Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Gaasterlân-Sleat

Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Gaasterlân-Sleat

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Gaasterlân-Sleat
Officiële naam regelingVerordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Gaasterlân-Sleat
CiteertitelVerordening antidiscriminatievoorziening
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen, art. 1
  2. Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen, art. 2
  3. Besluit gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-01-201003-11-2015Onbekend

12-01-2010

Balkster Courant, 21-01-2010

Raad 12-01-2010, nr. 17

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Gaasterlân-Sleat;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 december 2009, nr. 17;

gelet op de artikelen 1 en 2 van de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen en het Besluit gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende:

“Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Gaasterlân-Sleat”.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.wet: de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen.

besluit: het Besluit gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen.

  • b.

    de antidiscriminatievoorziening: antidiscriminatievoorziening als bedoeld in artikel 1 van de wet.

  • c.

    klacht: klacht bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, van de wet.

  • d.

    klachtbehandelaar: klachtbehandelaar als bedoeld in artikel 1 van het besluit.

  • e.

    klager: klager als bedoeld in artikel 1 van het besluit.

  • f.

    ingezetene: ingezetene als bedoeld in artikel 2 van de Gemeentewet.

Artikel 2 Zorgplicht college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders is belast met de uitvoering van deze verordening en biedt de ingezetenen toegang tot een antidiscriminatievoorziening.

Artikel 3 Inrichting antidiscriminatievoorziening

Bij de inrichting van de antidiscriminatievoorziening worden in ieder geval de deskundigheid van klachtbehandelaars en de toegankelijkheid van de voorziening gewaarborgd.

  • 1.

    De antidiscriminatievoorziening draagt er zorg voor dat de klachtbehandelaars voldoen aan de voor klachtenbehandeling vereiste deskundigheid en biedt de klachtbehandelaars de mogelijkheid hun deskundigheid te onderhouden en verder te ontwikkelen.

  • 2.

    De klager heeft in ieder geval de mogelijkheid om een klacht te melden:

    • -

      per post;

    • -

      per e-mail;

    • -

      telefonisch;

    • -

      bij het loket burgerzaken in het gemeentehuis van de gemeente Gaasterlân-Sleat.

Artikel 4 Protocol klachtenbehandeling

Het protocol voor de behandeling van klachten als bedoeld in artikel 6 van het besluit regelt in ieder geval:

  • a.

    De afdoeningstermijn van klachten;

  • b.

    De wijze van afdoening van klachten;

  • c.

    De registratie van klachten.

Artikel 5 Laagdrempeligheid antidiscriminatievoorziening

  • 1. Ingezetenen worden in de gelegenheid gesteld een klacht in hun directe leefomgeving te melden.

  • 2. De klager wordt doorverwezen naar een door het college van burgemeester en wethouders aangewezen deskundig antidiscriminatiebureau.

Artikel 6 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 2. Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Gaasterlân-Sleat”.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad voornoemd in zijn

openbare vergadering van 12 januari 2010,

, voorzitter.

, griffier.

Nota-toelichting Toelichting

Algemeen

Artikel 1 van de wet legt het college van burgemeester en wethouders op om toegang te bieden tot een antidiscriminatievoorziening. Zie ook de toelichting bij artikel 2 van deze verordening.

Artikel 2, tweede lid, van de wet bepaalt dat de gemeenteraad met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens deze wet bij verordening regels vaststelt omtrent de inrichting van de antidiscriminatievoorziening, bedoeld in artikel 1, en de uitvoering van de taak, bedoeld in het eerste lid, onder a.

De wet is nader ingevuld in een Algemene Maatregel van Bestuur vastgesteld op 16 september 2009, het Besluit gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen.

Nu veel van de nadere invulling die de wet behoeft, is geregeld in het besluit, kan deze verordening beknopt blijven.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze bepaling behoeft geen toelichting.

Artikel 2 Zorgplicht van college van burgemeester en wethouders

Zoals in het algemene deel van deze toelichting al is aangegeven, is deze zorgplicht opgenomen in artikel 1 van de wet. In wetstechnische zin is het dan ook niet noodzakelijk om deze hier te herhalen. Er is voor gekozen om dat wel te doen, nu deze zorgplicht zozeer de kern van deze regelgeving uitmaakt, dat het opnemen ervan sterk bijdraagt aan de begrijpelijkheid van deze verordening.

Artikel 3 Inrichting antidiscriminatievoorziening

Met deze bepaling wordt nader invulling gegeven aan artikel 3 van het besluit, dat luidt: “Bij de inrichting van de antidiscriminatievoorziening worden in ieder geval de deskundigheid van de klachtbehandelaars en de toegankelijkheid van de antidiscriminatievoorziening gewaarborgd”. Ook op de verantwoordelijkheid met de omgang met gegevens zal worden toegezien. Er is gekozen voor een minimale invulling om gemeenten en antidiscriminatievoorziening alle ruimte te geven voor maatwerk.

De antidiscriminatievoorziening dient aan te geven of ze beschikt over een opleidingprotocol waar klachtbehandelaars gebruik van kunnen maken. Ook moet worden aangegeven hoe vaak van behandelaars wordt verwacht aan een opleiding deel te nemen. Het landelijke expertisebureau van Art.1 kan de opleidingen en cursussen verzorgen.

De gemeente draagt er zorg voor dat de burger zich zowel fysiek als niet- fysiek kan melden.

De mogelijkheid om zich fysiek op locatie te kunnen melden betekent tevens dat een burger redelijkerwijs op de hoogte kan zijn waar hij of zij terecht kan om te melden. De gemeente draagt zorg voor de aanwezigheid van een locatie. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van een bestaande balie (zie ook de toelichting bij artikel 5). Uiteraard kan ook worden afgesproken dat de antidiscriminatievoorziening op locatie aanwezig is, zodat klachten direct bij de voorziening kunnen worden ingediend.

Bij niet-fysiek wordt verstaan dat de mogelijkheid bestaat voor de burger via sms, telefoon (0900 landelijk en 0900 ADV), brief of email om de klacht te melden of in te dienen.

Ook hier geldt dat op de gemeente een zorgplicht rust om ervoor zorg te dragen dat burgers kennis kunnen nemen van deze mogelijkheden.

Artikel 4 Protocol klachtenbehandeling

Met deze bepaling wordt invulling gegeven aan artikel 6 van het besluit dat luidt: “De antidiscriminatievoorziening heeft een protocol voor de behandeling van klachten”. Daarbij is gekozen voor een minimale invulling om gemeenten en antidiscriminatievoorziening alle ruimte te geven voor maatwerk.

Artikel 5 Laagdrempeligheid antidiscriminatievoorziening

De wet vermeldt dat de antidiscriminatievoorziening zich in de leefomgeving van burgers moet bevinden. De memorie van toelichting geeft aan dat het gemeenten vrij staat om daar op een praktische wijze invulling aan te geven. Een gemeente kan zich hiervoor aansluiten bij een (bestaande) regionale antidiscriminatievoorziening. Voor de nodige laagdrempeligheid kan worden gezorgd door een doorverwijsfunctie te creëren bij bestaande gemeentelijke voorzieningen, zoals het Wmo-loket, loket burgerzaken of de infolijn.

Artikel 6 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze bepaling behoeft geen toelichting.