Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Stadsregio Rotterdam

Subsidieverordening sociaal beleid stadsregio Rotterdam

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieStadsregio Rotterdam
Officiële naam regelingSubsidieverordening sociaal beleid stadsregio Rotterdam
CiteertitelSubsidieverordening sociaal beleid stadsregio Rotterdam
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum inwerkingtreding wijkt af van artikel 14 van de regeling.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht, titel 4.2

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Nadere (beleids)regels 2009 behorende bij de subsidieverordening sociaal beleid stadsregio Rotterdam

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-01-200901-01-200931-05-2012nieuwe regeling

17-12-2008

De Havenloods, 14-01-2009 e.a.

documentnummer 42718

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieverordening sociaal beleid stadsregio Rotterdam

De regioraad van de stadsregio Rotterdam;

gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van 3 december 2008,

gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

overwegende,

dat de doelstellingen van sociaal beleid zijn opgenomen in beleidsprogramma’s, en dat voor het kunnen verstrekken van ondersteunende middelen een subsidieregeling noodzakelijk is;

 

besluit vast te stellen de:

Subsidieverordening sociaal beleid stadsregio Rotterdam.

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

artikel 1 begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de stadsregio Rotterdam: het openbaar lichaam dat is ingesteld in de gemeenschappelijke regeling stadsregio Rotterdam;

  • b.

    het dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam;

  • c.

    de regioraad: het algemeen bestuur van de stadsregio Rotterdam;

  • d.

    sociaal beleid: de inspanningen die door de stadsregio worden geleverd ten bate van de sociale infrastructuur van de stadsregio, waarbij de sociale infrastructuur het geheel van voorzieningen is die het mogelijk maakt dat mensen kunnen deelnemen aan de samenleving;

  • e.

    themasubsidie: subsidieverlening met een sterke afkadering in doelstelling en budget en een afwijkende beoordeling.

artikel 2 bevoegdheden
  • 1. Het dagelijks bestuur is bevoegd besluiten te nemen inzake de uitvoering van de subsidieverordening, voor zover de begroting hierin voorziet.

  • 2. Het dagelijks bestuur stelt het subsidieplafond voor sociaal beleid vast.

  • 3. Het dagelijks bestuur kan een separaat subsidieplafond vaststellen voor een themasubsidie.

  • 4. Het dagelijks bestuur kan subsidieplafonds naar boven of naar beneden bijstellen.

  • 5. Het dagelijks bestuur kan de maximale looptijd van gesubsidieerde activiteiten bepalen.

  • 6. Bij themasubsidies kan het dagelijks bestuur een periode vaststellen waarbinnen aanvragen kunnen worden ingediend.

Hoofdstuk 2. Subsidieverlening

artikel 3 eisen aan de aanvraag
  • 1. De subsidieaanvraag wordt ingediend op het daarvoor bestemde aanvraagformulier.

  • 2. De subsidieaanvraag wordt ingediend bij het dagelijks bestuur.

  • 3. De subsidieaanvraag bevat de volgende gegevens en stukken:

    a. een plan van aanpak: een beschrijving van de doelstellingen, de uitvoeringsmethode(n) en de te behalen resultaten;

    b. een begroting van het project, waarin is opgenomen:

    1° een kostenraming van het project;

    2° een beschrijving van de wijze waarop het project wordt gefinancierd; 3° een opgave van de bijdragen uit andere subsidieregelingen;

    c. een globale projectplanning met (een schatting van) de data van start van uitvoering en oplevering;

    d. opgave van degene die belast is met de uitvoering van de activiteiten;

    e. indien de aanvrager een privaatrechtelijk rechtspersoon is: een afschrift van de statuten en inschrijving bij de kamer van koophandel.

  • 4. Indien noodzakelijk voor de beoordeling kan het dagelijks bestuur aanvullende informatie vragen.

  • 5. De activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd voldoet tenminste aan de volgende criteria:

    a. de activiteit heeft een aanwijsbare relatie met de doelstellingen en de prioriteiten van de stadsregio Rotterdam zoals omschreven in het Beleidsprogramma van het dagelijks bestuur, het meerjarenprogramma Sociaal Beleid zoals genoemd in artikel 21 van de gemeenschappelijke regeling, en de uitwerking daarvan in jaarprogramma’s;

    b. per activiteit kan slechts eenmalig subsidie worden aangevraagd;

    c. de kosten van het project staan in een redelijke verhouding tot het beoogde doel.

  • 6. De aanvrager is bereid om de informatie over de activiteit beschikbaar te stellen aan de stadsregio Rotterdam en de regiogemeenten.

