Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Stadsgewest Haaglanden

Subsidieverordening Luchtkwaliteit Haaglanden 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieStadsgewest Haaglanden
Officiële naam regelingSubsidieverordening Luchtkwaliteit Haaglanden 2010
CiteertitelSubsidieverordening Luchtkwaliteit Haaglanden 2010
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening is ingetrokken door de Verordening tot intrekking van een aantal verordeningen in verband met de opheffing van het Stadsgewest Haaglanden.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet gemeenschappelijke regelingen, art. 33
  2. Gemeentewet, art. 149
  3. Regeling stadsgewest Haaglanden 1995, art. 28

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Nadere regels zonne-energiesystemen Haaglanden 2013-woningcorporaties

Nadere regels aardgasvoertuigen Haaglanden 2012

Nadere regels elektrische scooters Haaglanden 2012

Nadere regels groendaken 2011

Nadere regels vulpunten voor groengas Haaglanden 2012

Nadere regels collectieve warmtesystemen Haaglanden 2011

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201501-01-2015intrekking

17-12-2014

Elektronisch Gemeenteblad, Delft, Den Haag, Leidschendam-Voorburg, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Wassenaar, Westland en Zoetermeer, 31-12-2014

06_03
02-05-201301-01-2015art. 7, 10

24-04-2013

De Posthoorn d.d. 1mei 2013 e.a.

geen
08-07-201002-05-2013nieuwe regeling

30-06-2010

De Posthoorn d.d. 7 juli 2010 e.a.

geen

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieverordening Luchtkwaliteit Haaglanden 2010

Het algemeen bestuur van het Stadsgewest Haaglanden;

gelet op:

  • -

    het besluit van het dagelijks bestuur van 14 april 2010 om te komen tot een subsidieverordening luchtkwaliteit;

  • -

    titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    artikel 28 van de Regeling stadsgewest Haaglanden 1995;

gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van 16 juni 2009;

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende:

SUBSIDIEVERORDENING LUCHTKWALITEIT HAAGLANDEN 2010

HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Awb: algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van het Stadsgewest Haaglanden;

  • c.

    maatregel: lokale luchtkwaliteitsmaatregel als bedoeld in artikel 5.12, lid 3, onder b en d van de wet, met inbegrip van maatregelen die bestemd zijn om te worden opgenomen in het NSL;

  • d.

    NSL: Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit als bedoeld in artikel 5.12, lid 1 van de wet;

  • e.

    plusregio: het gebied van het Stadsgewest Haaglanden zoals dat wordt omsloten door de gemeenten Delft, Den Haag, Leidschendam-Voorburg, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Wassenaar, Westland en Zoetermeer;

  • f.

    Stadsgewest: Stadsgewest Haaglanden;

  • g.

    subsidieplafond: een subsidieplafond als bedoeld in afdeling 4.2.2. Awb;

  • h.

    wet: Wet milieubeheer.

Artikel 2 Reikwijdte

Deze verordening is van toepassing op het verstrekken van subsidies voor het verbeteren van de luchtkwaliteit in de plusregio.

Artikel 3 Subsidieplafond

  • 1. Het dagelijks bestuur kan subsidieplafonds, die kunnen worden onderverdeeld in deelplafonds, vaststellen.

  • 2. Het dagelijks bestuur bepaalt in het geval van het eerste lid de wijze van verdeling van het beschikbare bedrag.

HOOFDSTUK 2: SUBSIDIEVERLENING

Artikel 4 Aanvrager

  • 1. Een subsidie kan worden aangevraagd door de deelnemende gemeenten aan het Stadsgewest, met uitzondering van de gemeente Den Haag.

  • 2. Het dagelijks bestuur kan in nadere regels bepalen dat, naast de aanvragers genoemd in het eerste lid, ook anderen subsidie kunnen aanvragen.

Artikel 5 Aanvraag om subsidieverlening

  • 1. Een aanvraag wordt schriftelijk ingediend bij het dagelijks bestuur.

