Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Middelharnis

Verordening op de raadscommissie

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Middelharnis
Officiële naam regelingVerordening op de raadscommissie
CiteertitelVerordening commissies 2007
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpPersoneel en organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Regeling vervangt Verordening commissies 2005

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 82

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-07-200701-01-2013Nieuwe regeling

05-07-2007

Ons Eiland, 19-07-2007

Besluitnummer: 9

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Middelharnis;

gelezen de voorstellen van het presidium van 27 maart 2007 en 16 mei 2007;

besluit:

vast te stellen de Verordening op de raadscommissies 2007

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:a. Commissie: ad-hoccommissies;b. Lid: lid of buitengewoon lid van een commissie;c. Waarnemend lid: lid als bedoeld in artikel 3 lid 3;d. Voorzitter: voorzitter van een commissie of diens vervanger;e. griffier: griffier van de raad of diens plaatsvervanger;f. Commissiegriffier: griffier van een commissie of diens vervanger;g. Vergadering: vergadering van een commissie.

Hoofdstuk 2 Instelling, taken en samenstelling

Artikel 2 Ad-hoccommissie

  • 1 De raad kan ad-hoccommissies instellen.

  • 2 Een commissie heeft tot taak het uitbrengen van advies aan de raad over het onderwerpwaartoe de commissie is ingesteld.

  • 3 De raad regelt bij het instellen van een commissie de werkwijze van een commissie.In het instellingsbesluit kan hij afwijken van de bepalingen van deze verordening.

Artikel 3 Samenstelling

  • 1 De raad benoemt de leden van de commissie uit zijn midden. Daarnaast kan de raadbuitengewone leden benoemen voor zover hij dit met het oog op de taak van decommissie nodig acht. Een buitengewoon lid kan geen voorzitter of griffier van decommissie zijn.

  • 2 De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstigetoepassing op een lid van een commissie, behoudens op buitengewone leden.

  • 3 Bij verhindering of ontstentenis kan een lid van een commissie zich laten vervangendoor een lid van zijn raadsfractie.

Artikel 4 Voorzitter

  • 1 De voorzitter van een commissie en diens plaatsvervanger worden door de raad uitzijn midden benoemd.

  • 2 De voorzitter van een commissie is lid van de commissie.

  • 3 De voorzitter is belast met:a. het leiden van de vergadering;b. het handhaven van de orde;c. het doen naleven van deze verordening;d. hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 5 Zittingsduur en vacatures

  • 1 De zittingsperiode van een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers eindigt in iedergeval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2 Het (plaatsvervangend) lidmaatschap van een commissie eindigt op dezelfde dag alshet raadslidmaatschap ofwel indien het lid niet meer voldoet aan de in artikel 3gesteldeisen.

  • 3 De raad kan de voorzitter en de leden van een commissie ontslaan indien hij dit methet oog op de taak van de commissie nodig acht.

  • 4 Een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zijdoen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na deschriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 5 Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedigmogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van artikel 3.

  • 6 Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring van de voorzitter van de raadniet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het lid dat opvoordracht van die fractie is benoemd, van rechtswege.

Artikel 6 Commissiegriffier

  • 1 Ter ondersteuning van iedere commissie fungeert een ambtenaar als commissiegriffier.

  • 2 De secretaris en de griffier beslissen in overleg welke ambtenaar deze functie vervult.

  • 3 De commissiegriffier is in iédere vergadering aanwezig.

  • 4 De griffier kan in iedere vergadering aanwezig zijn.

Hoofdstuk 3 Aanwezigheid college, burgemeester en secretaris

Artikel 7 Burgemeester en wethouders

  • 1 De burgemeester en de wethouders kunnen aanwezig zijn ter vergadering.

  • 2 De wethouder binnen wiens portefeuille een of meerdere van de ter vergadering tebehandelen onderwerpen vallen of diens vervanger is in ieder geval aanwezig tervergadering.

Artikel 8 Gemeentesecretaris

De commissie kan het college verzoeken de secretaris aanwezig te laten zijn in de vergaderingen deel te laten nemen aan de beraadslagingen.

