Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Middelharnis

Verordening Toeslagen en Verlagingen Wet werk en bijstand

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Middelharnis
Officiële naam regelingVerordening Toeslagen en Verlagingen Wet werk en bijstand
CiteertitelVerordening Toeslagen en Verlagingen Wet werk en bijstand 2004
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpWerk en loopbaan

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Regeling vervangt Verordening Algemene bijstandswet gemeente Middelharnis 2001

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet werk en bijstand, art. 8, lid 1, onder c en art. 30

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-03-201201-01-201216-03-2012intrekking

01-03-2012

Ons Eiland, 15-03-2012

Z-11-6277/5854
01-09-200416-03-2012Nieuwe regeling

24-06-2004

Ons Eiland, 06-07-2004

Besluitnummer: 11a

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Middelharnis;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 mei 2004;

gelet op artikel 8, eerste lid, onder c, en artikel 30 van de Wet werk en bijstand;

b e s l u i t:

vast te stellen de navolgende verordening.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1 In deze verordening wordt verstaan onder:a. de wet: de Wet werk en bijstand (WWB);b. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Middelharnis;c. commerciële overeenkomst: een schriftelijke, individuele huur-, onderhuur- of kostgangerovereenkomstnaar een commerciële prijs, voorzien van schriftelijke bewijzenvan betaling;d. commerciële prijs: een bedrag per maand dat tenminste gelijk is aan de maximaletoeslag zoals benoemd in artikel 25 van de wet;e. verzorgingsbehoeftige: degene die voor beroepsmatige verzorging in een verzorgingstehuisof andere inrichting ter verpleging of verzorging is geïndiceerd.

  • 2 De overige begrippen die in deze verordening worden gehanteerd, zijn ontleend aan dewet, tenzij in deze verordening uitdrukkelijk anders is bepaald. Inhoudelijk dient aan dezebegrippen dezelfde betekenis en invulling te worden gehecht, als omschreven in paragraaf1.1 van de wet.

Artikel 2 Reikwijdte

De bepalingen van deze verordening beperken zich tot personen van 21 tot 65 jaar. De wetkent een aparte normensystematiek voor personen van 65 jaar of ouder, waarop de toeslagenen verlagingen niet van toepassing zijn.

Artikel 3 Categorieën

  • 1 Voor belanghebbenden van 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar aan wie bijstandkan worden verleend, geldt een categorieaanduiding.

  • 2 De onderscheiden categorieën worden als volgt aangeduid:a. alleenstaande, als bedoeld in artikel 4 onder a van de wet;b. alleenstaande ouder, als bedoeld in artikel 4 onder b van de wet;c. gehuwden, als bedoeld in artikel 3 van de wet.

Hoofdstuk 2 Criteria voor alleenstaanden en alleenstaande ouders

Artikel 4 Medebewoners, kostgangers, onderhuur

  • 1 De bijstandsnorm wordt verhoogd met een toeslag, indien er sprake is van bijstandsverleningaan een alleenstaande of alleenstaande ouder met zijn ten laste komendekind(eren) in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft. De toeslag wordt bepaaldop het in artikel 25 van de wet genoemde maximumbedrag.

  • 2 De toeslag, als bedoeld in lid 1, wordt voor de alleenstaande en de alleenstaande ouderbepaald op het in artikel 25 van de wet genoemde maximumbedrag, indiena. in diens woning uitsluitend één of meer niet ten laste komende kinderen hun hoofdverblijfhebben;b. in diens woning een ander, die de belanghebbende als verzorgingsbehoeftige verzorgtof die als verzorgingsbehoeftige door de belanghebbende wordt verzorgd, zijnhoofdverblijf heeft.

  • 3 De toeslag als bedoeld in lid 1 wordt voor de alleenstaande en de alleenstaande ouder,in wiens woning op grond van een commerciële overeenkomst één of meer kostgangersof onderhuurders hun hoofdverblijf hebben, bepaald op 50% van het in artikel 25 van dewet genoemde maximumbedrag.

  • 4 De toeslag voor een alleenstaande of alleenstaande ouder, die zijn hoofdverblijf heeft inde woning van een ander, wordt bepaald op:a. het in artikel 25 van de wet genoemde maximumbedrag, indien er sprake is van eencommerciële overeenkomst;b. geen toeslag, indien er sprake is van een niet als commercieel aan te merken overeenkomstof van het ontbreken van enige overeenkomst.

  • 5 De bijstandsnorm wordt niet verhoogd met een toeslag, indien de alleenstaande of alleenstaandeouder, zonder een commerciële overeenkomst in zijn woning één of meerderepersonen als medebewoner, kostganger of onderhuurder heeft wonen.

Artikel 5 Het ontbreken van woonkosten

De bijstandsnorm wordt, in afwijking van het bepaalde in artikel 4, niet verhoogd met eentoeslag, indien de alleenstaande of de alleenstaande ouder geen woonkosten heeft, als gevolgvan:a. het bewonen van een woning waaraan geen woonkosten zijn verbonden;b. het niet bewonen van een woning.

