Overheidsorganisatie | Gemeente Middelharnis |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening artikel 212 Gemeentewet |
Citeertitel | Financiële verordening gemeente Middelharnis 2007 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Financiën en economie |
Regeling vervangt Financiële verordening gemeente Middelharnis. Regeling is in 2007 niet gepubliceerd. Datum inwerkingtreding: 20-08-2010. Datum terugwerkende kracht: 01-01-2007.
Gemeentewet, art. 212
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-08-2010 | 01-01-2007 | 09-01-2013 | Nieuwe regeling | 04-04-2007 | Onbekend |
De raad van de gemeente Middelharnis;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 maart 2007;
gelet op artikel 212 van de Gemeentewet;
besluit:
vast te stellen:
de Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Middelharnis (Financiële verordening gemeente Middelharnis 2007)
In deze verordening wordt verstaan onder:a. administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie voor het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Middelharnis voor de verantwoording die daarover wordt afgelegd;b. administratieve organisatie: het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en het in stand houden van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatieverzorging voor de verantwoordelijke leiding;c. financieel beheer: het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het beheer van middelen en het uitoefenen van de rechten van de gemeente;d. rechtmatigheid: het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen, raadsbesluiten en collegebesluiten voorzover deze collegebesluiten betrekking hebben op een noodzakelijke uitwerking van Europese-, rijks-, provinciale of door de gemeenteraad vastgestelde regelgeving;e. doelmatigheid: het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen;f. doeltreffendheid: de mate waarin de gewenste prestaties en de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald;g. weerstandsvermogen: de mate waarin de gemeente in staat is substantiële financiële tegenvallers te kunnen opvangen;h. weerstandscapaciteit: de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet geraamde kosten die substantieel en onverwachts zijn te dekken.
1 De raad stelt een programma-indeling vast en onderhoudt deze indeling.
2 De raad stelt op voorstel van het college per programma waar mogelijk relevante indicatoren vast voor het meten van en het afleggen van verantwoording over de beoogde maatschappelijke effecten, de uitvoering van het gemeentelijk beleid en de gemeentelijke productie van goederen en diensten.
3 Bij iedere begroting en jaarverslag/jaarrekening wordt door het college inzicht gegeven in de toedeling van producten aan de programma’s.
1 Het college biedt voor 31 januari van enig jaar de raad een nota aan met een voorstel voor het beleid en de financiële kaders van de ontwerpbegroting voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming. De raad stelt deze nota uiterlijk in zijn vergadering van maart vast.
2 De raming van de onderhoudsbudgetten in de ontwerpbegroting worden gebaseerd op de meerjarige onderhoudsplannen, zoals die door de raad zijn vastgesteld.
3 In de jaarrekening wordt verantwoording afgelegd over de uitvoering van de programma’s. Hierbij wordt ook informatie verstrekt over de realisatie van investeringen en de besteding van daarvoor beschikbaar gestelde kredieten.
1 De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de totale lasten en baten per programma en het overzicht algemene dekkingsmiddelen voor het volgende begrotingsjaar, inclusief de in het bestedingsplan voor het begrotingsjaar opgenomen investeringskredieten.
2 Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke investeringen die op het bestedingsplan voor dat jaar voorkomen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.
3 Voor lasten, baten en investeringskredieten die niet in de programma’s of in het overzicht van algemene dekkingsmiddelen zijn opgenomen, legt het college een afzonderlijk voorstel ter autorisatie aan de raad voor.
1 Het college informeert de raad door middel van twee tussentijdse bestuursrapportages in het lopende jaar over de realisatie van de begroting.
2 De inrichting van de bestuursrapportage sluit aan bij de programma-indeling van de begroting.
3 De bestuursrapportage gaat per programma in op afwijkingen van het voorgenomen beleid.
4 De bestuursrapportage wordt uiterlijk 1 mei en 1 oktober van het lopende jaar aan de raad ter vaststelling aangeboden.
5 De raad stelt de bestuursrapportage uiterlijk 1 juli en 1 november van het lopende jaar vast.
1 Het college biedt de raad eens in de vier jaar, voor het eerst in 2007, een voorstel ter vaststelling van de Verordening “waarderings- en afschrijvingsbeleid” aan.
