Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Skarsterlân

Nadere regels Professionele instellingen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Skarsterlân
Officiële naam regelingNadere regels Professionele instellingen
CiteertitelNadere regels Professionele instellingen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze Nadere regels hebben betrekking op subsidiejaar 2011 en volgende jaren.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene subsidieverordening Skarsterlân, art. 2

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-07-201013-06-2014nieuwe regeling

03-06-2010

Skarsterlân Nijs, 07-07-2010

collegebesluit 2010.2722

Tekst van de regeling

Het college van burgemeester en wethouders van Skarsterlân;

gelet op de bepalingen in titel 4.2 Algemene wet bestuursrecht en artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Skarsterlân;

besluit: Vast te stellen de Nadere regels Professionele instellingen 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In aanvulling op artikel 1 van de verordening wordt verstaan onder: a aanvrager: een rechtspersoon als bedoeld in het Burgerlijk Wetboek die zich zonder winst-oogmerk, de behartiging van de (toevertrouwde) belangen van ideële en/of materiële aard van (een deel van) de bevolking ten doel stelt; b budgetsubsidie: een jaarlijkse subsidie waaraan een taakstelling verbonden is; c professionele instelling: instelling die met gebruikmaking van beroepskrachten werkzaam is ten behoeve van de bevolking; d subsidietijdvak: periode waarover subsidie wordt aangevraagd en/of verstrekt; e verordening: Algemene subsidieverordening Skarsterlân.  

Artikel 2 Reikwijdte

Deze nadere regels zijn van toepassing op de subsidiering van door het college aan te wijzen professionele instellingen.  

Artikel 3 Hoogte subsidie

  • 1 De hoogte van de subsidies wordt jaarlijks door middel van de gemeentebegroting vastgesteld.  

  • 2 Bij de bepaling van de hoogte van de subsidie wordt rekening gehouden met de naar het oordeel van het college noodzakelijke huisvestingskosten, organisatiekosten en personeelskosten.  

  • 3 Op de subsidie wordt jaarlijks de loon- en prijsindex toegepast die de gemeente op basis van het accres van de algemene uitkering uit het Gemeentefonds ontvangt.  

Artikel 4 Bij aanvraag in te dienen gegevens

  • 1 In aanvulling op artikel 6 lid 2 van de verordening overlegt de aanvrager een meerjarenbe-groting en meerjarenplan, welke dezelfde periode betreft als de periode waarover subsidie wordt aangevraagd.  

  • 2 De professionele instelling die voor het eerst een budgetsubsidie aanvraagt levert bij de aanvraag tevens de volgende gegevens in: a een opgave van de samenstelling van het bestuur; b een gewaarmerkt exemplaar van de oprichtings- of stichtingsakte van de instelling, inclusief statuten en huishoudelijk reglement; en c een beschrijving van de organisatievorm van de instelling.  

Artikel 5 Aanvraagtermijn

  • 1 De budgetsubsidie wordt, na afloop van een eerder subsidietijdvak, aangevraagd voor een periode van vier jaar.  

  • 2 In afwijking van artikel 7 lid 2 van de verordening wordt de aanvraag ingediend voor 1 maart van het jaar voorafgaand aan het eerste jaar van het nieuwe subsidietijdvak.  

  • 3 Indien de subsidieaanvrager verzoekt om een hoger subsidiebedrag wordt de aanvraag ingediend voordat wordt aangevangen met het opstellen van de Kadernota voor het betreffende subsidiejaar.

Artikel 6 Bevoorschotting

Op 1 januari, 1 april, 1 juli en 1 oktober wordt er een voorschot verstrekt gelijk aan éénvierde van het subsidiebedrag.  

Artikel 7 Tussentijdse rapportage

In aanvulling op artikel 12 van de verordening wordt een eventuele tussentijdse rapportage per 1 juli van een jaar gevraagd.

 

Artikel 8 Overige verplichtingen van de subsidieontvanger

In aanvulling op artikel 14 van de verordening is de subsidieontvanger verplicht om jaarlijks een activiteitenplan met daarin de activiteiten voor het daaropvolgende jaar in te leveren.  

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking, met dien verstande dat zij betrekking hebben op de subsidieverstrekking over het kalen-derjaar 2011 en volgende jaren.

 

Ondertekening

Besloten in de vergadering van 3 juni 2010.

Burgemeester en wethouders van Skarsterlân,

 

burgemeester, secretaris,  

1

Nadere regels professionele instellingen

Artikel 2 ReikwijdteIn het kader van deze nadere regels worden op dit moment als zodanig aangemerkt: Timpaan peuterspeelzalen, Miks Welzijn B.V. , Stichting voor kunstzinnige vorming It Toanhûs, Museum Joure, VVV Joure- Langweer, Stichting Maatschappelijk Werk Fryslân, Stichting Bibliotheken Súd Fryslân, Stichting Zwem- en Recreatiebad De Stiennen Flier. Met instellin-gen die een budgetsubsidie ontvangen wordt een prestatieovereenkomst gesloten. Hierin staan de tussen de gemeente en de instelling gemaakte afspraken welke verbonden zijn aan het ver-strekken van subsidie door de gemeente.