Artikel 6 Alleenstaanden van 21 of 22 jaar

De bijstandsnorm voor een alleenstaande van 21 of 22 jaar wordt, in afwijking van het bepaaldein artikel 4, verhoogd met een toeslag van zodanige hoogte dat de totale uitkeringmaandelijks niet meer bedraagt dan 8/9 van het netto minimumjeugdloon voor die leeftijd.

Hoofdstuk 3 Criteria voor gehuwden

Artikel 7 Medebewoning, kostgangers, onderhuur

  • 1 Op de bijstandsnorm voor gehuwden vindt geen verlaging plaats, indien:a. in hun woning één of meer niet ten laste komende kinderen hun hoofdverblijf hebben;b. in hun woning een ander, die de belanghebbende als verzorgingsbehoeftige verzorgt,of die als verzorgingsbehoeftige door belanghebbende wordt verzorgd, zijn hoofdverblijfheeft.

  • 2 De bijstandsnorm voor gehuwden wordt verlaagd met 50% van het in artikel 25 van dewet genoemde maximumbedrag, indien in de woning van de belanghebbenden één ofmeer medebewoners, kostgangers of onderhuurders hun hoofdverblijf hebben.

  • 3 De bijstandsnorm voor gehuwden, die hun hoofdverblijf hebben in de woning van eenander, wordt verlaagd met:a. het in artikel 25 van de wet genoemde maximumbedrag, indien er sprake is van eenniet als commercieel aan te merken overeenkomst, dan wel van het ontbreken vaneen overeenkomst;b. geen verlaging, indien er sprake is van een commerciële overeenkomst.

Artikel 8 Woonkosten

De bijstandsnorm voor gehuwden wordt verlaagd met het bedrag dat in artikel 25 van de wetals maximumbedrag wordt genoemd, indien de gehuwden geen woonkosten hebben als gevolgvan:a. het bewonen van een woning waaraan geen woonkosten verbonden zijn;b. het niet bewonen van een woning. 

Hoofdstuk 4 Beoordeling commerciële prijs

Artikel 9 Beoordeling commerciële prijs

Het bedrag dat een belanghebbende per maand ontvangt of voldoet in verband met medebewoning,kostgangerschap of onderhuur wordt eenmalig getoetst aan het criterium commerciëleprijs, zoals benoemd in deze verordening. Zolang dit bedrag geen wijzigingen ondergaat,vindt geen nieuwe toetsing plaats. Wanneer partijen een wijziging van het bedragovereenkomen, vindt een nieuwe toetsing plaats op grond van deze verordening.

Hoofdstuk 5 Schoolverlaters

Artikel 10 Nieuw Artikel

De bijstandsnorm wordt niet verhoogd met een toeslag gedurende de eerste zes maandenna het beëindigen van school, studie of studiefinanciering door een belanghebbende.

Hoofdstuk 6 Cumulatie

Artikel 11 Cumulatie

  • 1 De uitkering van de alleenstaande bedraagt:a. tenminste het bedrag zoals genoemd in artikel 21 onder a van de wet, tenzij sprake isvan een verlaging van de uitkering op grond van de bepalingen van de AfstemmingsverordeningWWB;b. ten hoogste het bedrag zoals genoemd in artikel 21 onder a van de wet, vermeerderdmet het in artikel 25 van de wet genoemde maximumbedrag.

  • 2 De uitkering van de alleenstaande ouder bedraagt:a. tenminste het bedrag zoals genoemd in artikel 21 onder b van de wet, tenzij sprake isvan een verlaging van de uitkering op grond van de bepalingen van de AfstemmingsverordeningWWB;b. ten hoogste het bedrag zoals genoemd in artikel 21 onder a van de wet, vermeerderdmet het in artikel 25 van de wet genoemde maximumbedrag.

  • 3 De uitkering van de gehuwden bedraagt:a. tenminste 80% van het bedrag zoals genoemd in artikel 21 onder c van de wet, tenzijsprake is van een verlaging van de uitkering op grond van de bepalingen van de AfstemmingsverordeningWWB;b. ten hoogste het bedrag zoals genoemd in artikel 21 onder c van de wet.

Hoofdstuk 7 Uitvoering

Artikel 12 Uitvoering

Het college is belast met de uitvoering van het bepaalde in deze verordening.

Hoofdstuk 8 Slotbepalingen

Artikel 13 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van debepalingen in deze verordening, als strikte toepassing ervan tot onbillijkheden van zwaarwegendeaard zou leiden.

Artikel 14 Onvoorziene omstandigheden

In gevallen, de uitvoering betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 15 Wijzigingen

Het door de gemeente terzake van deze verordening gevoerde beleid wordt periodiek geëvalueerd;indien deze evaluatie daartoe aanleiding geeft, wordt deze verordening aangepast.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening Toeslagen en Verlagingen Wetwerk en bijstand 2004.

Artikel 17 Inwerkingtreding

  • 1 Deze verordening treedt in werking op 1 september 2004.

  • 2 Met de inwerkingtreding van deze verordening komt de Verordening Algemene bijstandswetgemeente Middelharnis, zoals vastgesteld in de vergadering van 6 december2001, te vervallen.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raadvan de gemeente Middelharnis op 24 juni 2004.

De griffier,                                    De voorzitter,

P.W. Berrevoets-Ringelberg.   G. de Vries-Hommes.