Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Middelharnis

Verordening studiefaciliteiten

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Middelharnis
Officiële naam regelingVerordening studiefaciliteiten
CiteertitelVerordening studiefaciliteiten 1994
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerpPersoneel en organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Regeling vervangt Verordening studiefaciliteiten 1983

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Ambtenarenwet, art. 125

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-12-201410-12-2014Vervallen verklaard

27-11-2014

Gemeenteblad, 73084

Z-14-30496/3274
16-12-199410-12-2014Nieuwe regeling

01-12-1994

Ons Eiland, 15-12-1994

Besluitnummer: 5d

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Middelharnis;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 november 1994;

gehoord de organisaties van overheidspersoneel;

gelet op artikel 125 van de Ambtenarenwet;

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen de volgende Verordening studiefaciliteiten 1994.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:a. ambtenaar: degene op wie het Algemeen Ambtenarenreglement van toepassingis;b. volledige betrekking: een betrekking waarvan de arbeidsduur gelijk is aan de krachtens artikelD 1 van het Algemeen Ambtenarenreglement voor de afdeling ofdienst waar de betrekking wordt vervuld, per week vastgestelde -al ofniet gelijke- arbeidsperiode;c. werkdag: de krachtens artikel D 1 van het Algemeen Ambtenarenreglementvoor de betrekking van de ambtenaar per dag vastgestelde -al of nietgelijke- arbeidsperiode.

Artikel 2

  • 1 Burgemeester en wethouders kunnen, indien en voor zover het belang van de dienstzulks toelaat, aan een ambtenaar op diens aanvraag een of meer van de in de volgendeartikelen omschreven studiefaciliteiten toekennen, indien:a. met de studie een gemeentelijk belang wordt gediend enb. de opleiding door burgemeester en wethouders deugdelijk wordt geoordeeld.

  • 2 Een gemeentelijk belang wordt gediend door:a. opleidingen aan een bestuursschool;b. opleidingen, gericht op het terrein waarop de ambtenaar in zijn huidige functie werkzaamis;c. opleidingen, die niet direct betrekking hebben op de tegenwoordige functie van de ambtenaarop een later tijdstip in aanmerking kan komen;d. andere door burgemeester en wethouders aan te wijzen opleidingen.

Artikel 3

  • 1 Alvorens studiefaciliteiten te verlenen, kunnen burgemeester en wethouders -al dan nietop aanvraag van de ambtenaar- een gericht studieadvies inwinnen.

  • 2 In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders in overleg met de ambtenaareen psychologisch onderzoek doen instellen.

Artikel 4

  • 1 De studiefaciliteiten worden verleend voor een door burgemeester en wethouders bij deverlening te bepalen termijn, die wordt afgeleid van de normaal te achten duur van destudie.

  • 2 Burgemeester en wethouders kunnen de in het vorige lid bedoelde termijn met één jaarverlengen, welke termijn in bijzondere gevallen nogmaals kan worden verlengd.

  • 3 De in de voorgaande leden bedoelde termijnen worden geacht in elk geval te zijn verstrekenop de datum waarop het dienstverband van de ambtenaar met de gemeente eindigt.

Artikel 5

Indien burgemeester en wethouders op grond van door hen ingewonnen inlichtingen vanoordeel zijn, dat de ambtenaar niet regelmatig of niet voldoende studeert, waardoor hij niet instaat kan worden geacht zijn studie binnen de termijn als bedoeld in artikel 4 te volbrengen,zijn zij bevoegd de verleende studiefaciliteiten - al dan niet tijdelijk - in te trekken.Deze intrekking vindt echter niet plaats, indien de ambtenaar aannemelijk maakt, dat de onregelmatigeof onvoldoende studie het gevolg is van feiten of omstandigheden, die niet aanhem zelf zijn te wijten.

Artikel 6

De ambtenaar, aan wie studiefaciliteiten zijn toegekend, is verplicht zich na het verstrijkenvan de in artikel 4 bedoelde termijn aan het eerstvolgende voor zijn studie geldende examente onderwerpen en de uitslag daarvan aan burgemeester en wethouders mede te delen, tenzijzulks op grond van persoonlijke omstandigheden niet kan worden verlangd.

