Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Stadsregio Rotterdam

Subsidieverordening Verbetering Luchtkwaliteit

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieStadsregio Rotterdam
Officiële naam regelingSubsidieverordening Verbetering Luchtkwaliteit
CiteertitelSubsidieverordening Verbetering Luchtkwaliteit
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum inwerkingtreding wijkt af van art. 17 van de regeling.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht, titel 4.2

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201309-07-2015art. 2, 5, 6, 7 en 9.

12-12-2012

De Havenloods, 19-12-2012 e.a.

documentnummer 119123
01-01-201308-07-2015art. 2, 5, 6, 7 en 9.

12-12-2012

De Havenloods, 19-12-2012 e.a.

documentnummer 119123
01-07-201101-01-2013art. 2, 3, 5, 6, 7

22-06-2011

De Havenloods, 29-06-2011 e.a.

documentnummer 89970
10-01-200801-01-200801-07-2011art. 3, 4, 19

19-12-2007

3B-Krant, 09-01-2008 e.a.

documentnummer 15979
18-01-200701-01-200710-01-2008nieuwe regeling

20-12-2006

17-01-2007, De Botlek e.a.

documentnummer 10073

Tekst van de regeling

Intitulé

SUBSIDIEVERORDENING VERBETERING LUCHTKWALITEIT

De regioraad van de stadsregio Rotterdam,

 

gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht,

 

gelet op het Besluit Financiële Bijdrage voor het opstellen en uitvoeren van een Gebiedsgericht Programma Luchtkwaliteit van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

 

gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van 15 november 2006;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de:

 

 

SUBSIDIEVERORDENING VERBETERING LUCHTKWALITEIT

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    project:

    • 1.

      het treffen van één of meer maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit binnen de grenzen van de stadsregio Rotterdam;

    • 2.

      onderzoek ter voorbereiding van één of meer maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit;

  • b.

    plan van aanpak: een plan voor een project met in ieder geval het oog op de verbetering van luchtkwaliteit;

  • c.

    Stadsregio: stadsregio Rotterdam;

  • d.

    Dagelijks Bestuur: het dagelijks bestuur van de Stadsregio.

Artikel 2. Middelen en aanvragers

  • 1. Ter stimulering van de uitvoering van activiteiten met het oog op de verbetering van de luchtkwaliteit in de Stadsregio kan subsidie worden verstrekt als vergoeding van de kosten van een plan van aanpak.

  • 2. Om in aanmerking te komen voor een subsidie dient de aanvrager een plan van aanpak in dat in ieder geval aan elk van de volgende criteria voldoet:

    • a.

      de in het plan van aanpak opgenomen projecten dragen in ieder geval bij aan de verbetering van luchtkwaliteit binnen de grenzen van de stadsregio Rotterdam; deze projecten:  

      ° moeten leiden tot verlaging van de emissie of immissie van de concentraties van NO2 en PM10;

      ° leiden bij voorkeur tot vermindering van de uitstoot van ultra fijn stof;

      ° hebben bij voorkeur ook effect op de verlaging van de geluidsbelasting;

      ° hebben bij voorkeur ook effect op de verlaging van de CO2-uitstoot;

      ° worden bij voorkeur uitgevoerd in gebieden waar veel mensen worden blootgesteld aan de in dit lid bedoelde stoffen en geluidsbelasting.

    • b.

      de in het plan van aanpak opgenomen projecten zijn niet strijdig met het vigerend stadsregionaal milieubeleid;

    • c.

      de in een plan van aanpak opgenomen projecten starten uiterlijk op 31 december 2014.

  • 3. Subsidies op grond van deze verordening kunnen worden aangevraagd door:

    • a.

      de deelnemende gemeenten aan de stadsregio Rotterdam;

    • b.

      andere publiekrechtelijke rechtspersonen;

    • c.

      privaatrechtelijke rechtspersonen.

Artikel 3. Subsidieplafond

  • 1. Het dagelijks bestuur kan subsidieplafonds vaststellen.