Artikel 3 Hoogte subsidieDe subsidie wordt conform artikel 5 in principe voor meerdere jaren tegelijk, met een maxi-mum van vier jaar, aangevraagd. Op basis van deze aanvraag wordt in de meerjarenbegroting (toelichting) van de gemeente een bedrag opgenomen voor subsidieverstrekking per professionele instelling. Jaarlijks ontvangt de professionele instelling een beschikking met daarin het voorlopige subsidiebedrag voor het komende subsidiejaar.Hierbij wordt dus rekening gehouden met de indexering zoals bedoeld in artikel 3 lid 2 van de nadere regels.

Er wordt nadrukkelijk voor gekozen de indexering aan te houden die de gemeente zelf ont-vangt om zo financieringsproblemen te voorkomen. De gemeente heeft als subsidieverlener geen invloed op de CAO-afspraken die de betreffende sector maakt en is van mening dat deze afspraken volledig onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van de professionele instel-ling vallen. De personeelskosten komen aan de orde bij het vaststellen van het subsidiebedrag, hetgeen per subsidietijdvak plaatsvindt. Hierbij is er sprake van onderhandelingen tussen gemeente en de professionele instelling.De begrippen huisvestingskosten, organisatiekosten en personeelskosten zijn niet nader uitge-werkt in de nadere regels omdat geacht wordt dat deze begrippen boekhoudkundig gezien bekend dienen te zijn. Nadrukkelijk wordt gesproken over kosten, dat is niet hetzelfde als uitgaven. Om de noodzaak en de omvang van de kosten te kunnen bepalen is een afschrift van de resultatenrekening van de instelling nodig.

Voor de toepassing van deze nadere regels wordt verstaan onder:Huisvestingskosten:1 kosten van afschrijving op gebouwen, inrichting, verwarmingsinstallatie en buitengewoon onderhoud;2 rente van geldleningen, gesloten ten behoeve van de financiering van investeringen voor huisvesting, mits deze investering vooraf door het college is goedgekeurd;3 huur van gebouwen, zaalruimte en terreinen, alsmede de kosten van erfpacht of enig ander zakelijk recht;4 kosten van elektriciteit, verwarming, water en schoonmaak;5 kosten van onderhoud van gehuurde gebouwen, zaalruimte en terreinen, die ingevolge de wet, plaatselijk gebruik of overeenkomst voor rekening van de huurder komen;6 kosten van onderhoud van eigen gebouwen, inrichting en installaties;7 kosten van buitenaccommodaties;8 premies van verzekeringen en overige lasten voortvloeiende uit de eigendom van gebou-wen en terreinen en9 kleine aanschaffingen ten behoeve van de inrichting.

Organisatiekosten:1 kosten van afschrijving van kantoormachines en apparatuur;2 bureaukosten;3 drukken kopieerwerk;4 rente en/of bankkosten;5 administratie en/of accountantskosten;6 representatie en bestuurskosten;7 contributies en overige kosten van lidmaatschappen;8 premies van aansprakelijkheidsverzekeringen.

Personeelskosten:1 salarissen, vergoedingen en vakantietoeslagen met uitzondering van vergoedingen voor-overwerk, onverplichte gratificaties en andere bijzondere beloningen;2 het werkgeversaandeel in de wettelijk verplichte sociale lasten en in de premiekosten van een afgesloten pensioenverzekering;3 de wervings- en selectiekosten voor de vervulling van vacatures binnen de door het college goedgekeurde personeelsformatie en4 kosten van deskundigheidsbevordering van personeel, vrijwilligers of bestuursleden, voor-zover deze in direct verband staan met de taak van betrokkenen bij de uitvoering of bege-leiding van de gesubsidieerde activiteit en voorzover hiervoor vooraf goedkeuring is ver-leend door het college en5 overige door het college goedgekeurde kosten, onder aftrek van de door de subsidieont-vanger ontvangen uitkeringen ingevolge een sociale verzekeringswet, tenzij deze zijn aan-gewend voor tijdelijke vervanging van de betrokken werknemer.

Artikel 5 AanvraagtermijnIn het tweede lid is een afwijkende termijn ten opzichte van de verordening opgenomen om-dat de budgetsubsidies meegenomen worden bij de vaststelling van de begroting. Aangezien de informatie voor de begroting reeds in juni voorafgaande aan het begrotingsjaar ingediend moet worden is de aanvraagtermijn voor de subsidies hierop afgestemd (dus subsidies begro-tingsjaar 2012 dienen aangevraagd te worden uiterlijk 1 maart 2011).

Het derde lid betreft een afwijking voor subsidies die niet meegenomen kunnen worden in de begrotingscyclus maar die via de kadernota aangemeld dienen te worden. Gezien de termijn voor aanleveren van de verzoeken kadernota is de aanvraagtermijn voor de subsidies hierop afgestemd. Het opstellen van de kadernota begint meestal rond december (bijvoorbeeld subsi-dies die wijzigen in 2013 dienen meegenomen te worden in de Kadernota 2012, de subsidie-aanvraag moet uiterlijk 1 december 2011 ingediend zijn).

Artikel 8 Overige verplichtingen van de subsidieontvangerOnder activiteitenplan wordt voor wat betreft de subsidieverstrekking aan Stichting Zwem- en Recreatiebad De Stiennen Flier verstaan een overzicht van de geplande onderhoudswerk-zaamheden. Voor de VVV Joure - Langweer wordt onder activiteitenplan het beleidsplan ver-staan.