Hoofdstuk 1 Studiekosten

Artikel 7

  • 1 De door een ambtenaar met een volledige betrekking naar het oordeel van burgemeesteren wethouders redelijk gemaakte studiekosten worden vergoed tot een percentage van:75 voor cursus-, les- of collegegelden, examen- en diplomagelden, alsmede studiemateriaalmet uitzondering van schrijfbehoeften, verzendkosten, duurzame gebruiksartikelen enniet verplicht voorgeschreven met de studie verband houdende boeken.100 voor noodzakelijke reis- en verblijfkosten, met dien verstande, dat de reiskosten wordenberekend naar de minst kostbare wijze van vervoer met openbaar vervoer en datgeen vergoeding wordt gegeven, indien de lessen worden gevolgd of het examen wordtafgelegd binnen het in artikel F 18 van het Algemeen Ambtenarenreglement bedoelde gebied.

  • 2 De ambtenaar die geen volledige betrekking vervult, ontvangt een, in evenredigheid tothet aantal uren van een volledige betrekking berekend, deel van de vergoeding zoals bedoeldin het vorige lid.

Artikel 8

  • 1 Vergoeding van studiekosten wordt eerst gegeven nadat de ambtenaarschriftelijk heeftverklaard, dat hij de uit dien hoofde genoten bijdragen zal terugbetalen, indien:a. hij de hem ingevolge artikel 6 opgelegde verplichting niet nakomt;b. hij de studie, waarvoor de vergoeding is verleend, beëindigt voordat de in artikel 4 bedoeldetermijn is verstreken zonder dat de studie tot het behalen van een diploma heeftgeleid;c. de vergoeding wordt gestaakt op grond van artikel 5;d. hij op eigen verzoek of ten gevolge van aan hemzelf te wijten feiten of omstandighedenwordt ontslagen voor het einde van de studie waarvoor vergoeding is toegekend ofbinnen twee jaren na het behalen van het voor deze studie geldende diploma;e. hij op eigen verzoek of ten gevolge van aan hemzelf te wijten feiten of omstandighedenwordt ontslagen binnen twee jaren na het beëindigen van de studie zonder dat het doorhem - na het verstrijken van de termijn bedoeld in artikel 4 - afgelegde examen tot hetbehalen van een diploma heeft geleid.

  • 2 De terugbetalingsverplichting op grond van het gestelde in lid 1 onder b. van dit artikelvervalt, indien voortzetting van de studie redelijkerwijs niet van hem kan worden verlangd.Geen terugbetaling op grond van het gestelde in lid 1 onder d. en e., behoeft te geschieden,indien de ambtenaar aansluitend aan zijn ontslag een betrekking aanvaardt, waaraanhet ambtenaarschap in de zin van de Algemene burgerlijke pensioenwet is verbonden.Indien op de datum van ingang van het ontslag van de in lid 1, onder d. en e., bedoeldetermijn van twee jaren ten minste één jaar is verstreken blijft de verplichting tot terugbetalingbeperkt tot 1/24 gedeelte van de genoten bedragen voor iedere volle maand, die aande termijn van twee jaren ontbreekt.

  • 3 Burgemeester en wethouders kunnen de ambtenaar op zijn verzoek geheel of gedeeltelijken al dan niet tijdelijk, ontheffen van de op hem rustende verplichting tot terugbetaling.

Hoofdstuk 1 Verlof

Artikel 9

Onverminderd het bepaalde in artikel F 28, lid 1, van het Algemeen ambtenarenreglement,wordt voor het volgen van lessen, die in diensttijd worden gegeven, verlof met behoud vanbezoldiging verleend tot ten hoogste één werkdag per week, gemiddeld over een jaar berekend.

Artikel 10

Aan een ambtenaar die een opleiding volgt, waarvan de lessen niet of niet geheel in diensttijdworden gegeven, kan studieverlof worden verleend van minimaal een halve werkdag pervier weken tot maximaal een halve werkdag.

Artikel 11

Ter voorbereiding op een studie of een afgerond deel daarvan afsluitend examen kan aan deambtenaar verlof worden verleend tot een maximum van vijf halve werkdagen per gehelestudie.

Hoofdstuk 1 Slotbepalingen

Artikel 12

Burgemeester en wethouders kunnen ter uitvoering van deze verordening nadere regels stellen.

Artikel 13

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd te beslissen, voor zover nodig in afwijking vanhet in deze verordening bepaalde, in gevallen waarin deze verordening naar hun oordeel nietof niet in redelijkheid voorziet.

Artikel 14

  • 1 Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking.

  • 2 Bij het in werking treden van deze verordening vervalt de Verordening studiefaciliteitenvan 3 mei 1983.

  • 3 Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening studiefaciliteiten 1994.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Middelharnis op 1 december 1994.

De secretaris,                                                                                                      De voorzitter,