Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Ouderkerk

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Ouderkerk
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van leges 2010
CiteertitelLegesverordening 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpbelastingen en retributies

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 156, lid 2, 229, lid 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-07-201001-07-201001-01-2011nieuwe regeling

01-07-2010

Postiljon, 7 juli 2010

Onbekend

Tekst van de regeling

Legesverordening

De raad van de gemeente Ouderkerk;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 mei 2010;

gelet op de artikelen 156, tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:.

Verordeing op de heffing en de invordering van leges 2010 (Legesverordening 2010).

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    ’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    ’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    ’maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;

  • d.

    ’jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • f.

    ‘college’: het college van burgemeester en wethouders

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • c.

    voor het raadplegen van bij de gemeente berustende openbare registers door ambtenaren in de uitoefening van hun functie;

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in dit artikel bepaalde.

  • 2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling
  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      onderdeel 1.1.9 (akten burgerlijke stand);

    • 2.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • 3.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 4.

      onderdeel 1.4.5 (papieren verstrekking uit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens);

    • 5.

      hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);

    • 6.

      onderdeel 1.9 1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 7.

      hoofdstuk 16 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12 Overgangsrecht
  • 1.

    De Legesverordening 2005, vastgesteld door de raad op 16 december 2004 en gewijzigd op 22 december 2005, alsmede de tarieventabel 2010 behorende bij de Legesverordening 2005 van 12 november 2009, vervallen op 1 juli 2010, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid vervallen:

  • -

    hoofdstuk 5 (bouwgerelateerde leges) niet zijnde - artikel 5.12.1 tot en met 5.12.3 (Gebruiksvergunning in verband met brandveiligheid)

  • -

    artikelen 15.4.1 tot en met 15.4.5 (Telecommunicatiewet)

  • -

    hoofdstuk 14 (kapvergunning als bedoeld in artikel 4.3.2 van de Algemene plaatselijke verordening van 2006, gewijzigd 7 juni 2007) van de op 12 november 2009 vastgestelde tarieventabel 2010 behorende bij de Legesverordening 2005, op het tijdstip dat de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Staatsblad 2008, 496) en het dan tot wet verheven wetsvoorstel Invoeringswet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Kamerstukken 31953) in werking treden, met dien verstande dat:

  • -

    hoofdstuk 5 (bouwgerelateerde leges) niet zijnde - artikel 5.12.1 tot en met 5.12.3 (Gebruiksvergunning in verband met brandveiligheid)

  • -

    artikelen 15.4.1 tot en met 15.4.5 (Telecommunicatiewet)

  • -

    hoofdstuk 14 (kapvergunning als bedoeld in artikel 4.3.2 van de Algemene plaatselijke verordening van 2006, gewijzigd 7 juni 2007) van toepassing blijven op de belastbare feiten:

    • a.

      die zich hebben voorgedaan voor bedoeld tijdstip;

    • b.

      waarop de wettelijke voorschriften zoals deze luidden voor inwerkingtreding van deze wetten, nog moeten worden toegepast.

  • 3.

    De op artikel 10 van de in het eerste lid genoemde verordening gebaseerde regels van het college worden geacht mede gebaseerd te zijn op artikel 11 van deze verordening.

Artikel 13 Inwerkingtreding
  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking en werkt terug tot 1 juli 2010.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 juli 2010.

  • 3. In afwijking in zoverre van het eerste en tweede lid, treedt titel 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel in werking op het tijdstip waarop de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Staatsblad 2008, 496) in werking treedt en het dan tot wet verheven wetsvoorstel Invoeringswet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Kamerstukken 31953) in werking treden. De datum waarop dit tijdstip valt is tevens de datum van ingang van de heffing voor die titel.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening 2010.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 1 juli 2010.

De griffier,

Mr. M. Metz

De voorzitter,

J. de Prieëlle