Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Millingen aan de Rijn

Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Millingen aan de Rijn
Officiële naam regelingVerordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden
CiteertitelVerordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden 2003
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpvergoedingsregeling onkosten wethouders, raads- en commissieleden

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 44 en art. 95 t/m 99

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-01-200401-03-2003Onbekend

29-01-2004

Geen

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden

De raad van de gemeente Millingen aan de Rijn;

gelet op artikel 44 en 95 tot en met 99 van de Gemeentewet, het Rechtspositiebesluit wethouders en het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;

op voorstel van het presidium van 7 januari 2004;

onder voorbehoud van goedkeuring van Gedeputeerde Staten;

BESLUIT:

I Vast te stellen de bijgevoegde, herziene 'Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden'.

Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissie:een commissie als bedoeld in hoofdstuk V van de Gemeentewet;

  • b.

    Rechtspositiebesluit wethouders: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 243;

  • c.

    Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 244;

  • d.

    Reisbesluit binnenland: het Koninklijk Besluit van 1 maart 1993, Stb. 144;

  • e.

    Reisregeling binnenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 16 maart 1993, nr. AB93/U280, Stcrt 56;

  • f.

    raadslid: lid van gemeenteraad, niet zijnde wethouder;

  • g.

    Verplaatsingskostenbesluit 1989: het Koninklijk Besluit van 6 oktober 1989, Stb. 424.

Hoofdstuk II Voorzieningen voor raadsleden

Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden

Aan het raadslid wordt een vergoeding voor de werkzaamheden toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in tabel I van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

Artikel 3 Onkostenvergoeding
  • 1. Aan het raadslid wordt een onkostenvergoeding voor aan de uitoefening van het raadslidmaatschap verbonden kosten toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in tabel II van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 2. Aan een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, wordt in afwijking van het eerste lid een onkostenvergoeding toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in tabel III van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

Artikel 4 Berekening en betaling vaste vergoedingen
  • 1. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 1, onder e, en 8 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden vangen de vergoedingen bedoeld in de artikelen 2 en 3 aan op de dag van het afleggen van de eed of belofte bedoeld in artikel 14 van de Gemeentewet.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 1, onder e, en 8 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden eindigen de vergoedingen bedoeld in de artikelen 2 en 3 op de dag bedoeld in artikel C4, tweede lid, van de Kieswet, danwel het tijdstip bedoeld in de artikelen X1, eerste en derde lid, X6 en X8, tweede, derde en vijfde van de Kieswet.

  • 3. De vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, worden maandelijks uitbetaald.

Artikel 5 Reiskosten
  • 1. De ten behoeve van de gemeente gemaakte kosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur worden aan het raadslid vergoed.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:

    • -

      bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een (trein)taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reiskosten;

    • -

      bij gebruik van een eigen motorvoertuig of bromfiets: een vergoeding van de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reiskosten overeenkomstig de bedragen in artikel 2 van de Reisregeling binnenland.

Artikel 6 Verblijfkosten

De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen buiten het grondgebied van de gemeente worden aan het raadslid vergoed, tot ten hoogste de bedragen, vastgesteld bij of krachtens het Reisbesluit binnenland.

Artikel 7 Cursus, congres, seminar of symposium
  • 1. De kosten van deelname van een raadslid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentebelang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.

  • 2. Het raadslid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van belang is in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap.

Artikel 8 Fax, computer en laptop (optie 1: incl. deelname pc-privéregeling)
  • 1. Aan het raadslid wordt voor de uitoefening van het raadslidmaatschap de mogelijkheid geboden deel te nemen aan de voor het gemeente personeel geldende pc-privéregeling. Aan het raadslid kan een eventuele gemeentelijke bijdrage in het kader van de pc-privéregeling worden verstrekt.

  • 2. Aan het raadslid dat dat geen gebruik maakt van de in het eerste lid bedoelde pc-privéregeling wordt voor de uitoefening van het raadslidmaatschap op aanvraag een computer of laptop met bijbehorende randapparatuur en software in bruikleen ter beschikking gesteld.

  • 3. Aan het raadslid kan voor de uitoefening van het raadslidmaatschap op aanvraag een faxapparaat met bijbehoren in bruikleen ter beschikking worden gesteld.

  • 4. Het raadslid ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 5. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

Artikel 9 Internetaansluiting
  • 1. De aanlegkosten van een internetaansluiting ten behoeve van het gebruik van een computer die benodigd is voor de uitoefening van het raadslidmaatschap komen voor rekening van de gemeente.

