Verordening routering vervoer gevaarlijke stoffen over de weg

Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst

VERORDENING ROUTERING VERVOER GEVAARLIJKE STOFFEN OVER DE WEG

Artikel 1

Burgemeester en wethouders kunnen bij ter openbare kennis te brengen besluit wegen of weggedeelten aanwijzen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, als bedoeld in artikel 5 van bijlage 2, hoofdstuk II van het Reglement betreffende het vervoer over land van gevaarlijke stoffen (V.L.G.) en zoals weergegeven op bijgevoegde kaart (bijlage I, nr. 2/91/2477).

Artikel 2

Burgemeester en wethouders brengen hun besluit als bedoeld in artikel 1 ter kennis aan:

• a.

  de directeur-generaal van het verkeer;

• b.

  de directeur-generaal van rijkswaterstaat;

• c.

  de hoofdingenieur-directeur van de rijkswaterstaat in de provincie Noord-Holland;

• d.

  de commandant van het Korps controleurs gevaarlijke stoffen;

• e.

  de Algemene verladers- en eigen vervoerdersorganisatie (E.V.O.);

• f.

  de Commissies van overleg voor het goederenvervoer (C.O.G.);

• g.

  de colleges van gedeputeerde staten van Noord-Holland en Utrecht;

• h.

  de naar hun oordeel daarvoor in aanmerking komende bedrijven en instellingen in de gemeente;

• i.

  de betrokken politie- en brandweerautoriteiten;

• j.

  de Algemene Verkeersdienst van het Korps Rijkspolitie;

• k.

  de Districtsinspecteur voor het brandweerwezen in de provincies Noord-Holland en Utrecht;

• l.

  het dagelijks bestuur van het gewest Gooi en Vechtstreek;

• m.

  de colleges van burgemeester en wethouders van de overige gewestgemeenten;

• n.

  de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond A.N.W.B.;

• o.

  Het meldingscentrum als bedoeld in artikel 4.

Artikel 3

Burgemeester en wethouders bevorderen, waar dit naar hun oordeel voor de aanduiding van aangegeven routes wenselijk is, de plaatsing van het routebord gevaarlijke stoffen, model K14 van bijlage I van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens.

Artikel 4

Burgemeester en wethouders kunnen bij ter openbare kennis te brengen besluit de "REGIONALE BRANDWEERORGANISATIE" in het Gooi en de Vechtstreek te Hilversum als "MELDINGSCENTRUM GEVAARLIJKE STOFFEN" aanwijzen.

Artikel 5

1.Burgemeester en wethouders kunnen door middel van het verlenen van ontheffing toestaan, dat transporteenheden met gevaarlijke stoffen van de aangewezen route afwijken. Zij dragen daarbij zorg - met inachtneming van het bepaalde in de eerste alinea van artikel 5, bijlage 2, hoofdstuk II van het Reglement betreffende het vervoer over land van gevaarlijke stoffen (V.L.G.) - dat het noodzakelijk vervoer zoveel mogelijk onbelemmerd en langs de veiligste weg zijn bestemming kan bereiken. 2. Aanvragen om ontheffing als hiervoor bedoeld, dienen te worden gericht tot het meldingscentrum gevaarlijke stoffen als bedoeld in artikel 4.

Artikel 6

• 1.

  Burgemeester en wethouders kunnen de uitvoering van hun bevoegdheid, bedoeld in artikel 5, eerste lid, opdragen aan de commandant van de Regionale Brandweerorganisatie in het Gooi en de Vechtstreek te Hilversum.

• 2.

  Indien aan het bepaalde in het vorige lid toepassing wordt gegeven, kan de aanvrager tegen een besluit tot weigering of intrekking van een ontheffing en tegen de aan een ontheffing verbonden voorschriften bij burgemeester en wethouders in beroep komen binnen veertien dagen na de datum van verzending van de beschikking.

• 3.

  Burgemeester en wethouders beslissen binnen een maand na datum van ontvangst op het beroepsschrift. Zij kunnen hun beslissing voor ten hoogste een maand verdagen.

• 4.

  Alvorens op een beroepsschrift te beslissen stellen zij de appellant in de gelegenheid daarop mondeling toelichting te geven.

Artikel 7

• 1.

  Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening routering vervoer gevaarlijke stoffen over de weg".

• 2.

  Zij treedt in werking op de dag van afkondiging.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad, gehouden op 9 juli 1992.

De secretaris,

De voorzitter,