Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Middelharnis

Verordening werkleeraanbod Wet investeren in jongeren

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Middelharnis
Officiële naam regelingVerordening werkleeraanbod Wet investeren in jongeren
CiteertitelVerordening werkleeraanbod Wet investeren in jongeren gemeente Middelharnis 2009
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpWerk en loopbaan

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 147, lid 1
  2. Wet investeren in jongeren, art. 12, lid 1, onderdeel a

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-10-200901-01-2012Nieuwe regeling

01-10-2009

Ons Eiland, 15-10-2009

Besluitnummer: 9

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Middelharnis;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 september 2009;

gelet op gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet en artikel 12, eerste lid,onderdeel a van de Wet investeren in jongeren;

overwegende dat het noodzakelijk is bij verordening regels te stellen aangaande de inhoudvan het werkleeraanbod in het kader van de Wet investeren in jongeren;

b e s l u i t:

vast te stellen de Verordening werkleeraanbod Wet investeren in jongeren gemeente Middelharnis2009.

Paragraaf 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:a. wet: de Wet investeren in jongeren;b. algemeen geaccepteerde arbeid: alle arbeid, niet zijnde arbeid in het kader van de Wetsociale werkvoorziening, die algemeen maatschappelijk aanvaard is en niet indruist tegen deopenbare orde of goede zeden;c. startkwalificatie: een diploma van een opleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelenb tot en met e, van de Wet educatie en beroepsonderwijs of een diploma hoger algemeenvoortgezet onderwijs of voorbereidend wetenschappelijk onderwijs als bedoeld inartikel 7 onderscheidenlijk 8 van de Wet op het voortgezet onderwijs;d. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Middelharnis.

Paragraaf 2 BELEID EN FINANCIËN

Artikel 2 Opdracht college

  • 1 Het college biedt jongeren die recht hebben op een werkleeraanbod, algemeen geaccepteerdearbeid, ondersteuning bij de arbeidsinschakeling of een voorziening gericht op arbeidsinschakelingaan.

  • 2 Het college kan het werkleeraanbod ook invullen met een combinatie van algemeen geaccepteerdearbeid, ondersteuning bij de arbeidsinschakeling dan wel één of meerderevoorzieningen.

  • 3 In afwijking van het tweede lid kan een werkleeraanbod ook bestaan uit een voorbereidingsperiodeop een zelfstandig beroep of bedrijf, als bedoeld in artikel 17, zesde lid vande wet.

  • 4 Het college stemt het werkleeraanbod af op de omstandigheden, krachten en bekwaamhedenvan de jongere, wiens recht op een werkleeraanbod is vastgesteld. Bij de invullingvan het werkleeraanbod onderzoekt het college de mogelijkheden en omstandighedenvan de jongere. Zij beziet daarbij tevens in hoeverre de wensen van de jongere bij de invullingvan het werkleeraanbod kunnen worden betrokken.

Artikel 3 Aanspraak op ondersteuning

  • 1 Jongeren die recht hebben op een werkleeraanbod komen in aanmerking voor ondersteuningbij de arbeidsinschakeling en op de naar het oordeel van het college noodzakelijkgeachte en beschikbare voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling.

  • 2 Het college doet een werkleeraanbod dat past binnen de criteria die gesteld zijn in dezeverordening en de in artikel 4 bedoelde uitvoeringsplannen en beleidsregels.

Artikel 4 Kaderstelling en uitvoeringsbeleid

  • 1 Het college kan ter nadere uitvoering van deze verordening, gegeven de kaderstellingvan de Gemeenteraad als bedoeld in artikel 2 lid 1 van de Participatieverordening gemeenteMiddelharnis 2009, één of meer uitvoeringsplannen vaststellen, waarin wordtaangegeven hoe invulling wordt gegeven aan dedoor de gemeenteraad gestelde kaders.

  • 2 Het college legt in beleidsregels vast welke voorzieningen in ieder geval aangebodenkunnen worden alsmede de voorwaarden die daarbij gelden voor zover daarover in dezeverordening geen nadere bepalingen zijn opgenomen.

Artikel 5 Verplichtingen van de jongere

Een jongere die gebruik maakt van een voorziening is gehouden te voldoen aan de verplichtingendie voortvloeien uit de wet, de Wet structuur uitvoering werk en inkomen, deze verordening,alsmede aan de verplichtingen die het college aan de aangeboden voorziening heeftverbonden.