  • 2. De abonnements- en gesprekskosten voortvloeiend uit het gebruik van internet voor de uitoefening van het raadslidmaatschap worden, ongeacht het type internetaansluiting en de hoogte van de gesprekskosten, vergoed middels de toekenning van een vaste tegemoetkoming in de internetkosten.

  • 3. De vaste tegemoetkoming in de internetkosten wordt bij raadsbesluit vastgesteld op basis van de inschatting van de gemiddelde kosten die voor de verschillende abonnementsvormen verschuldigd zijn. De hoogte kan de vaste tegemoetkoming in de internetkosten kan op voorstel van de raad worden gewijzigd wanneer hiervoor, door een beduidende afwijking van de daadwerkelijke kosten, aanleiding is

  • 4. De vaste tegemoetkoming in de internetkosten wordt te samen met de vergoeding voor werkzaamheden van raadsleden waar artikel 2 van spreekt, uitgekeerd.

Artikel 10 Uitkering bij aftreden

P.M.

Artikel 11 Voorziening ouderdom, arbeidsongeschiktheid en overlijden

P.M.

Artikel 12 Tegemoetkoming in de ziektekosten

P.M.

Artikel 13 Compensatie korting werkloosheidsuitkering

P.M.

Artikel 14 Kinderopvang

P.M.

Artikel 15 Scholing

P.M.

Artikel 16 Spaarloonregeling

Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentepersoneel geldende spaarloonregeling.

Hoofdstuk III Voorzieningen voor wethouders

Artikel 17 Onkostenvergoeding
  • 1. Aan de wethouder wordt een onkostenvergoeding toegekend voor overige aan de uitoefening van het ambt verbonden kosten die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 25, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders.

  • 2. Aan de wethouder van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, wordt in afwijking van het eerste lid een onkostenvergoeding toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 25, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders.

  • 3. Indien de wethouder op grond van artikel 26 van deze verordening een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking is gesteld bedraagt de onkostenvergoeding voor overige aan de uitoefening van het ambt verbonden kosten, in afwijking van het eerste en tweede lid, 90 % van het voor hem ingevolge het eerste of tweede lid geldende bedrag.

Artikel 18 Reiskosten woon-werkverkeer

Aan de wethouder wordt voor het reizen tussen zijn woning en zijn plaats van tewerkstelling, indien de afstand daartussen meer dan tien kilometer bedraagt, een tegemoetkoming in de kosten van het reizen verleend overeenkomstig de bedragen die bij of krachtens artikel 12 van het Verplaatsingskostenbesluit 1989 zijn vastgesteld.

Artikel 19 Zakelijke reiskosten

Aan de wethouder wordt naast de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 18, vergoeding verleend voor gemaakte reiskosten terzake van andere dan de in artikel 18 bedoelde reizen ten behoeve van de gemeente. De vergoeding betreft:

  • -

    bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een (trein)taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reiskosten;

  • -

    bij gebruik van een eigen motorvoertuig of bromfiets: een vergoeding van de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reiskosten overeenkomstig de bedragen in artikel 2 van de Reisregeling binnenland.

Artikel 20 Dienstauto
  • 1. De wethouder kan voor reizen ten behoeve van de gemeente gebruik maken van een dienstauto met of zonder chauffeur. Onder dienstauto wordt voor de toepassing van dit artikel mede verstaan een door de gemeente ingehuurde auto.

  • 2. De dienstauto met of zonder chauffeur kan door de wethouder ook worden gebruikt voor het reizen tussen de woning en de plaats van tewerkstelling en voor reizen ten behoeve van nevenfuncties die de wethouder vervult uit hoofde van zijn ambt.

  • 3. Indien de wethouder op grond van artikel 18 een tegemoetkoming ontvangt in de reiskosten tussen de woning en de plaats van tewerkstelling wordt op die tegemoetkoming een korting toegepast ter grootte van 1/20 deel van de tegemoetkoming in de betreffende maand voor elke dag waarop zowel van de woning naar de plaats van tewerkstelling als omgekeerd van de plaats van tewerkstelling naar de woning gebruik is gemaakt van de dienstauto; 1/40 deel van de tegemoetkoming in de betreffende maand voor elke dag waarop alleen hetzij van de woning naar de plaats van tewerkstelling hetzij omgekeerd van de plaats van tewerkstelling naar de woning gebruik is gemaakt van de dienstauto.

  • 4. Indien de wethouder voor reizen ten behoeve van in het tweede lid bedoelde nevenfuncties gebruik maakt van de gemeentelijke dienstauto en daarvoor van een derde ook een vergoeding van reiskosten ontvangt, wordt die vergoeding in de gemeentekas gestort.

