemen en aannemelijk te maken dat de activiteiten gericht zijn op het betreffende werkveld,

    b.te beschikken over een administratieve organisatie waardoor tussentijdse rapportages ten aanzien van prestaties en resultaten kunnen worden verstrekt.

  • 2.

    Budgetsubsidies dienen voor 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar te worden aangevraagd, tenzij bij het betreffende subsidiewerkveld anders is bepaald.

Artikel 7. Vaststellen van budgetsubsidies

Onverminderd het bepaalde in artikel 34 van de Algemene Subsidieverordening Sneek wordt de aanvraag tot subsidievaststelling van budgetsubsidies wordt voor 1 april volgend op het jaar waarop

de subsidie betrekking heeft ingediend, tenzij bij het betreffende subsidiewerkveld anders is bepaald,middels een activiteitenverslag waarin de prestaties en behaalde resultaten worden verantwoord en

eventuele afwijkingen van de aanvraag worden gemotiveerd.

Artikel 8. Verlenen van activiteitensubsidies

  • 1. Activiteitensubsidies dienen voor 1 oktober van het jaar voorgaand aan het subsidiejaar te worden aangevraagd, tenzij bij het betreffende werkveld anders is bepaald, middels een door het college vastgesteld formulier.

  • 2. Activiteitensubsidies tot een bedrag van € 3.000 worden verleend onder gelijktijdige vaststelling.

Artikel 9. Vaststellen van activiteitensubsidies boven de € 3.000-

De aanvraag tot subsidievaststelling van activiteitensubsidies wordt voor 1 april volgend op het jaar waarop de subsidie betrekking heeft ingediend middels een door het college vastgesteld formulier.

Artikel 10. Verlenen van incidentele subsidies

  • 1.

    Incidentele subsidies dienen uiterlijk acht weken voor de aanvang van de activiteit te worden aangevraagd middels een door het college vastgesteld formulier.

  • 2.

    Het college kan weigeren de subsidie te verlenen indien voor een in hoofdzaak dezelfde activiteit direct voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft, subsidie is verstrekt op grond van deze verordening.

  • 3.

    Incidentele subsidies tot een bedrag van € 3.000,- worden verleend onder gelijktijdige vaststelling.

Artikel 11. Vaststellen van incidentele subsidies boven de € 3.000,-

De aanvraag tot subsidievaststelling van incidentele subsidies wordt binnen 13 weken na realisering van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend ingediend middels een door het college vastgesteld formulier.

Artikel 12. Subsidieplafond

  • 1. Het college kan een subsidieplafond per werkveld vaststellen op grond van deze verordening te verlenen subsidies in het daaropvolgende kalenderjaar, alsmede voor afzonderlijke activiteiten die onder het betreffende werkveld passen.

  • 2. Bij de bepaling van het subsidieplafond bepaalt het college daarbij hoe het beschikbare bedrag wordt verdeeld.

Artikel 13. Ontheffing

  • 1.

    Het college kan van verplichtingen bij of krachtens deze verordening ontheffing verlenen.

  • 2.

    In gevallen waarin deze verordening niet of niet naar redelijkheid en billijkheid voorziet, beslist het college.

Hoofdstuk 2: Subsidieverlening werkvelden

Titel 2.1. Diversiteit

Werkveld 2.1.1 Diversiteitbevordering

Artikel 14. Begripsbepalingen

Diversiteitbevordering activiteiten gericht op maatschappelijke participatie op basis van diversiteit op het gebied van sekse en/of seksuele voorkeur en/of etniciteit en/of handicap.

Artikel 15. Te subsidiëren activiteiten

Het college kan een budgetsubsidie, activiteitensubsidie of incidentele subsidie verlenen voor activiteiten gericht op diversiteitbevordering.

Artikel 16. Grondslag van de subsidie

  • 1.

    De budgetsubsidie bedraagt maximaal 100% van de naar het oordeel van het college noodzakelijke kosten.

  • 2.

    De activiteitensubsidie bedraagt maximaal 70% van de naar het oordeel van het college noodzakelijke kosten.

  • 3.

    De incidentele subsidie bedraagt maximaal 70% van de naar het oordeel van het college noodzakelijke kosten.