Artikel 6 Intrekking werkleeraanbod

Het college kan het werkleeraanbod intrekken of herzien, indien wijziging optreedt in de omstandigheden,krachten of bekwaamheden van de jongere dan wel indien de jongere nietvoldoet aan een of meer op hem rustende verplichtingen als bedoeld in hoofdstuk 5 van dewet en hem dit te verwijten valt.

Paragraaf 3 SUBSIDIES EN VERGOEDINGEN

Artikel 7 Loonkostensubsidie

  • 1 Het college kan aan werkgevers die met een jongere een arbeidsovereenkomst aangaatof die een jongere aanstellen als ambtenaar, een subsidie verstrekken.

  • 2 De subsidie wordt alleen verstrekt indien hierdoor de concurrentieverhoudingen nietonverantwoord worden beïnvloed en er geen verdringing plaatsvindt.

  • 3 Gelet op de “Beleidsaanbevelingen van belang voor het opstellen van gemeentelijkereïntegratieverordeningen van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid”in het kader van de Wet werk en bijstand worden op voorhand geen bedrijven of instellingvan loonkostensubsidie uitgesloten, vermits de arbeid die wordt aangeboden alsalgemeen geaccepteerd kan worden beschouwd.

Artikel 8 Subsidieplafonds en plafonds betreffende voorzieningen

  • 1 Het college kan een of meer subsidieplafonds- of plafonds betreffende voorzieningenvaststellen.

  • 2 Bij bereiking van de in lid 1 bedoelde plafonds wordt een naar het oordeel van het collegepassende ondersteuning aangeboden.

Artikel 9 Onkostenvergoeding

Het college kan de jongere die bij het aanvaarden van arbeid of het deelnemen aan eenvoorziening noodzakelijke onkosten maakt een vergoeding verstrekken, voor zover geen beroepop een voorliggende voorziening wordt of kan worden gedaan.

Paragraaf 4 SLOTBEPALINGEN

Artikel 10 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van debepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden vanzwaarwegende aard leidt.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de met terugwerkende kracht op 1 oktober 2009.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening werkleeraanbod Wet investeren injongeren gemeente Middelharnis 2009.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raadvan de gemeente Middelharnis op 1 oktober 2009.

De griffier,                                                                    De voorzitter,

P. W. Berrevoets-Ringelberg.                                  drs. P. Zevenbergen. 

1 ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1. BegripsbepalingenBegrippen die in de verordening worden gebruikt hebben dezelfde betekenis als in de WIJ.Daarom worden bepaalde begrippen, zoals ‘werkleeraanbod’, ‘arbeidsinschakeling’ en ‘jongere’,niet opnieuw gedefinieerd. Wel gedefinieerd zijn de begrippen ‘startkwalificatie’ en ‘algemeengeaccepteerde arbeid’, omdat deze in de WIJ niet nader zijn omschreven. Het begrip‘startkwalificatie’ is afkomstig uit de Wet educatie en beroepsonderwijs en wordt wel inde WWB gedefinieerd (art. 6, eerste lid, onderdeel d WWB). De omschrijving van ‘algemeengeaccepteerde arbeid’ is afkomstig uit de nota naar aanleiding van het verslag (KamerstukkenII 2008-2009, 31 775, nr. 7, p.28).

Artikel 2. Opdracht collegeIn het eerste lid is de opdracht aan het college verwoord, zoals deze voortvloeit uit de artikelen11, eerste lid en 13, eerste lid, WIJ. Hoewel deze opdracht ook uit het samenstel van dezebepalingen en artikel 5, eerste lid, WIJ kan worden afgeleid, is er uit een oogpunt van duidelijkheidvoor gekozen de opdracht aan het college nader te omschrijven. In het tweede lidis tevens verduidelijkt dat het werkleeraanbod ook samengesteld kan zijn uit een combinatievan algemeen geaccepteerde arbeid, ondersteuning bij arbeidsinschakeling en één of meerderevoorzieningen. Onder voorziening wordt verstaan een instrument dat wordt ingezet omde jongere dichterbij de arbeidsmarkt te brengen. Dit kan zoals gezegd allerlei vormen hebben,variërend van schuldhulpverlening tot training van werknemersvaardigheden.In het derde lid is vastgelegd dat een werkleeraanbod ook kan bestaan uit ondersteuning bijeen traject gericht op werk in zelfstandig beroep of bedrijf. Dit volgt reeds uit artikel 17, zesdelid, WIJ. Uit een oogpunt van herkenbaarheid en consistentie, alsmede gelet op het belangdat gehecht wordt aan het begeleiden van jongeren naar zelfstandig werk, is deze bepalingopgenomen. Aangetekend moet daarbij worden dat het een zgn. ‘kan’-bepaling is:het collegebepaalt of het zinvol is de jongere een aanbod te doen gericht op ondersteuning richting zelfstandigbedrijf of beroep. Ter zake kan beleid worden geformuleerd.Het vierde lid vormt een herhaling van artikel 17, eerste lid, WIJ. Wederom uit een oogpuntvan herkenbaarheid en consistentie, alsmede gelet op het belang van maatwerk bij het vaststellenvan het werkleeraanbod, is dit artikel opgenomen. Toegevoegd is de gemeentelijkeonderzoeksplicht en de plicht om de wensen van de jongere bij de invulling te betrekken. Methet oog op motivering en kansbenutting zal het college daarmee rekening dienen te houden.Daarmee is niet gezegd dat de jongere recht heeft op een bepaalde specifieke voorzieningen deze kan opeisen. De uiteindelijke invulling van de aard en de samenstelling van hetaanbod is voorbehouden aan het college.