Artikel 21 Verblijfkosten

De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfkosten ter zake van reizen, bedoeld in artikel 19 worden volledig aan de wethouder vergoed.

Artikel 22 Buitenlandse dienstreis
  • 1. Indien de wethouder in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maakt, worden de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reis- en verblijfkosten vergoed.

  • 2. Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, niet zijnde een reis naar een Europese instelling, is vooraf toestemming van het college vereist.

Artikel 23 Cursus, congres, seminar of symposium
  • 1. De kosten van deelname van een wethouder aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.

  • 2. De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van belang is in verband met de uitoefening van het ambt van wethouder.

Artikel 24 Fax, computer en laptop (optie 1: incl. deelname pc-privéregeling)
  • 1. Aan de wethouder wordt voor de uitoefening van zijn ambt de mogelijkheid geboden deel te nemen aan de voor het gemeentelijk personeel geldende pc-privéregeling. Aan de wethouder kan een eventuele gemeentelijke bijdrage in het kader van de pc-privéregeling worden verstrekt.

  • 2. Aan de wethouder die geen gebruik maakt van de in het eerste lid bedoelde pc-privéregeling wordt, voor de uitoefening van zijn ambt op aanvraag een computer of laptop met bijbehorende randapparatuur en software in bruikleen ter beschikking gesteld.

  • 3. Aan de wethouder kan voor de uitoefening van zijn ambt op aanvraag een faxapparaat met bijbehoren in bruikleen ter beschikking worden gesteld.

  • 4. De wethouder ondertekent daartoe een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 5. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

Artikel 25 Internetaansluiting via ISDN, ADSL of kabel
  • 1. De aanlegkosten van een internetaansluiting ten behoeve van het gebruik van een computer die benodigd is voor de uitoefening van het ambt van wethouder komen voor rekening van de gemeente.

  • 2. De abonnements- en gesprekskosten voortvloeiend uit het gebruik van internet voor de uitoefening van het ambt van wethouder worden, ongeacht het type internetaansluiting en de hoogte van de gesprekskosten, vergoed middels de toekenning van een vaste tegemoetkoming in de internetkosten.

  • 3. De vaste tegemoetkoming in de internetkosten wordt bij raadsbesluit vastgesteld op basis van de inschatting van de gemiddelde kosten die voor de verschillende abonnementsvormen verschuldigd zijn. De hoogte kan de vaste tegemoetkoming in de internetkosten kan op voorstel van de raad worden gewijzigd wanneer hiervoor, door een beduidende afwijking van de daadwerkelijke kosten, aanleiding is.

  • 4. De vaste tegemoetkoming in de internetkosten wordt te samen met de vergoeding waar artikel 17 van spreekt, uitgekeerd.

Artikel 26 Mobiele telefoon (optie 1: alleen voor zakelijk gebruik)
  • 1. Aan de wethouder wordt voor de uitoefening van zijn ambt op aanvraag een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking gesteld.

  • 2. De wethouder ondertekent daartoe een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 3. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

Artikel 26A Mobiele telefoon (optie 2: ook voor privé-gebruik)
  • 1. Aan de wethouder wordt voor de uitoefening van zijn ambt op aanvraag een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking gesteld.

  • 2. De wethouder ondertekent daartoe een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 3. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

  • 4. Op de bezoldiging van de wethouder die de mobiele telefoon voor meer dan 10% mede gebruikt voor privé-doeleinden wordt een bedrag ingehouden dat gelijk is aan het bedrag dat voor de loonbelasting tot het loon wordt of zou worden gerekend ingeval alle kosten van de mobiele telefoon voor rekening van de gemeente komen.

Artikel 27 Spaarloonregeling

De wethouder van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk personeel geldende spaarloonregeling.

Hoofdstuk IV Voorzieningen voor commissieleden

Artikel 28 Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen
  • 1. Het lid van een commissie ontvangt voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie een vergoeding die gelijk is aan het bedrag, vermeld in tabel IV van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 2. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op degene die als lid van een commissie een vaste vergoeding voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 96, tweede lid, van de Gemeentewet ontvangt.

  • 3. Geen vergoeding ontvangt degene die zitting heeft in een commissie als raadslid;

    • -

      uit hoofde van, danwel als rechtstreeks uitvloeisel van een ambtelijke of bestuurlijke hoedanigheid, danwel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd;

    • -

      als vertegenwoordiger van een belanghebbende instelling, organisatie of groepering, tenzij zijn lidmaatschap van de commissie tevens in belangrijke mate het gemeentelijk belang dient.

