Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Skarsterlân

Marktverordening Skarsterlân

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Skarsterlân
Officiële naam regelingMarktverordening Skarsterlân
CiteertitelMarktverordening Skarsterlân
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Op 5 oktober 2004 is op grond van artikel 143 Gemeentewet een afschrift van het raadsbesluit en de verordening toegezonden aan het parket van de Rechtbank Leeuwarden.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 147
  2. Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-11-200401-10-2015nieuwe regeling

29-09-2004

Skarsterlân Nijs, 06-10-2004

raadsbesluit 96/2004

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Skarsterlân;

 

gelezen het voorstel van voorzitter en griffier, nummer 96/2004;

gelet op de artikel 147, eerste lid, alsmede artikel 149 van de Gemeentewet;

overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van de markt(en);

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de warenmarkten voor de gemeente Skarsterlân

 

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a het college: het college van burgemeester en wethouders;

b markt: de door het college ingestelde warenmarkt;

c standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

d vaste standplaats: de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

e dagplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet

als vaste standplaats is toegewezen dan wel ingenomen;

f standwerken: de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt en dat publiek door een aansprekende

uiteenzetting probeert over te halen tot de aankoop van een artikel;

g standwerkersplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

h vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

i wachtlijst: de lijst van gegadigden voor een vaste standplaats;

j marktmeester: de persoon die als zodanig is aangewezen door het college.

 

Artikel 2 Reikwijdte

Deze verordening is van toepassing op de weekmarkt en op de jaarmarkt

 

 

Artikel 3 Inrichting van de markt; branche-indeling

  • 1 Het college bepaalt ten aanzien van de markt

    a het aantal standplaatsen;

    b de afmetingen van de standplaatsen;

    c de opstelling en indeling van de markt;

    d welke standplaatsen worden toegewezen als vaste standplaats en als standwerkersplaats.

     

  • 2 Het college kan voor de markt vaststellen:

    a een lijst met artikelengroepen (branches); en

    b een maximumaantal standplaatsen per branche.

     

Artikel 4 Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

 

 

Artikel 5 Voorschriften en beperkingen

  • 1 Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.

     

  • 2 Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

     

Paragraaf 2 Vergunningen

Artikel 6 Standplaatsvergunning

Het is verboden een standplaats op een markt in te nemen zonder vergunning van het college.

 

 

Artikel 7 Toewijzing standplaatsen

  • 1 Een standplaats op de weekmarkt wordt toegewezen als vaste standplaats, dagplaats of standwerkersplaats.

     

  • 2 Een standplaats op de jaarmarkt wordt toegewezen als dagplaats of standwerkersplaats.

     

     

Artikel 8 Vereisten

Voor toewijzing van een standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college en die daarbij tevens aantoont dat hij persoonlijk voldoet aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie.

 

Artikel 9 Inhoud vaste standplaatsvergunning

Een vaste standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval:

a de naam en voornamen, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;

b de afmeting van de hem toegewezen plaats;

c het soort artikelen dat de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe de vergunninghouder behoort;

d dat de vergunninghouder zelf zorg draagt voor de inzameling en afvoer van zijn afval en dat hij zijn standplaats schoon oplevert.

 

Artikel 10 Inschrijving op de wachtlijst

  • 1 Het college schrijft de aanvrager op zijn verzoek in op de wachtlijst, indien hij voldoet aan de in artikel 8 gestelde vereisten, maar aan hem geen vaste standplaats kan worden toegewezen.

     

  • 2 Het college vermeldt bij de inschrijving in ieder geval:

    a de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de aanvrager;

    b de datum waarop de aanvraag door hem is ontvangen;

    c de soort artikelen die de aanvrager wil verhandelen of de branche waartoe hij behoort.

     

  • 3 Het college verstrekt de aanvrager een schriftelijk bewijs van inschrijving. 

  • 4 De inschrijving op de wachtlijst blijft gehandhaafd, indien deze door de ingeschrevene jaarlijks voor 1 januari schriftelijk wordt verlengd.

     

Artikel 11 Doorhalen van inschrijving op de wachtlijst

De inschrijving op de wachtlijst wordt doorgehaald:

a indien de ingeschrevene zijn inschrijving niet jaarlijks voor 1 januari heeft verlengd;

b op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene;

c bij overlijden van de ingeschrevene;

d wanneer aan de ingeschrevene een vergunning voor een vaste standplaats is verleend, tenzij hij deze op grond van bijzondere omstandigheden niet aanvaardt;

e indien niet meer aan de vereisten van artikel 8 wordt voldaan.

 

Artikel 12 Volgorde toewijzing vaste standplaatsen

Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste standplaats meer aanvragers in aanmerking komen, wordt de standplaats achtereenvolgens toegewezen aan:

a de vergunninghouder van een vaste standplaats die aan het college (schriftelijk) de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen en wel in die volgorde, dat de beschikbare plaats wordt toegewezen aan degene die het dichtst bij deze plaats een vaste plaats inneemt;

b degene die zich op de wachtlijst heeft laten inschrijven in volgorde van inschrijving op deze lijst.

 

Artikel 13 Overschrijving vaste standplaatsvergunning

  • 1 In geval van overlijden of blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder kan de vaste standplaatsvergunning worden overgeschreven op de achterblijvende echtgenoot, de geregistreerde partner of een andere achterblijvende persoon met wie hij duurzaam samenwoonde.