  • 2. Het dagelijks bestuur stelt het tijdvak vast waarvoor een subsidieplafond geldt.

Artikel 4. Subsidiabele kosten

  • 1. Per project bedraagt de uitkering maximaal 100% van de kosten die rechtstreeks zijn toe te rekenen aan de voorbereiding en de uitvoering van activiteiten ter verbetering van luchtkwaliteit.

  • 2. Tot de kosten, bedoeld in het eerste lid, behoren:

    • a.

      kosten van de voor de uitvoering van de projecten gesloten overeenkomsten van aanneming en overeenkomsten tot levering van diensten en materialen;

    • b.

      kosten voor de verwerving van de voor de uitvoering van de projecten benodigde onroerende zaken, mits aannemelijk gemaakt wordt dat de verwerving een kostenefficiënte oplossing biedt voor de uitvoering van projecten.

  • 3. Tot de kosten, bedoeld in het eerste lid, behoren niet:

    • a.

      kosten van algemene bestuurlijke aard;

    • b.

      exploitatiekosten, waaronder begrepen de kosten voor regulier beheer en onderhoud;

    • c.

      de kosten van werkzaamheden die tot de reguliere taken van de aanvrager behoren, welke kosten worden gemaakt ter uitvoering van een projectplan uit het plan van aanpak;

    • d.

      kosten die voortkomen uit achterstallig onderhoud;

    • e.

      overheadkosten, inclusief directiekosten, tenzij deze toe te schrijven zijn aan specifieke werkzaamheden van de aanvrager voor het voor subsidie in aanmerking komende project.; [Na inwerkingtreding van de wijzigingsverordening van 19 december 2007 is dit onderdeel van toepassing op subsidieverleningsbeschikkingen die op basis van de regeling zijn gegeven voor de datum van inwerkingtreding van de wijzigingsverordening]

    • f.

      de kosten van voorbereiding ten behoeve van het plan van aanpak;

    • g.

      de kosten van voorlichtingsactiviteiten;

    • h.

      fiscale kosten en BTW, tenzij de aanvrager kan aantonen dat er geen recht bestaat op een bijdrage uit het BTW-compensatiefonds;

    • i.

      de kosten die reeds op grond van een andere regeling voor een financiële bijdrage van het Rijk of de Europese Unie in aanmerking komen, dan wel kosten die door derde partijen worden gefinancierd;

    • j.

      de kosten voor schadevergoeding aan derden voorzover de beheerder daartoe rechtens is gehouden, anders dan uit hoofde van het in het tweede lid, onder b, bepaalde.

    • k.

      de kosten gemaakt in verband met het verkrijgen van een accountantsverklaring.

Artikel 5. Aanvraag

  • 1. Subsidie wordt slechts op aanvraag verstrekt.

  • 2. De aanvraag wordt ingediend bij het Dagelijks Bestuur met behulp van het Format Plan van Aanpak dat is vastgesteld door het Dagelijks Bestuur.

  • 3. Een aanvraag kan door een aanvrager mede namens een andere instelling worden ingediend. In dat geval gaat de aanvraag tevens vergezeld van een verklaring waaruit blijkt dat de aanvrager de aanvraag mede namens de andere instelling indient en dat de aanvrager daartoe is gemachtigd door de andere instelling. Tevens treedt in dit geval de aanvrager mede namens de andere instelling op bij de verdere uitvoering van deze verordening.

  • 4. De aanvraag gaat ten minste vergezeld van:

    • a.

      het plan van aanpak, opgesteld met behulp van het formulier bedoeld in het eerste lid;

    • b.

      per project de begroting (uitgesplitst naar hoofdposten);

    • c.

      een overzicht van de financierende partijen die de begroting dekken.

