Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Middelharnis

Inspraakverordening

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Middelharnis
Officiële naam regelingInspraakverordening
CiteertitelInspraakverordening 2007
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpOverheid en democratie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 150

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-01-200709-01-2013Nieuwe regeling

04-01-2007

Ons Eiland, 18-01-2007

Besluitnummer: 13

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Middelharnis;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders vangelet op artikel 150 van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen de

Inspraakverordening 2007

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

De verordening verstaat onder:a. inspraak: het betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding vangemeentelijk beleid;b. inspraakprocedure: de wijze waarop de inspraak gestalte wordt gegeven;c. beleidsvoornemen: het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigenvan beleid.

Artikel 2 Onderwerp van inspraak

  • 1 Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of inspraak wordtverleend bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid.

  • 2 Inspraak wordt altijd verleend indien de wet daartoe verplicht.

  • 3 Geen inspraak wordt verleend:a. ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteldbeleidsvoornemen;b. indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;c. indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaangeen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;d. inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingenbedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;e. indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is datinspraak niet kan worden afgewacht;f. indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van deverantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving.

Artikel 3 Inspraakgerechtigde

Inspraak wordt verleend aan ingezetenen en belanghebbenden.

Artikel 4 Inspraakprocedure

  • 1 Op inspraak is de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht vantoepassing.

  • 2 Het bestuursorgaan kan voor een of meer beleidsvoornemens een andereinspraakprocedure vaststellen.

Artikel 5 Eindverslag

  • 1 Ter afronding van de inspraak maakt het bestuursorgaan een eindverslag op.

  • 2 Het eindverslag bevat in elk geval:a. een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;b. een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijknaar voren zijn gebracht;c. een reactie op deze zienswijzen, waarbij met redenen omkleed wordt aangegevenop welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen wordtovergegaan.

  • 3 Het bestuursorgaan maakt het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar.

  • 4 De burgemeester vermeldt het eindverslag in het burgerjaarverslag.

Artikel 6 Intrekking oude verordening

De verordening inzake de wijze waarop ingezetenen en in de gemeente een belanghebbendenatuurlijke en rechtspersonen bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken,zoals vastgesteld in de vergadering van 5 januari 1995 en gewijzigd in de vergadering van 5oktober, wordt ingetrokken.

Artikel 7 Inwerkingtreden

Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na de dag vanbekendmaking.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Inspraakverordening 2006.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raadvan de gemeente Middelharnis op 4 januari 2007.

De griffier,                                         De voorzitter,

P.W. Berrevoets-Ringelberg.        G. de Vries-Hommes.

1 Toelichting Inspraakverordening

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

1. Inspraak: Bij de in dit artikel opgenomen formulering is aangesloten bij de tekst van artikel150 van de Gemeentewet. Inspraak is een onderdeel van de voorbereiding en uitvoeringvan het gemeentelijk beleid en heeft een tweeledig doel.2. Inspraakprocedure:De verantwoordelijkheid voor het maken van een regeling over inspraakligt ingevolge artikel 150 van de Gemeentewet bij de raad.3. Beleidsvoornemen: Het begrip beleidsvoornemen is gedefinieerd als het voornemen vanhet bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid. Het zal duidelijk zijn dat hethierbij niet gaat om de vaststelling van concrete besluiten of maatregelen, maar om devorming van het beleid waarop deze kunnen worden gebaseerd.

Artikel 2 Onderwerp van inspraak

In het eerste lid is bepaald dat elk bestuursorgaan ten aanzien van zijn eigen bevoegdhedenbesluit of inspraak verleent bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid. Het begrip bestuursorgaanis gedefinieerd in artikel 1:1, eerste lid, van de Awb. Het omvat in elk gevalraad, college en burgemeester. Elk bestuursorgaan van de gemeente kan zijn eigen beleidsvoornemensaan inspraak onderwerpen. In de MvT (TK 1999-2000, 27 023, nummer 3, blz.20) is vermeld dat het ter volledige beoordeling van de gemeenteraad blijft ten aanzien vanwelke beleidsvoornemens inspraak wordt verleend. Omdat het in bepaalde gevallen doelmatigerzal kunnen zijn als inspraak geschiedt door middel van bijvoorbeeld spreekrecht bijraadsvergaderingen, blijft door de formulering van het eerste lid de mogelijkheid bestaan datvoor bepaalde beleidsvoornemens een andere wijze van inspraak wordt geregeld. Het besluitom al dan niet inspraak te verlenen is een besluit in de zin van de Awb. Hiertegen kandus bezwaar worden gemaakt.In het tweede lid is bepaald dat inspraak altijd wordt verleend indien een wettelijk voorschriftdaartoe verplicht.

