Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Skarsterlân

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Skarsterlân

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Skarsterlân
Officiële naam regelingVerordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Skarsterlân
CiteertitelBeheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Skarsterlân 2007
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening vervangt de Beheersverordening begraafplaatsen Skarsterlân van 20 juli 1994.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet op de lijkbezorging, art. 35
  2. Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-08-2007nieuwe regeling

30-05-2007

Skarsterlân Nijs, 20-06-2007

raadsbesluit 51/2007
02-08-200703-02-2011intrekking

30-05-2007

Skarsterlân Nijs, 26-01-2011

raadsbesluit 106/2010

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Skarsterlân,gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders, nummer 51/2007;gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit

vast te stellen de volgende verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Skarsterlân, 

Hoofdstuk I Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. asbus: een bus ter berging van as van een overledeneb. beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen of degene die hem vervangt;c. begraafplaatsen: de algemene begraafplaatsen in Joure, Haskerdijken, Snikzwaag, Akmarijp, Langweer, Sint Nicolaasga, Scharsterbrug, Oldeouwer en Teroeled. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Skarsterlâne. eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:1. het doen begraven en begraven houden van lijken;2. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen;3. het doen verstrooien van as;f. eigen kindergraf: een graf met beperkte afmetingen op een speciaal gedeelte van de begraafplaats dat bestemd is voor het begraven en begraven houden van lijken van kinderen;g. eigen urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het recht is verleend tot1. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen;2. het doen verstrooien van as;h. urnennis: een algemene nis in een urnenmuur, bij het college in beheer, waarin gelegenheid wordt gegeven tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen;i. gebruiker: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een urnennis in een urnenmuur , bij het college in beheer, is verleend, dan wel degene die redelijkerwijs geacht kan worden in diens plaats te zijn getredenj. grafakte: de beschikking waarin volgens de bepalingen van deze verordening door of namens het college een grafrecht wordt verleend;k. grafrecht: het uitsluitend recht op een eigen graf, dan wel het recht van gebruik van een urnengraf of urnennis;l. grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf;m. rechthebbende: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een eigen graf dan wel aan wie het recht tot gebruik van een urnennis is verleend dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden n. strooiveld: een aangewezen veld op een begraafplaats, waarop as wordt verstrooido. wet: de Wet op de lijkbezorging 

Hoofdstuk II Openstelling, orde en rust op de begraafplaats

Artikel 2 Openstelling begraafplaatsen
  • 1 De begraafplaatsen zijn voor een ieder dagelijks toegankelijk gedurende door het college bij nadere regels vast te stellen tijden. Het college maakt deze tijden openbaar bekend.

  • 2 In verband met werkzaamheden op de begraafplaatsen kan de beheerder bezoekers de toegang tot (een deel van) de begraafplaats(en) tijdelijk ontzeggen.

  • 3 Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

Artikel 3 Tijden van begraven en asbezorging
  • 1 De tijd van begraven en het bezorgen van as is: op werkdagen van 08.00 tot 15.00 uur op zaterdag van 08.00 tot 11.00 uur.

  • 2 Het college kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

     

Artikel 4 Ordemaatregelen
  • 1 Een ieder die op de begraafplaats(en) aanwezig is in welke hoedanigheid ook, is verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2 Een ieder die werkzaamheden op de begraafplaats(en) moet verrichten, dient zich vooraf te melden bij de beheerder.

  • 3 Een ieder die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzingen houdt, moet zich op eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen.

Artikel 5 Plechtigheden

Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats moeten vijf werkdagen tevoren worden gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.

 

Hoofdstuk III Indeling en uitgifte der graven

Artikel 6 Indeling van de begraafplaatsen, onderscheid van de graven en asbezorging
  • 1 Op de begraafplaatsen kunnen worden uitgegeven:a. eigen graven en eigen urnengraven;b. urnennissen.

  • 2 Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen er kunnen worden bijgezet in de eigen graven en hoeveel verstrooiingen van as er op of in de eigen graven kunnen plaatshebben. Het college bepaalt tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de eigen graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.

  • 3 Het college kan aan een rechthebbende op een eigen graf toestemming geven tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder op door het college te stellen voorwaarden.

Artikel 7 Volgorde van uitgifte
  • 1 De eigen graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.