  • 5. Per project uit het plan van aanpak wordt ten minste aangegeven:

    • a.

      de projectnaam en de projectlocatie;

    • b.

      de beoogde start- en einddatum;

    • c.

      de beoogde doelstelling (ten aanzien van de verbetering van luchtkwaliteit en andere doelstellingen);

    • d.

      een specificatie van de begrote kosten, waarbij - indien van toepassing – het onderdeel verbetering luchtkwaliteit naast overige doelen wordt uitgesplitst;

    • e.

      de financiële bijdragen voor het project die op grond van een andere regeling zijn aangevraagd of toegekend en die nodig zijn voor de uitvoering van het project of de projecten;

    • f.

      een overzicht van de voor de uitvoering van het project benodigde besluiten die reeds zijn verkregen, dan wel, indien deze nog niet zijn verkregen, de ingediende aanvragen, dan wel de nog in te dienen aanvragen daartoe;

    • g.

      een overzicht van de voor de uitvoering van de projecten verworven, dan wel nog te verwerven gronden;

    • h.

      een specificatie van de begrote kosten volgens het kasritme van de aanvraag.

  • 6. Het Dagelijks Bestuur kan, indien zij zulks noodzakelijk acht voor de beoordeling van de subsidieaanvraag, de aanvrager om andere gegevens verzoeken.

  • 7. Subsidieaanvragen worden ingediend vóór het einde van het door het dagelijks bestuur vastgestelde tijdvak. Na het door het dagelijks bestuur vastgestelde tijdvak ingediende aanvragen worden in het desbetreffende tijdvak niet in behandeling genomen.

  • 8. [vervallen]

  • 9. [vervallen]

Artikel 6. Weigeringsgronden

  • 1. De subsidie wordt niet verleend indien:

    • a.

      de aanvraag niet voldoet aan de criteria als genoemd in artikel 2, tweede lid;

    • b.

      er een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat betrokkenen de uitvoering van het project dan wel de projecten, opgenomen in het plan van aanpak, niet kunnen financieren;

    • c.

      er een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat de voor de uitvoering van het project benodigde besluiten niet zullen worden verkregen;

    • d.

      het verlenen van subsidie moet worden aangemerkt als verboden staatssteun in de zin van artikel 87, eerste lid, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

    • e.

      het subsidieplafond voor het tijdvak, waarin de aanvraag is gedaan, is bereikt.

    • f.

      uit het plan van aanpak niet blijkt dat uiterlijk op 31 december 2014 met de uitvoering van een plan van aanpak is gestart.

  • 2. Artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7. Subsidieverlening

  • 1. Per project wordt slechts één maal subsidie verleend.

  • 2. Het dagelijks bestuur beslist op aanvragen met betrekking tot soortgelijke projecten op basis van een vergelijking van hun geschiktheid om bij te dragen aan de doelstellingen van de subsidie en aan de verwezenlijking van het regionale milieubeleidsprogramma.

  • 3. Het dagelijks bestuur beslist binnen 20 weken na het door het dagelijks bestuur vastgestelde tijdvak.

  • 4. Indien de beslissing niet binnen de in het derde lid genoemde termijn kan worden gegeven, stelt het Dagelijks Bestuur de aanvrager daarvan in kennis en noemt hij daarbij een redelijke termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.

  • 5. Artikel 4:48 van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 8. Subsidiebeschikking

  • 1. De beschikking tot de verlening van de subsidie bevat in ieder geval:

    • a.

      een omschrijving van het doel waarvoor de subsidie wordt verleend;

    • b.

      het bedrag van de subsidie ;

    • c.

      het deel van de subsidie dat voor ieder in het plan van aanpak opgenomen project is bedoeld;

    • d.

      de periode waarin het project, dan wel de projecten uit het plan van aanpak moet, dan wel moeten worden uitgevoerd;

    • e.

      het bedrag dat ten hoogste aan voorschotten kan worden verleend.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur kan bij de verlening van de subsidie een verplichting opleggen met betrekking tot het voor het Rijk en de Stadsregio om niet beschikbaar zijn , dan wel om niet het openbaar zijn van onderzoeksresultaten.