  • 2. Het dagelijks bestuur kan bepalen dat een subsidie zonder voorafgaande subsidieverlening kan worden vastgesteld.

  • 3. De subsidieaanvraag bevat in ieder geval een projectplan, bestaande uit:

    • a.

      een beschrijving van de maatregel waarvoor subsidie wordt gevraagd, met aanduiding van de tijdsplanning;

    • b.

      de doelstellingen, beoogde milieu-effecten, en resultaten;

    • c.

      een begroting en dekkingsplan van de kosten van de maatregel;

    • d.

      de bijdragen van derden, indien van toepassing.

  • 4. Het dagelijks bestuur kan andere gegevens vragen dan genoemd in het derde lid.

Artikel 6 Subsidiabele activiteit

Het dagelijks bestuur kan subsidie verstrekken voor het treffen van een of meer maatregelen in het kader van het NSL.

Artikel 7 Subsidiabele kosten

De kosten die gedurende de looptijd van het NSL zijn gemaakt voor het (doen) uitvoeren van maatregelen, met uitzondering van direct reguliere apparaatskosten en een winstopslag ten behoeve van de subsidieontvanger.

Artikel 8 Nadere regels

Het dagelijks bestuur kan in nadere regels:

  • a.

    eisen vaststellen voor het verstrekken van subsidie en

  • b.

    de hoogte van de subsidie bepalen.

Artikel 9 Beslissing op aanvraag tot subsidieverlening

  • 1. Het dagelijks bestuur beslist op een aanvraag om subsidie binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2. Indien als gevolg van de complexiteit van de aanvraag het dagelijks bestuur niet binnen de in het eerste lid genoemde termijn kan beslissen, kan deze termijn eenmaal met ten hoogste zes weken worden verlengd. Het dagelijks bestuur doet hiervan binnen de eerste termijn schriftelijk mededeling aan de aanvrager.

Artikel 10 De-minimissteun

  • 1. De Europese staatssteunregels dienen in acht te worden genomen bij het verstrekken van subsidie.

  • 2. Een subsidie dient binnen één van de vrijstellingsverordeningen van de Europese Commissie te vallen.

Artikel 11 Afwijzen van de aanvraag

Een aanvraag om subsidie kan naast de artikelen 4:25 en 4:35 Awb geheel of gedeeltelijk worden afgewezen indien de activiteit niet voldoet aan de voorwaarden zoals genoemd in deze verordening en de nadere regels als bedoeld in artikel 8.

Artikel 12 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1. De subsidie wordt onder de volgende verplichtingen verleend:

    • a.

      de termijn waarbinnen met de uitvoering van de maatregel moet zijn begonnen;

    • b.

      de wijze waarop en de termijn waarbinnen over de voortgang van de maatregel moet worden gerapporteerd;

    • c.

      de wijze waarop rekening en verantwoording moet worden afgelegd.

  • 2. De subsidieontvanger doet onmiddellijk schriftelijk mededeling aan het dagelijks bestuur zodra aannemelijk is dat de maatregel, waarvoor subsidie is verleend, niet (geheel) zal worden uitgevoerd of dat niet (geheel) aan de verplichtingen verbonden aan de beschikking tot subsidieverlening zal worden voldaan.

  • 3. Naast de doelgebonden verplichtingen die in het eerste lid zijn opgenomen, is het dagelijks bestuur bevoegd om bij de subsidieverlening aanvullende doelgebonden verplichtingen als bedoeld in artikel 4:38 Awb op te nemen.

Artikel 13 Voorschot

Het dagelijks bestuur verleent een voorschot van 50% van de verleende subsidie.

HOOFDSTUK 3: SUBSIDIEVASTSTELLING

Artikel 14 Aanvraag om subsidie

  • 1. De subsidieontvanger dient uiterlijk drie maanden na de uitvoering van de maatregel, doch niet later dan drie maanden voor afloop van de looptijd van het NSL, een aanvraag tot vaststelling in bij het dagelijks bestuur.

