Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Schoonhoven

Verordening Inrichting Antidiscriminatievoorziening gemeente Schoonhoven

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Schoonhoven
Officiële naam regelingVerordening Inrichting Antidiscriminatievoorziening gemeente Schoonhoven
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201022-10-2016Nieuwe verordening

17-12-2009

Verordening Inrichting Antidiscriminatievoorziening gemeente Schoonhoven

Tekst van de regeling

Verordening Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen 

 

Artikel 1

Verordening Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen

De raad van de gemeente Schoonhoven;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 oktober 2009, inzake de vaststelling van regels omtrent de inrichting en uitvoering van de taak door de antidiscriminatievoorziening;

 

gelet op artikel 1 van de Wet Gemeentelijke Antidiscriminatievoorzieningen;

 

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente SchoonhovenArtikel 1 Begripsbepalingen1. Wet: de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen.

2. Besluit: het Besluit gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen.

3. De antidiscriminatievoorziening: antidiscriminatievoorziening als bedoeld in artikel 1 van de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen.

4. Klacht: klacht bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, van de wet.

5. Klachtbehandelaar: klachtbehandelaar als bedoeld in artikel 1 van het besluit.

6. Klager: Klager als bedoeld in artikel 1 van het besluit.

7. Ingezetene: ingezetene als bedoeld in artikel 2 van de Gemeentewet.

 

Artikel 2 Zorgplicht college van burgemeester en wethoudersHet college van burgemeester en wethouders biedt de ingezetenen toegang tot een antidiscriminatievoorziening.

 

Artikel 3 Inrichting antidiscriminatievoorzieningBij de inrichting van de antidiscriminatievoorziening worden in ieder geval de deskundigheid van klachtbehandelaars en de toegankelijkheid van de voorziening gewaarborgd.

1. De antidiscriminatievoorziening draagt er zorg voor dat de klachtbehandelaars voldoen aan de voor klachtenbehandeling vereiste deskundigheid en biedt de klachtbehandelaars de mogelijkheid hun deskundigheid te onderhouden en verder te ontwikkelen.

2. De klager heeft in ieder geval de mogelijkheid om een klacht te melden:

- Per post;

- Per e-mail;

- Telefonisch;

- Op een door de gemeente beschikbaar gestelde locatie als bedoeld in artikel 5 van deze verordening.

 

Artikel 4 Protocol klachtenbehandelingHet protocol voor de behandeling van klachten als bedoeld in artikel 6 van de wet regelt in ieder geval:

a. De afdoeningstermijn van klachten;

b. De wijze van afdoening van klachten;

c. De registratie van klachten.

 

Artikel 5 Laagdrempeligheid antidiscriminatievoorziening1. Met Bureau Discriminatiezaken is overeengekomen dat ingezetenen in de gelegenheid worden gesteld een klacht in hun directe leefomgeving te melden.

2. Deze melding of een vervolggesprek kan plaatsvinden in een ruimte in het stadhuis van Schoonhoven.

 

Artikel 6 InwerkingtredingDeze verordening treedt in werking op 1 januari 2010.

 

Artikel 7 CiteertitelDeze verordening kan aangehaald worden als: Verordening Inrichting Antidiscriminatievoorziening gemeente Schoonhoven.

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 17 december 2009.

 

 

De griffier, De voorzitter,

 

 

 

 

M. de Greef D.W. de Cloe

 

ToelichtingAlgemeenArtikel 1 van de wet legt het college van burgemeester en wethouders op om toegang te bieden tot een antidiscriminatievoorziening. Zie ook de toelichting bij artikel 2 van deze verordening.

Artikel 2, tweede lid, van de wet wordt opgedragen dat de gemeenteraad stelt “met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens deze wet bij verordening regels vast omtrent de inrichting van de antidiscriminatievoorziening , bedoeld in artikel 1, en de uitvoering van de taak, bedoeld in het eerste lid, onder a.” De wet is als bijlage toegevoegd aan deze verordening.

De wet is nader ingevuld in een Algemene Maatregel van Bestuur vastgesteld op 16 september 2009, het Besluit gemeentelijke antidiscriminatievoorziening. Het besluit is als bijlage toegevoegd aan deze verordening.