  • 4. De raad kan in afwijking van het bepaalde in het eerste lid een hogere vergoeding vaststellen, zulks tot ten hoogste 200% van het in het eerste lid bedoelde bedrag van de vergoeding, ten aanzien van een lid van een commissie dat op grond van zijn bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie voor deelname aan haar werkzaamheden is aangetrokken, en een lid van een commissie ten aanzien waarvan de vergoeding niet geacht kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van zijn taak en de omvang van de door hem te verrichten arbeid.

Artikel 29 Reis- en verblijfkosten
  • 1. Aan het lid van een commissie dat geen raadslid of wethouder is en niet in zijn hoedanigheid van ambtenaar tot lid van de commissie is benoemd worden de reiskosten voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie vergoed. De vergoeding betreft:

    • -

      bij gebruik van openbare middelen van vervoer: een volledige vergoeding van de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reiskosten;

    • -

      bij gebruik van een eigen motorvoertuig of bromfiets: een vergoeding van de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reiskosten overeenkomstig de bedragen in artikel 2 van de Reisregeling binnenland.

  • 2. Aan het in het eerste lid bedoelde lid van de commissie worden vergoed de noodzakelijk gemaakte verblijfkosten voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie tot ten hoogste de bedragen, vastgesteld bij of krachtens het Reisbesluit binnenland.

Artikel 30 Buitenlandse excursie of reis
  • 1. De gemeenteraad kan een commissie uit gemeenteraad toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland. De gemeenteraad kan aan de toestemming voorwaarden verbinden.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde excursie of reis wordt door of vanwege de gemeente georganiseerd.

  • 3. De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van de gemeente.

Hoofdstuk V De procedure van declaratie

Artikel 31 Betaling van kosten

Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door

  • a.

    betaling uit eigen middelen; of

  • b.

    rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente; of

  • c.

    een gemeentelijke creditcard.

Artikel 32 Declaratie van vooruit betaalde kosten
  • 1. Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in de artikelen 5, 6, 19, 21, 22 en 29 wordt gebruik gemaakt van een declaratieformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald.

  • 2. Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend en binnen 2 maanden bij een door de gemeentesecretaris en griffier aangewezen ambtenaar ingediend, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken.

Artikel 33 Rechtstreekse facturering bij de gemeente
  • 1. De vergoeding van kosten, bedoeld in de artikelen 7, 19, 21, 22 en 23 kan plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de door het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder voor akkoord ondertekende factuur aan de gemeente.

  • 2. Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door het begeleidingsformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, volledig in te vullen en te ondertekenen. Het begeleidingsformulier en de factuur worden binnen 2 maanden ingediend bij

    • -

      indien het een wethouder betreft bij de gemeentesecretaris en

    • -

      indien het een raadslid betreft bij de griffier,

    • -

      of een door hem aangewezen ambtenaar.

Artikel 34 Gebruik creditcard
  • 1. De vergoeding van kosten als bedoeld in de artikelen 19, 21 en 22 kan plaatsvinden door gebruikmaking van de gemeentelijke creditcard.

  • 2. Aan de wethouder wordt op aanvraag een gemeentelijke creditcard in bruikleen ter beschikking gesteld voor het doen van uitgaven die voor vergoeding of tegemoetkoming ten laste van de gemeente in aanmerking komen. Aan de verstrekking van de creditcard kunnen voorwaarden worden verbonden.

  • 3. De gemeentesecretaris draagt zorg voor de aanvraag, verstrekking en intrekking van gemeentelijke creditcards. Bij de aanvraag wordt aangegeven of een persoonlijke pincode voor het opnemen van contant geld gewenst wordt.

  • 4. Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door het begeleidingsformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, volledig in te vullen en te ondertekenen.

  • 5. Het begeleidingsformulier en de factuur worden binnen 2 maanden ingediend bij de gemeentesecretaris of de door hem aangewezen ambtenaar.

  • 6. Bij beëindiging van het ambt van wethouder wordt de creditcard onverwijld ingeleverd.

  • 7. Verlies of diefstal van de creditcard wordt direct gemeld bij de betreffende creditcardmaatschappij en zo spoedig mogelijk ook bij de gemeente. Het eigen risico bij verlies en diefstal komt, mits is voldaan aan de daarvoor geldende regels, voor rekening van de gemeente.

Hoofdstuk VI Citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 35 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden 2003.

Artikel 36 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 maart 2003 onder gelijktijdige intrekking van de voorgaande verordening welke is vastgesteld door de raad op 25 februari 2003.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 29 januari 2004,

J.P. Ragetlie J. Tettero

griffier voorzitter