  • 2 Het college kan een eigen graf toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte, indien dit wegens de situatie op de begraafplaatsen niet bezwaarlijk is.

  • 3 Van de uitgifte van een graf wordt een grafakte opgemaakt.

Artikel 8 Categorieën

Het college kan bij nader vast te stellen regels de eigen graven onderverdelen in categorieën. Het college bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.

 

Artikel 9 Verlenging en overschrijving van verleende rechten
  • 1 Begraving of bijzetting in een eigen graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn van 10 jaar afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn tot 10 jaar na deze begraving of bijzetting.

  • 2 Het grafrecht kan worden overgedragen door overlegging aan de beheerder van een door de rechthebbende en de betrokken rechtsopvolger getekend bewijs van overdracht. Overschrijving is slechts mogelijk op naam van één (rechts)persoon.

  • 3 In geval van overlijden van de rechthebbende kan het grafrecht worden overgeschreven op naam van een (rechts)persoon, indien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende.

  • 4 Indien de in het vorige lid bedoelde overschrijving niet binnen de termijn van één jaar is gedaan, kan het college het grafrecht vervallen verklaren.

  • 5 Na het verstrijken van de in het derde lid genoemde termijn van een jaar kan het college het eigen graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een eigen graf dat inmiddels is geruimd.

  • 6 Een rechthebbende kan afstand doen van grafrechten, zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding en onverminderd zijn verplichting tot het betalen van kosten voor de lopende termijn.

Artikel 10 Inrichting register
  • 1 Het college is verantwoordelijk voor de administratie van de begraafplaatsen.

  • 2 De administratie bevat verschillende registers, die worden bijgehouden door de beheerder.

  • 3 Het register van alle rechthebbenden van de graven en urnenruimten, met hun namen en adressen en aantekening van hun relatie tot de overledene is niet openbaar.

  • 4 De rechthebbenden zijn verplicht de wijziging van hun adres aan het college door te geven.

Hoofdstuk IV Voorschriften voor lijkbezorging

Artikel 11 Vereisten voor begraving en asbezorging, openen en sluiten van het graf
  • 1 Degene, die een lijk wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester verlof heeft verleend om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 2 Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf of van de urnennis, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten, indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag.

Artikel 12 Over te leggen stukken
  • 1 Bij het verzoek tot begraven dient het verlof tot begraving van de ambtenaar van de burgerlijke stand of een ander wettelijk daarmee gelijkgesteld document te worden overgelegd aan de beheerder.

  • 2 Indien de begraving of de bezorging van as in een eigen graf of in een urnennis zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd. De machtiging moet zijn ondertekend door de rechthebbende.

  • 3 Het bepaalde in artikel 9 lid 1 is van overeenkomstige toepassing.

  • 4 De beheerder onderzoekt de genoegzaamheid van de overgelegde stukken.

     

Artikel 13 Muziekinstallatie

Het gebruik van een muziekinstallatie moet uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan de dag waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, worden aangevraagd bij de beheerder.

Artikel 14 Tarieven

In de Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten worden door het college jaarlijks de kosten voor de rechten en diensten die op grond van deze verordening worden verleend, vastgesteld.

Hoofdstuk V Opgraving en ruiming, bezorging van overblijfselen en as

Artikel 15 Opgravingen en ruimen
  • 1 Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt gedurende tenminste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden door middel van een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje ter kennis van de belanghebbenden gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf bij het college bekend is. In dat geval deelt het college mee, wanneer de termijn van uitgifte gaat verstrijken. Als de rechthebbende geen verzoek indient om de termijn te verlengen, maakt het college uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief het voornemen tot ruiming bekend.

  • 2 De rechthebbende op een eigen graf, kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de overblijfselen te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een eigen urnengraf of urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.

  • 3 Bij de opgraving van lijken dan wel lijkresten en bij de ruiming van graven zijn geen andere personen aanwezig dan degenen die door de beheerder met deze werkzaamheden zijn belast.

Hoofdstuk VI Grafbedekkingen

Artikel 16 Vergunning grafbedekking
  • 1 Voor het plaatsen van monumenten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens op graven is een schriftelijke vergunning nodig van het college.

