Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Middelharnis

Drank- en Horecaverordening

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Middelharnis
Officiële naam regelingDrank- en Horecaverordening
CiteertitelDrank- en Horecaverordening Middelharnis 2007
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerpOpenbare orde en veiligheid

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Regeling vervangt de Drank- en Horecaverordening 1995. De regeling, behoudens artikel 3, treedt in werking op de achtste dag na die van bekendmaking. Artikel 3 treedt in werking op 1 januari 2008. 

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 147 en 149
  2. Drank- en Horecawet, art. 4, 20 en 23

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-12-201410-12-2014Vervallen verklaard

27-11-2014

Gemeenteblad, 73084

Z-14-30496/3274
13-07-200710-12-2014Nieuwe regeling

07-06-2007

Ons Eiland, 05-07-2007

Onbekend

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Middelharnis;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 april 2007;

overwegende dat het wenselijk is regels te stellen ten behoeve van het bedrijfsmatig ofanders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank in de gemeente Middelharnis;

gehoord de bevoegde inspecteur van het Staatstoezicht op de volksgezondheid, als bedoeldin artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet;

gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en 4, 20 en 23 van deDrank- en Horecawet;

b e s l u i t:

vast te stellen de:

DRANK- EN HORECAVERORDENING MIDDELHARNIS 2007

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:a. de wet: de Drank- en Horecawet;b. inrichting: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid van de wet;c. horecabedrijf: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid van de wet;d. horecalokaliteit: een van een afsluitbare toegang voorziene lokaliteit, onderdeeluitmakend van een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, in ieder gevalbestemd voor het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse;e. vergunning: de vergunning als bedoeld in artikel 3 van de wet;f. alcoholvrije drank: drank die geen alcohol bevat alsmede drank die bij een temperatuurvan twintig graden Celsius voor hoogstens een half volumeprocent uit alcohol bestaat;g. zwakalcoholhoudende drank: alcoholhoudende drank, met uitzondering van sterke drank;h. sterke drank: de drank zoals omschreven in artikel 1, eerste lid van de wet;i. leidinggevende:1°. de natuurlijke persoon of de bestuurders van een rechtspersoon of hungevolmachtigden, voor wiens rekening en risico het horecabedrijf of het slijtersbedrijfwordt uitgeoefend, met uitzondering van bestuurders van een rechtspersoon als bedoeldin artikel 4 van de wet;2°. de natuurlijke persoon,, die algemene leiding geeft aan een onderneming, waarin hethorecabedrijf of het slijtersbedrijf wordt uitgeoefend in een of meer inrichtingen;3°. de natuurlijke persoon, die onmiddellijke leiding geeft aan de uitoefening van zodanigbedrijf in een inrichting;j. café: een inrichting, niet zijnde een discotheek of dancing, die tot hoofddoel heeft hetverstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken voor gebruik ter plaatse, metals mogelijke nevenactiviteit de verkoop van gerede etenswaren, die voor consumptiegereed zijn, al dan niet ter plaatse bereid;k. discotheek/dancing: een inrichting die tot hoofddoel heeft het verstrekken van drankenvoor gebruik ter plaatse waarbij het doen beluisteren van overwegend mechanischemuziek en het gelegenheid geven tot dansen een wezenlijk onderdeel vormen;l. snackbar/cafetaria/croissanterie/broodjeszaak: een inrichting die tot hoofddoel heeft hetverstrekken van al dan niet voor consumptie ter plaatse bereide etenswaren zoalsbelegde broodjes, patates frites, kroketten en aanverwante etenswaren met alsnevenactiviteit het verstrekken van dranken.

Artikel 2 Beperking verstrekking sterke drank

  • 1 Het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet sterke drank voor gebruik ter plaatsete verstrekken in een snackbar of cafetaria.

  • 2 Het is tevens verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet sterke drank te verstrekken ineen inrichting:a. waarin uitsluitend of in hoofdzaak onderwijs wordt gegeven;b. welke deel uitmaakt van een gebouw dat of waarvan een onderdeel uitsluitend of inhoofdzaak in gebruik is bij één of meer jeugd- of jongerenorganisaties of –instellingen. Hieronder wordt in elk geval een jongerencentrum verstaan;c. welke deel uitmaakt van een gebouw, of dat is gelegen op een terrein, dat uitsluitendof in hoofdzaak in gebruik is bij één of meer sportorganisaties of –instellingen;d. welke deel uitmaakt van een gebouw dat is gelegen op een kampeer- ofcaravanterrein;e. welke deel uitmaakt van een gebouw dat of waarvan een onderdeel uitsluitend of inhoofdzaak in gebruik is bij één of meer kerkelijke instellingen of –organisaties;f. welke uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is als gemeentelijk wijkgebouw ofbuurthuis.

