Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Skarsterlân

Verordening burgerinitiatief gemeente Skarsterlân

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Skarsterlân
Officiële naam regelingVerordening burgerinitiatief gemeente Skarsterlân
CiteertitelVerordening burgerinitiatief gemeente Skarsterlân
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

n.v.t.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-12-200704-08-2014nieuwe regeling

28-11-2007

Skarsterlân Nijs, 12-12-2007

raadsbesluit 123/2007

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Skarsterlân;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nummer 123/2007;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening burgerinitiatief

 

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

a de raad: de gemeenteraad van Skarsterlân;

b een burgerinitiatief: een voorstel van een initiatiefgerechtigde om een onderwerp op de agenda van de raad te plaatsen.

 

Artikel 2 Geldig initiatief op agenda raad

  • 1 De raad plaatst een burgerinitiatief op de agenda van zijn vergadering indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend.

     

  • 2 Ongeldig is het verzoek dat:

    a niet door ten minste 75 initiatiefgerechtigden wordt ondersteund;

    b een onderwerp als bedoeld in artikel 4 bevat, of

    c niet voldoet aan de voorwaarden gesteld in artikel 5.

     

Artikel 3 Gerechtigden tot burgerinitiatief

  • 1 Initiatiefgerechtigd zijn degenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden vande gemeenteraad, ingezetenen van de gemeente van 16 jaar en ouder die met uitzondering van hun leeftijd voldoen aan de vereisten voor het kiesrecht voor de leden van de gemeenteraad, alsmede eigenaren van een recreatiewoning of woonark in de gemeente Skarsterlân.

     

  • 2 Voor de beoordeling of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigheid is voldaan, is de toestand op de dag van indiening van het verzoek bepalend.

     

Artikel 4 Van burgerinitiatief uitgesloten onderwerpen

Een burgerinitiatief houdt niet in:

a een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad;

b een vraag over het gemeentelijk beleid;

c een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van het gemeentebestuur;

d een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur, of

e een onderwerp waarover korter dan één jaar voor indiening van het burgerinitiatief door de raad een besluit is genomen.

 

Artikel 5 Procedure van in behandeling nemen burgerinitiatief

  • 1 Het verzoek tot plaatsing van een burgerinitiatief op de agenda van de vergadering van de raad wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter van raad.

     

  • 2 Het verzoek bevat ten minste:

    a een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatiefvoorstel;

    b een toelichting op het burgerinitiatiefvoorstel;

    c de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening(en) van de initiatiefnemer(s) en de plaatsvervanger(s);

    d een lijst met de voornamen, achternamen, adressen, geboortedata en handtekeningen van de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.

     

  • 3 Voor de indiening van het verzoek wordt gebruik gemaakt van het in de bijlage van de verordening opgenomen standaardformulier.

     

     

Artikel 6 Behandeling burgerinitiatief in raad

  • 1 De raad beslist in de eerstvolgende vergadering na de datum van indiening van het verzoek of het burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de vergadering van de raad wordt geplaatst, met dien verstande dat ten minste twee weken is gelegen tussen de dag van indiening van het verzoek en de dag van de vergadering, waarin de raad over het verzoekbeslist.

     

  • 2 Indien de raad het verzoek afwijst wegens strijd met artikel 4, onder a, kan de raad het voorstel doorzenden aan burgemeester en wethouders.

     

  • 3 Indien de raad het verzoek toewijst, dan agendeert hij het burgerinitiatiefvoorstel voor de eerstvolgende vergadering van de raad.

     

  • 4 De raadsvoorzitter nodigt de verzoeker schriftelijk uit voor de vergadering waarvoor het burgerinitiatiefvoorstel is geagendeerd. De verzoeker of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergadering de gelegenheid om zijn burgerinitiatiefvoorstel mondeling nader toe te lichten.

     

  • 5 Tegelijkertijd met de bekendmaking van het besluit betreffende het burgerinitiatiefvoorstel wordt van het besluit mededeling gedaan aan verzoeker.

     

Artikel 7 Verslaglegging over werking burgerinitiatief

De burgemeester rapporteert in het burgerjaarverslag over de werking van het burgerinitiatief in de praktijk.

 

Artikel 8 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1 Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening burgerinitiatief gemeente Skarsterlân".

     

  • 2 Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de datum van haar bekendmaking.

     

     

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Skarsterlân in zijn openbare vergadering van 28 november 2007.