Titel 2.2 Ontmoeting en Activering

Werkveld 2.2.1 Jeugd- en jongerenwerk

Artikel 17. Begripsbepalingen

Jeugd- en jongerenwerk op ontmoeting en activering gerichte activiteiten voor jeugd en jongeren tussen de 4 en 23 jaar

Artikel 18. Te subsidiëren activiteiten

Het college kan een budgetsubsidie, activiteitensubsidie of incidentele subsidie verlenen voor jeugd- en jongerenwerk.

Artikel 19. Aanvullende voorwaarden activiteitensubsidie

Om voor een activiteitensubsidie in aanmerking te komen bedraagt het aantal contributiebetalende leden van de aanvrager tenminste 15.

Artikel 20. Grondslag van de subsidie

  • 1.

    De budgetsubsidie bedraagt maximaal 100% van de naar het oordeel van het college noodzakelijke kosten.

  • 2.

    De activiteitensubsidie bestaat uit een jaarlijks door het college vast te stellen bedrag per lid.

  • 3.

    De incidentele subsidie bedraagt maximaal 70% van de naar het oordeel van het college noodzakelijke kosten.

Werkveld 2.2.2 Wijk- en dorpswerk

Artikel 21. Begripsbepalingen

Wijk- en dorpswerk: op ontmoeting en activering gerichte activiteiten op wijk- of dorpsniveau georganiseerd door een vrijwilligersorganisatie uit de

betreffende wijk of het betreffende dorp.

Artikel 22. Te subsidiëren activiteiten

Het college kan een activiteitensubsidie of incidentele subsidie verlenen voor wijk- en dorpswerk.

Artikel 23. Aanvullende voorwaarden budgetsubsidie

(vervallen)

Artikel 24. Aanvullende voorwaarden activiteitensubsidie

  • 1.

    Activiteitensubsidies zijn uitsluitend beschikbaar voor wijk- of dorpsverenigingen.

  • 2.

    Per wijk of dorp kan slechts één wijkvereniging in aanmerking komen voor subsidie;

  • 3.

    Om voor een activiteitensubsidie in aanmerking te komen bedraagt het aantal contributiebetalende leden tenminste 10% van het totaal aantal inwoners in de wijk.

Artikel 25. Grondslag van de subsidie

  • 1.

    (vervallen)

  • 2.

    De activiteitensubsidie bestaat uit:

    • a.

      een jaarlijks door het college vast te stellen basisbedrag; en

    • b.

      een jaarlijks door het college vast te stellen bedrag per lid, tot een maximumbedrag per wijk of dorp dat eveneens jaarlijks wordt vastgesteld door het college; òf

    • c.

      een startsubsidie van maximaal 100% van de naar het oordeel van het college noodzakelijke kosten.

  • 3.

    De incidentele subsidie bedraagt maximaal 70% van de naar het oordeel van het college noodzakelijke kosten.

Werkveld 2.2.3 Ouderenwerk

Artikel 26. Begripsbepalingen

ouderenwerk op ontmoeting en activering van ouderen gerichte activiteiten

Artikel 27. Te subsidiëren activiteiten

Het college kan een budgetsubsidie, activiteitensubsidie of incidentele subsidie verlenen voor

ouderenwerk.

Artikel 28. Aanvullende voorwaarden activiteitensubsidie

(vervallen)

Artikel 29. Grondslag van de subsidie

  • 1.

    De budgetsubsidie bedraagt maximaal 100% van de naar het oordeel van het college noodzakelijke kosten.

  • 2.

    De activiteitensubsidie bestaat uit een jaarlijks door het college vast te stellen bedrag per lid.

  • 3.

    De incidentele subsidie bedraagt maximaal 70% van de naar het oordeel van het college noodzakelijke kosten.

Werkveld 2.2.4 Opbouwwerk

Artikel 30. Begripsbepalingen

Opbouwwerk

het streven naar betrokkenheid van burgers bij hun leefomgeving, naar actieve deelname aan verbeteringen daarin, naar onderlinge verdraagzaamheid en begrip voor diversiteit en naar medeverantwoordelijkheid voor het welbevinden van allen die zich in de directe leefomgeving bevinden

Artikel 31. Te subsidiëren activiteiten

Het college kan een budgetsubsidie verlenen voor activiteiten gericht op opbouwwerk.

Artikel 32. Grondslag van de subsidie

De budgetsubsidie bedraagt maximaal 100% van de naar het oordeel van het college noodzakelijke kosten.

