Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Skarsterlân

Maatregelverordening Wet investeren in jongeren

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Skarsterlân
Officiële naam regelingMaatregelverordening Wet investeren in jongeren
CiteertitelMaatregelverordening Wet investeren in jongeren
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Artikel 8 De inwerkingtreding dient doorgenummerd te worden in artikel 10. Artikel 9 Citeertitel dient doorgenummerd te worden in artikel 11.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 147, lid 1
  2. Wet investeren in jongeren, art. 12, lid 1
  3. Wet investeren in jongeren, art. 41, lid 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-10-200901-10-2009nieuwe regeling

30-09-2009

Skarsterlân Nijs 21-10-2009

raadsbesluit 87b/2009
29-10-200901-10-200901-01-2012intrekking

30-09-2009

Staatsbald 2011, 651

stb. 2011, 651

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Skarsterlân;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nummer 87b/2009;

overwegende dat de gemeenteraad bij verordening regels moet vaststellen;

gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet, en de artikelen 12, eerste lid, onderdeel b en 41, eerste lid, van de Wet investeren in jongeren;

overwegende dat het noodzakelijk is het verlagen van uitkeringen van jongeren van 18 jaar of ouder doch jonger dan 27 jaar bij wijze van sanctie bij verordening te regelen;

gezien het advies van de cliëntenraad;

besluit:

vast te stellen de

Maatregelverordening Wet investeren in jongeren 2009.

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

a wet: de Wet investeren in jongeren (WIJ);

b WIJ-norm: de op grond van hoofdstuk 4 van de wet op de jongere van toepassing zijnde norm, vermeerderd of verminderd met de op grond van dat hoofdstuk door het college vastgestelde verhoging of verlaging;

c maatregel: de verlaging van de inkomensvoorziening op grond van artikel 41, eerste lid WIJ;

d benadelingsbedrag: het bedrag dat als gevolg van het niet of niet behoorlijk nakomen van een inlichtingenverplichting ten onrechte is verleend als inkomensvoorziening of werkleer-aanbod op grond van de wet;

e college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Skarsterlân.

 

Artikel 2 Afstemming

Een maatregel wordt afgestemd op de ernst van de gedraging, de mate van verwijtbaarheid en de omstandigheden van de jongere en kan daarom afwijken van de in deze verordening ge-normeerde maatregelen.

 

Artikel 3 Berekeningsgrondslag

De maatregel wordt toegepast op de voor de jongere van toepassing zijnde WIJ-norm.

 

Artikel 4 Afzien van het opleggen van een maatregel

  • 1 Onverminderd artikel 41, tweede lid, van de wet, ziet het college af van het opleggen van een maatregel indien het college dringende redenen aanwezig acht.

     

  • 2 Indien het college afziet van het opleggen van een maatregel op grond van dringende rede-nen, wordt de jongere daarvan schriftelijk mededeling gedaan.

     

Artikel 5 Ingangsdatum

De maatregel wordt opgelegd met ingang van de kalendermaand volgend op de datum waarop het besluit tot het opleggen van de maatregel aan de jongere is bekendgemaakt.

 

Hoofdstuk 2 Het niet-nakomen van overige verplichtingen bedoeld in artikel 45 van de wet

Artikel 6 De hoogte en duur van de maatregel

  • 1 Bij een gedraging inhoudende het niet of onvoldoende nakomen van een verplichting als bedoeld in artikel 45 van de wet wordt de maatregel vastgesteld op 20 procent van de WIJ-norm.

     

  • 2 De duur van de maatregel wordt vastgesteld op een maand.

     

  • 3 In afwijking van het eerste lid kan de duur van de maatregel worden verdubbeld, indien de jongere binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarbij een maatregel is opgelegd, opnieuw één van de verplichtingen als bedoeld in artikel 45 van de wet niet na-komt. Met een besluit waarmee een maatregel is opgelegd wordt gelijkgesteld het besluit om daarvan af te zien op grond van dringende redenen, bedoeld in artikel 4, tweede lid.