 

De raad voornoemd,

De voorzitter, De griffier,

 

1 Verordening burgerinitiatief

Artikel 1In dit artikel is er voor gekozen om de term "burgerinitiatief" te hanteren voor de aanduiding van het voorstel dat door een burger bij de gemeenteraad kan worden ingediend. Dit artikel biedt de mogelijkheid dat burgers een onderwerp aan de gemeenteraad aandragen, zonder dat hierbij een concreet voorstel is gevoegd. Te denken valt hier aan de wens om over een bepaalde problematiek in de raad te discussiëren. Overigens hebben burgers uiteraard ook de vrijheid om een concreet voorstel in te dienen. 

Artikel 2Uit dit artikel volgt dat de gemeenteraad een burgerinitiatief op de agenda van een raadsvergadering moet plaatsen, indien er sprake is van een geldig verzoek, ingediend door een initiatiefgerechtigde. De gemeenteraad zal zich in dat geval dus in ieder geval moeten uitspreken over het burgerinitiatief.Van een geldig verzoek is sprake als:a het verzoek door ten minste een bepaald aantal initiatiefgerechtigden wordt ondersteund;b het onderwerp van het burgerinitiatief niet in artikel 4 is uitgezonderd enc aan de in artikel 5 gestelde procedurele voorwaarden wordt voldaan. 

In artikel 3wordt nader omschreven wanneer een persoon initiatiefgerechtigd is.Over het vereiste dat het verzoek door ten minste een bepaald aantal initiatiefgerechtigden wordt ondersteund, kan het volgende worden opgemerkt. Het burgerinitiatief biedt burgers de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op de agenda van de gemeenteraad. Het is daarom een inbreuk op het uitgangspunt dat de raad zijn eigen agenda vaststelt. Dit is alleen gerechtvaardigd als het burgerinitiatief ook daadwerkelijk door een bepaald gedeelte van de bevolking wordt gedragen. De omvang van de drempel daarbij zou van dien aard moeten zijn dat zij toch een zekere garantie biedt dat het desbetreffende verzoek gedragen wordt door een gedeelte van de bevolking. Het schept bovendien duidelijkheid als in de verordening niet wordt gesproken van een percentage, maar van een absoluut minimum aantal initiatiefgerechtigden dat het verzoek ondersteunt.In casu is de drempel voor het burgerinitiatief ontleend aan hetgeen hierover in het coalitie akkoord is vermeld. 

Artikel 3Het ligt voor de hand het initiatiefrecht toe te kennen aan kiesgerechtigden voor de gemeenteraadsverkiezingen, vanuit de gedachte dat het burgerinitiatief een instrument is om burgers bij de besluitvorming van de raad te betrekken en die te beïnvloeden. Wie kiesgerechtigd is, is vastgelegd in artikel B3 van de Kieswet. Besloten is echter om de categorie initiatiefgerechtigden uit te breiden door de leeftijd ten opzichte van de kiesgerechtigde leeftijd te verlagen naar 16 jaar. Jongeren kunnen op deze wijze betrokken worden bij de gemeentelijke politiek. Verder is besloten het initiatiefrecht ook toe te kennen aan eigenaren van een recreatiewoning of woonark in de gemeente Skarsterlân. Het gaat hier om de juridisch eigenaar, dat wil zeggen degene die bij het kadaster bekend is als eigenaar.De keuze voor deze ruime definitie van initiatiefgerechtigden ligt voor de hand. Het gaat om de kwaliteit van het initiatief.Voor de toetsing of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigheid is voldaan, is het moment van indiening van het verzoek aangewezen. Het verzoek vindt immers formeel op dit moment plaats. Om te kunnen onderzoeken of op dat moment wordt voldaan aan de vereisten, zijnverschillende gegevens nodig. Welke dat zijn wordt geregeld in artikel 5. 

Artikel 4De beperkingen die dit artikel stelt aan de inhoud van een burgerinitiatief vloeien vooral voort uit doelmatigheidsoverwegingen. Het is bijvoorbeeld weinig efficiënt om de raad te belasten met de beraadslaging over een onderwerp waarover de raad uiteindelijk geen beslissende bevoegdheid heeft. Een ander argument voor deze uitzondering is, dat de afstand tussen burger en bestuur alleen maar wordt vergroot als de burger na het doorlopen van de burgerinitiatiefprocedure te horen krijgt dat de raad niet met het burgerinitiatief kan doen, omdat hij er niet over gaat.Een vraag over gemeentelijk beleid kan ook geen onderwerp van een burgerinitiatief zijn. Voor dit soort vragen staan de burger andere wegen open, zoals het spreekuur in een commissie- of raadsvergadering of in een overleg met een wethouder. Ook moet voorkomen worden, dat het burgerinitiatief andere procedures zoals de bezwaar- of de klachtprocedure doorkruist. Met het oog hierop kan de raad bepalen dat het burgerinitiatief geen bezwaar tegen een genomen besluit of een klacht over een gedraging van het gemeentebestuurkan inhouden. Hiervoor heeft de burger andere wegen.Tenslotte is het evenmin de bedoeling dat zaken die recent nog in de raad aan de orde zijn geweest opnieuw onderwerp van bespreking worden als gevolg van een burgerinitiatief. Dit kan de besluitvorming in de raad frustreren. Daarbij kan een raad zelf bepalen welke termijn hij daarvoor geschikt acht. In dit artikel is uitgegaan van een periode van een jaar. 