Titel 2.3 Belangenbehartiging

Werkveld 2.3.1 Ouderenbelangenbehartiging

Artikel 33. Begripsbepalingen

ouderenbelangenbehartiging het organiseren van activiteiten gericht op belangenbehartiging van ouderen van 55 jaar en ouder in Sneek, georganiseerd door een vrijwilligersorganisatie.

Artikel 34. Te subsidiëren activiteiten

Het college kan een activiteitensubsidie verlenen voor ouderenbelangenbehartiging.

Artikel 35. Aanvullende voorwaarden activiteitensubsidie

Om voor een activiteitensubsidie in aanmerking te komen bedraagt het aantal contributiebetalende leden van de aanvrager tenminste 15.

Artikel 36. Grondslag van de subsidie

De activiteitensubsidie bestaat uit een jaarlijks door het college vast te stellen basisbedrag.

Werkveld 2.3.2 Wijk- en dorpsbelangenbehartiging

Artikel 37. Begripsbepalingen

wijk- en dorpsbelangenbehartiging het organiseren van activiteiten gericht op de belangenbehartiging van een wijk of dorp in Sneek,

georganiseerd door een vrijwilligersorganisatie.

Artikel 38. Te subsidiëren activiteiten

Het college kan een activiteitensubsidie verlenen voor belangenbehartiging op wijk- en dorpsniveau.

Artikel 39. Aanvullende voorwaarden activiteitensubsidie

  • 1.

    Per wijk of dorp kan slechts één wijk of dorpsvereniging in aanmerking komen voor subsidie;

  • 2.

    Om voor een activiteitensubsidie in aanmerking te komen bedraagt het aantal contributiebetalende leden tenminste 10% van het totaal aantal inwoners van de wijk of dorp.

Artikel 40. Grondslag van de subsidie

  • 1.

    De activiteitensubsidie bedraagt

  • a.

    een jaarlijks door het college vast te stellen basisbedrag; en

  • b.

    een jaarlijks door het college vast te stellen bedrag per lid, tot een maximumbedrag per wijk of dorp dat eveneens jaarlijks wordt vastgesteld door het college; òf

  • c.

    een startsubsidie van maximaal 100% van de naar het oordeel van het college noodzakelijke kosten.

Titel 2.4 Educatie en ontwikkeling

Werkveld 2.4.1 Onderwijsbegeleiding

Artikel 41. Begripsbepalingen

Onderwijsbegeleiding begeleiding van basisscholen in hun activiteiten ter bevordering van een optimale schoolloopbaan van leerlingen

Artikel 42. Te subsidiëren activiteiten

Het college kan een budgetsubsidie verlenen voor onderwijsbegeleiding.

Artikel 43. Aanvullende voorwaarden budgetsubsidie

Voor een budgetsubsidie komen uitsluitend in aanmerking schoolbesturen van basisscholen uit de gemeente Sneek.

Artikel 44. Grondslag van de subsidie

De budgetsubsidie bestaat uit een jaarlijks door het college vast te stellen bedrag per leerling (peildatum 1 oktober voorafgaand aan het schooljaar waarop de subsidie betrekking heeft).

Artikel 45. Subsidieaanvraag en vaststelling

  • 1.

    Budgetsubsidies voor onderwijsbegeleiding hebben betrekking op het schooljaar en dienen voor 1 mei van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar te worden aangevraagd.

  • 2.

    De aanvraag tot subsidievaststelling van budgetsubsidies voor onderwijsbegeleiding wordt voor 1 oktober volgend op het schooljaar waarop de subsidie betrekking heeft ingediend middels een kort financieel een inhoudelijk verslag waarin de prestaties en behaalde resultaten worden verantwoord en eventuele afwijkingen van de aanvraag worden gemotiveerd.

Werkveld 2.4.2 Peuterspeelzaalwerk

Artikel 46. Begripsbepalingen

Peuterspeelzaalwerk

het bieden van een speelgelegenheid aan kinderen van 2 tot 4 jaar

gedurende een dagdeel van maximaal drie en een half uur, tijdens (meestal) twee dagdelen per week gedurende ongeveer 40 weken per jaar met als doel om hun ontwikkeling te bevorderen en samen te spelen.

Peuterplaats

een rekeneenheid die overeenkomt met een peuterbezoek van minimaal vijf

uur, verdeeld over twee dagdelen per week aan de peuterspeelzaal,

gedurende maximaal 40 weken per jaar.