Hoofdstuk 4 Vergaderingen

Artikel 9 Vergaderfrequentie

De commissie bepaalt de vergaderfrequentie in de eerste vergadering na installatie daarvanen informeert de gemeenteraad hier schriftelijk over.

Artikel 10 Oproep

  • 1 De voorzitter zendt ten minste zeven dagen voor een vergadering de leden eenschriftelijke oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 2 De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de inartikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijdmet de schriftelijke oproep aan de leden verzonden.

  • 3 Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld worden deze agendaen de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk48 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden gezonden.

Artikel 11 De agenda

  • 1 Voordat de schriftelijke oproep wordt verzonden, stelt de voorzitter de agenda van devergadering voorlopig vast. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzendenvan de schriftelijke oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergaderingeen aanvullende agenda opstellen.

  • 2 Bij aanvang van de vergadering stelt de commissie de agenda vast. Op voorstel vaneen lid of de voorzitter kan de commissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpenaan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

  • 3 Wanneer de commissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslagingvoorbereid acht, kan zij nadere inlichtingen of advies vragen. De commissie bepaaltin welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

  • 4 Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de commissie de volgorde van behandelingvan de agendapunten wijzigen.

Artikel 12 Ter inzage leggen van stukken

  • 1 Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen,worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder ophet gemeentehuis ter inzage gelegd. De voorzitter maakt van de ter inzage leggingmelding in de openbare kennisgeving, bedoeld in artikel 13. Indien na het verzendenvan de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededelinggedaan aan de leden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

  • 2 Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het gemeentehuis gebracht.

  • 3 Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewetgeheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid,onder de hoede van de griffier en verleent de griffier een lid inzage.

Artikel 13 Openbare kennisgeving

  • 1 De vergadering wordt tegelijkertijd met de schriftelijke oproep door aankondiging inéén of meer dag-, nieuws-, of huis-aan-huis bladen en door plaatsing op de internetsitevan de gemeente ter openbare kennis gebracht.

  • 2 De openbare kennisgeving vermeldt:a. de datum, aanvangstijd en plaats van de vergadering;b. de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorendestukken kan inzien;c. de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel21.

Artikel 14 Presentielijst

Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid onmiddellijk de presentielijst. Aan heteinde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de commissiegriffier door ondertekeningvastgesteld.

Artikel 15 Opening vergadering; quorum

  • 1 De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan de helftvan het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 2 Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezigis, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel, na voorlezing van denamen der afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstipdat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de schriftelijke oproep is gelegen.

  • 3 Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. Decommissie kan echter over andere aangelegenheden alleen beraadslagen of besluiten,indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbendeleden aanwezig is.

Artikel 16 Spreekrecht burgers

  • 1 Na de opening van de vergadering kunnen andere aanwezige burgers gezamenlijkgedurende maximaal één uur het woord voeren over geagendeerde en niet geagendeerdeonderwerpen die de commissie regarderen.

  • 2 Het woord kan niet gevoerd worden over:a. een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaatof heeft opengestaan;b. benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;c. een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrechtkan of kon worden ingediend.

  • 3 Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit ten minste 48 uur voorde aanvang van de vergadering aan de commissiegriffier dan wel de griffier. Hij vermeldtdaarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp, waarover hij hetwoord wil voeren.

  • 4 De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van devolgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 5 Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijdevenredig over de sprekers. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijkenvan de maximale lengte van de spreektijd.

  • 6 De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitterof een lid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger.

  • 7 De voorzitter stelt de leden van de commissie in de gelegenheid informatieve vragente stellen aan de sprekers.

Artikel 17 Meespreekrecht

  • 1 Na de eerste spreekronde over het onderwerp waarover door een of meerdere burgersis ingesproken word(en)t de desbetreffende burger(s) door de voorzitter in degelegenheid gesteld eventuele misverstanden kort te verduidelijken dan wel enigezaken te nuanceren.

  • 2 Elke spreker krijgt maximaal 5 minuten het woord.

Artikel 18 Verslag

  • 1 Bij het instellen van een commissie bepaalt de raad op welke wijze de verslagleggingplaats dient te vinden.

  • 2 Bij het begin van de vergadering wordt, zo mogelijk, het in het eerste lid bedoeldeverslag vastgesteld.