  • 3. Artikel 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 9. Voortgangsrapportage

  • 1. De ontvanger van de subsidie dient jaarlijks voor 31 januari een voortgangsrapportage in bij het Dagelijks Bestuur.

  • 2. [vervallen]

  • 3. De in het eerste lid bedoelde voortgangsrapportage bevat in ieder geval voor elk in het plan van aanpak opgenomen projectplan:

    • a.

      een overzicht van de over het afgelopen jaar gerealiseerde werkzaamheden;

    • b.

      een overzicht van alle voor de uitvoering van het plan van aanpak gemaakte kosten, met een verbijzondering van de over het afgelopen jaar gemaakte kosten naar de kosten, bedoeld in artikel 4, tweede lid;

    • c.

      een geactualiseerde planning van de in het kader van het plan van aanpak nog te verrichten werkzaamheden, in het bijzonder in het eerstvolgende jaar;

    • d.

      een raming van alle voor het plan van aanpak nog te maken kosten, met een verbijzondering van de kosten voor het eerstvolgende jaar naar de kosten bedoeld in artikel 4, tweede lid;

    • e.

      een overzicht van de wijzigingen ten opzichte van het plan van aanpak, en specifiek ten aanzien van de daarin opgenomen indicatoren, zoals bedoeld in artikel 5, vijfde lid, onder b.

  • 4. Artikel 4:48 van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 10. Bevoorschotting

  • 1. Bij verlening van de subsidie wordt het bedrag aangegeven dat ten hoogste aan voorschotten wordt verleend. Het totale bedrag dat aan voorschotten wordt verleend, bedraagt niet meer dan 80% van het bedrag van de verleende subsidie.

  • 2. Indien tijdens de uitvoering van een project uit het plan van aanpak aanzienlijke vertraging optreedt, kan Het Dagelijks Bestuur met inachtneming van een redelijke termijn het moment van betaling van de voorschotten wijzigen en aanpassen aan de werkelijke voortgang van de uitvoering.

Artikel 11. Wijziging plan van aanpak

  • 1. Indien wijzigingen worden aangebracht in het plan van aanpak of in een projectplan die van belang zijn voor de doelstelling van de verbetering van luchtkwaliteit, meldt de ontvanger van de subsidie zulks in schriftelijke vorm aan het Dagelijks Bestuur, binnen een maand na de dag waarop de ontvanger op de hoogte was, dan wel had moeten zijn, van de desbetreffende wijziging. Bij deze melding worden aangegeven de aard van de wijziging, de reden van de wijziging en de gevolgen voor het plan van aanpak.

  • 2. Indien door onvoorziene omstandigheden een project uit het plan van aanpak niet of niet op de voorgenomen wijze kan worden uitgevoerd, heeft de ontvanger van de subsidie gedurende een maand de gelegenheid om het plan van aanpak aan te passen, mits de wijzigingen in overeenstemming zijn met de criteria, genoemd in artikel 2, tweede lid. De ontvanger van de subsidie dient het gewijzigde plan in bij het Dagelijks Bestuur volgens het bepaalde in artikel 5.

  • 3. Het Dagelijks Bestuur beoordeelt het gewijzigde plan van aanpak opnieuw. De artikelen 4:48 en 4:50 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 4. De ontvanger van de subsidie voert het project, dan wel de projecten uit het plan van aanpak uit overeenkomstig het plan van aanpak of het gewijzigde plan van aanpak.

Artikel 12. Aanvraag subsidievaststelling

  • 1. De ontvanger van de subsidie dient binnen zes maanden na het einde van de looptijd van het plan van aanpak bij het Dagelijks Bestuur een aanvraag in tot vaststelling van de subsidie.

  • 2. De aanvraag tot vaststelling van de subsidie gaat vergezeld van:

    • a.

      een schriftelijk verslag van het verloop, de uitvoering en de reeds bekende resultaten van de uitgevoerde werkzaamheden;

    • b.

      een financieel eindverslag over de tijdens de looptijd van het plan van aanpak gemaakte kosten verbonden aan de activiteiten gericht op het verbeteren van de luchtkwaliteit.