Artikel 47. Te subsidiëren activiteiten

Het college kan een budgetsubsidie of incidentele subsidie verlenen voor peuterspeelzaalwerk.

Artikel 48. Aanvullende voorwaarden budgetsubsidie

  • 1. De budgetsubsidie aan een instelling wordt slechts verleend indien de instelling een vergunning heeft op basis van de ‘verordening peuterspeelzaalwerk gemeente Sneek’.

  • 2. Afrekening vind plaats op basis van de werkelijk gerealiseerde peuterplaatsen.

Artikel 49. Grondslag van de subsidie

  • 1.

    De budgetsubsidie bestaat uit een jaarlijks door het college vast te stellen bedrag perpeuterplaats.

  • 2.

    De incidentele subsidie bedraagt maximaal 70% van de naar het oordeel van het college noodzakelijke kosten.

Werkveld 2.4.3 Godsdienst- en vormingsonderwijs

Artikel 50. Begripsbepalingen

Godsdienst- en vormingsonderwijs het onderricht in de geschiedenis en kennis van religies en/of in waarden en normen van levensbeschouwing, gegeven door kerkelijke gemeenten en genootschappen zoals bedoeld in

artikel 51 van de Wet op het Primair Onderwijs en artikel 54 van de Wet op de Expertisecentra, aan leerlingen van openbare scholen voor (speciaal) basisonderwijs.

Artikel 51. Te subsidiëren activiteiten

Het college kan een activiteitensubsidie verlenen voor godsdienst- en vormingsonderwijs.

Artikel 52. Aanvullende voorwaarden activiteitensubsidie

  • 1.

    De activiteitensubsidie is uitsluitend bedoeld voor 9 en 10-jarigen van openbare scholen voor (speciaal) onderwijs.

  • 2.

    De duur van een les dient tenminste gelijk te zijn aan die welke geldt voor andere vakken waarin aan de school les wordt gegeven.

  • 3.

    De activiteitensubsidie wordt uitsluitend verleend als aanvulling op de financiering door het rijk, indien de vraag van ouders in gemeente Sneek de mogelijkheden van de rijksfinanciering overtreft en het aanbod van vakdocenten toereikend is.

Artikel 53. Grondslag van de subsidie

De activiteitensubsidie bestaat uit een bedrag per gemiddeld aantal werkelijk deelnemende leerlingen op drie peildata van het schooljaar. Het bedrag is afgeleid van een gemiddeld salaris van een leerkracht basisonderwijs met een eventuele reiskostenvergoeding indien de leerkracht van buiten de regio Sneek afkomstig is.

Artikel 54. Subsidieaanvraag en vaststelling

De gemeente vraagt openbare scholen voor (speciaal) basisonderwijs drie keer in het jaar de leerlingenaantallen in te vullen en op basis daarvan wordt de subsidie berekend en vastgesteld.

Werkveld 2.4.4 Lokale onderwijsactiviteiten

Artikel 55. Begripsbepalingen

lokale onderwijsactiviteiten activiteiten gericht op het vroegtijdig signaleren en bestrijden van onderwijsachterstanden en het creëren van kansen in het onderwijs.

Artikel 56. Te subsidiëren activiteiten

Het college kan een budgetsubsidie verlenen voor lokale onderwijsactiviteiten.

Artikel 57. Grondslag van de subsidie

De budgetsubsidie bedraagt maximaal 100% van de naar het oordeel van het college noodzakelijke kosten.

Werkveld 2.4.5 Speel-o-theek

Artikel 58. Begripsbepalingen

Speel-o-theek

een vrijwilligersorganisatie met contributiebetalende leden die de

mogelijkheid biedt speelgoed uit te lenen aan kinderen in de leeftijd

van 0-12 jaar dat de ontwikkeling en samen spelen bevordert, en

daarnaast voorlichting geeft aan ouders over spelen, speelgoed en

ontwikkelingsmateriaal.

Artikel 59. Te subsidiëren activiteiten

Het college kan een activiteitensubsidie verlenen voor een speel-o-theek.

Artikel 60. Aanvullende voorwaarden activiteitensubsidie

Om voor een activiteitensubsidie in aanmerking te komen dient de speel-o-theek in een uitleenvestiging in de gemeente Sneek te voorzien die ten minste één dagdeel per week voor leden is geopend.

Artikel 61. Grondslag van de subsidie

  • 1.

