Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Dirksland

Procedureverordening planschadevergoeding gemeente Dirksland 2005

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Dirksland
Officiële naam regelingProcedureverordening planschadevergoeding gemeente Dirksland 2005
CiteertitelProcedureverordening planschadevergoeding gemeente Dirksland 2005
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Datum terugwerkende kracht.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 147
  2. Wet op de Ruimtelijke Ordening, art. 49 en 49a

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-09-200501-09-200501-01-2015Nieuwe regeling

25-08-2005

Gemeenteblad, 2005, 13

2005-VIII-14b

Tekst van de regeling

De Raad van de gemeente Dirksland;

 

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 17 augustus 2005;

 

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en op de artikelen 49 en 49a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de Procedureverordening plan-schadevergoeding gemeente Dirksland 2005.

Artikel 1 Begripsbepalingen

De verordening verstaat onder:

a. de wet: de Wet op de Ruimtelijke Ordening, zoals deze op 1 september 2005 van kracht is;

b. planschade: schade als bedoeld in artikel 49 van de wet;

c. planologische maatregel: de bepalingen van een bestemmingsplan, dan wel het besluit omtrent vrijstelling als bedoeld in de artikelen 17 of 19 van de wet, dan wel een van de andere in artikel 49 van de wet genoemde schadeoorzaken;

d. aanvrager: degene die een aanvraag om vergoeding van planschade indient;

e. college: het college van Burgemeester en Wethouders;

f. derde-belanghebbende: degene als bedoeld in artikel 49a van de wet die heeft verzocht om ten behoeve van de verwezenlijking van een project een bestemmingsplan te herzien of te wijzigen dan wel om vrijstelling te verlenen, anders dan bedoeld in artikel 31a of 31b van de wet, en die met de gemeente een overeenkomst heeft gesloten inhoudende dat geheel of gedeeltelijk voor zijn rekening komt de schade die rechtstreeks haar grondslag vindt in het besluit op dit verzoek en waarvan aanvrager vergoeding vraagt;

g. adviseur: een natuurlijke persoon, een rechtspersoon of een orgaan belast met het adviseren inzake de door het college te nemen beschikking op een aanvraag om vergoeding van planschade en niet werkzaam onder

verantwoordelijkheid van dat bestuursorgaan;

h. drempelbedrag: recht als bedoeld in artikel 49, derde lid van de wet.

Artikel 2 Indiening van de aanvraag en mededeling van ontvangst

  • 1 Het college tekent de datum van ontvangst van de aanvraag als bedoeld in het eerste lid onverwijld aan op het formulier waarbij de aanvraag is ingediend. De ontvangst wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk medegedeeld aan aanvrager. Van de aanvraag wordt een afschrift toegezonden aan de derde-belanghebbende.

  • 2 In de mededeling van ontvangst wijst het college de aanvrager erop dat voor het behandelen van de aanvraag een drempelbedrag verschuldigd is en deelt hem mede dat het verschuldigde bedrag binnen vier weken na de dag van verzending van de mededeling op de rekening van de gemeente dan wel op een aangegeven plaats moet zijn gestort.

Artikel 3 Besluit tot afwijzing van de aanvraag wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid of kennelijke ongegrondheid

  • 1 Het college wijst de aanvraag binnen acht weken na de dag van verzending van de mededeling van ontvangst af indien sprake is van kennelijke niet-ontvankelijkheid of kennelijke ongegrondheid van de aanvraag.

  • 2 De termijn van acht weken kan een keer met ten hoogste vier weken worden verlengd.

Artikel 4 Besluit tot opdrachtverstrekking

Indien geen toepassing wordt gegeven aan artikel 49, derde lid, laatste volzin van de wet of artikel 4 wijst het college uiterlijk bij het verstrijken van de in artikel 4 bedoelde termijn een adviseur aan en verstrekt een opdracht om ter zake van de aanvraag advies uit te brengen.

Artikel 5 Werkwijze van de adviseur

  • 1 De adviseur stelt de aanvrager, een derde-belanghebbende en het college in de gelegenheid om naar keuze schriftelijk of mondeling hun visie te geven over de aanvraag om vergoeding van planschade.  

  • 2 Van een mondelinge uiteenzetting door de aanvrager, de derde-belanghebbende of de vertegenwoordiger van het college wordt een samenvatting gemaakt. De samenvatting wordt opgenomen in het advies.

Artikel 6 Advisering

  • 1 De adviseur brengt binnen zestien weken na ontvangst van de opdracht een schriftelijk en gemotiveerd conceptadvies aan het college uit omtrent de gegrondheid van de aanvraag en de hoogte van de te vergoeden planschade.

  • 2 Van een overschrijding van de in het eerste lid genoemde termijn stelt de adviseur het college schriftelijk in kennis. Het college stelt vervolgens de termijn waarbinnen in dat geval het conceptadvies moeten worden uitgebracht.

  • 3 De adviseur zendt een afschrift van het conceptadvies aan de aanvrager en een derde-belanghebbende, en stelt de aanvrager en de derde-belanghebbende in de gelegenheid om binnen vier weken na verzending van het conceptadvies schriftelijk een reactie daarop ter kennis van de adviseur te brengen.

  • 4 Bij tijdige ontvangst van eventuele reacties brengt de adviseur binnen vier weken na verloop van de in het derde lid bedoelde termijn een definitief advies uit aan het college. Hij kan de termijn van vier weken eenmalig met vier weken verlengen, van welke verlenging hij mededeling doet aan het college.

  • 5 Indien niet binnen de in het derde lid bedoelde termijn een reactie is ingebracht, brengt de adviseur binnen twee weken na verloop van deze termijn een definitief advies uit aan het college.

  • 6 De adviseur zendt een afschrift van het definitieve advies aan de aanvrager en de derde-belanghebbende.

Artikel 7 Beschikking van het college

  • 1 Binnen acht weken na ontvangst van het advies beslist het college op de aanvraag om vergoeding van planschade.

  • 2 Het college kan deze termijn een keer met ten hoogste vier weken verlengen.

Artikel 8 Uitbetaling

Indien het college een vergoeding van planschade vaststelt, vindt uitbetaling plaats op een door aanvrager aangegeven rekening direct na het onherroepelijk worden van deze beschikking.

Artikel 9 Slot- en overgangsbepaling

  • 1 Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van haar bekendmaking en zij werkt terug tot 1 september 2005.

  • 2 De Procedureverordening planschadevergoeding Dirksland 2002 wordt ingetrokken.

  • 3 De in het tweede lid bedoelde verordening blijft van toepassing op aanvragen om vergoeding van planschade die voor 1 september 2005 zijn ingediend.

  • 4 Deze verordening wordt aangehaald als: Procedureverordening planschadevergoeding gemeente Dirksland 2005.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering

van de Raad van de gemeente Dirksland,

gehouden op 25 augustus 2005.

 

De griffier wnd.,                                   De voorzitter,J. Taale                                                 drs. S. Stoop