Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Dirksland

Verordening "Ereburgerschap en erepenning gemeente Dirksland"

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Dirksland
Officiële naam regelingVerordening "Ereburgerschap en erepenning gemeente Dirksland"
CiteertitelVerordening "Ereburgerschap en erepenning gemeente Dirksland"
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-02-201320-02-2013intrekking

17-01-2013

Groot Goeree-Overflakkee, 19-02-2013

Z-13-01605
02-02-199620-02-2013Nieuwe regeling

25-01-1996

Verordening regelende de instelling en toekenning van het ereburgerschap en de erepenning van de gemeente Dirksland

Tekst van de regeling

De Raad van de gemeente Dirksland;

overwegende dat het wenselijk is te komen tot een eigen gemeentelijk decoratiebeleid;

dat een dergelijk beleid gestalte kan krijgen door het instellen en toekennen van een gemeentelijk ereburgerschap en een gemeentelijke erepenning;

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende “VERORDENING REGELENDE DE INSTELLING EN TOEKENNING VAN HET EREBURGERSCHAP EN DE EREPENNING VAN DE GEMEENTE DIRKSLAND” 

Artikel 1

Teneinde natuurlijke personen en/of collectiviteiten, die zich jegens de gemeente en/of de burgerij in hoge mate verdienstelijk hebben gemaakt of zich op andere wijze in hoge mate hebben onderscheiden, te kunnen doen blijken van de waardering en de erkentelijkheid van de gemeente, worden ingesteld:a. de erepenning van de gemeente Dirksland;b. het ereburgerschap van de gemeente Dirksland. 

Artikel 2

De erepenning kan slechts in bijzondere gevallen worden toegekend als blijk van grote waardering en dankbaarheid aan zowel ingezetenen als niet-ingezetenen van de gemeente Dirksland dan wel aan collectiviteiten, die:a. zich jegens de gehele gemeenschap van Dirksland of een aanmerkelijk deel daarvan dan wel zich jegens een speciale bevolkingsgroep, op uitzonderlijke wijze verdienstelijk hebben gemaakt;b. alleen of samen met anderen, al dan niet in opdracht, een unieke prestatie verricht hebben of hun maatschappelijke positie ten dienste van de samenleving in de waagschaal hebben gesteld.

 

 

Artikel 3

Het ereburgerschap kan slechts in zeer bijzondere gevallen worden toegekend als blijk van grote waardering en dankbaarheid aan zowel ingezetenen als niet-ingezetenen van de gemeente Dirksland, die zich jegens gemeente en haar inwoners uitzonderlijk verdienstelijk hebben gemaakt.

 

Artikel 4

De activiteiten die aanleiding geven tot het toekennen van een erepenning dan wel ereburgerschap dienen:a. van persoonlijke aard te zijn en mogen niet zijn te beschouwen als werkzaamheden verricht ten dienste van een zelfstandige onderneming of in opdracht van de werkgever;b. door de persoon en/of de collectiviteit op die wijze te zijn verricht dat deze zich daarbij heeft onderscheiden van anderen die soortgelijke activiteiten verrichten.

 

Artikel 5

  • 1 De toekenning van de erepenning dan wel het toekennen van het ereburgerschap geschiedt op voordracht van het college van Burgemeester en Wethouders in een besloten vergadering van de gemeenteraad. 

  • 2 Alvorens de Raad een voorstel voor te leggen om toekenning van de erepenning dan wel het toekennen van het ereburgerschap, raadpleegt de burgemeester het seniorenconvent uit de gemeenteraad. 

  • 3 Indien het seniorenconvent terzake niet tot een unaniem advies komt, nemen Burgemeester en Wethouders het voorstel in heroverweging alvorens een voorstel in te dienen bij de gemeenteraad.

     

Artikel 6

  • 1 Het bezit van de erepenning sluit het ontvangen van het ereburgerschap niet uit. 

  • 2 Aan de begiftigde met het ereburgerschap wordt tevens uitgereikt de erepenning van de gemeente. 

Artikel 7

  • 1 Ten bewijze van de verleende onderscheiding wordt aan de begiftigde een oorkonde uitgereikt, vermeldende de aard, de redenen en de datum van de onderscheiding. 

  • 2 Het model van de oorkonde wordt door Burgemeester en Wethouders vastgesteld.

     

Artikel 8

  • 1 De erepenning, die in zilver zal worden uitgevoerd, vertoont aan de ene zijde een voorstelling van het wapen van de gemeente met daaromheen de woorden “Gemeente Dirksland” en draagt aan de andere zijde een van geval tot geval vast te stellen persoonlijke inscriptie. 

  • 2 De vormgeving, de uitvoering en de afmetingen van de erepenning worden door Burgemeester en Wethouders vastgesteld.

     

Artikel 9

  • 1 Van elke toekenning van één der bij deze verordening ingestelde onderscheidingen wordt door Burgemeester en Wethouders aantekening gehouden in een register, dat de naam “Ereboek van de gemeente Dirksland” draagt. 

  • 2 De redenen welke tot toekenning van de onderscheiding hebben geleid, worden in dit “ereboek” vermeld. 

  • 3 De vorm en indeling van het “ereboek” worden door Burgemeester en Wethouders vastgesteld.

     

Artikel 10

De burgemeester bepaalt de datum, het tijdstip en de wijze waarop de onderscheiding aan de begiftigde wordt uitgereikt.

 

Artikel 11

Aan het ereburgerschap en de toekenning van de erepenning zijn geen rechten of verplichtingen verbonden, behoudens dat degene die het ereburgerschap heeft toegekend gekregen het predikaat “Ereburger van Dirksland” mag voeren. Dit predikaat is strikt persoonlijk.

 

Artikel 12

Indien zeer bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven kan de gemeenteraad op een hiertoe strekkend voorstel van Burgemeester en Wethouders besluiten het ereburgerschap postuum toe te kennen.

 

 

Artikel 13

  • 1 Indien zeer bijzondere redenen daartoe aanleiding geven kan de gemeenteraad op voorstel van Burgemeester en Wethouders de aan een begiftigde verleende erepenning c.q. ereburgerschap intrekken. 

  • 2 Het bepaalde in artikel 5 ban deze verordening is van overeenkomstige toepassing. 

  • 3 Aan de betrokkene wordt hiervan schriftelijk en onder vermelding van de motivatie mededeling gedaan. 

  • 4 Betrokkene is verplicht binnen veertien dagen na ontvangst van deze kennisgeving de hem uitgereikte erepenning met bijbehorende oorkonde aan Burgemeester en Wethouders terug te zenden. 

  • 5 Van de intrekking wordt een aantekening gemaakt in het “Ereboek van de gemeente Dirksland”. 

Artikel 14

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening erepenning en ereburgerschap van de gemeente Dirksland”. Zij treedt in werking op de achtste dag na de dag van bekendmaking. Op deze datum vervalt de verordening die is vastgesteld bij besluit van 23 februari 1995.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de Raad van de gemeente Dirksland, gehouden op 25 januari 1996.

De secretaris, De voorzitter,