    De activiteitensubsidie bestaat uit:

  • a.

    een jaarlijks door het college vast te stellen basisbedrag; en

  • b.

    een jaarlijks door het college vast te stellen bedrag subsidiebedrag per contributie betalend lid.

Werkveld 2.4.6 Ontwikkelingssamenwerking

Artikel 62. Begripsbepalingen

Ontwikkelingssamenwerking voorlichtings- en bewustwordingsactiviteiten ten aanzien van de problematiek van ontwikkelingslanden gericht op de Sneker bevolking georganiseerd door een vrijwilligersorganisatie.

Artikel 63. Te subsidiëren activiteiten

Het college kan een activiteitensubsidie of incidentele subsidie verlenen voor

ontwikkelingssamenwerking.

Artikel 64. Aanvullende voorwaarden activiteitensubsidie

  • 1.

    Voor een activiteitensubsidie komen uitsluitend in aanmerking vrijwilligersorganisaties die statutair gevestigd zijn in de gemeente Sneek.

  • 2.

    Om voor een activiteitensubsidie in aanmerking te komen dienen er altijd voorlichtings- of bewustwordingsactiviteiten te worden ontplooid die zich richten op de inwoners van de gemeente Sneek

Artikel 65. Grondslag van de subsidie

  • 1.

    De activiteitensubsidie bedraagt maximaal 70% van de naar het oordeel van het college noodzakelijke kosten.

  • 2.

    De incidentele subsidie bedraagt maximaal 70% van de naar het oordeel van het college noodzakelijke kosten.

Titel 2.5 Kunst en cultuur

Werkveld 2.5.1 Amateurkunst

Artikel 66. Begripsbepalingen

Amateurkunst

De beoefening van muziek, zang, dans, toneel, audiovisuele kunst, beeldende kunst of literatuur op amateur-basis.

Artikel 67. Te subsidiëren activiteiten

Het college kan een activiteitensubsidie verlenen voor amateurkunst.

Artikel 68. Aanvullende voorwaarden activiteitensubsidie

  • 1.

    Voor een activiteitensubsidie komen uitsluitend in aanmerking vrijwilligersorganisaties die het beoefenen van amateurkunst als statutaire doelstelling hebben en die statutair gevestigd zijn in de gemeente Sneek.

  • 2.

    Om voor een activiteitensubsidie in aanmerking te komen dient de vrijwilligersorganisatie lid te zijn van een voor de organisatie geëigende erkende landelijke belangenorganisatie.

Artikel 69. Grondslag van de subsidie

  • 1.

    De activiteitensubsidie bestaat uit:

  • a.

    Een jaarlijks door het college vast te stellen bedrag per vereniging, als tegemoetkoming in de algemene kosten; en

  • b.

    Een jaarlijks door het college vast te stellen bijdrage in het honorarium van de dirigent, regisseur of docent; en/of

  • c.

    Een jaarlijks door het college vast te stellen bijdrage per bespeeld instrument, indien van toepassing en uitgaande van 1 instrument per lid.

Werkveld 2.5.2 Artistieke en culturele activiteiten

Artikel 71. Begripsbepalingen

artistieke en culturele activiteiten

activiteiten op het gebied van muziek, zang, dans, toneel, audiovisuele kunst, beeldende kunst of literatuur met een eenmalig karakter en zonder commercieel doel

Artikel 72. Te subsidiëren activiteiten

Het college kan een incidentele subsidie verlenen voor artistieke en culturele activiteiten.

Artikel 73. Grondslag van de subsidie

De incidentele subsidie bedraagt maximaal 70% van de naar het oordeel van het college noodzakelijke kosten, tot een maximumbedrag dat jaarlijks wordt vastgesteld door het college.

Werkveld 2.5.3 Podiumactiviteiten

Artikel 74. Begripsbepalingen

podiumactiviteiten

muzikale of theatrale activiteiten gebonden aan specifiek daartoe ingerichte podia in de gemeente Sneek

Artikel 75. Te subsidiëren activiteiten

Het college kan een budgetsubsidie verlenen voor podiumactiviteiten.

Artikel 76. Grondslag van de subsidie

De budgetsubsidie bedraagt maximaal 100% van de naar het oordeel van het college noodzakelijke kosten.

