Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Franekeradeel

Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2018

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Franekeradeel
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2018
CiteertitelVerordening rioolheffing 2018
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 228a

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-12-2017Nieuwe regeling

07-12-2017

Overheid.nl 28-12-2017

F17.202629

Tekst van de regeling

Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2018

 De raad van de gemeente Franekeradeel ;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2017;

gelet op artikel 228a, van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2018

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente;

  • b.

    water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater, grondwater of oppervlaktewater.

  • c.

    perceel: een roerende of onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan;

  • d.

    recreatieterreinen: gronden die volgens het van kracht zijnde bestemmingsplan bestemd zijn voor plaatsen voor en recreatief bewonen van stacaravans, chalets, recreatieverblijven en andere kampeermiddelen.

  • e.

    recreatieve bewoning: bewoning die plaats vindt in het kader van verblijfsrecreatie en vrijetijdsbesteding door personen die hun hoofdverblijf elders hebben.

Artikel 2 Aard van de belasting

Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:

  • a.

    de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater; en

  • b.

    de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadeligegevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.

Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1. De belasting wordt geheven van de gebruiker van een perceel van waaruit waterdirect of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd, verder te noemen: gebruikersdeel.

  • 2. Met betrekking tot de belasting als bedoeld in het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a.

      degene die naar de omstandigheden beoordeeld het perceel al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt;

    • b.

      ingeval een gedeelte van een perceel – niet een gedeelte als bedoeld in artikel 4– voor gebruik is afgestaan: degene die dat gedeelte voor gebruik heeft afgestaan.

Artikel 4 Zelfstandige gedeelten

Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

  • 1. De belasting wordt geheven naar een vast bedrag per bebouwd perceel.

  • 2.De belasting wordt geheven naar een vast bedrag per bebouwd perceel voor zoverdat perceel een aansluiting heeft voor de afvoer van afvalwater, onderscheidennaar een één- of meerpersoons-huishouding.

  • 3. Voor de vaststelling van het aantal personen, als bedoeld in artikel 7, onder b en c is de situatie op 1 januari van het belastingjaar voor het gehele betreffende jaar maatgevend, met dien verstande dat ingeval de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, de situatie bij de aanvang van de belastingplicht maatgevend is voor het resterende tijdvak in het betreffende belastingjaar.

  • 4. De belasting wordt geheven naar een vast bedrag voor een recreatieterreinen, voor zover dat perceel een aansluiting heeft voor de afvoer van afvalwater.

Artikel 6 Vrijstellingen

Geen belasting wordt geheven voor het gebruik van een bebouwd perceel of gedeelte daarvan als bedoeld in artikel 4:

voor zover de percelen niet dienen tot bewoning en voor zover de bij die percelen behorende aansluitpunten uitsluitend dienen voor de afvoer van hemelwater en een kleiner bebouwd grondoppervlak hebben dan 35 m2.

Artikel 7 Belastingtarieven

Het vaste bedrag van de rioolheffing als bedoeld in artikel 5 bedraagt voor:

  • a.

    het gebruik van elk bebouwd perceel € 75,65 per jaar (basistarief);

  • b.

    het gebruik van elk bebouwd perceel, van waaruit een eenpersoonshuishouding huishoudelijk afvalwater kan afvoeren, € 113,00 per aansluiting per jaar;

  • c.

    het gebruik van elk bebouwd perceel, van waaruit een meerpersoonshuishouding huishoudelijk afvalwater kan afvoeren, € 161,65 per aansluiting per jaar;

  • d.

    het gebruik van elk bebouwd perceel, van waaruit bedrijfsafvalwater kan worden afgevoerd € 257,00 per aansluiting per jaar;

  • e.

    het gebruik van recreatieterreinen, van waaruit afvalwater kan worden afgevoerd € 118,65 per jaar (de helft van het basistarief + de helft van het tarief meerpersoonshuishouding);

Artikel 8 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 9 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 10 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.Indien de belastingplicht met betrekking tot het gebruik van een perceel in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.Indien de belastingplicht met betrekking tot het gebruik van een perceel in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.Het tweede en derde lid is niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in gebruik neemt.

  • 5.Belastingbedragen van minder dan € 10,00 worden niet geheven.

  • 6.voor de toepassing van het bepaalde onder lid 5 wordt het totaal van de op éénaanslagbiljet verenigde aanslagen rioolheffing of andere heffingen aangemerkt als één belastingaanslag.

Artikel 11 Termijn van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in 3 gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de volgende telkens twee maanden later.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt dat zolang de verschuldigde bedragen door

    middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in 8 gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste en tweede lid gestelde termijnen.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rioolheffing.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 31 december 2017.

  • 3.

    Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze verordening worden de volgende verordeningen ingetrokken:

“Verordening rioolheffing 2010” van de gemeente Franekeradeel, vastgesteld in de raad van 3 december 2009

met dien verstande, dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als Verordening rioolheffing 2018.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 7 december 2017;

,voorzitter

,griffier