  • 2. Het dagelijks bestuur kan afwijken van het bepaalde in het eerste lid.

  • 3. De aanvraag tot vaststelling van de subsidie dient te zijn voorzien van:

    • a.

      een inhoudelijk financieel verslag;

    • b.

      een accountantsverklaring.

  • 4. De accountantsverklaring, als bedoeld in het tweede lid, onder b, dient te worden opgesteld overeenkomstig een door het dagelijks bestuur vastgesteld model. Indien de in het tweede lid bedoelde aanvraag betrekking heeft op een subsidie van ten hoogste € 25.000,--, is geen accountantsverklaring nodig.

  • 5. Het dagelijks bestuur kan andere gegevens vragen dan genoemd in het derde lid.

Artikel 15 Beslissing op de aanvraag tot subsidievaststelling

  • 1. Het dagelijks bestuur stelt de subsidie na ontvangst van de aanvraag binnen dertien weken vast.

  • 2. Indien als gevolg van de complexiteit van de aanvraag het dagelijks bestuur niet binnen de in het eerste lid genoemde termijn kan beslissen, kan deze termijn eenmaal met ten hoogste zes weken worden verlengd. Het dagelijks bestuur doet hiervan binnen de eerste termijn schriftelijk mededeling aan de aanvrager.

HOOFDSTUK 4: SLOTBEPALINGEN

Artikel 16 Hardheidsclausule

Het dagelijks bestuur kan het bepaalde in deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 17 Overige bepalingen

  • 1.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Subsidieverordening Luchtkwaliteit Haaglanden 2010.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking en is niet van toepassing op subsidieaanvragen die zijn ingediend voor het inwerkingtreden van deze verordening.

  • 3.

    De Subsidieverordening Aardgasvoertuigen Haaglanden 2009, vastgesteld bij besluit van het algemeen bestuur van 23 september 2009, wordt ingetrokken.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van het Stadsgewest Haaglanden d.d. 30 juni 2010

de voorzitter, J.J. VAN AARTSEN

de secretaris, DRS. A. HARKES

TOELICHTING BIJ SUBSIDIEVERORDENING LUCHTKWALITEIT HAAGLANDEN 2010

Algemeen

De Subsidieverordening Luchtkwaliteit Haaglanden 2010 legt de grondslag voor het beschikken van subsidies voor projecten ter verbetering van de luchtkwaliteit in Haaglanden. De projecten dienen in het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) te zijn opgenomen. Het dagelijks bestuur heeft het maatregelenpakket van het Stadsgewest in het NSL op 26 maart 2008 vastgesteld. Het subsidiebudget bedraagt € 5,508 mln.

Nadere regels worden opgesteld voor subsidies die herhaaldelijk zullen worden aangevraagd, bijvoorbeeld voor de aanschaf van aardgasvoertuigen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

Dit artikel geeft weer wat in de verordening wordt bedoeld met een aantal terugkerende begrippen, ter voorkoming van interpretatieverschillen.

Artikel 3 Subsidieplafond

Op grond van artikel 4:23 Awb kan het algemeen bestuur bepalen dat voor het verstrekken van subsidies een bepaald bedrag gedurende een aangegeven tijdvak beschikbaar is. Hiermee wordt voorkomen dat er zogenaamde open-eind-regelingen kunnen ontstaan. Een subsidie moet immers worden geweigerd voor zover door de verstrekking daarvan het subsidieplafond wordt overschreden (artikel 4:25, lid 2 Awb). Het dagelijks bestuur kan subsidieplafonds vaststellen en daarbij de wijze van verdeling bepalen. Het subsidieplafond, met de wijze van verdeling, wordt bekendgemaakt voor de aanvang van het tijdvak waarvoor het is vastgesteld (artikelen 4:26, lid 2 en 4:27, lid 1 Awb).