  • 7. Subsidies kunnen worden aangevraagd door:

    a. de deelnemende gemeenten aan de stadsregio Rotterdam;

    b. andere publiekrechtelijke rechtspersonen;

    c. privaatrechtelijke rechtspersonen zonder winstoogmerk.

artikel 4 onvolledige aanvraag
  • 1. Indien een onvolledige aanvraag is ingediend verzoekt het dagelijks bestuur de aanvrager schriftelijk deze aan te vullen binnen een termijn van vier weken, te rekenen vanaf de dagtekening van het verzoek van het dagelijks bestuur.

  • 2. Het dagelijks bestuur kan besluiten een aanvraag niet in behandeling te nemen indien de in het tweede lid genoemde termijn is verstreken zonder dat de gevraagde aanvullingen zijn ontvangen.

artikel 5 beoordeling aanvraag
  • 1. Het dagelijks bestuur beslist binnen een termijn van twaalf weken na de ontvangstdatum van de subsidieaanvraag.

  • 2. Indien er gelijktijdig meerdere aanvragen in behandeling zijn, beslist het dagelijks bestuur op volgorde van binnenkomst, mits eventuele aanvullingen als bedoeld in artikel 4:5 van de Awb tijdig zijn geleverd.

  • 3. Bij de beoordeling van de aanvraag kan het dagelijks bestuur de spreiding van middelen over de regio en de aansluiting bij gemeentelijk beleid in acht nemen.

  • 4. Indien als gevolg van de complexiteit van de aanvraag niet binnen de in het eerste lid genoemde termijn kan worden beslist, dan kan de termijn één maal met twaalf weken worden verlengd.

  • 5. De subsidie bedraagt maximaal 75 procent van de kosten van de activiteit tot een maximum van € 25.000 per activiteit.

  • 6. Bij themasubsidies kan het dagelijks bestuur beslissen op grond van weging van in het aanvraagformulier opgenomen beoordelingscriteria.

  • 7. Bij themasubsidies kan het dagelijks bestuur lagere percentages en subsidiebedragen vaststellen.

artikel 6 afwijzing van de aanvraag

Een aanvraag voor subsidie kan geheel of gedeeltelijk worden afgewezen indien:

  • a.

    het project niet voldoet aan de voorwaarden zoals genoemd in deze verordening;

  • b.

    niet aannemelijk gemaakt is dat de doelstellingen van het project kunnen worden bereikt;

  • c.

    in het kader van de aanvraag onvolledige of onjuiste gegevens zijn verstrekt;

  • d.

    door verstrekking het subsidieplafond zou worden overschreden;

  • e.

    de stadsregio Rotterdam reeds op andere wijze financiële ondersteuning aan de activiteit geeft of heeft gegeven;

  • f.

    de aanvraag in strijd is met wet- en regelgeving.

artikel 7 inhoud van de beschikking
  • 1. De beschikking waarbij subsidie wordt verleend bevat in ieder geval:

    • a.

      omschrijving van het project waarvoor subsidie wordt verleend;

    • b.

      het maximumbedrag van de subsidie;

    • c.

      de verplichtingen waaronder subsidie wordt verleend;

    • d.

      de wijze van betaling.

  • 2. Tot de verplichtingen bedoeld in lid 1 sub c behoren in ieder geval:

    • a.

      de termijn waarbinnen met de uitvoering van het project of de activiteit begonnen wordt;

    • b.

      de wijze waarop en de termijn waarbinnen over de voortgang wordt gerapporteerd;

    • c.

      de termijn waarbinnen een verzoek tot subsidievaststelling wordt ingediend;

    • d.

      de wijze waarop rekening en verantwoording wordt afgelegd;

    • e.

      het beschikbaar stellen van informatie over de gesubsidieerde activiteit ten behoeve van kennisdeling.

Hoofdstuk 3. Vaststelling en betaling van de subsidie

artikel 8 vaststelling van de subsidie
  • 1. Het dagelijks bestuur stelt uiterlijk 12 weken na ontvangst van het vaststellingsverzoek de subsidie vast.

  • 2. Indien het dagelijks bestuur de subsidie niet binnen 12 weken heeft vastgesteld, is de subsidie van rechtswege overeenkomstig de beschikking van de subsidieverlening vastgesteld.

  • 3. Indien voor de uitvoering van deze verordening relevante betalingen aan de stadsregio Rotterdam worden bijgesteld, kan het dagelijks bestuur ook verstrekte subsidies bijstellen.

artikel 9 betaling van de subsidie
  • 1. Het dagelijks bestuur kan voorschotten verstrekken na de subsidieverlening.

