Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Eijsden

Verordening regelende de bezoldiging van het personeel in dienst van de gemeente Eijsden

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Eijsden
Officiële naam regelingVerordening regelende de bezoldiging van het personeel in dienst van de gemeente Eijsden
CiteertitelBezoldigingsverordening
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerpVeiligheid en bestuur

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening geldt voor het grondgebied van voormalig gemeente Eijsden. Datum bekendmaking nieuwe regeling bij benadering ingevuld.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 147

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Regelen met betrekking tot de bezoldiging van het personeel in dienst van de gemeente Eijsden

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-11-199501-01-2011nieuwe regeling

03-10-1995

Onbekend.

Onbekend.
01-07-1996art. 13a

04-06-1996

Onbekend

Geen

Tekst van de regeling

Intitulé

VERORDENING REGELENDE DE BEZOLDIGING VAN HET PERSONEEL IN DIENST VAN DE GEMEENTE EIJSDEN

De raad der gemeente Eijsden;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 september 1995;

alsmede gezien het advies van de commissie Algemene Zaken ca van 19 september 1995;

gehoord de commissie voor het georganiseerd overleg;

gelet op artikel 147 van de gemeentewet, juncto artikel 125 van de Ambtenarenwet 1929;

mede gelet op de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en de Uitwerkingsovereenkomst;

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende "VERORDENING REGELENDE DE BEZOLDIGING VAN HET PERSONEEL IN DIENST VAN DE GEMEENTE EIJSDEN".,

Artikel 1.

  • a.

    ambtenaar:

    • 1.

      de ambtenaar in de zin van artikel

      1:1 van de CAR;

    • 2.

      de werknemer in de zin van artikel

      2:5 van de CAR;

  • b.

    salaris:

    het salaris als bedoeld in artikel 3:1 van de CAR, exclusief de toelagen als genoemd in artikel 13 van deze verordening;

  • c.

    salaris per uur:

    het 1/165e deel van het salaris bij een gemiddeld 38-urige werkweek;

  • d.

    salarisschaal:

    de schaal als bedoeld in artikel 3:1 van de CAR, opgenomen in bijlage A, behorend bij deze verordening;

  • e.

    salarisnummer:

    een aanduiding, bestaande uit een getal of uit een letter en een getal, dat in een salarisschaal bij een salaris is vermeld;

  • f.

    maximum salaris:

    het hoogste bedrag van een salarisschaal, dat kan worden bereikt door jaarlijkse salarisverhogingen;

  • g.

    bezoldiging:

    de bezoldiging, als bedoeld in artikel 3:1 van CAR;

  • h.

    functie:

    het sainenstel van werkzaamheden door de ambtenaar te verrichten;

  • i.

    functiewaarderingsonderzoek:

    het op systematische wijze in rangorde plaatsen van functies, met als criterium de relatieve zwaarte van het werk;

  • j.

    conversie:

    de vertaling van de gevonden rangorde naar salarisschalen;

  • k.

    volledige werktijd:

    een werktijd welke gemiddeld 38 werkuren per week omvat;

  • l.

    bestuursorgaan:

    het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2.

  • 1. Het recht op bezoldiging vangt aan met de dag waarop de aanstelling van de ambtenaar ingaat.

  • 2. Het recht op bezoldiging eindigt, ingeval van ontslag, met ingang van de dag waarop het ontslag ingaat.

Artikel 3.

Wanneer het salaris, een emolument of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van die maand,

Artikel 4.

De salarissen van de ambtenaren, wier salaris niet bij of krachtens de wet is geregeld, worden vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen of, indien voor zijn betrekking een vast bedrag geldt, dit bedrag, opgenomen in de bij deze verordening behorende bijlage.

Artikel 5.

  • 1. Het bestuursorgaan bepaalt met inachtneming van de resultaten van een functiewaarderingsonderzoek en aan de hand van de vastgestelde conversie de voor de ambtenaar geldende salarisschaal, tenzij zijn wijze van functioneren zich nog daartegen verzet.

  • 2. Het bestuursorgaan kan nadere regels stellen met betrekking tot de uitvoering van een functiewaarderingsonderzoek en de daarbij te hanteren methode.

  • 3. Anders dan bij wijze van disciplinaire straf kan zonder voorafgaand ontslag voor een ambtenaar geen salarisschaal gaan gelden met een lager maximumsalaris dan dat van de reeds voor hem geldende salarisschaal.

Artikel 6.