Artikel 3 Beperking verstrekking zwakalcoholhoudende drank

  • 1 Het is verboden om in een snackbar of cafetaria na 22.00 uur ’s avondszwakalcoholhoudende drank bedrijfsmatig of anders dan om niet voor gebruik ter plaatsete verstrekken.

  • 2 Het is verboden om in een voor publiek besloten ruimte als bedoeld in artikel 18, tweedelid onder c van de wet na 22.00 uur ’s avonds zwakalcoholhoudende drank anders danom niet voor gebruik elders dan ter plaatse te verstrekken.

Artikel 4 Ontheffingsregeling verstrekkingsbeperking sterke drank

  • 1 De burgemeester kan voor bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard opaanvraag ontheffing verlenen van het in artikel 2 gestelde verbod.

  • 2 De ontheffing kan onder beperkingen worden verleend en aan de ontheffing kunnenvoorschriften worden verbonden.

  • 3 Een ontheffing wordt in ieder geval niet verleend in de volgende omstandigheden:a. de onderneming beschikt niet over een rechtsgeldige drank- enhorecavergunning;b. er bestaat vrees voor verstoring van de openbare orde, veiligheid ofzedelijkheid;c. er bestaat vrees voor nadelige beïnvloeding van het woon- en leefklimaat.

  • 4 De burgemeester kan een ontheffing als bedoeld in het eerste lid intrekken indien:a. niet langer wordt voldaan aan de in het tweede lid bedoelde voorschriften ofbeperkingen;b. zich feiten hebben voorgedaan die de vrees wettigen dat het van kracht blijvenvan de ontheffing gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid ofzedelijkheid.

Artikel 5 Ontheffingsregeling verstrekkingsbeperking zwakalcoholhoudende

  • 1 De burgemeester kan ontheffing verlenen van de in artikel 3 opgenomen verboden.

  • 2 De burgemeester kan in het belang van het reguleren van het gebruik vanzwakalcoholhoudende drank voorschriften en/of beperkingen aan de in het eerste lidbedoelde ontheffing verbinden.

  • 3 De burgemeester kan een ontheffing als bedoeld in het eerste lid intrekken indien:a. niet langer wordt voldaan aan de in het tweede lid bedoelde voorschriften ofbeperkingen;b. zich feiten hebben voorgedaan die de vrees wettigen dat het van kracht blijven vande ontheffing gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid.

Artikel 6 Verbod verstrekking zwakalcoholhoudende drank

De burgemeester kan één of meerdere bedrijven als bedoeld in artikel 18 lid 2 van de wetgedurende een bepaalde tijdsruimte een verbod opleggen om zwakalcoholhoudendedranken voor gebruik elders dan ter plaatse te verstrekken als de handhaving van deopenbare orde, de veiligheid, de zedelijkheid of de volksgezondheid dit vordert.

Artikel 7 Vergunningsvoorschriften

  • 1 Burgemeester en wethouders kunnen aan een vergunning voor het horecabedrijf alsbedoeld in artikel 4, eerste lid van de wet als voorschrift verbinden dat:a. de vergunning niet geldt voor het verstrekken van alcoholhoudende drank voorgebruik ter plaatse voor, tijdens of na bijeenkomsten van persoonlijke aard alsbedoeld in artikel 4, tweede lid van de wet;b. het niet is toegestaan om de onder a genoemde bijeenkomsten openlijk aan teprijzen, daarvoor reclame te maken of daarmee te adverteren.

  • 2 Burgemeester en wethouders kunnen voorts een vergunning voor het horecabedrijf alsbedoeld in het eerste lid door middel van een voorschrift uitsluitend laten gelden voor hetverstrekken van alcoholhoudende drank tijdens de binnen de doelstelling van debetreffende instelling vallende activiteiten met een uitloop van maximaal een uur voor deaanvang tot een uur na afloop van die activiteiten.

