Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Bolsward

Verordening identiteitskaart Bolsward

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Bolsward
Officiële naam regelingVerordening identiteitskaart Bolsward
CiteertitelVerordening identiteitskaart Bolsward
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerpGeen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet bestuursrecht
  2. Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-199501-01-2013Nieuwe regeling

20-12-1994

Onbekend

AJZ/407925

Tekst van de regeling

Onderwerp:

Verordening identiteitskaart Bolsward.

De raad van de gemeente Bolsward;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 november 1994;

overwegende dat als gevolg van de per 1 januari 1995 in werking tredende wijzigingen in de paspoortregelgeving het noodzakelijk is dat vanaf dat moment de afgifte van gemeentelijke identiteitskaarten wordt gestopt en dat op die datum de aanwijzing vervalt van de gemeentelijke identiteitskaart als document waarmee de identiteit van personen kan worden vastgesteld;

overwegende dat het in verband met de overzichtelijkheid en duidelijkheid wenselijk is om de Verordening identiteitskaart Bolsward in zijn geheel opnieuw vast te stellen;

gelet op de circulaire van de V.N.G. d.d. 19-101994, kenmerk AJZ/407925;

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende:

Verordening identiteitskaart Bolsward.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    identiteitskaart: het door burgemeester en wethouders verstrekte document aan de hand waarvan is vast te stellen of waarmee is aan te tonen welke persoon iemand is;

  • b.

    houder: degene op wiens naam de identiteitskaart is gesteld en ten behoeve van wie de identiteitskaart door burgemeester en wethouders is uitgereikt;

  • c.

    verstrekken: de beslissing tot het uitreiken van een identiteitskaart;

  • d.

    uitreiken: het feitelijk ter beschikking v a n de houder stellen va n de op zijn naam gestelde identiteitskaart;

  • e.

    inhouden: het feitelijk aan de beschikking van de houder onttrekken van de op zijn naam gestelde identiteitskaart.

Artikel 2

Vervallen.

Artikel 3
  • 1. De identiteitskaart heeft een geldigheidsduur van vijf jaren.

  • 2. De identiteitskaart blijft na uitreiking gemeente-eigendom.

Artikel 4

Vervallen.

Hoofdstuk 2 De identiteitskaart

Artikel 5

De identiteitskaart is het document zoals dat door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten is vastgesteld en bekendgemaakt.

Artikel 6
  • 1. De identiteitskaart vermeldt de volgende gegevens van de houder:

    • a.

      de geslachtsnaam;

    • b.

      de voornamen;

    • c.

      de geboortedatum;

    • d.

      de gemeente van geboorte;

    • e.

      het geslacht;

    • f.

      de Nederlandse nationaliteit;

    • g.

      het adres;

    • h.

      de woonplaats;

    • i.

      de lengte.

  • 2. De identiteitskaart vermeldt voorts:

    • a.

      de afgevende autoriteit;

    • b.

      het tijdvak waarvoor het document geldig is;

    • c.

      het documentnummer;

    • d.

      het persoonsnummer;

    • e.

      het druknummer.

  • 3. De identiteitskaart bevat tevens een rubriek: aantekeningen afgevende autoriteit.

  • 4. De in het eerste lid onder a genoemde geslachtsnaam omvat tevens de voorvoegsels en adellijke titels.

  • 5. De in het eerste lid, onder b, genoemde voornamen worden voluit geschreven en omvatten tevens de adellijke predikaten. Voornamen die door de beperkte ruimte niet voluit zijn te vermelden worden met de voorletter vermeld.

  • 6. Aan de in het eerste lid, onder f, genoemde vermelding wordt, in het geval de identiteitskaart aan een persoon als bedoeld in de Wet betreffende de positie van Molukkers wordt verstrekt, toegevoegd: *. In de rubriek "aantekeningen afgevende autoriteit", wordt in dit geval vermeld: * S.76.468.

  • 7. De in het eerste lid, onder g en h, genoemde gegevens, zijn het adres en de woonplaats op het moment waarop de identiteitskaart wordt verstrekt.

  • 8. De identiteitskaart is voorzien van een zwart-wit pasfoto van 3 bij 4 cm van de houder en van de handtekening van de houder.

Artikel 7

Vervallen.

Artikel 8

Vervallen.

Hoofdstuk 3 De aanvraag, het buiten behandeling laten en de weigering

Artikel 9

Vervallen.

Artikel 10

Vervallen.

Artikel 11

Vervallen.

Artikel 12

Vervallen.

Artikel 13

Vervallen.

Artikel 14

Vervallen.

Artikel 15

Vervallen.

Artikel 16
  • 1. Vervallen.

  • 2. Vervallen.