Artikel 3. Aanspraak op ondersteuningAls spiegelbeeld van de opdracht van het college, zoals verwoord in artikel 2, eerste lid, komenjongeren die recht hebben op een werkleeraanbod in aanmerking voor ondersteuningbij de arbeidsinschakeling en voorzieningen. Dit vloeit reeds voort uit artikel 13, eerste lid,WIJ maar is omwille van de herkenbaarheid en eenduidigheid hier nader geconcretiseerd.Wat de vorm van de ondersteuning is, bepaalt het college zelf (bijv. Kamerstukken II 2008-2009, 31 775, nr. 3, p. 22).Voor de duidelijkheid is verder nog bepaald dat het om jongeren moet gaan die recht op eenwerkleeraanbod hebben. Dat is niet iedere ‘jongere’ in de zin van de WIJ (zie artikel 2, eerstelid, WIJ), want daaronder wordt verstaan de jongere in de leeftijd van 16 tot 27 jaar. Artikel13, eerste lid, WIJ kadert de doelgroep af.In het tweede lid wordt expliciet de koppeling gelegd tussen de algemene aanspraak van dejongere en de criteria die gesteld zijn voor het aanbieden van een werkleeraanbod. Daarbijwordt verwezen naar de verordening (en het beleidsplan waarin die criteria zijn uitgewerkt,als gekozen wordt voor de zogenaamde procedurele variant genoemd in artikel 4).Artikel 4. Kaderstelling en uitvoeringsbeleidDit artikel verwijst naar de kaderstellende visie als bedoeld in artikel 2 lid 1 van de ParticipatieverordeningMiddelharnis 2009. De uitvoering van de WIJ wordt opgenomen in de kaderstellendevisie van de gemeenteraad inzake participatie.In het tweede lid is opgenomen dat het college in beleidsregels vastlegt welke voorzieningenin ieder geval aangeboden kunnen worden alsmede de voorwaarden die daarbij gelden voorzover daarover in de verordening geen nadere bepalingen zijn opgenomen.Een aantal voorzieningen zijn wel opgenomen in de verordening, maar dienen nader teworden uitgewerkt in beleidsregels. Het is hierdoor mogelijk om snel te komen tot wijzigingvan het reïntegratiebeleid, zonder dat wijziging van de verordening noodzakelijk is. Hetopnemen en/of nader uitwerken van de voorzieningen in beleidsregels doet bovendien meerrecht aan de kaderstellende bevoegdheid van de Raad en de bevoegdheden van het collegeten aanzien van de uitvoering.De verordening maakt het door te stellen dat de voorzieningen die in ieder geval aangebodenkunnen worden opgenomen worden in beleidsregels, mogelijk dat ook voorzieningenworden aangeboden die niet in de verordening of de beleidsregels zijn geregeld.

Artikel 5. Verplichtingen van de jongereIn de WIJ is vastgelegd welke verplichtingen verbonden zijn aan het recht op een werkleeraanbod(zie de artikelen 44 en 45 WIJ). Daaraan is toegevoegd dat de jongere de verplichtingendient na te komen die voortvloeien uit de verordening of die in concreto aan een voorzieningzijn verbonden. Dit kunnen verplichtingen van uiteenlopende aard zijn, die een concretiseringvormen van de in de WIJ opgenomen verplichtingen. Zo kan bepaald worden dateen jongere gedurende het traject op gezette tijden met de consulent de voortgang bespreekt.