Artikel 8 Strafbepaling

  • 1 Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft methechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie metopenbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

  • 2 Het bepaalde in het eerste lid geldt niet voor zover daarin wordt voorzien door hetbepaalde in de Wet op de economische delicten.

Artikel 9 Toezicht

  • 1 Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijnbelast: opsporingsambtenaren als bedoeld in artikel 141 van het Wetboek vanStrafvordering.

  • 2 Voorts zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens dezeverordening belast de bij besluit van burgemeester een wethouders aangewezenpersonen.

  • 3 Het bepaalde in het eerste lid geldt niet wanneer artikel 41 van de Drank- en Horecawetvan toepassing is.

Artikel 10 Intrekking oude regeling

De Drank- en Horecaverordening, vastgesteld bij raadsbesluit van 3 mei 1995, wordtingetrokken.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1 Een ontheffing, verleend op grond van de verordening genoemd in artikel 10, blijftvan kracht tot de termijn waarvoor de ontheffing werd verleend, is verstreken of totdatde ontheffing wordt ingetrokken.

  • 2 Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag omeen ontheffing op grond van de Drank- en Horecaverordening is ingediend waaropnog niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

  • 3 Op bezwaarschriften gericht tegen een besluit krachtens de Drank- enHorecaverordening wordt beslist met toepassing van deze verordening.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1 Deze verordening, behoudens artikel 3, treedt in werking op de achtste dag na diewaarop zij is bekendgemaakt.

  • 2 Artikel 3 treedt in werking op 1 januari 2008.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Drank- en Horecaverordening Middelharnis 2007.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raadvan de gemeente Middelharnis op 7 juni 2007.

De griffier,                                             De voorzitter,

P.W. Berrevoets-Ringelberg.            G. de Vries-Hommes.  

1 DRANK- EN HORECAVERORDENING MIDDELHARNIS 2007

Algemene toelichting

De Drank- en Horecawet is gericht op verantwoorde alcoholverstrekking, in het bijzonder tervoorkoming van gezondheidsrisico’s en maatschappelijke problemen door misbruik vanalcoholhoudende dranken. De wet regelt via een vergunningsysteem de verkoop vanalcoholhoudende dranken voor gebruik al dan niet ter plaatse. De bevoegdheid voor devergunningverlening is neergelegd bij burgemeester en wethouders.

Elke verstrekking van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse die bedrijfsmatiggeschiedt, ongeacht of dit wel of niet tegen betaling gebeurt, wordt tot uitoefening van hethorecabedrijf gerekend. Hetzelfde geldt voor niet bedrijfsmatige verstrekking vanalcoholhoudende dranken tegen betaling, waaronder ook valt het vragen van eentoegangsprijs, waarna de drankjes gratis zijn.

Hoewel de Drank- en Horecawet veelal dwingende bepalingen bevat, is door de landelijkewetgever in beperkte mate beleidsruimte aan gemeente gelaten om via een verordening zelfeen aantal aanvullende zaken te regelen. Daarnaast heeft de gemeente een autonomebevoegdheid om een aantal zaken te regelen.

De tekst en toelichting van deze verordening zijn conform de wettelijk voorgeschreven eisaan de Drankinspectie van de Voedsel en Waren Autoriteit voorgelegd. De opmerkingen (2)zijn in de verordening verwerkt.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 BegripsbepalingenIn dit artikel zijn de definities opgenomen van een aantal begrippen die in deze Drank- enHorecaverordening worden gebruikt. Hierbij is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij dedefinities van de Drank- en Horecawet.

Artikel 2 Beperking verstrekking sterke drankKrachtens artikel 23 van de Drank- en Horecawet kan bij gemeentelijke verordening hetbedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank wordenverboden. Gelet op de belangen die worden gediend met een matig alcoholgebruik is hetzonder meer onwenselijk dat sterke drank wordt verstrekt in inrichtingen die primair voorandere doeleinden dan alcoholgebruik worden bezocht. Vandaar dat in dit artikel een verbodis opgenomen om sterke drank te verstrekken in snackbars en cafetaria’s, gebouwen die ingebruik zijn bij onderwijs-, jongeren-, sport- of kerkelijke instellingen of –organisaties, gebouwen die zijngelegen op een kampeer- of caravanterrein of in gebruik zijn als wijkgebouw of buurthuis.

