Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Middelharnis

Verordening Antidiscriminatievoorziening

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Middelharnis
Officiële naam regelingVerordening Antidiscriminatievoorziening
CiteertitelVerordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Middelharnis 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpZorg en gezondheid

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen, art. 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-06-201001-01-201010-04-2013Nieuwe regeling

08-04-2010

Ons Eiland, 10-06-2010

Onbekend

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Middelharnis;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 februari 2010;

gelet op artikel 1 van de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen;

besluit:

vast te stellen de Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Middelharnis

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1 Wet: de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen.

  • 2 Besluit: het Besluit gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen.

  • 3 De antidiscriminatievoorziening: antidiscriminatievoorziening als bedoeld in artikel 1 vande Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen.

  • 4 Klacht: klacht bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, van de wet.

  • 5 Klachtbehandelaar: klachtbehandelaar als bedoeld in artikel 1 van het besluit.

  • 6 Klager: Klager als bedoeld in artikel 1 van het besluit.

  • 7 Ingezetene: ingezetene als bedoeld in artikel 2 van de Gemeentewet.

Artikel 2 Zorgplicht college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders biedt de ingezetenen toegang tot een antidiscriminatievoorziening.

Artikel 3 Inrichting antidiscriminatievoorziening

  • 1 Bij de inrichting van de antidiscriminatievoorziening worden in ieder geval de deskundigheidvan klachtbehandelaars en de toegankelijkheid van de voorziening gewaarborgd.

  • 1 De antidiscriminatievoorziening draagt er zorg voor dat de klachtbehandelaars voldoenaan de voor klachtenbehandeling vereiste deskundigheid en biedt de klachtbehandelaarsde mogelijkheid hun deskundigheid te onderhouden en verder te ontwikkelen.

  • 2 De klager heeft in ieder geval de mogelijkheid om een klacht te melden:- Per post;- Per e-mail;- Telefonisch;- Op een door de gemeente beschikbaar gestelde locatie als bedoeld in artikel 5 vandeze verordening.

Artikel 4 Protocol klachtenbehandeling

Het protocol voor de behandeling van klachten als bedoeld in artikel 6 van de wet regelt inieder geval:a. De afdoeningstermijn van klachten;b. De wijze van afdoening van klachten;c. De registratie van klachten.

Artikel 5 Laagdrempeligheid antidiscriminatievoorziening

  • 1 Ingezetenen worden in de gelegenheid gesteld een klacht in hun directe leefomgeving temelden.

  • 2 Gemeenten die aansluiting hebben bij een regionaal antidiscriminatiebureau kunnenovereenkomen dat deze melding op een locatie in de betreffende gemeente kan plaatsvinden.

  • 3 Het college draagt zorg voor de deskundigheid van de medewerkers die deze meldingenop adequate manier opneemt en doorverwijst.

  • 4 Klager wordt door de medewerkers doorgeleid naar de antidiscriminatievoorziening.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2010.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: 'Verordening Inrichting AntidiscriminatievoorzieningGemeente Middelharnis 2010'.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad op 8 april 2010.

De griffier,                                                                                   De voorzitter,

mr. E. Hagens.                                                                          drs. P. Zevenbergen.

1 Toelichting Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Middelharnis

Algemeen

Artikel 1 van de wet legt het college van burgemeester en wethouders op om toegang te biedentot een antidiscriminatievoorziening. Zie ook de toelichting bij artikel 2 van deze verordening.

Artikel 2, tweede lid, van de wet wordt opgedragen dat de gemeenteraad stelt “met inachtnemingvan het bepaalde bij of krachtens deze wet bij verordening regels vast omtrent de inrichtingvan de antidiscriminatievoorziening , bedoeld in artikel 1, en de uitvoering van detaak, bedoeld in het eerste lid, onder a.” De wet is als bijlage toegevoegd aan deze verordening.

De wet is nader ingevuld in een Algemene Maatregel van Bestuur vastgesteld op 16 september2009, het Besluit gemeentelijke antidiscriminatievoorziening. Het besluit is als bijlagetoegevoegd aan deze verordening.

Nu veel van de nadere invulling die de wet behoeft is geregeld in het besluit, kan deze verordeningbeknopt blijven.

De Handreiking Iedereen=Gelijk: lokale aanpak discriminatie zal als ondersteuning dienen bijde uitvoering van de Algemene Maatregel van Bestuur en deze verordening.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1Deze bepaling behoeft geen toelichting.

Artikel 2Zoals in het algemene deel van deze toelichting al aangegeven, is deze zorgplicht opgenomenin artikel 1 van de wet. In wetstechnische zin is het dan ook niet noodzakelijk om dezehier te herhalen. Er is voor gekozen om dat wel te doen, nu deze zorgplicht zozeer de kernvan deze regelgeving uitmaakt, dat het opnemen ervan sterk bijdraagt aan de begrijpelijkheidvan deze verordening.