Titel 2.6 Sport en spel

Werkveld 2.6.1 Sportieve activiteiten en evenementen

Artikel 77. Begripsbepalingen

Sportieve activiteit

een sportieve activiteit zonder commercieel doel georganiseerd door een sportvereniging.

Sportief evenement

een openbaar toegankelijke sportactiviteit van een sportvereniging of andere vrijwilligersorganisatie gericht op een groot bezoekerspubliek en met een bovenplaatselijke uitstraling.

Artikel 78. Te subsidiëren activiteiten

Het college kan een activiteitensubsidie of incidentele subsidie verlenen voor sportieve activiteiten en evenementen.

Artikel 79. Grondslag van de subsidie

  • 1.

    De activiteitensubsidie bedraagt maximaal 70% van de naar het oordeel van het college noodzakelijke kosten.

  • 2.

    De incidentele subsidie bedraagt maximaal 70% van de naar het oordeel van het college noodzakelijke kosten.

Werkveld 2.6.2 Sportsubsidie jeugdleden

Artikel 80. Begripsbepalingen

Jeugdleden personen uit de gemeente Sneek tot en met 17 jaar die zijn aangesloten bij een sportvereniging met volledige rechtsbevoegdheid die is aangesloten bij een algemeen erkende sportbond.

Artikel 81. Te subsidiëren activiteiten

Het college kan een activiteitensubsidie verlenen voor jeugdleden van sportverenigingen.

Artikel 82. Aanvullende voorwaarden activiteitensubsidie

Om voor een activiteitensubsidie in aanmerking te komen bedraagt het aantal contributiebetalende jeugdleden van de aanvrager tenminste 10.

Artikel 83. Grondslag van de subsidie

De activiteitensubsidie bestaat uit:

  • a.

    een jaarlijks door het college vast te stellen basisbedrag; en

  • b.

    een jaarlijks door het college vast te stellen bedrag afhankelijk van het aantal contributiebetalende jeugdleden.

Werkveld 2.6.3 Sportstimuleringsactiviteiten

Artikel 84. Begripsbepalingen

Sportstimulering

activiteiten die de deelname, van een door de vereniging te bepalen

doelgroep, aan sportactiviteiten bevorderen.

Kwaliteitsverbetering

het aanpassen van bewegingsactiviteiten zodat de activiteiten geschikt en

aantrekkelijk zijn voor een door de sportvereniging te bepalen doelgroep.

Kadervorming

het volgen van (basis)sportopleidingen ten behoeve van het uitvoeren van

trainerschap binnen sportverenigingen.

Artikel 85. Te subsidiëren activiteiten

Het college kan een activiteitensubsidie verlenen gericht op sportstimulering, kwaliteitsverbetering of kadervorming.

Artikel 86. Aanvullende voorwaarden activiteitensubsidie

  • 1. Voor een activiteitensubsidie komen in aanmerking sportverenigingen die zijn aangesloten bij een algemeen erkende sportbond en tenminste 10 contributiebetalende leden hebben.

  • 2. Reguliere activiteiten en materiële verbeteringen komen niet voor subsidie in aanmerking.

Artikel 87. Grondslag van de subsidie

De activiteitensubsidie bedraagt maximaal 70% van de naar het oordeel van het college noodzakelijkekosten.

Werkveld 2.6.4 Speeltuinwerk

Artikel 88. Begripsbepalingen

speeltuinwerk de exploitatie van een buitenspeelvoorziening voor kinderen in de leeftijd van 0-12 jaar.

Artikel 89. Te subsidiëren activiteiten

Het college kan een activiteitensubsidie verlenen voor speeltuinwerk.

Artikel 90. Aanvullende voorwaarden activiteitensubsidie

  • 1.

    De activiteitensubsidie aan een vrijwilligersorganisatie wordt slechts verleend indien:

    • a.

      de organisatie voldoet aan de door de gemeente gestelde voorwaarden omtrent beheer en onderhoud;

    • b.

      de organisatie statutair gevestigd is in de gemeente Sneek.

  • 2.

    Om voor een activiteitensubsidie in aanmerking te komen bedraagt het aantal contributiebetalende leden van de aanvrager tenminste 20.

Artikel 91. Grondslag van de subsidie

De activiteitensubsidie bestaat uit een jaarlijks door het college vast te stellen basisbedrag.