Bij deze bepaling past verder de kanttekening dat de inhoud van het begrip inrichting met dekomst van de nieuwe Drank- en Horecawet is gewijzigd. Was het voordien zo dat alleruimten, die binnenshuis met elkaar in verbinding stonden, tezamen de inrichting vormden,nu is het begrip beperkt tot de lokaliteiten waarin het slijters- of horecabedrijf wordenuitgeoefend, met de daartoe behorende terrassen. Bedoelde lokaliteiten kunnen onderdeeluitmaken van een andere besloten ruimte. De redactie van dit artikel is afgestemd op dezerecente ontwikkeling.

Artikel 3 Beperking verstrekking zwakalcoholhoudende drankIn aanvulling op het vorige artikel geldt dat ook het verstrekken van zwakalcoholhoudendedrank (voornamelijk bier en gemixte dranken) vanuit bepaalde inrichtingen onder bepaaldeomstandigheden als onwenselijk kan worden beschouwd. Derhalve maakt artikel 23 DrankenHorecawet het mogelijk om in een gemeentelijke verordening voor een bepaaldetijdsruimte ook het verstrekken van zwakalcoholhoudende drank te verbieden.In dit kader moet vooral worden gedacht aan het verstrekken van blikjes bier vanuitsnackbars en cafetaria’s. Met name in de avonduren kan dit gemakkelijk de eerste aanzetzijn tot overlastsituaties. Daarom is in artikel 3 een verbod opgenomen voor het verstrekkenvan zwakalcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse vanuit snackbars en cafetaria’s.Een verbod voor gebruik elders dan ter plaatse is niet nodig, omdat horecabedrijven vanrechtswege al enkel maar alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse mogenverstrekken.

Ingevolge het tweede lid van dit artikel geldt er een verbod voor het verstrekken vanzwakalcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse na 22.00 uur voorsnackbars en aanverwante inrichtingen die niet over een drank- en horecavergunningbeschikken. Voor Middelharnis moet in dit kader vooral gedacht worden aan het verstrekkenvan blikjes bier vanuit snackbars en cafetaria’s. Met name in de avonduren kan ditgemakkelijk de eerste aanzet zijn tot overlastsituaties. Voor het verstrekken van sterke drankis een dergelijke bepaling niet nodig omdat het ingevolge artikel 12, tweede lid, van deDrank- en Horecawet al verboden is om sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse teverstrekken anders dan vanuit het slijtersbedrijf.

Artikel 4 Ontheffingsregeling verstrekkingsbeperking sterke drankLid 1 t/m 3Artikel 4 geeft de burgemeester de bevoegdheid om van het in artikel 2 opgenomen verbodontheffing te verlenen. Een dergelijke ontheffing heeft een incidenteel karakter. Per aanvraagdient een afweging te worden gemaakt met betrekking tot de risico’s die het verlenen vaneen ontheffing met zich meebrengt. In het artikel wordt een aantal omstandighedenopgesomd, waarin geen ontheffing wordt verleend. Deze opsomming is niet limitatief. Dithoudt in dat zich in concrete gevallen andere, dan genoemde omstandigheden kunnenvoordoen, die zich verzetten tegen het verlenen van een ontheffing. Bij de volgendeomstandigheden volgt te allen tijde een weigering:

Voor de onderneming is geen drank- en horecavergunning verleendOm voor het schenken van alcoholhoudende drank in aanmerking te komen, dient in iedergeval een rechtsgeldige drank- en horecavergunning te zijn verleend, omdat de Drank- enHorecawet het schenken van alcoholhoudende drank verbiedt in niet-horecabedrijven.

Er bestaat vrees voor verstoring van de openbare orde, veiligheid of zedelijkheidOpenbare orde en veiligheid behoren tot de beleidsterreinen van een gemeente. Deburgemeester dient er zorg voor te dragen dat binnen een gemeente de openbare orde enveiligheid gehandhaafd blijft. Indien er aanwijzingen bestaan dat het verlenen van deontheffing kan leiden tot verstoring van de openbare orde en veiligheid, dan wordt geenontheffing verleend.

