Overheidsorganisatie | Gemeente Skarsterlân |
---|---|
Officiële naam regeling | Toeslagenverordening Wet investeren in jongeren |
Citeertitel | Toeslagenverordening Wet investeren in jongeren 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-10-2009 | 01-10-2009 | nieuwe regeling | 30-09-2009 Skarsterlân Nijs, 21-10-2009 | raadsbesluit 87c/2009 | |
29-10-2009 | 01-10-2009 | 01-01-2012 | intrekking | 30-09-2009 Staatsblad 2011, 651 | stb. 2011, 651 |
De raad van de gemeente Skarsterlân;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nummer 87c/2009;
gelet op het bepaalde in artikel 12, eerste lid, onderdeel e en artikel 34 van de Wet investeren in jongeren (WIJ);
overwegende dat de gemeenteraad bij verordening regels moet vaststellen voor welke categorieën van belanghebbenden de norm en/of toeslag wordt verhoogd of verlaagd en op grond van welke criteria de hoogte van die verhoging of verlaging wordt bepaald;
gezien het advies van de Cliëntenraad WWB;
besluit:
vast te stellen de
Toeslagenverordening Wet investeren in jongeren
In deze verordening wordt verstaan onder:
a de wet: de Wet investeren in jongeren;
b gehuwdennorm: de norm bedoeld in artikel 28, eerste lid onderdeel d, van de wet;
c college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Skarsterlan;
d kind: eigen kind, stiefkind, kleinkind of pleegkind
De bepalingen van deze verordening gelden alleen voor jongeren van 21 jaar of ouder doch konger dan 27 jaar. In geval van gehuwden gelden de bepalingen van deze verordening alleen indien de gehuwden beiden 21 jaar of ouder doch jonger dan 27 jaar zijn.
1 De toeslag als bedoeld in artikel 30, eerste lid, van de wet bedraagt 20% van de gehuwdennorm voor de alleenstaande en alleenstaande ouder in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft.
2 De toeslag als bedoeld in artikel 30, eerste lid, van de wet bedraagt 10% van de gehuwdennorm voor de alleenstaande en alleenstaande ouder indien de belanghebbende de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan kan delen met een ander die in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft.
3 Voor de toepassing van dit artikel wordt het kind jonger dan 21 jaar niet in aanmerking genomen als een ander die in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft.
1 De verlaging als bedoeld in artikel 31 van de wet bedraagt 10% van de gehuwdennorm voor gehuwden indien de belanghebbenden de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan kan delen met een ander die in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft.
2 Voor de toepassing van dit artikel wordt het kind jonger dan 21 jaar niet in aanmerking genomen als een ander die in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft.
1 De verlaging bedoeld in artikel 34 van de wet bedraagt:
a 20% van de gehuwdennorm indien het een jongere van 21 jaar betreft;
b 10% van de gehuwdennorm indien het een jongere van 22 jaar betreft.
2 In afwijking van het eerste lid wordt de verlaging vastgesteld op de hoogte van de op grond van artikel 3 toegekende toeslag, indien deze toeslag minder bedraagt dan de verlaging waartoe toepassing van het eerste lid zou leiden.
Deze verordening kan worden aangehaald als: Toeslagenverordening Wet investeren in jongeren 2009.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 oktober 2009.
Aldus besloten door de raad van de gemeente Skarsterlân in zijn openbare vergadering van 30 september 2009.
De raad voornoemd,
voorzitter griffier