     

  • 2 Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, kan een kind van de vergunninghouder de vergunning voor een vaste standplaats krijgen indien hij tenminste drie jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd en zich heeft laten inschrijven op de wachtlijst.

     

  • 3 Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder of nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld.

     

  • 4 Het college is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken van het bepaalde in dit artikel.

     

Artikel 14 Intrekking vaste standplaatsvergunning

  • 1 Het college trekt een vaste standplaatsvergunning in:

    a op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

    b bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij op grond van artikel 13 de vergunning wordt overgeschreven.

     

  • 2 Het college kan een vaste standplaatsvergunning intrekken:

    a indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    b indien de vergunninghouder niet meer voldoet aan de in artikel 8 genoemde vereisten.

     

  • 3 Indien degene op wie een vergunning ingevolge artikel 13 is overgeschreven, reeds vergunning heeft voor een andere vaste standplaats op dezelfde markt, wordt laatstgenoemde vergunning ingetrokken.

     

     

Artikel 15 Toewijzing dagplaats

Toewijzing van een dagplaats geschiedt door afgifte van een vergunning door het college.

 

Artikel 16 Toewijzing standwerkersplaats

  • 1 Toewijzing van een standwerkersplaats geschiedt door afgifte van een vergunning door het college.

     

  • 2 Indien een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt hij dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan.

     

Paragraaf 3 Bepalingen over het gebruik van de standplaats

Artikel 17 Persoonlijk innemen standplaats; bijstand

  • 1 De vergunninghouder neemt de standplaats die hem is toegewezen persoonlijk in. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

     

  • 2 De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

  • 3 De vergunninghouder en degene die hem bijstaat mogen zich niet schuldig maken aan wangedrag of bedrog.

     

Artikel 18 Afwezigheid wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden

  • 1 De vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste standplaats in te nemen, meldt dit bij het college. Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurt. 

  • 2 De melding wordt tijdig vóór de betreffende marktdag gedaan. Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan de marktmeester gemeld, gevolgd door een schriftelijke bevestiging daarvan aan het college.

     

Artikel 19 Vervanging

Het college kan op aanvraag van de vergunninghouder hem vergunning verlenen zich op zijn standplaats te laten vervangen door een met name genoemde persoon.

 

 

Artikel 20 Legitimatie en identiteit vergunninghouder

Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient op eerste aanvraag van de marktmeester aan te tonen dat hij de vergunninghouder is.

 

Artikel 21 Tijdstip innemen standplaats/aan- en afvoer goederen

  • 1 Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer dan één uur voor aanvang en meer dan één uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen of goederen aan of af te voeren.

     

  • 2 De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Het college kan hiervan ontheffing verlenen.

     

  • 3 Indien de vergunninghouder zijn vaste standplaats niet uiterlijk om 13.30 uur heeft ingenomen, wordt de betreffende standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de marktmeester de standplaats op tijdig verzoek van de vergunninghouder voor hem beschikbaar houdt.

     

  • 4 Indien de vergunninghouder zijn plaats op de jaarmarkt niet uiterlijk om 08.30 uur heeft ingenomen, wordt de betreffende plaats aan een ander toegewezen.

     

     

Paragraaf 4 Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 22 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

 

Artikel 23 Intrekking en schorsing vaste standplaatsvergunning

Onverminderd artikel 14 kan het college kan een vergunning voor een vaste standplaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, indien de vergunninghouder of degene die hem bijstaat:

a het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

b zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog; of

c niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

 

Artikel 24 Uitsluiting dagplaatshouder of standwerker

Het college kan een vergunninghouder van een dagplaats of een standwerkersplaats van de toewijzing van een dagplaats of een standwerkersplaats uitsluiten voor ten hoogste vier marktdagen, indien deze:

a het bepaalde bij of krachtens deze verordening overtreedt;

b zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

c niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats.

d niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

 

Artikel 25 Onmiddellijke verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college een vergunninghouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen, indien hij:

a het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

b zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

c niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats.

 

Artikel 26 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de marktmeester en de bij besluit van het college aangewezen personen.

 

 

Artikel 27 Overgangsbepalingen

  • 1 Verleende vergunningen en ontheffingen hoe ook genaamd blijven indien en voor zover het gebod of verbod waarop de vergunning of ontheffing betrekking heeft, ook vervat is in deze verordening van kracht tot de termijn waarvoor zij werden verleend, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

     

  • 2 Opgelegde voorschriften en beperkingen blijven indien en voorzover de bepalingen ingevolge welke deze verplichtingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening van kracht tot de termijn waarvoor zij zijn opgelegd, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

     

  • 3 Vergunningen en ontheffingen bedoeld in het eerste lid en verplichtingen bedoeld in het tweede lid, worden geacht vergunningen, ontheffingen en verplichtingen in de zin van deze verordening te zijn.

     

Artikel 28 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na het verstrijken van een termijn van zes weken na de datum van haar bekendmaking.

 

 

Artikel 29 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: "Marktverordening Skarsterlân".

 

 

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Skarsterlân in zijn openbare raadsvergadering van 29 september 2004.

 

De raad voornoemd,

De voorzitter, De griffier,