  • 3. Burgemeester en wethouders melden aan het Hoofd van het Centraal Inkoopbureau van de VNG bij verstrekking, vermissing, diefstal, inhouding of het ter beschikking stellen aan de Centrale Recherche Informatiedienst van een identiteitskaart van een het Centraal Persoonsregister opgenomen persoon:

    • a.

      de geslachtsnaam, de voornamen, de geboortedatum en het persoonsnummer van deze persoon;

    • b.

      de gegevens als bedoeld in artikel 24.

Artikel 17

Vervallen.

Artikel 18

Vervallen.

Hoofdstuk 4 Verval van rechtswege en inhouden

Artikel 19

De identiteitskaart vervalt van rechtswege, indien:

  • a.

    de geldigheidsduur van de identiteitskaart is verstreken;

  • b.

    vervallen;

  • c.

    de geslachtsnaam, de geboortedatum of het geslacht van de houder op grond van wettelijke voorschriften of rechterlijke uitspraak is gewijzigd;

  • d.

    de houder de Nederlandse nationaliteit heeft verloren;

  • e.

    de identiteitskaart kennelijke spel- of schrijffouten bevat;

  • f.

    de houder niet meer op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers van 9 september 1976 (Stb. 468) als Nederlander wordt behandeld;

  • g.

    de houder is overleden;

  • h.

    vervallen.

Artikel 20
  • 1. Burgemeester en wethouders houden een identiteitskaart onmiddellijk in, indien:

    • a.

      het document zodanig is beschadigd dat de vermelde gegevens niet meer leesbaar zijn of een deel van de gegevens ontbreekt;

    • b.

      in of aan het document wijzigingen zijn aangebracht, of een deel ervan ontbreekt;

    • c.

      de foto van de houder onvoldoende gelijkenis vertoont;

    • d.

      de identiteitskaart op grond van artikel 19 vervallen is.

  • 2. Een document dat een valse identiteitskaart blijkt te zijn, wordt door burgemeester en wethouder onmiddellijk ingehouden.

Artikel 21
  • 1. De houder van de op grond van artikel 19, onder a t/m f, vervallen identiteitskaart levert het document binnen twee weken na de dag waarop het verval ingaat in bij burgemeester en wethouders van de gemeente waarin hij zijn woonplaats heeft.

  • 2. Burgemeester en wethouders vernietigen de ingehouden en de ingeleverde identiteitskaarten en de identiteitskaarten waarop artikel 19, aanhef en onder h, van toepassing is.

  • 3. Het vernietigen van de in het tweede lid genoemde identiteitskaarten gebeurt, onmiddellijk na inhouding of inlevering dan wel na verloop van 12 weken als bedoeld in artikel 19, aanhef en onder h, door versnippering, zodat reconstructie van de identiteitskaart niet meer mogelijk is.

  • 4. Het bepaalde in het tweede en het derde lid is niet van toepassing op het document waarin of waaraan wijzigingen zijn aangebracht of op het document dat een valse identiteitskaart b lijkt te zijn.

  • 5. Documenten waarop het vierde lid van toepassing is, worden door burgemeester en wethouders aan de Centrale Recherche Informatiedienst beschikbaar gesteld voor onderzoek.

Artikel 22
  • 1. Een ieder die, anders dan voor ambtelijke doeleinden, in het bezit is van een identiteitskaart waarvan hij niet de houder is, draagt zorg dat het document zo spoedig mogelijk ter beschikking komt van burgemeester e n wethouders van de gemeente die het document hebben verstrekt.

  • 2. Burgemeester en wethouders die de in het eerste lid bedoelde identiteitskaart in hun bezit krijgen vernietigen deze identiteitskaart op de wij ze als bedoeld in artikel 21, derde lid, tenzij uitreiking aan de houder mogelijk is.

Hoofdstuk 5 Administratie

Artikel 23
  • 1. Burgemeester en wethouders houden een administratie bij van de verstrekte, uitgereikte, vermiste, gestolen, gevonden en ingehouden en aan de Centrale Recherche Informatiedienst ter beschikking gestelde identiteitskaarten.

  • 2. De administratie bevat het aanvraag- /identiteitsformulier, de tweede pasfoto en voor zover van toepassing de verklaring over de vermissing .

  • 3. De gegevens in de administratie zijn op naam en op documentnummer toegankelijk.

  • 4. Burgemeester en wethouders verstrekken op aanvraag van burgemeester en wethouders van een andere gemeente binnen één week de aanvraagbescheiden, als bedoeld in het tweede lid, in verband met het bepaalde in artikel 12, tweede en derde lid.

Artikel 24
  • 1. Het verstrekken, de vermissing, de diefstal, het vinden, de inhouding en het ter beschikking stellen aan de Centrale Recherche Informatiedienst van een identiteitskaart wordt geregistreerd op de persoonskaart.