Artikel 4 Aanvrager

Op grond van dit artikel kunnen de deelnemende gemeenten subsidie aanvragen, met uitzondering van de gemeente Den Haag. De gemeente Den Haag heeft zelf een NSL-bijdrage ontvangen ter verbetering van de luchtkwaliteit. Het dagelijks bestuur kan de groep aanvragers in nadere regels uitbreiden.

Artikel 5 Aanvraag om subsidieverlening

Een aanvraag tot subsidieverlening moet op grond van artikel 4:29 Awb zijn ingediend voor de afloop van de activiteit of het tijdvak waarvoor subsidie wordt gevraagd. Als hoofdregel geldt dat de subsidievaststelling wordt voorafgegaan door subsidieverlening. Volgens artikel 4:29 Awb kan echter bij wettelijk voorschrift worden bepaald dat geen beschikking omtrent subsidieverlening wordt gegeven. Deze bevoegdheid wordt bij het dagelijks bestuur neergelegd. In het geval van subsidiëring van de aanschaf van aardgasvoertuigen bestaat bijvoorbeeld de behoefte om subsidieverlening achterwege te laten, omdat de administratieve lasten niet opwegen tegen het beperkte subsidiebedrag dat wordt verstrekt.

Op grond van het derde lid, onder a van dit artikel moet bij de aanvraag een aanduiding van tijdsplanning worden overlegd. Hierbij dient er rekening mee te worden gehouden dat de maatregel vóór het einde van de looptijd van het NSL moet zijn uitgevoerd.

Artikel 6 Subsidiabele activiteit

Gedurende de looptijd van het NSL, tot eind 2014, kan het Stadsgewest VROM verzoeken nieuwe projecten op te nemen. Het dagelijks bestuur van Haaglanden beslist over dit verzoek; VROM beslist daarop of de maatregel (het project) in het NSL wordt opgenomen. Daarna kan het dagelijks bestuur van Haaglanden beslissen of de maatregel gesubsidieerd wordt uit de VROM-subsidie. Maatregelen die nu nog niet in het NSL zijn opgenomen, kunnen dus ook voor subsidiëring in aanmerking komen.

Artikel 7 Subsidiabele kosten

Onder de in het tweede lid genoemde kosten valt niet de bijdrage BDU Verkeer en Vervoer. Deze bijdrage wordt als eigen bijdrage van het Stadsgewest aangemerkt.

Artikel 10 De-minimissteun

De-minimissteun is steun die voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling van aanmelding als bedoeld in verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-verdrag op de-minimissteun. Dit houdt verband met de Europese regeling over overheidssteun/ steunmaatregelen en houdt kort gezegd in dat de steun die het bedrag van € 200.000,--, gerekend over een periode van drie jaren, niet aangemeld hoeft te worden bij de Europese Commissie. De ‘de-minimisregeling’ werkt cumulatief, in die zin dat overheidssteun die de subsidieontvanger in de voorafgaande drie jaren eventueel heeft ontvangen medebepalend is voor het al dan niet overschrijden van deze drempel. Het gaat dan niet alleen om steun in de vorm van subsidies, maar ook om andere vormen van steun. Bij overschrijding van de drempel is er geen vrijstellingsregeling van toepassing en zal de subsidie aangemeld moeten worden bij de Europese Commissie. De aanvrager is verplicht om zo’n omstandigheid bij de aanvraag om subsidie te melden door gebruik te maken van een door het dagelijks bestuur vastgesteld model.

Artikel 14 Aanvraag om subsidie

Het NSL loopt naar verwachting tot 1 januari 2015. Een aanvraag tot vaststelling van de subsidie dient in dat geval vóór 1 oktober 2014 te worden ingediend.

Artikel 16 Hardheidsclausule

Dit artikel geeft het dagelijks bestuur de mogelijkheid om in bijzondere gevallen af te wijken van het bepaalde in deze verordening. Hiervan mag alleen gebruik worden gemaakt, voor zover toepassing van de verordening in het concrete geval tot onbillijkheid leidt.