  • 1. Bij aanstelling kent het bestuursorgaan de ambtenaar het salaris toe dat:

    • a.

      wanneer hij 21 jaar of ouder is, in de voor hem geldende salarisschaal is vermeld achter het salarisnummer 0;

    • b.

      wanneer hij jonger dan 21 jaar is, in de voor hem geldende salarisschaal is vermeld achter het salarisnummer, bestaande uit de letter J en het getal, dat overeenkomt met zijn leeftijd.

  • 2. Van het bepaalde in het vorige lid kan worden afgeweken door het toekennen van een hoger salaris, indien daarvoor naar het oordeel van het bestuursorgaan aanleiding bestaat.

Artikel 7.

  • 1. Het salaris van de ambtenaar wordt bij voldoende bekwaamheid, geschiktheid en ijver binnen de voor hem geldende salarisschaal periodiek verhoogd tot het naast- hogere bedrag.

  • 2. De periodieke verhogingen worden toegekend:

    • a.

      wanneer de ambtenaar 21 jaar of ouder is en hij het maximum salaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, voor de eerste maal met ingang van de eerste dag van de maand waarin zijn aanstelling één jaar is verstreken en nadien telkens na één jaar;

    • b.

      wanneer de ambtenaar jonger dan 21 jaar is, met ingang van de eerste dag van de maand waarin zijn verjaardag valt.

  • 3. Het tijdstip waarop ingevolge het vorige lid aan de onder a. bedoelde ambtenaar voor de eerste maal een periode verhoging wordt toegekend, kan worden vervroegd indien daartoe naar het bestuursorgaan aanleiding bestaat.

  • 4. Indien de in het tweede lid onder a. bedoelde ambtenaar reeds voor zijn 21e verjaardag was aangesteld, worden hem de periodieke verhogingen toegekend met ingang van de eerste dag van de maand, waarin zijn verjaardag valt.

  • 5. Het salaris wordt, indien de salarisschaal dit aangeeft en wanneer het maximumsalaris is bereikt, voor de eerste maal na vijf jaar en vervolgens om de twee jaar verhoogd tot het naasthogere bedrag, vermeld achter een salarisnummer beginnende met de letter U.

  • 6. De tijd gedurende welke de ambtenaar ingevolge wettelijke verplichting, als bedoeld in hoofdstuk C van het Algemeen Ambtenarenreglement, wordt geacht in zijn betrekking met verlof te zijn, wordt voor de toekenning van het salaris als diensttijd in aanmerking genomen.

Artikel 8.

  • 1. Het bestuursorgaan kan aan de ambtenaar, die het maximum salaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, een extra salarisverhoging tot een in de salarisschaal genoemd bedrag, niet uitgaande boven het maximum salaris, toekennen op grond van buitengewone bekwaamheid, geschiktheid en ijver.

  • 2. Bij de toepassing van het vorige lid blijft het tijdstip waarop ingevolge artikel 7 een salarisverhoging wordt toegekend onverlet, tenzij het bestuursorgaan anders bepaalt.

Artikel 9.

  • 1. Bij onvoldoende bekwaamheid, geschiktheid of ijver van de ambtenaar kan het

    bestuursorgaan bepalen dat ten aanzien van hem salarisverhogingen, als

    bedoeld in artikel 7, achterwege worden gelaten.

  • 2. Het bestuursorgaan kan nadien bepalen dat de salarisverhogingen, welke met toepassing van het eerste lid achterwege zijn gelaten, al dan niet met terugwerkende kracht, alsnog worden toegekend.

Artikel 10.

  • 1. Wanneer voor de ambtenaar een salarisschaal gaat gelden met een hoger maximum salaris, wordt het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het bedrag, gelegen onmiddellijk boven het salaris dat de ambtenaar in de oude schaal zou hebben genoten, zulks onverminderd het bepaalde in artikel 8.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in artikel 7 wordt het salaris in de nieuwe salarisschaal verhoogd tot een bedrag in die schaal, zodra en voor zoveel zulks nodig is om te bereiken dat het nieuwe salaris blijft uitgaan boven het salaris dat de ambtenaar in de oude schaal zou hebben genoten.

Artikel 11.

Het salaris van de ambtenaar met een niet- volledige werktijd wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een volledige werktijd.

Artikel 12.

  • 1. Aan de ambtenaar die het maximum van de voor hem geldende salarisschaal heeft bereikt en die naar het oordeel van het bestuursorgaan blijk heeft gegeven van langdurige bijzondere uitoefening van de functie, kan een toeslag worden toegekend.

  • 2. De in het vorige lid bedoelde toelage bedraagt maximaal het verschil tussen het hoogste bedrag van de naasthogere schaal en het hoogste bedrag van de voor de ambtenaar geldende salarisschaal.