Artikel 5Het ligt voor de hand om het burgerinitiatief te laten indienen bij de voorzitter van de raad. Aan het verzoek zal een aantal minimumvereisten gesteld moeten worden. Het is uit praktische overwegingen zoals uniformiteit, overzichtelijkheid en duidelijkheid raadzaam indiening van een burgerinitiatief plaats te laten vinden door middel van een standaardformulier voor burgerinitiatieven. Op dit formulier zal de verzoeker naast het voorstel plus toelichting, in ieder geval zijn personalia en die van zijn plaatsvervanger moeten aangeven. Ook de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen zullen uiteraard vermeld moeten worden. Om fraude met namen te voorkomen wordt naar personalia gevraagd als adressen en geboortedata. Vooral deze laatste gegevens kunnen niet eenvoudig aan openbare bronnen als telefoonboeken worden ontleend. Op grond van deze gegevens kan onderzocht worden of het verzoek desteun van voldoende daartoe gerechtigde personen heeft.Een model voor het bedoelde formulier is als bijlage 1 opgenomen bij deze verordening. Dit formulier zal via de website van de gemeente verkrijgbaar zijn.Artikel 6De burger moet erop kunnen vertrouwen dat de raad zijn voorstel spoedig toetst aan de vereisten en een besluit neemt over de behandeling. Hierin voorziet het eerste lid. Het gaat erom een termijn te kiezen die niet te lang is, maar ook niet zo kort dat ze onvoldoende is om het voorstel te kunnen controleren. Verzoeken waarover de raad niet bevoegd is, kan de raad doorzenden naar het college. Dat zal vooral gebeuren als het college wel bevoegd is.Met het vierde en vijfde lid worden vooral waarborgen gecreëerd voor transparantie bij de afhandeling van een burgerinitiatief door de raad.Op grond van het vijfde lid wordt de verzoeker altijd schriftelijk meegedeeld wat er met het ingediende voorstel gebeurt. Dat kan dus een mededeling dat het verzoek wordt afgewezen of een inhoudelijk besluit zijn. Wordt het verzoek tot plaatsing van het burgerinitiatief door deraad afgewezen, dan is er sprake van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) waartegen bezwaar en beroep op de rechter openstaan. Besluit de raad het burgerinitiatief te agenderen, dan is er sprake van een voorbereidingsbeslissing die niet vatbaar is voor bezwaar of beroep (artikel 6:3 Awb). Afhankelijk van de inhoud van de beslissing op het initiatiefvoorstel zelf, zal er sprake zijn van een besluit in de zin van de Awb dat vatbaar is voor bezwaar en beroep. Zo zal bijvoorbeeld bezwaar en beroep openstaan indien de raad naaraanleiding van het burgerinitiatief besluit een subsidie toe te kennen voor een bepaald project.Een ander voorbeeld is het besluit om een verordening op bepaalde punten aan te passen. Tegen een dergelijk besluit staan geen bezwaar en beroep bij de rechter open (artikel 8:2 Awb). Bij deze bepalingen is er voor gekozen in het midden te laten hoe de raad verder met het burgerinitiatief omgaat. Bedoeld is niet dat de raad altijd plenair het voorstel inhoudelijk moet behandelen. Het ligt wel voor de hand dat de voltallige raad beslist over het te volgen traject, maar een besluit over een burgerinitiatief kan uiteraard ook in een raadscommissie inhoudelijk worden voorbereid. Ook kan de raad van mening zijn dat nader onderzoek nodig is. 

Artikel 7In dit artikel is een regeling over het burgerinitiatief opgenomen, die de burgemeester verplicht om te rapporteren over de werking van het recht van burgerinitiatief in de praktijk. Hierbij valt te denken aan getalsmatige gegevens (aantal ingediende, aantal toegewezen en aantal afgewezen burgerinitiatieven), evenals een beknopt overzicht van de inhoud van de burgerinitiatieven, de besluiten van de raad op de burgerinitiatieven en de motivering op grond waarvan de raad tot deze besluiten is gekomen.Hier is ervoor gekozen bedoelde rapportage op te nemen in het burgerjaarverslag. 

Artikel 8Dit artikel behoeft geen toelichting.