  • 3. Het financieel eindverslag, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, is voorzien van een verklaring, afgegeven door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Het Dagelijks Bestuur kan nadere eisen aan de verantwoording stellen.

  • 4. Indien de verleende subsidie minder bedraagt dan € 50.000,00, kan, in afwijking van het derde lid, worden volstaan met een financieel eindverslag.

  • 5. Indien de aanvrager niet binnen de termijn, bedoeld in het eerste lid, een aanvraag tot vaststelling van de subsidie indient, kan het Dagelijks Bestuur de subsidie ambtshalve vaststellen.

  • 6. De artikelen 4:46, 4:47 en 4:49 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 13. Vaststellingsbeschikking

  • 1. Het Dagelijks Bestuur neemt binnen 13 weken na ontvangst een beslissing op de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

  • 2. Indien de beslissing niet binnen 13 weken kan worden gegeven, stelt het Dagelijks Bestuur de aanvrager daarvan in kennis en noemt hij daarbij een redelijke termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.

  • 3. De beschikking tot vaststelling van de subsidie bevat in ieder geval:

    • a.

      dagtekening en nummer van de beschikking tot vaststelling van de subsidie ;

    • b.

      de berekeningswijze voor de vaststelling van het bedrag van de subsidie;

    • c.

      het bedrag van de vastgestelde subsidie, per project uitgesplitst overeenkomstig de in artikel 4, tweede lid genoemde kosten;

    • d.

      de betaalde voorschotten;

    • e.

      het te betalen dan wel terug te vorderen bedrag.

Artikel 14. Betaling

  • 1. Het bedrag van de subsidie wordt overeenkomstig de vaststelling betaald, onder verrekening van de betaalde voorschotten.

  • 2. Het subsidiebedrag wordt binnen 4 weken na de vaststelling van de subsidie betaald.

Artikel 15. Onverschuldigde betaling

Het Dagelijks Bestuur kan onverschuldigd betaalde subsidiebedragen en voorschotten terugvorderen voor zover na de betaling van de subsidie nog geen vijf jaren zijn verstreken.

Artikel 16. Evaluatieonderzoek

  • 1. De ontvanger van de subsidie verleent op verzoek van het Dagelijks Bestuur alle medewerking aan een door het Dagelijks Bestuur ingesteld evaluatieonderzoek, bedoeld om te beoordelen in welke mate de ontvanger van de subsidie met het uitvoeren van de in het plan van aanpak opgenomen projecten een bijdrage heeft geleverd aan de verbetering van de luchtkwaliteit.

  • 2. De opgedane kennis en ervaring met betrekking tot de uitvoering van het plan van aanpak, stelt de ontvanger van de subsidie om niet ter beschikking aan het Dagelijks Bestuur voor gebruik ten algemenen nutte.

  • 3. De ontvanger van de subsidie verstrekt op verzoek van het Dagelijks Bestuur informatie ten behoeve van door het Dagelijks Bestuur te ondernemen communicatie- en voorlichtingsactiviteiten.

Artikel 17. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2007.

Artikel 18. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Subsidieverordening Verbetering Luchtkwaliteit

Artikel 19. Hardheidsclausule

Het dagelijks bestuur kan bij de verlening van de subsidie ten behoeve van activiteiten die binnen het beleid van de stadsregio vallen gemotiveerd afwijken van de verordening, indien

  • a.

    toepassing van de verordening zou leiden tot ongelijkheid of onredelijke besluitvorming;

  • b.

    voor het uitvoeren van stadsregionaal beleid in een bijzonder geval eenmalig afwijkende besluitvorming noodzakelijk is.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 20 december 2006 van de regioraad.

 

 

de secretaris,              de voorzitter,

 

 

 

 

 

 

 

mr. M.C. Jansen           mr. I.W. Opstelten