Er bestaat vrees voor nadelige beïnvloeding van het woon- en leefklimaatMiddelharnis moet een gemeente blijven waar het ook voor burgers goed vertoeven blijft. Hetverlenen van een ontheffing voor de verstrekking van sterke drank kan ertoe leiden dat hetwoon- en leefklimaat nadelig beïnvloed wordt, omdat een instelling bijvoorbeeld een bepaaldpubliek gaat aantrekken. Indien er aanwijzingen zijn dat dit het geval is, wordt de ontheffinggeweigerd.

Lid 4Intrekking van een verleende ontheffing is mogelijk indien de daaraan verbondenvoorschriften en/of beperkingen niet worden nageleefd of indien de openbare orde in gevaardreigt te komen.

Artikel 5 Ontheffingsregeling verstrekkingsbeperking zwakalcoholhoudendedrankArtikel 5 geeft de burgemeester de bevoegdheid om van het in artikel 3 opgenomen verbodontheffing te verlenen. Een dergelijke ontheffing kan incidenteel zijn of een structureelkarakter dragen. Intrekking van een verleende ontheffing is mogelijk indien de daaraanverbonden voorschriften niet worden nageleefd of indien de openbare orde in het gedingdreigt te komen.

Artikel 6 Verbod verstrekking zwakalcoholhoudende drankEr kunnen zich situaties voordoen, bijvoorbeeld bij (grootschalige) evenementen, dat terbescherming van de openbare orde, de veiligheid dan wel de gezondheid van personenmaatregelen dienen te worden genomen om het (overmatig) drinken van alcoholhoudendedranken te voorkomen. In dat geval kan de burgemeester de verkoop daarvan verbiedenvanuit winkels, cafetaria’s (mits deze alleen alcohol voor gebruik elders dan ter plaatseverkopen) etc..

Artikel 7 VergunningsvoorschriftenArtikel 4 van de Drank- en Horecawet bevat een instrumentarium ter beteugeling van hetzogenoemde paracommercialisme waaronder wordt verstaan: het door sportverenigingen,buurt-, dorps- en clubhuizen, kerkelijke instellingen en dergelijke onder ongelijkevoorwaarden in concurrentie treden met reguliere horecaondernemingen. Lid 3 bepaalt dathieromtrent bij gemeentelijke verordening nadere regels kunnen worden gesteld. Op basisvan artikel 5 van deze verordening kunnen burgemeester en wethouders aan eenvergunning voor een paracommerciële instelling bepaalde voorwaarden verbinden.

Artikel 8 StrafbepalingOp overtreding van de verordening staat krachtens artikel 10 een gevangenisstraf vanmaximaal drie maanden of een geldboete van de tweede categorie met openbaarmaking vande rechterlijke uitspraak. Ingevolge artikel 154 van de Gemeentewet is een hogerestrafbaarstelling niet mogelijk. Dit geldt niet voor zover daarin wordt voorzien door hetbepaalde in de Wet op de economische delicten.

Artikel 9 ToezichtToezichthouders zijn personen die bij of krachtens wettelijk voorschrift zijn belast met hethouden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijkvoorschrift (artikel 5:11 Awb). De aanwijzing van politieambtenaren als toezichthouders vindtderhalve plaats in deze verordening. Burgemeester en wethouders kunnen verderambtenaren aanwijzen die belast zijn met het toezicht op de naleving van deze verordening.Aldus benoemd beschikken deze toezichthouders dan over de toezichthoudendebevoegdheden neergelegd in afdeling 5.2 van de Algemene wet bestuursrecht. Het in heteerste en tweede lid bepaalde geldt uitsluitend voor zover het autonome bepalingen betreft.Voor het overige berust het toezicht ingevolge artikel 41 van de Drank- en Horecawet bij demedewerkers van de Voedsel en Waren Autoriteit.

Artikel 10 Intrekking oude regelingDit artikel regelt de intrekking van de oude drank- en horecaverordening

Artikel 11 OvergangsrechtIn artikel 10 is het overgangsrecht opgenomen. Dit overgangsrecht komt er in hoofdzaak opneer dat besluiten genomen op grond van de vorige drank- en horecaverordening hungeldigheid blijven behouden totdat zij worden ingetrokken of tot de termijn waarvoor deontheffing werd verleend, is verstreken. Op aanvragen die nog worden of zijn ingediend opgrond van de oude verordening maar nog niet zijn afgewikkeld, is de nieuwe verordening vantoepassing.