2 Uitvoering van beleid inzake activering, waardering en afschrijving van activa vindt plaats conform de criteria en richtlijnen zoals genoemd in de Verordening “waarderings- en afschrijvingsbeleid”.
1 Het college biedt de raad eens in de twee jaar, voor het eerst in 2008 een nota reserves en voorzieningen aan. De raad stelt de nota vast. De nota behandelt tenminste:a. de vorming en besteding van reserves;b. de vorming en besteding van voorzieningen;c. de toerekening en verwerking van rente over reserves en voorzieningen.
2 Bij een voorstel voor de instelling van een bestemmingsreserve voor een investeringsvoornemen wordt minimaal aangegeven:a. het specifieke doel van de reserve;b. de voeding van de reserve;c. de maximale hoogte van de reserve;d. de maximale looptijd van de reserve.
3 Indien een bestemmingsreserve voor een investeringsvoornemen binnen de aangegeven maximale looptijd niet heeft geleid tot een investering, valt de bestemmingsreserve vrij en wordt deze aan de algemene reserve toegevoegd.
1 Het college doet aan de raad jaarlijks een voorstel voor aanpassing van de tarieven voor gemeentelijke belastingen en heffingen.
2 Voor het bepalen van de kostprijs van goederen, werken en diensten wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.
3 Bij de directe en indirecte kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor rioolrechten en afvalstoffenheffing de compensabele BTW.
4 Het college zorgt voor kostenverdeelsleutels voor het eenduidig toewijzen van de lasten en baten aan de producten.
1 Het college zorgt bij het uitoefenen van de financieringsfunctie voor:a. het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden om de programma’s binnen de door de raad vastgestelde kaders van de begroting uit te kunnen voeren;b. het beheersen van de risico’s verbonden aan de financieringsfunctie zoals renterisico’s, koersrisico’s en kedietrisico’s;c. het beperken van de kosten van leningen en het bereiken van voldoende rendement op uitzettingen;d. het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.
2 Verstrekken van leningen en garanties en het aangaan van financiële participaties worden uitsluitend gedaan uit hoofde van de publieke taak. Bij het uitzetten van middelen, het verstrekken van garanties en het aangaan van financiële participaties uit hoofde van de publieke taak bedingt het college indien mogelijk zekerheden. Het college motiveert in zijn besluit het openbaar belang van dergelijke uitzettingen van middelen, verstrekkingen van garanties en financiële participaties.
3 Het college stelt regels op ter uitvoering van het gestelde onder het eerste tot en met het tweede lid en legt deze regels en de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening vast in een treasurystatuut. Het college zendt het treasurystatuut ter kennisneming aan de raad.
De opzet en inrichting van de administratie is zodanig dat zij dienstbaar is voor:a. het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de afdelingen en stafbureaus;b. het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van onder andere activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut in de openbare ruimte, voorraden, vorderingen, en schulden;c. het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties;d. het verschaffen van informatie over indicatoren voor de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid;e. het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving;f. de controle van de registratie van gegevens en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.
Het college zorgt voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de financiële beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.
1 Het college draagt zorg voor en legt de regels vast voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.
2 Het college stelt in dit verband een actuele registratie op van de bezittingen van de gemeente; hierin worden ook opgenomen de niet geactiveerde kunstvoorwerpen met een cultuurhistorische waarde en de niet- of netto-geactiveerde investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut.
Het college zorgt voor en legt vast:a. een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidige toewijzing van de gemeentelijke taken aan de afdelingen;b. een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden en verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;c. de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;d. de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie.
Het college draagt zorg voor en legt de interne regels vast voor de inkoop en aanbesteding van werken en diensten.
Het college draagt zorg voor en legt de interne regels vast voor de toekenning van steunverlening aan ondernemingen en het verstrekken van subsidies.
1 Deze verordening treedt in werking met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2007 onder gelijktijdige intrekking van de “Financiële verordening gemeente Middelharnis”, vastgesteld op 6 november 2003.
2 Deze verordening is van toepassing op het begrotingsjaar 2007 en volgende begrotingsjaren.
Deze verordening wordt aangehaald onder de naam ‘Financiële verordening gemeente Middelharnis 2007’.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Middelharnis, gehouden op 4 april 2007.
De griffier, De voorzitter,
P.W. Berrevoets-Ringelberg. G. de Vries-Hommes.