Overheidsorganisatie | Gemeente Skarsterlân |
---|---|
Officiële naam regeling | Maatregelverordening Wet investeren in jongeren |
Citeertitel | Maatregelverordening Wet investeren in jongeren |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Artikel 8 De inwerkingtreding dient doorgenummerd te worden in artikel 10. Artikel 9 Citeertitel dient doorgenummerd te worden in artikel 11.
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-10-2009 | 01-10-2009 | nieuwe regeling | 30-09-2009 Skarsterlân Nijs 21-10-2009 | raadsbesluit 87b/2009 | |
29-10-2009 | 01-10-2009 | 01-01-2012 | intrekking | 30-09-2009 Staatsbald 2011, 651 | stb. 2011, 651 |
De raad van de gemeente Skarsterlân;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nummer 87b/2009;
overwegende dat de gemeenteraad bij verordening regels moet vaststellen;
gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet, en de artikelen 12, eerste lid, onderdeel b en 41, eerste lid, van de Wet investeren in jongeren;
overwegende dat het noodzakelijk is het verlagen van uitkeringen van jongeren van 18 jaar of ouder doch jonger dan 27 jaar bij wijze van sanctie bij verordening te regelen;
gezien het advies van de cliëntenraad;
besluit:
vast te stellen de
Maatregelverordening Wet investeren in jongeren 2009.
In deze verordening wordt verstaan onder:
a wet: de Wet investeren in jongeren (WIJ);
b WIJ-norm: de op grond van hoofdstuk 4 van de wet op de jongere van toepassing zijnde norm, vermeerderd of verminderd met de op grond van dat hoofdstuk door het college vastgestelde verhoging of verlaging;
c maatregel: de verlaging van de inkomensvoorziening op grond van artikel 41, eerste lid WIJ;
d benadelingsbedrag: het bedrag dat als gevolg van het niet of niet behoorlijk nakomen van een inlichtingenverplichting ten onrechte is verleend als inkomensvoorziening of werkleer-aanbod op grond van de wet;
e college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Skarsterlân.
Een maatregel wordt afgestemd op de ernst van de gedraging, de mate van verwijtbaarheid en de omstandigheden van de jongere en kan daarom afwijken van de in deze verordening ge-normeerde maatregelen.
De maatregel wordt toegepast op de voor de jongere van toepassing zijnde WIJ-norm.
1 Onverminderd artikel 41, tweede lid, van de wet, ziet het college af van het opleggen van een maatregel indien het college dringende redenen aanwezig acht.
2 Indien het college afziet van het opleggen van een maatregel op grond van dringende rede-nen, wordt de jongere daarvan schriftelijk mededeling gedaan.
De maatregel wordt opgelegd met ingang van de kalendermaand volgend op de datum waarop het besluit tot het opleggen van de maatregel aan de jongere is bekendgemaakt.
1 Bij een gedraging inhoudende het niet of onvoldoende nakomen van een verplichting als bedoeld in artikel 45 van de wet wordt de maatregel vastgesteld op 20 procent van de WIJ-norm.
2 De duur van de maatregel wordt vastgesteld op een maand.
3 In afwijking van het eerste lid kan de duur van de maatregel worden verdubbeld, indien de jongere binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarbij een maatregel is opgelegd, opnieuw één van de verplichtingen als bedoeld in artikel 45 van de wet niet na-komt. Met een besluit waarmee een maatregel is opgelegd wordt gelijkgesteld het besluit om daarvan af te zien op grond van dringende redenen, bedoeld in artikel 4, tweede lid.
1 Indien het, niet tijdig of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht, bedoeld in arti-kel 44, eerste lid, van de wet, niet heeft geleid tot het ten onrechte toekennen of uitvoeren van het werkleeraanbod of tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van de inkomensvoorziening, wordt een maatregel opgelegd van 20 procent van de WIJ-norm,
2 De duur van de maatregel, bedoeld in het eerste lid, wordt vastgesteld op een maand
3 In afwijking van het tweede lid kan de duur van de maatregel worden verdubbeld, indien de jongere zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarbij een maatre-gel wordt opgelegd opnieuw schuldig maakt aan dezelfde als verwijtbare aan te merken ge-draging.
Met een besluit waarmee een maatregel is opgelegd wordt gelijkgesteld het besluit om daar-van af te zien op grond van dringende redenen, bedoeld in artikel 4, tweede lid.
1 Indien het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht, bedoeld in artikel 44 van de wet heeft geleid tot het ten onrechte toekennen of uitvoeren van het werkleeraan-bod of tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van de inkomensvoorzie-ning, wordt een maatregel opgelegd van 40 procent van de WIJ-norm.
2 De duur van de maatregel, bedoeld in het eerste lid, wordt vastgesteld op een maand
3 In afwijking van het tweede lid kan de duur van de maatregel langer worden vastgesteld, indien de jongere zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarbij een maatregel wordt opgelegd opnieuw schuldig maakt aan dezelfde als verwijtbare aan te merken gedraging.
4 Van een maatregel wordt afgezien:
a zodra ter zake van de gedraging strafvervolging is ingesteld en het onderzoek ter te-rechtzitting een aanvang heeft genomen;
b zodra het recht tot strafvervolging is vervallen, doordat het Openbaar Ministerie een schikking met de jongere heeft getroffen.
1 Indien de jongere zich tegenover het college of zijn ambtenaren zeer ernstig misdraagt als bedoeld in artikel 41, eerste lid van de wet, wordt een maatregel opgelegd van minimaal 20% van de WIJ-norm.
2 De duur van de maatregel, bedoeld in het eerste lid, wordt vastgesteld op een maand.
3 Van het opleggen van de maatregel bedoeld in het eerste lid kan, indien sprake is van ver-baal geweld, worden afgezien en worden volstaan met het geven van een schriftelijke waar-schuwing, tenzij het verbale geweld plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de jongere een schriftelijke waarschuwing in verband met ernstige misdragingen is gegeven.
4 In afwijking van het eerste lid kan een maatregel worden opgelegd van 100 procent van de WIJ-norm, indien binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarbij een maatregel als bedoeld in het eerste lid, is opgelegd, sprake is van eenzelfde als verwijtbaar aan te merken gedraging. Met een besluit waarmee een maatregel is opgelegd wordt gelijk-gesteld: • het besluit om af te zien van het opleggen van een maatregel op grond van dringende redenen, als bedoeld in artikel 4, tweede lid:
• het besluit om af te zien van het opleggen van een maatregel en het geven van een schriftelijke waarschuwing, als bedoeld in het derde lid.
5 In afwijking van het tweede lid wordt de maatregel vastgesteld op de periode dat de jongere van het recht op een werkleeraanbod is uitgesloten, als bedoeld in artikel 22, eerste lid van de wet.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 oktober 2009.
Deze verordening kan worden aangehaald als: Maatregelverordening Wet investeren in jongeren.
Aldus besloten door de raad van de gemeente Skarsterlân in zijn openbare vergadering van 30 september 2009.
De raad voornoemd,
voorzitter griffier