  • 3 De leden, de voorzitter, de burgemeester en de wethouders, hebben het recht eenvoorstel tot wijziging van het verslag aan de commissie te doen, indien dit documentonjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen gezegd of besloten is.

Artikel 19 Volgorde sprekers

  • 1 Een lid, de burgemeester, een wethouder of de secretaris, voeren het woord na hetaan de voorzitter gevraagd en/of van hem verkregen te hebben.

  • 2 De volgorde van sprekers kan worden gewijzigd, wanneer het woord wordt gevraagdover de orde van de vergadering.

Artikel 20 Aantal spreektermijnen

  • 1 De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen,tenzij de desbetreffende commissie anders beslist.

  • 2 Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 3 Een lid mag in een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over hetzelfdeonderwerp of voorstel.

  • 4 Bij de bepaling hoeveel malen het lid als bedoeld in het derde lid over hetzelfde onderwerpof voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het sprekenover een voorstel van orde.

Artikel 21 Spreektijd

Een lid kan een voorstel doen over de spreektijd van de leden, waarna de commissie terstondover dit voorstel beslist.

Artikel 22 Voorstellen van orde

  • 1 De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel vanorde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2 Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3 Over een voorstel van orde beslist de commissie terstond.

Artikel 23 Handhaving orde; schorsing

  • 1 Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:a. de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordeningte herinneren;b. een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonderverdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2 Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijktvan het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert,dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de ordegeroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurendede vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerphet woord ontzeggen.

  • 3 De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem tebepalen tijd schorsen en -indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoordde vergadering sluiten.

  • 4 De voorzitter kan een commissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen degeregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen.

  • 5 Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid devergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen.

  • 6 Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden detoegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 24 Beraadslaging

  • 1 De commissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over één of meeronderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2 Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de commissie beslissen de beraadslagingvoor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheidte geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervatnadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 25 Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1 Iedere commissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2 Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen alvorensmet de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt eenaanvang wordt genomen.

Artikel 26 Advies

  • 1 Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht,sluit hij de beraadslaging, tenzij de commissie anders beslist.

  • 2 Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de commissie of er een advies aan deraad wordt uitgebracht.

  • 3 Indien de commissie een advies aan de raad uitbrengt, beslissen de leden op voorstelvan de voorzitter over de inhoud van het advies.

Hoofdstuk 5 Besloten vergadering

Artikel 27 Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstigetoepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van devergadering.

Artikel 28 Verslag

  • 1 Het verslag van een besloten vergadering wordt niet rondgedeeld, maar ligt uitsluitendvoor de leden ter inzage bij de griffier.

  • 2 Het verslag wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststellingaangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de commissie een beslissing over hetal dan niet openbaar maken van het verslag. Het vastgestelde verslag wordt door devoorzitter en de (commissie)griffier ondertekend.

Artikel 29 Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de commissie overeenkomstig artikel 86,eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandeldegeheimhouding zal gelden. De commissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 30 Opheffing geheimhouding

Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemensis de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de commissie die geheimhoudingheeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de commissieoverleg gevoerd.

Hoofdstuk 6 Toehoorders en pers

Artikel 31 Toehoorders en pers

  • 1 De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voorhen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2 Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren vande orde is verboden.

  • 3 De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergaderingverstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergaderingverstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergaderingontzeggen.

Artikel 32 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeld registraties willenmaken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.

Artikel 33 Verbod gebruik mobiele telefoons

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik,alsmede het stand-by houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelendie inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering zonder toestemming van de voorzitterniet toegestaan.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 34 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van deverordening, beslist de commissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 35 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: 'Verordening commissies 2007'.

Artikel 36 Inwerkingtreding

  • 1 Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na de dag waarop het vaststellenvan dit reglement is bekendgemaakt op de wijze als bedoeld in artikel 3:42 van deAwb.

  • 2 Op de datum van inwerkingtreding vervalt de Verordening commissies 2005.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Middelharnis op 5 juli 2007.

De griffier,                                                                                       De voorzitter,

P.W. Berrevoets-Ringelberg.                                                      G. de Vries-Hommes.