Nu veel van de nadere invulling die de wet behoeft is geregeld in het besluit, kan deze verordening beknopt blijven.

 

De Handreiking Iedereen=Gelijk: lokale aanpak discriminatie zal als ondersteuning dienen bij de uitvoering van de Algemene Maatregel van Bestuur en deze verordening.

 

Artikelsgewijze toelichtingArtikel 1Deze bepaling behoeft geen toelichting.

 

Artikel 2Zoals in het algemene deel van deze toelichting al aangegeven, is deze zorgplicht opgenomen in artikel 1 van de wet. In wetstechnische zin is het dan ook niet noodzakelijk om deze hier te herhalen. Er is voor gekozen om dat wel te doen, nu deze zorgplicht zozeer de kern van deze regelgeving uitmaakt, dat het opnemen ervan sterk bijdraagt aan de begrijpelijkheid van deze verordening.

 

Artikel 3Met deze bepaling wordt nader invulling gegeven aan artikel 3 van het besluit, dat luidt: “Bij de inrichting van de antidiscriminatievoorziening worden in ieder geval de deskundigheid van de klachtbehandelaars en de toegankelijkheid van de antidiscriminatievoorziening gewaarborgd”. Ook op de verantwoordelijkheid met de omgang met gegevens zal worden toegezien. Er is gekozen voor een minimale invulling om gemeenten en antidiscriminatievoorziening alle ruimte te geven voor maatwerk.

De antidiscriminatievoorziening dient aan te geven of ze beschikt over een opleidingprotocol waar klachtbehandelaars gebruik van kunnen maken. Ook moet worden aangegeven hoe vaak van behandelaars wordt verwacht aan een opleiding deel te nemen. Het landelijke expertisebureau van Art.1 kan de opleidingen en cursussen verzorgen.

De gemeente draagt er zorg voor dat de burger zich zowel fysiek als niet- fysiek kan melden.

De mogelijkheid om zich fysiek op locatie te kunnen melden betekent tevens dat een burger redelijkerwijs op de hoogte kan zijn waar hij of zij terecht kan om te melden. De gemeente draagt zorg voor de aanwezigheid van een locatie. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van een bestaande balie (zie ook de toelichting bij artikel 5). Uiteraard kan ook worden afgesproken dat de antidiscriminatievoorziening op locatie aanwezig is, zodat klachten direct bij de voorziening kunnen worden ingediend.

Bij niet-fysiek wordt verstaan dat de mogelijkheid bestaat voor de burger via sms, telefoon (0900 landelijk en 0900 ADV), brief of email om de klacht te melden of in te dienen.

Ook hier geldt dat op de gemeente een zorgplicht rust om ervoor zorg te dragen dat burgers kennis kunnen nemen van deze mogelijkheden.

 

Artikel 4Met deze bepaling wordt invulling gegeven aan artikel 6 van het besluit dat luidt: “De antidiscriminatievoorziening heeft een protocol voor de behandeling van klachten”. Hoe gemeenten dit invullen is maatwerk.

Bureau Discriminatiezaken beschikt over een dergelijke beschrijving van de behandeling van klachten. Deze is o.a. te vinden op www.discriminatiezaken.nl

 

Artikel 5De wet vermeldt dat de antidiscriminatievoorziening zich in de leefomgeving van burgers moet bevinden. De memorie van toelichting geeft aan dat het gemeenten vrij staat om daar op een praktische wijze invulling aan te geven. De voorziening hoeft dan ook niet in de gemeente zelf aanwezig te zijn. Een gemeente kan zich bijvoorbeeld aansluiten bij een (bestaande) regionale antidiscriminatievoorziening.

Met bureau discriminatiezaken is afgesproken dat wanneer een melder in Schoonhoven persoonlijk een melding of klacht wil doen of daarover wil praten, dat de gemeente daarvoor gespreksruimte in het stadhuis beschikbaar stelt. In de meeste gevallen vinden meldingen overigens telefonisch of per e-mail plaats.

 

Artikel 6Deze bepaling behoeft geen toelichting

 

Artikel 7Deze bepaling behoeft geen toelichting