  • 2. Het subsidiebedrag wordt uiterlijk acht weken na de subsidievaststelling overeenkomstig de vaststelling betaald, onder verrekening van eventuele voorschotten.

artikel 10 terugvordering van de subsidie

Onverschuldigd betaalde subsidiebedragen worden teruggevorderd, voorzover na de dag waarop de subsidie is vastgesteld dan wel ingetrokken, nog geen vijf jaren zijn verstreken.

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

artikel 11 afwijkingsbevoegdheid

Het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam kan afwijken van artikel 3 lid 5 sub b en artikel 5 lid 5 voorzover toepassing gelet op het belang van ondersteuning van de sociale infrastructuur leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

artikel 12 intrekking

De subsidieverordening sociaal beleid en preventief jeugdbeleid, zoals vastgesteld in de regioraad van 21 december 2005 wordt ingetrokken.

artikel 13 overgangsbepaling

Aanvragen die voor 1 januari 2009 zijn ingediend en betrekking hebben op het jaar 2008 zullen op basis van de subsidieverordening sociaal beleid en preventief jeugdbeleid, zoals vastgesteld in de regioraad van 21 december 2005 worden afgehandeld.

artikel 14 inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2009.

artikel 15 citeerartikel

Deze verordening wordt aangehaald als: Subsidieverordening sociaal beleid stadsregio Rotterdam.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 17 december 2008 van de regioraad,

 

 

de secretaris,                          de plv. voorzitter,

 

 

 

mr M.C. Jansen.                      mr T.P.J. Bruinsma.

Algemene toelichting bij de Subsidieverordening sociaal beleid stadsregio Rotterdam.

Inleiding

In september 2004 heeft de regioraad van de stadsregio Rotterdam de eerste Subsidieverordening Sociaal Beleid vastgesteld. Deze is in december 2005 aangepast, naar aanleiding van de bestuursovereenkomst met de provincie Zuid-Holland, de Regionale Agenda Samenleving 2006-2008.

Het opstellen van een verordening is een verplichting uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Behoudens uitzonderingen zoals incidentele subsidies, moeten overheidsorganen voor subsidiëring een wettelijke grondslag hebben. Dit kan in de vorm van een verordening. De subsidieverordening is aanvullend aan wat al in de Algemene wet bestuursrecht is geregeld, met name in titel 4.2.

Wijzigingen 2008

In december 2008 heeft de regioraad van de stadsregio Rotterdam besloten tot een aantal wijzigingen in de subsidieverordening. De belangrijkste wijzigingen zijn:

  • 1.

    het verwijderen van subsidies voor preventief jeugdbeleid, aangezien hiertoe een separate verordening is vastgesteld;

  • 2.

    het kunnen verlenen van themasubsidies binnen een eigen regime van aanvraagprocedure en beoordeling.

Daarnaast is een aantal juridische verbeteringen aangebracht.

Hoofdstuksgewijze toelichting

Artikel 1, lid e: themasubsidie

In de uitvoering van sociaal beleid wil het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam kunnen sturen op resultaten. Daarom is het noodzakelijk dat het dagelijks bestuur de mogelijkheid heeft een separaat budget gericht in te zetten op specifieke doelstellingen. Voor de uitvoerbaarheid kunnen daar voorwaarden aan verbonden worden inzake de aanvraagperiode en de beoordeling. In enkele gevallen is namelijk de te verwachten respons groot. Door de themasubsidie op te nemen in de verordening hebben beleidregels die hier betrekking hebben meer rechtskracht dan voorheen.

Recente voorbeelden van themasubsidies zijn de subsidies ter bevordering van de participatie van allochtone vrouwen (2006), de subsidieregeling voor projecten leefbaarheid (2007), subsidies voor lokale actieplannen laaggeletterdheid en subsidies voor wonen, welzijn en zorg (2008). Hierbij was het subsidiebudget niet bestemd voor alle mogelijke aanvragen die in de ruime doelstellingen van sociaal beleid vallen. Er was een duidelijke limitering. Het dagelijks bestuur wilde een concrete impuls geven.

Artikel 2 lid 2: subsidieplafond

Het dagelijks bestuur stelt het subsidieplafond vast. In dat besluit wordt het maximumbedrag genoemd dat de stadsregio in het genoemde begrotingsjaar beschikbaar stelt. Dat betekent ook dat het dagelijks bestuur een subsidieaanvraag kan afwijzen als het daarvoor ter beschikking gestelde bedrag door verlening van de subsidie zou worden overschreden.

Artikel 2 lid 4: subsidieplafonds bijstellen

Het dagelijks bestuur kan in de loop van het subsidiejaar besluiten subsidieplafonds bij te stellen. Aanleidingen kunnen zijn dat het totaal van de verstrekte subsidies het subsidieplafond niet heeft bereikt, of dat de aanvragen het subsidieplafond overschrijden.