Titel 2.7 Zorg

Werkveld 2.7.1 Maatschappelijk werk

Artikel 92. Begripsbepalingen

Maatschappelijk werk

het ondersteunen van mensen bij het oplossen van en omgaan met

problemen en verstoringen in hun functioneren in wisselwerking met

hun sociale omgeving. Onder sociale omgeving wordt verstaan de

school en het gezin. De maatschappelijk werker beoogt met zijn

hulpverlening het sociaal functioneren van personen of de wisselwerking tussen personen en hun sociale omgeving te verbeteren. De realisering van dit doel vormt een gezamenlijke activiteit van de maatschappelijk werker en de betrokkene(n).

Artikel 93. Te subsidiëren activiteiten

Het college kan een budgetsubsidie verlenen voor activiteiten op het gebied van maatschappelijk

werk.

Artikel 94. Grondslag van de subsidie

De budgetsubsidie bedraagt maximaal 100% van de naar het oordeel van het college noodzakelijke kosten voor hulpverlening of advisering per casus.

Werkveld 2.7.2 Maatschappelijke zorg

Artikel 95. Begripsbepalingen

Maatschappelijke zorg

activiteiten, niet zijnde maatschappelijk werk die zijn gericht op de

ondersteuning van mensen met een lichamelijke of psychische

beperking in het dagelijkse functioneren of gericht op de verzorging

van mensen in hun laatste levensfase.

Artikel 96. Te subsidiëren activiteiten

Het college kan een budgetsubsidie of activiteitensubsidie verlenen voor maatschappelijke zorg.

Artikel 97. Grondslag van de subsidie

  • 1.

    De budgetsubsidie bedraagt maximaal 100% van de naar het oordeel van het college noodzakelijke kosten.

  • 2.

    De activiteitensubsidie bedraagt maximaal 70% van de naar het oordeel van het college noodzakelijke kosten.

Werkveld 2.7.3 Vrijwilligerswerk en mantelzorg

Artikel 98. Begripsbepalingen

Mantelzorg

zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt gegeven aan

een hulpbehoevende, waarbij de zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie tussen de hulpverlener en de hulpbehoevende oudere, zieke of gehandicapte.

Vrijwilligerswerk

werk dat in enig (georganiseerd) verband onverplicht en onbetaald wordt

verricht ten behoeve van andere(n) of de samenleving.

Artikel 99. Te subsidiëren activiteiten

  • 1.

    Het college kan een budgetsubsidie verlenen ter ondersteuning van mantelzorg en ter voorkoming dat mantelzorgers hun zorg moeten staken.

  • 2.

    Het college kan een budgetsubsidie of activiteitensubsidie verlenen ter ondersteuning en stimulering van vrijwilligerswerk in de zorg.

Artikel 100. Grondslag van de subsidie

  • 1.

    De budgetsubsidie bedraagt maximaal 100% van de naar het oordeel van het college noodzakelijke kosten.

  • 2.

    De activiteitensubsidie bedraagt maximaal 70% van de naar het oordeel van het college noodzakelijke kosten.

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 101 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2009.

  • 2. De volgende verordeningen worden ingetrokken:

    • a.

      verordening vergoeding godsdienstonderwijs c.a., vastgesteld bij besluit van 16 juni 2000,

    • b.

      algemene procedure- en subsidieverordening maatschappelijk en sociaal-cultureel welzijn gemeente Sneek vastgesteld bij besluit van 16 december 1997,

    • c.

      subsidieverordening sportstimulering 2006 vastgesteld bij besluit van 20 december 2006, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op subsidies die voor de inwerkingtreding van deze verordening zijn verleend of vastgesteld.

    • d.

      subsidieverordening incidentele activiteiten op sportief gebied vastgesteld bij besluit van 25 mei 2004,

    • e.

      subsidieverordening incidentele culturele activiteiten vastgesteld bij besluit van 28 februari 2006,

    • f.

      subsidieverordening amateurkunst vastgesteld bij besluit van 28 februari 2006.

Artikel 102 Overgangsbepaling

  • 1.

    Subsidies die zijn verleend of vastgesteld krachtens verordeningen als bedoeld in artikel 101,met uitzondering van de verordening onder 2c, worden geacht te zijn verleend krachtens deze verordening.

  • 2.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag voor subsidie opgrond van een verordening als bedoeld in artikel 101 tweede lid is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, worden daarop de overeenkomstige bepalingen van de onderhavige verordening toegepast.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 18 maart 2008,

, voorzitter.

, griffier.