Artikel 13.

  • 1. Aan de ambtenaar die naar het oordeel van het bestuursorgaan bijzondere prestaties in de functie heeft geleverd, kan een tijdelijke toeslag worden toegekend.

  • 2. De in het vorige lid bedoelde toeslag wordt ineens en ten hoogste een maal binnen een tijdvak van een jaar uitgekeerd. Een ambtenaar kan ten hoogste twee achtereenvolgende jaren voor een tijdelijke toeslag in aanmerking komen.

  • 3. De tijdelijke toeslag bedraagt maximaal het voor de ambtenaar geldende salarisbedrag per maand.

Artikel 13a

  • 1. Aan de ambtenaar, waarvan de optelsom van de leeftijd en die in overheidsdienst doorgebrachte diensttijd minimaal 70 bedraagt, wordt indien hij minimaal 5 jaren het maximum salaris van zijn functieschaal geniet een toelage toegekend van 10% van dat maximum salaris.

  • 2. De som van het maximum salaris van de functieschaal plus de 10%- toelage bedraagt nooit meer dan het maximum salaris van de naasthogere salarisschaal.

  • 3. Op de 10%- toelage wordt een eventuele garantietoelage voor de helft in mindering gebracht.

  • 4. Een 10%- toelage als bedoeld in lid 1 wordt toegekend indien daaraan een formele personeelsbeoordeling ten grondslag ligt, waaraan minimaal een eindscore C is toegekend (normaal/ goed functioneren)”.

Artikel 14.

  • 1. Aan de ambtenaar, werkzaam in de buitendienst, ingeschaald in schaal 5 of lager, wordt een koffiegeldvergoeding toegekend overeenkomstig de bij besluit van het bestuursorgaan vast te stellen bedragen.

  • 2. Aan de ambtenaar, werkzaam in de buitendienst, wordt een kledingtoelage toegekend overeenkomstig de bij besluit van het bestuursorgaan vast te stellen bedragen.

  • 3. Aan de ambtenaar, werkzaam in de buitendienst, wordt een inconveniententoelage toegekend overeenkomstig een bij besluit van het bestuursorgaan vast te stellen regeling.

Artikel 15.

  • 1. Indien het salaris minder is dan het maandbedrag van het minimumloon, dat krachtens de artikelen 7, 8 en 14 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Stb. 1968, 657) geldt voor werknemers van dezelfde leeftijd als de ambtenaar, wordt hem een toelage toegekend ten bedrage van het verschil.

  • 2. Voor de ambtenaar van de voormalige gemeente Gronsveld die op 1 januari 1981 ingedeeld waren in een van de schalen (rangen) van de bijlage C van de salarisverordening 1981 van de voormalige gemeente Gronsveld en de ambtenaren van de voormalige gemeente Eijsden, die op 1 januari 1981 in9edeeld waren in een van de schalen (rangen) van de bijlage D van de salarisverordening 1981 van de voormalige gemeente Eijsden, die als gevolg van de functiewaardering zouden worden ingedeeld in een van de salarisschalen van bijlage A, blijven in het bezit van het salarisniveau met een hoger maximum bedrag.

  • 3. De ambtenaar die per 1 januari 1982 in het genot is van een garantietoelage als bedoeld in de bezoldigingsregelingen van de voormalige gemeenten Eijsden en Gronsveld, blijft in het genot van die toelage totdat hij wordt bevorderd tot een salarisschaal met een hoger maximum. Het bepaalde in artikel 16 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16.

  • 1. Indien in de salarissen van het gemeentelijk personeel een wijziging wordt aangebracht welke een algemeen karakter draagt, wordt door het bestuursorgaan met ingang van de datum waarop die wijziging ingaat, een overeenkomstige wijziging aangebracht in de salarissen van de ambtenaren.

  • 2. Van de wijziging bedoeld in het vorige lid geeft het bestuursorgaan kennis aan de raad.

Artikel 17.

Voor gevallen waarin deze verordening niet of niet naar billijkheid voorziet, treft het bestuursorgaan een bijzondere regeling.

Artikel 18.

Deze verordening kan worden aangehaald als "Bezoldigingsverordening" en treedt in werking op de eerste dag van de maand, volgende op die waarin bekendmaking heeft plaatsgevonden. Op dat tijdstip vervalt de bij besluit van 28 augustus 1985 vastgestelde "Bezoldigingsverordening".

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Eijsden van 3 oktober 1995.

De raad voornoemd,

De secretaris, De voorzitter

J.Reas, Fr. Cortenraad