  • 2 Over de wijze van aanvragen van de vergunning, de aard en de afmetingen van de gedenktekens en afdekplaten en de wijze van aanbrengen, alsmede voor het aanbrengen van beplantingen kan het college nadere regels vaststellen.

  • 3 Het college kan ontheffing verlenen van de door hen vastgestelde nadere regels.

  • 4 Het college kan de vergunning voor een grafbedekking weigeren indien:a. de grafbedekking naar het oordeel van het college afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;b.de duurzaamheid van de gebruikte materialen onvoldoende is of de fundering en constructie onvoldoende stevig en veilig wordt geacht;c. de tekst of afbeelding op de grafbedekking naar het oordeel van het college aanstootgevend of kwetsend kan zijn;d. niet voldaan wordt aan de door hen vastgestelde nadere regels.

  • 5 Het bepaalde in artikel 17, lid 2 is van overeenkomstige toepassing.

     

Artikel 17 Onderhoud door de rechthebbende
  • 1 De rechthebbende is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen. Onder dit onderhoud wordt begrepen het rechtzetten, herstellen of vernieuwen, het verven van opschriften, en het bijkleuren of schilderen van stenen en hekwerken en ornamenten, alsmede het regelmatig snoeien van winterharde gewassen en het verwijderen van dode beplanting.

  • 2 De rechthebbende is verplicht de – door welke omstandigheden ook – aan een gedenkteken of beplanting toegebrachte schade op eerste aanschrijven van het college te herstellen, indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaatsen schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar oplevert voor derden.

Artikel 18 Verwijdering grafbedekking
  • 1 Indien de rechthebbende nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college op de op grond van artikel 28 leden 4-7 van de wet voorgeschreven wijze hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen.

  • 2 Indien grafbedekking door nalatig onderhoud of door schade gevaar oplevert voor derden, kan het college direct maatregelen treffen.

  • 3 De grafbedekking kan na het verstrijken van de graftermijn door het college worden verwijderd.

  • 4 Het voornemen tot de in lid 3 genoemde verwijdering van de grafbedekking wordt gedurende tenminste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd door middel van een op het te ruimen graf te plaatsen bordje door het college bekend gemaakt, tenzij het adres van de rechthebbende bij het college bekend is. In dat geval maakt zij aan de rechthebbende uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief hun voornemen bekend.

  • 5 Het verwijderde blijft in beide gevallen gedurende twaalf weken ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

Hoofdstuk VII Instandhouden historische graven en opvallende grafbedekking

Artikel 21 Lijst
  • 1 Het college houdt een lijst bij van graven, die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2 Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan, onderzoekt het college of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.

  • 3 Het college beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

Hoofdstuk VIII Einde der grafrechten

Artikel 22 Mogelijkheden en procedures
  • 1 De grafrechten vervallen;a. door het verlopen van de termijn;b. indien de rechthebbende afstand doet van het recht;c. indien de begraafplaats wordt opgeheven.

  • 2 Het college kan de grafrechten vervallen verklaren:a.indien de betaling van het gebruiksrecht en eventuele andere kosten voor vestiging of verlenging van het grafrecht niet binnen drie maanden na aanvang van die termijn is geschied;b.indien de rechthebbende – ondanks een aanmaning – in verzuim blijft een op grond van deze verordening op hem/haar rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelt; c. indien de rechthebbende of de gebruiker van een graf is overleden en het recht niet binnen één jaar is overgeschreven.

Hoofdstuk IX Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 23 Intrekking oude regeling en Overgangsbepaling
  • 1 De Beheersverordening begraafplaatsen Skarsterlân van 20 juli 1994 wordt op de datum dat deze verordening van kracht wordt, ingetrokken.

  • 2 De rechten en verplichtingen op de graven, die voortvloeien uit de ingetrokken verordening, worden geacht volgens deze verordening te zijn ontstaan.

  • 3 Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de ingetrokken vergunning is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 24 Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet of indien verschil van mening bestaat over de uitleg van haar bepalingen, beslist het college.

Artikel 25 Strafbepaling

Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

Artikel 26 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na het verstrijken van een termijn van zes weken na de datum van uitgifte van de Jouster Courant, waarin zij is geplaatst.

 

Artikel 27 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Skarsterlân 2007.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Skarsterlân in zijn openbare vergadering van 30 mei 2007.

De raad voornoemd,

 

voorzitter griffier