     

Hoofdstuk 3 Niet-nakomen van de inlichtingenplicht

Artikel 7 Het niet-nakomen van de inlichtingenplicht zonder benadeling gemeente.De hoogte en duur van de maatregel

  • 1 Indien het, niet tijdig of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht, bedoeld in arti-kel 44, eerste lid, van de wet, niet heeft geleid tot het ten onrechte toekennen of uitvoeren van het werkleeraanbod of tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van de inkomensvoorziening, wordt een maatregel opgelegd van 20 procent van de WIJ-norm, 

     

  • 2 De duur van de maatregel, bedoeld in het eerste lid, wordt vastgesteld op een maand

  • 3 In afwijking van het tweede lid kan de duur van de maatregel worden verdubbeld, indien de jongere zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarbij een maatre-gel wordt opgelegd opnieuw schuldig maakt aan dezelfde als verwijtbare aan te merken ge-draging.

    Met een besluit waarmee een maatregel is opgelegd wordt gelijkgesteld het besluit om daar-van af te zien op grond van dringende redenen, bedoeld in artikel 4, tweede lid. 

     

Artikel 8 Het niet-nakomen van de inlichtingenplicht met benadeling gemeente. De hoogte en duur van de maatregel

  • 1 Indien het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht, bedoeld in artikel 44 van de wet heeft geleid tot het ten onrechte toekennen of uitvoeren van het werkleeraan-bod of tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van de inkomensvoorzie-ning, wordt een maatregel opgelegd van 40 procent van de WIJ-norm.

     

  • 2 De duur van de maatregel, bedoeld in het eerste lid, wordt vastgesteld op een maand

  • 3 In afwijking van het tweede lid kan de duur van de maatregel langer worden vastgesteld, indien de jongere zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarbij een maatregel wordt opgelegd opnieuw schuldig maakt aan dezelfde als verwijtbare aan te merken gedraging.

     

  • 4 Van een maatregel wordt afgezien:

    a zodra ter zake van de gedraging strafvervolging is ingesteld en het onderzoek ter te-rechtzitting een aanvang heeft genomen;

    b zodra het recht tot strafvervolging is vervallen, doordat het Openbaar Ministerie een schikking met de jongere heeft getroffen.

     

Hoofdstuk 4 Zeer ernstige misdragingen

Artikel 9 Zeer ernstige misdragingen

  • 1 Indien de jongere zich tegenover het college of zijn ambtenaren zeer ernstig misdraagt als bedoeld in artikel 41, eerste lid van de wet, wordt een maatregel opgelegd van minimaal 20% van de WIJ-norm.

     

  • 2 De duur van de maatregel, bedoeld in het eerste lid, wordt vastgesteld op een maand.

     

  • 3 Van het opleggen van de maatregel bedoeld in het eerste lid kan, indien sprake is van ver-baal geweld, worden afgezien en worden volstaan met het geven van een schriftelijke waar-schuwing, tenzij het verbale geweld plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de jongere een schriftelijke waarschuwing in verband met ernstige misdragingen is gegeven.

     

  • 4 In afwijking van het eerste lid kan een maatregel worden opgelegd van 100 procent van de WIJ-norm, indien binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarbij een maatregel als bedoeld in het eerste lid, is opgelegd, sprake is van eenzelfde als verwijtbaar aan te merken gedraging. Met een besluit waarmee een maatregel is opgelegd wordt gelijk-gesteld: • het besluit om af te zien van het opleggen van een maatregel op grond van dringende redenen, als bedoeld in artikel 4, tweede lid:

    • het besluit om af te zien van het opleggen van een maatregel en het geven van een schriftelijke waarschuwing, als bedoeld in het derde lid.

     

  • 5 In afwijking van het tweede lid wordt de maatregel vastgesteld op de periode dat de jongere van het recht op een werkleeraanbod is uitgesloten, als bedoeld in artikel 22, eerste lid van de wet.

Artikel 10 De inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 oktober 2009.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Maatregelverordening Wet investeren in jongeren.

 

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Skarsterlân in zijn openbare vergadering van 30 september 2009.

De raad voornoemd,

 

voorzitter griffier

 

Toelichting 1 Maatregelenverordening Wet investeren in jongeren