Artikel 2 lid 5: looptijd van gesubsidieerde activiteiten

Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen zijn vaak niet gebonden aan kalenderjaren. Het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam heeft echter wel verplichtingen inzake de verantwoording (eventueel aan derden), en doelstellingen inzake kennisdeling. Daarom kan het dagelijks bestuur voorwaarden stellen aan de looptijd, door bijvoorbeeld te bepalen dat het project maximaal 12 maanden kan duren.

Artikel 2 lid 6: sluitingsdatum

Bij themasubsidies wordt een subsidieplafond beschikbaar gesteld voor een specifieke doelstelling. Indien er brede communicatie plaatsvindt over de subsidiemogelijkheid, is het noodzakelijk een sluitingsdatum vast te stellen om de beoordelingsprocedure te kunnen starten.

Artikel 3 lid 5 sub a: doelstellingen en prioriteiten

Een te subsidiëren activiteit moet een aanwijsbare relatie hebben met de doelstellingen van de stadsregio op het werkterrein sociaal beleid. De kaders hiervoor zijn omschreven het beleidsprogramma van het dagelijks bestuur. Meer specifieke beleidsprogramma’s zijn de jaarlijkse werkprogramma’s sociaal beleid. Deze beleidsstukken vormen het toetsingskader voor de beoordeling van subsidieaanvragen. Themasubsidies zijn een verbijzondering van algemene beleidsdoelen.

Artikel 3 lid 5 sub c: redelijkheid projectkosten

Het dagelijks bestuur zal beoordelen of de kosten van het project proportioneel zijn tot het de behalen doel. De afweging van die redelijkheid kan bijvoorbeeld plaatsvinden door een vergelijking te maken met projecten van dezelfde aard en omvang.

Artikel 5 lid 3: spreiding over de regio

Indien de situatie zich voordoet dat er een ongewenste eenzijdige besteding van de subsidiegelden dreigt te ontstaan, kan het dagelijks bestuur besluiten een of meerdere aanvragen af te wijzen. Een eenzijdige besteding kan eruit bestaan dat een buitenproportioneel deel van de totale middelen terechtkomt bij een of slechts enkele gemeenten. Indien deze situatie ongewenst is, kan het dagelijks bestuur besluiten dat er meer spreidingsmogelijkheden gecreëerd moeten worden en afwijzing plaats dient te vinden.

Artikel 5 lid 5: hoogte van de subsidie

Een subsidie van de stadsregio Rotterdam is per definitie niet kostendekkend, maar dekt tot maximaal 75 procent van de kosten met een maximum van € 25.000 per activiteit.

Artikel 5 lid 6: beoordelingscriteria

Het dagelijks bestuur kan bij een themasubsidie in het aanvraagformulier wegingsfactoren opnemen. Het betreft criteria zoals effectiviteit, aanpak, ervaring, duurzaamheid, ketensamenwerking en innovatieve karakter. Vervolgens kan beoordeling van de aanvraag plaatsvinden op grond van weging.

Artikel 7 lid 2 sub e: kennisdeling

In de verordening is niet opgenomen dat een activiteit een bovenlokale functie moet hebben om voor regionale subsidie in aanmerking te kunnen komen. Het verbeteren van samenhang en samenwerking behoort echter wel tot de algemene doelstellingen van de stadsregio Rotterdam. Daarom zal het beschikbaar stellen van kennis en informatie over het gesubsidieerde project altijd een van de voorwaarden zijn van subsidieverlening. Zo kunnen lokale projecten toch een bovenlokaal rendement, en een positief effect op de regio hebben.

Artikel 8 lid 3: voor verlening relevante betalingen aan de stadsregio Rotterdam

Het kan zijn dat door de stadsregio Rotterdam verleende subsidies zijn gebaseerd op ontvangsten van derden, zoals de provincie Zuid-Holland. Indien de provincie Zuid-Holland zou besluiten de subsidie aan de stadsregio Rotterdam lager vast te stellen, kan het dagelijks bestuur besluiten dit financiële nadeel door te vertalen naar verleende subsidies.

Artikel 11: afwijkingsbevoegdheid

Het dagelijks bestuur heeft de bevoegdheid in uitzonderlijke gevallen gemotiveerd af te wijken op artikel 5 lid 7, te weten de hoogte van de subsidie. Het gaat dan om activiteiten die naar het oordeel van het dagelijks bestuur wel passen binnen de doelstelling van deze verordening, maar waarbij het in de verordening opgenomen maximum subsidiebedrag en/of maximum subsidiepercentage onbillijk is. Er moet dan wel sprake zijn van een uitzonderlijk geval. Deze bevoegdheid zal derhalve alleen spaarzaam en gemotiveerd toegepast kunnen worden.