Artikel 6. Intrekking werkleeraanbodDit artikel vormt een herhaling van artikel 21 WIJ. De meerwaarde van opname van dezebepaling in de verordening werkleeraanbod is gelegen in de overweging dat intrekking vanhet werkleeraanbod complementair is aan het voeren van beleid m.b.t. de invulling het werkleeraanbod.Daar waar het recht op werkleeraanbod wordt toegekend en ingevuld, kan ditook worden ingetrokken, onder de voorwaarden, genoemd in artikel 21 WIJ. Met betrekkingtot intrekking van het werkleeraanbod in verband met schending van de verplichtingen verbondenaan het werkleeraanbod, wordt het aan het college overgelaten om te bepalen onderwelke voorwaarden daartoe kan worden besloten. Het is niet aan de gemeenteraad omdaarover voorschriften te geven, niettemin dient het intrekken van het werkleeraanbod metterughoudendheid plaats te vinden, zoals reeds in de Algemene toelichting is opgemerkt. Intrekkingis in wezen slechts aan de orde als er een situatie is ontstaan dat niet langer kanworden gevergd dat het werkleeraanbod wordt voortgezet en een andere invulling (via gedeeltelijkeherziening) evenmin soelaas biedt. Gedacht kan worden aan herhaalde misdragingenjegens andere jongeren of begeleiders op de werk/leerplek of veelvuldig verzuim.Daarbij kunnen bijv. ook een rol spelen de positie van gemotiveerde jongeren die wachten opeen werk/leerplek, de staat van de arbeidsmarkt en de kosten van de voorziening. Het verdientaanbeveling als het college bij de invulling van het gemeentelijk beleid met deze kadersrekening houdt en slechts tot intrekking besluit nadat de individuele situatie zorgvuldig afgewogenis.

Artikel 7. LoonkostensubsidieDit artikel regelt dat het college loonkostensubsidie kan verstrekken. De nadere uitwerkingkan plaatsvinden in beleidsregels.Voorwaarde voor het verkrijgen van de subsidie is dat de concurrentieverhoudingen niet onverantwoordworden beïnvloed en er geen verdringing plaatsvindt. Het is uiteraard niet debedoeling dat “gewone” werknemers worden vervangen door gesubsidieerde.De EG-verordeningen vragen om uitgebreide informatiestromen richting Europese Commissieals het gaat om verdringing en concurrentievervalsing. Deze informatieverplichtingenworden beperkt door afspraken van het Ministerie van SZW met de Europese Unie, die hunweerslag hebben gevonden in het document “Subsidiering arbeidsplaatsen in het kader vanreïntegratie werkzoekenden-beleidsaanbeveling van belang voor het opstellen van de gemeentelijkereïntegratieverordeningen in het kader van de Wet werk en bijstand”. De beperkingvan de informatieverplichtingen wordt effectief, als een expliciete verwijzing naar dezebeleidsaanbeveling wordt opgenomen in de reïntegratieverordening. Om die reden is in hetderde lid letterlijk een verwijzing naar bovengenoemd document opgenomen.

Artikel 8. SubsidiesDe gemeente kan, om de financiële risico’s te beheersen, een verdeling maken van de middelenover de verschillende voorzieningen. De naderende uitputting van begrotingspostenkan echter nooit een reden zijn om aanvragen voor voorzieningen te weigeren. Om dat welmogelijk te maken kunnen subsidieplafonds en plafonds betreffende voorzieningen in wordengesteld.

Artikel 9. VergoedingenKosten die voor de jongere verbonden zijn aan het uitvoeren van het werkleeraanbod kunnenworden vergoed op grond van dit artikel. Gedacht kan bijvoorbeeld worden aan kostenvan kinderopvang, voor zover de voorliggende voorziening (Wet Kinderopvang) daarin onvoldoendevoorziet. Ook noodzakelijke reiskosten en andere kosten, bijvoorbeeld voor verplichtekleding of schoeisel, kunnen voor vergoeding in aanmerking komen, mits de kostenaantoonbaar en noodzakelijk zijn en er geen andere voorzieningen zijn. De kosten kunnenten laste worden gebracht van het participatiebudget.

Artikel 10. HardheidsclausuleDit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 11. InwerkingtredingDit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 12. CiteertitelDit artikel behoeft geen nadere toelichting.