Wettelijke verplichtingen tot het bieden van inspraak bestaan thans bij:• de voorbereiding van gemeentelijk ruimtelijk beleid, plannen als bedoeld in artikel 11 vande Wet op de Ruimtelijke Ordening, bestemmingsplannen of herziening daarvan, dan welbij de toepassing van artikel 19, eerste lid, en 19a, vierde lid, van de Wet op de RuimtelijkeOrdening;• de voorbereiding van een ontwikkelingsprogramma stedelijke vernieuwing (artikel 7a Wetstedelijke vernieuwing);• de voorbereiding van het gemeentelijk milieubeleidsplan (artikel 4.17, derde lid, Wet milieubeheer(WM));• de voorbereiding van een besluit tot vaststelling van een afvalstoffenverordening die afwijktvan artikel 10.21 WM (artikel 10.26, tweede lid, WM);• het integraal gemeentelijk gehandicaptenbeleid (artikel 1a Wet voorzieningen gehandicapten);• de plannen en beleidsverslagen gericht op de realisatie en de vormgeving van cliëntenparticipatiebij de uitvoering van de Wet werk en bijstand, de Wet inkomensvoorzieningoudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (artikel 42, eerste lid,onder d) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschiktewerkloze werknemers (artikel 42, eerste lid, onder d);• de voorbereiding van besluiten tot uitsluiting van welstandstoetsing als bedoeld in artikel12, tweede lid, onder a en b, van de Woningwet (artikel 12, vierde lid).

In het derde lid van dit artikel is opgenomen wanneer geen inspraak wordt verleend.

Artikel 3 InspraakgerechtigdenDe omschrijving van inspraakgerechtigden vloeit rechtstreeks voort uit de tekst van artikel150 van de Gemeentewet. In de Wet uniforme openbare voorbereidingsprocedure Awb zijnde woorden 'in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen' vervangendoor: belanghebbenden. Het begrip 'belanghebbende' is in artikel 1.2 Awb gedefinieerd endeze definitie heeft ook gelding voor wetgeving buiten de Awb.

Artikel 4 Inspraakprocedure

Ter uniformering en deregulering is in het eerste lid afdeling 3.4 van de Awb van toepassingverklaard op de inspraak. In artikel 3.11 tot en met 3.17 Awb is de inspraakprocedure te vinden.Na terinzagelegging en bekendmaking van het beleidsvoornemen kunnen belanghebbendengedurende zes weken schriftelijk of mondeling hun zienswijze naar voren brengen.In de meeste gevallen zal deze procedure passend zijn voor de inspraak. Zo niet, dan kan opgrond van het tweede lid de inspraakprocedure worden aangepast in de verordening of bijbesluit van het bestuursorgaan.

In dit kader wordt voor twee punten aandacht gevraagd.1. Een inspraakprocedure kan ook het houden van een facultatief referendum omvatten(uitvoering van de wijze waarop men zijn zienswijze naar voren kan brengen). Dit middelzal echter, gezien de daaraan verbonden kosten, op beperkte schaal worden toegepast.Daarnaast zijn wij ook van mening dat dit in een afzonderlijke verordening moet wordenvormgegeven.2. Het is uiteraard mogelijk een (of meer) standaardprocedure(s) te ontwikkelen die wanneernodig kan (kunnen) worden ingezet.

Artikel 5 Eindverslag

In dit geval is niet gekozen voor verwijzing naar afdeling 3.4 Awb. In artikel 3.17 Awb wordtnamelijk slechts bepaald dat een verslag wordt gemaakt van hetgeen tijdens de inspraakproceduremondeling naar voren is gebracht.Onder het in het tweede lid, onderdeel a, genoemde verslag van de gevolgde inspraakprocedurewordt verstaan:Hoe is de procedure feitelijk verlopen? Is afdeling 3.4 Awb onverkort toegepast? Wanneer ishet beleidsvoornemen ter inzage gelegd enz.?Onderdeel b betekent dat de eindrapportage een volledig overzicht dient te bevatten van zowelde mondelinge als de schriftelijke inspraakreacties. De schriftelijke inspraakreacties kunnenaan het verslag worden gehecht. In de MvT bij de Awb wordt opgemerkt dat in het verslagkan worden volstaan met een korte zakelijke weergave van de naar voren gebrachteopvattingen en vermelding van de personen die hun opvatting naar voren hebben gebracht.Onder c wordt als het sluitstuk van inspraak voorgeschreven dat het bestuursorgaan aangeeftwat met de zienswijzen wordt gedaan.In het derde lid is bepaald dat het bestuursorgaan het eindverslag op de gebruikelijke wijzeopenbaar maakt.In het vierde lid wordt de burgemeester verplicht om het eindverslag te vermelden in zijnburgerjaarverslag overeenkomstig artikel 170, tweede lid, aanhef en onder b, van de Gemeentewet.

Artikel 6 Intrekking oude verordening

Met deze bepaling wordt de bestaande inspraakverordening ingetrokken. De datum waaropde oude verordening vervalt, is de datum waarop de verordening in werking treedt (zie artikel7).

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze verordening treed in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking,tenzij een andere tijdstip daarvoor is aangewezen (artikel 142 Gemeentewet).

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Inspraakverordening 2006.