Artikel 3Met deze bepaling wordt nader invulling gegeven aan artikel 3 van het besluit, dat luidt: “Bijde inrichting van de antidiscriminatievoorziening worden in ieder geval de deskundigheid vande klachtbehandelaars en de toegankelijkheid van de antidiscriminatievoorziening gewaarborgd”.Ook op de verantwoordelijkheid met de omgang met gegevens zal worden toegezien.Er is gekozen voor een minimale invulling om gemeenten en antidiscriminatievoorzieningalle ruimte te geven voor maatwerk.De antidiscriminatievoorziening dient aan te geven of ze beschikt over een opleidingprotocolwaar klachtbehandelaars gebruik van kunnen maken. Ook moet worden aangegeven hoevaak van behandelaars wordt verwacht aan een opleiding deel te nemen. Het landelijke expertisebureauvan Art.1 kan de opleidingen en cursussen verzorgen.De gemeente draagt er zorg voor dat de burger zich zowel fysiek als niet- fysiek kan melden.De mogelijkheid om zich fysiek op locatie te kunnen melden betekent tevens dat een burgerredelijkerwijs op de hoogte kan zijn waar hij of zij terecht kan om te melden. De gemeentedraagt zorg voor de aanwezigheid van een locatie. Daarbij kan gebruik worden gemaakt vaneen bestaande balie (zie ook de toelichting bij artikel 5). Uiteraard kan ook worden afgesprokendat de antidiscriminatievoorziening op locatie aanwezig is, zodat klachten direct bij devoorziening kunnen worden ingediend.Bij niet-fysiek wordt verstaan dat de mogelijkheid bestaat voor de burger via sms, telefoon(0900 landelijk en 0900 ADV), brief of email om de klacht te melden of in te dienen.Ook hier geldt dat op de gemeente een zorgplicht rust om ervoor zorg te dragen dat burgerskennis kunnen nemen van deze mogelijkheden.

Artikel 4Met deze bepaling wordt invulling gegeven aan artikel 6 van het besluit dat luidt: “De antidiscriminatievoorzieningheeft een protocol voor de behandeling van klachten”. Daarbij is gekozenvoor een minimale invulling om gemeenten en antidiscriminatievoorziening alle ruimte tegeven voor maatwerk.Strikt juridisch is deze bepaling niet noodzakelijk, vandaar dat we deze als facultatief hebbenopgenomen.

Artikel 5De wet vermeldt dat de antidiscriminatievoorziening zich in de leefomgeving van burgersmoet bevinden. De memorie van toelichting geeft aan dat het gemeenten vrij staat om daarop een praktische wijze invulling aan te geven. De voorziening hoeft dan ook niet in de gemeentezelf aanwezig te zijn. Een gemeente kan zich bijvoorbeeld aansluiten bij een (bestaande)regionale antidiscriminatievoorziening. Ook kan de gemeente aansluiting zoeken bijhet regionaal discriminatieoverleg (RDO) waar politie, openbaar ministerie en antidiscriminatievoorzieningenoverleg voeren over discriminatie incidenten en deze in zaaksoverzichtenopnemen.Voor de nodige laagdrempeligheid kan dan worden gezorgd door een doorverwijsfunctie ofmeldpunt te creëren bij bestaande gemeentelijke voorzieningen, zoals bijvoorbeeld een loketburgerzaken, slachtofferhulp of WMO-loket.Een gemeente kan er ook voor kiezen deze toegang een meer inhoudelijk karakter te gevendoor een eigen frontoffice in te richten. Daarbij moet het voor klagers ondubbelzinnig duidelijkzijn dat een gemeentelijk loket een luisterend oor en de nodige deskundigheid kan bieden,maar dat het zijn taak is om de klager door te geleiden naar de antidiscriminatievoorziening.In de wet is uitdrukkelijk aangegeven dat de antidiscriminatievoorziening onafhankelijkis en op geen enkele wijze onder het gezag van de (gemeentelijke) overheid kan vallen. Hetgemeentelijk loket kan dan ook op geen enkele manier in de plaats treden van de antidiscriminatievoorziening.Vereisten voor de frontoffice zijn:- Een loket gefaciliteerd door de gemeente dan wel een gemeenteloket waar klager eenklacht kan melden, luisterend oor kan vinden en professioneel kan worden doorverwezennaar de antidiscriminatievoorziening.- Loketmedewerker dient inzicht te hebben in de materie- Positie als doorgeefluik helder moet zijn.Vereisten voor de backoffice:- Deze worden opgenomen in de subsidieregeling tussen gemeenten en antidiscrimiantievoorzieningenStrikt juridisch is het niet noodzakelijk om met een front- en backoffice te werken. Daaromhebben wij deze vereisten niet in de modelverordening opgenomen.

Artikel 6Deze bepaling behoeft geen toelichting.

Artikel 7Deze bepaling behoeft geen toelichting.