Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Dirksland

Beleidsregels subsidiëring peuterspeelzalen gemeente Dirksland 2008.

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Dirksland
Officiële naam regelingBeleidsregels subsidiëring peuterspeelzalen gemeente Dirksland 2008.
CiteertitelBeleidsregels subsidiëring peuterspeelzalen gemeente Dirksland 2008.
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Datum terugwerkende kracht.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht, art. 4:81

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-08-200801-07-200801-01-2013Nieuwe regeling

22-07-2008

Gemeenteblad, 2008, 22

Beleidsregels subsidiëring peuterspeelzalen gemeente Dirksland 2008.

Tekst van de regeling

Burgemeester en wethouders van Dirksland;

 

gelet op de bepalingen van de Algemene Subsidieverordening 2007 gemeente Dirksland, de Verordening peuterspeelzaalwerk gemeente Dirksland 2008 en op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

b e s l u i t e n :

 

vast te stellen de Beleidsregels subsidiëring peuterspeelzalen gemeente Dirksland 2008.

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1

Deze beleidsregels zijn een nadere uitwerking van de Algemene Subsidieverordening 2007 gemeente Dirksland en de Verordening peuterspeelzaalwerk gemeente Dirksland 2008.

 

Artikel 2

In deze beleidsregels worden de subsidiegrondslagen weergegeven voor rechtspersonen die zich bezig houden met peuterspeelzaalwerk alsmede de nadere voorwaarden die gesteld worden aan activiteiten waarvoor subsidie kan worden verstrekt op het gebied van peuterspeelzaalwerk in de gemeente Dirksland.

 

Hoofdstuk 2 Voorwaarden

Artikel 3

  • 1 Subsidie wordt alleen verstrekt aan het plaatselijk peuterspeelzaalwerk, dat wil zeggen dat het betreffende peuterspeelzaalwerk primair gericht is op de peuters afkomstig uit of uit de nabijheid van een (dorps)kern behorend tot de gemeente Dirksland.

     

     

  • 2 Alleen de peuters in de leeftijd van 2 jaar en 6 maanden tot 4 jaar worden als subsidiabel aangemerkt. De hierna genoemde groepen mogen daarom alleen bestaan uit peuters uit deze leeftijdsgroep, met dien verstande dat het voor de laatste of enige groep uit bedrijfsmatige overwegingen tijdelijk is toegestaan de groep op te vullen met peuters vanaf de leeftijd van 2 jaar en 3 maanden.

     

  • 3 Om in aanmerking te komen voor een subsidie moet het plaatselijk peuterspeelzaalwerk er voor zorg dragen dat:

    a. de accommodaties en de buitenspeelruimte behorend bij de accommodaties voldoen aan de kwaliteitsregels die zijn opgenomen in de Verordening peuterspeelzaalwerk gemeente Dirksland;

    b. de groepen per beroepskracht bestaan uit maximaal 14 peuters, met dien verstande dat per groep tijdelijk uitbreiding is toegestaan met één peuter indien sprake is van een spoedplaatsing in verband met bijzondere omstandigheden;

    c. er per groep minimaal 1 gekwalificeerde beroepskracht aanwezig is en één vrijwillig(st)er;

    d. een peuter als regel op 2 dagen per week een dagdeel de peuterspeelzaal bezoekt.

     

Artikel 4

Een aanvraag om subsidie van een rechtspersoon die nog niet eerder door de gemeente Dirksland werd gesubsidieerd, wordt slechts gehonoreerd indien de activiteiten van de rechtspersoon naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders een waardevolle aanvulling betekenen op het aanbod van de reeds gesubsidieerde rechtspersonen op dit terrein.

 

Hoofdstuk 3

Artikel 5

  • 1 De subsidie bevat de volgende componenten:

    a. honderd procent van de huisvestingskosten;

    b. een bijdrage per groep; hiervan geldt dat deze in vaste verhouding staat tot de omvang van de ouderbijdragen, namelijk de subsidiebijdrage per groep staat tot de ouderbijdragen per groep als 60 staat tot 40.

     

     

  • 2 De subsidiebijdrage bedoeld onder 1.b. wordt jaarlijks verhoogd met een vast indexpercentage, namelijk 3,0%.

     

  • 3 Wijzigingen in de exploitatie van een peuterspeelzaal, welke leiden tot structureel hogere huisvestingskosten, behoeven de goedkeuring van het college van burgemeester en wethouders alvorens ze worden doorgevoerd.

     

  • 4 Ten aanzien van de salarislasten van de beroepskrachten in het peuterspeelzaalwerk geldt, dat de omvang van de dienstbetrekking op 7,2 uur per groep per week wordt gesteld. 

Artikel 6

  • 1 De subsidie wordt verleend op basis van het aantal groepen op 1 maart van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar. De bijdrage wordt achteraf vastgesteld op basis van het werkelijke aantal groepen.

     

  • 2 Om voor subsidie in aanmerking te komen dient, bij een peuterspeelzaallocatie die uit 4 of meer groepen bestaat, de laatste groep ten minste uit 11 peuters te bestaan. Dit aantal is derhalve het minimum aantal peuters waaruit een nieuw te starten groep moet bestaan. Wanneer bij een bestaande groep het aantal van 11 peuters niet gehaald wordt, vervalt het recht op subsidie, tenzij op grond van demografische prognoses het vermoeden gerechtvaardigd is dat de groep binnen een periode van twee jaar weer uit meer dan 11 peuters zal bestaan.

     

  • 3 Om voor subsidie in aanmerking te komen dient, bij een peuterspeelzaallocatie die uit 2 of 3 groepen bestaat, de laatste groep ten minste uit 6 peuters te bestaan. Dit aantal is derhalve het minimum aantal peuters waaruit een nieuw te starten groep moet bestaan, bij een peuterspeelzaal die uit 1 of 2 groepen bestaat. In dat geval is voor subsidieverlening sprake van een halve groep. Indien de laatste groep ten minste 11 peuters omvat, wordt deze voor subsidieverlening als een hele groep aangemerkt.

     

  • 4 Om voor subsidie in aanmerking te komen dient de enige groep van een peuterspeelzaal ten minste uit 8 peuters te bestaan. Wanneer het aantal van 8 peuters niet gehaald wordt, vervalt het recht op subsidie, tenzij op grond van demografische prognoses het vermoeden gerechtvaardigd is dat de groep binnen een periode van twee jaar weer uit meer dan 8 peuters zal bestaan. 

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 7

Deze beleidsregels treden in werking op de eerste dag na die van hun bekendmaking en zij werken terug tot en met 1 juli 2008.

 

Artikel 8

  • 1 Wanneer de strikte toepassing van deze beleidsregels leidt tot onbillijkheden van overwegende aard, is het college van burgemeester en wethouders bevoegd om van deze beleidsregels af te wijken, mits het besluit deugdelijk gemotiveerd is.

     

     

  • 2 In gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien, besluit het college van burgemeester en wethouders naar bevind van zaken, onder uitdrukkelijke formulering van de argumenten welke aan het besluit ten grondslag hebben gelegen.  

Artikel 9

Deze beleidsregel wordt tenminste eenmaal per 4 jaar geëvalueerd. Indien de evaluatie daartoe aanleiding geeft, kan het college besluiten tot wijziging van de beleidsregel.

 

 

Artikel 10

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregels subsidiëring peuterspeelzalen gemeente Dirksland 2008.

 

Ondertekening

Dirksland, 22 juli 2008.

 

Burgemeester en wethouders voornoemd,De secretaris,                                          De loco-burgemeester,K. Kasteleijn.                                            P.J. Koningswoud.