  • 2. In vak 24 van de persoonskaart worden de volgende gegevens met betrekking tot de identiteitskaart opgenomen:

    • a.

      de code "ID" en de datum van verstrekking;

    • b.

      het documentnummer;

    • c.

      de CBS/GBA-code van de gemeente die het document heeft verstrekt;

    • d.

      in geval van inhouding van de identiteitskaart de code "I" en de datum van de inhouding;

    • e.

      in geval van vermissing of diefstal de code "V" en de datum van de schriftelijke verklaring over de vermissing;

    • f.

      in geval van ter beschikking stelling aan de Centrale Recherche Informatiedienst de code "C" en de datum van verzending aan deze dienst;

    • g.

      in geval van het vinden de code "G" en de datum van inlevering bij de gemeente.

  • 3. Bij verstrekking van een nieuwe identiteitskaart wordt de registratie van de eerder verstrekte identiteitskaart met de pen doorgehaald.

Artikel 25
  • 1. Burgemeester en wethouders vernietigen het aanvraag- /identiteitsformulier en de tweede pasfoto zes jaar na de datum waarop de geldigheidsduur van de identiteitskaart is verstreken.

  • 2. In afwijking van het eerste lid kunnen burgemeester en wethouders het aanvraag/identiteitsformulier en de tweede pasfoto vernietigen nadat een nieuwe identiteitskaart is uitgereikt of na het overlijden van de houder.

Hoofdstuk 6 Documentbeheer

Artikel 26
  • 1. De voorraad identiteitskaarten en de materialen worden opgeslagen in een waardekast of kluis, met een waardebergingsindicatie overeenkomstig de richtlijn van het Ministerie van Binnenlandse Zaken ten behoeve van reisdocumenten. Deze voorziening is in een af te sluiten ruimte geplaatst.

  • 2. De plaatsen waar de identiteitskaarten en materialen zijn opgeslagen, zijn uitgerust met een elektronisch inbraakalarmeringssysteem dat voorziet in een zogenoemde permanente vaste-lijn-verbinding met een door de rijksoverheid toegelaten alarmcentrale.

  • 3. De werkvoorraad identiteitskaarten en de te gebruiken materialen bevinden zich tijdens de werkuren, onder voortdurend toezicht, op een voor het publiek onzichtbare en voor onbevoegden onbereikbare plaats. Buiten de werkuren wordt de werkvoorraad opgeslagen in de in het eerste lid bedoelde voorziening. De werkvoorraden bedragen niet meer dan het gemiddelde verbruik van twee dagen.

  • 4. Met betrekking tot de toegang van personen tot de hoofdvoorraad en het zorgvuldig beheer van de werkvoorraad worden organisatorische maatregelen getroffen, die regelmatig op hun effectiviteit worden onderzocht en zo nodig verbeterd.

  • 5. Burgemeester en wethouders dragen zorg, dat de bij de uitvoering van de verordening betrokken ambtenaren regelmatig worden geïnformeerd over ontvreemdingsriciso's en geïnstrueerd met betrekking tot risicobeperkende afspraken en maatregelen ter zake.

Artikel 27

In het geval van ontvreemding dan wel vernietiging van identiteitskaarten of materialen ten gevolge van inbraak, diefstal, verduistering, overvallen, brand of anderszins doen burgemeester en wethouders daarvan terstond aangifte bij de plaatselijke politie.

Artikel 28

Burgemeester en wethouders stellen als nadere regels het VNG-Reglement vast betreffende inkoop, aflevering, werkvoorraad, uitgifte, verschrijven, vermissen, diefstal en innemen van identiteitskaarten.

Hoofdstuk 7 Slot- en strafbepalingen

Artikel 29
  • 1. Het is een ieder verboden een identiteitskaart valselijk op te maken of te vervalsen, of een identiteitskaart op grond van valse gegevens te doen verstrekken dan wel een aan hem of een ander uitgereikte identiteitskaart ter beschikking te stellen van derden, met het oogmerk het door dezen te doen gebruiken als ware het aan hen uitgereikt.

  • 2. Het is een ieder verboden in het bezit te zijn van een identiteitskaart waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat het vals of vervalst is, dan wel gebruik te maken van een niet op zijn naam gestelde identiteitskaart.

Artikel 30

Hij die handelt in strijd met het bepaalde in artikelen 21, eerste lid, 22 of 29 wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie .

Artikel 31

Deze verordening treedt in werking op de vierde dag na die waarop zij is bekendgemaakt . Te zelfder tijd vervalt de "Verordening identiteitskaart Bolsward" van 21 december 1993, no. 16-19 , laatstelijk gewijzigd d.d. 28-6-1994, no. 8.

Artikel 32

Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening identiteitskaart Bolsward".