Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Eijsden

Verordening op de naamgeving van Woonplaatsen, Openbare ruimten en nummeringen van verblijfsobjecten, ligplaatsen en standplaatsen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Eijsden
Officiële naam regelingVerordening op de naamgeving van Woonplaatsen, Openbare ruimten en nummeringen van verblijfsobjecten, ligplaatsen en standplaatsen
CiteertitelVerordening naamgeving en adressering Gemeente Eijsden 2008
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpVeiligheid en bestuur

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening is vervangen door de verordening naamgeving en nummering (adressen) Eijsden-Margraten 2011.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-06-201101-06-2011intrekking

24-05-2011

De Etalage, 01-06-2011

12IB000160
07-02-200801-06-2011nieuwe regeling

18-12-2007

De Etalage, 30-01-2008

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de naamgeving van Woonplaatsen, Openbare ruimten en nummeringen van verblijfsobjecten, ligplaatsen en standplaatsen

De raad van de Gemeente Eijsden,

gelezen het voorstel van het college van 16-10-2007;

gezien het advies van de commissie Algemene Zaken / Middelen;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

overwegende dat de kaders voor naamgeving en adressering, vooruitlopend op de Wet BAG opnieuw dienen te worden vastgesteld;

BESLUIT

vast te stellen de Verordening op de naamgeving van Woonplaatsen, Openbare ruimten en nummeringen van verblijfsobjecten, ligplaatsen en standplaatsen.

Artikel 1 - Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    adres: een benaming, bestaande uit een combinatie van woonplaatsnaam, naam openbare ruimte en nummeraanduiding, die door het College is toegekend aan een als zodanig aangewezen adresseerbaar object;

  • b.

    adresseerbaar object: een verblijfsobject, een ligplaats of standplaats, gelegen op het gemeentelijk grondgebied;

  • c.

    bouw-en kunstwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van de bestemming hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond en bedoeld om ter plaatse te functioneren;

  • d.

    college: het College van burgemeester en wethouders;

  • e.

    complex: een afgebakend samengesteld geheel van onroerende zaken (industriecomplex, agrarisch complex etc.);

  • f.

    gebouw: Vrijstaande, overdekte en geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte van enige omvang, die voor mensen toegankelijk is, direct of indirect met de grond is verbonden en bedoeld is om ter plaatse te functioneren.

  • g.

    ligplaats: een deel van het openbare water dat door burgemeester en wethouders is aangewezen voor het permanent afmeren van een woonschip of een woonark;

  • h.

    nummeraanduiding: een nummer bestaande uit een of meer Arabische cijfers, al dan niet met toevoeging van een letter of een cijfercombinatie;

  • i.

    openbaar gebied: alle voor het openbaar rijverkeer of ander verkeer openstaande wegen of paden,pleinen, plaatsen, plantsoenen, bruggen, viaducten, knooppunten of daarmee vergelijkbare plaatsen of constructies en alle wateren die, al dan niet met enige beperking, voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk zijn, alsmede daarin begrepen alle bouw-en kunstwerken die daar deel van uitmaken;

  • j.

    openbare ruimte: een door het College als zodanig aangewezen gedeelte van het openbaar gebied binnen een woonplaats waaraan een naam is toegekend;

  • k.

    rechthebbende: eenieder die krachtens eigendom of een beperkt zakelijk recht de beschikking heeft over een onroerende zaak, alsmede de beheerder;

  • l.

    standplaats: een door het College als zodanig aangewezen terrein of een gedeelte daarvan, dat bestemd is voor het permanent plaatsen van een niet direct en duurzaam met de aarde verbonden en voor woon-, bedrijfsmatige, of recreatieve doeleinden geschikte ruimte;

  • m.

    uitvoeringsvoorschriften: nadere bepalingen van technische en administratieve aard;

  • n.

    verblijfsobject: een gebouw of een gedeelte van een gebouw, geschikt voor woon-bedrijfsmatige-of recreatieve gebruiksdoeleinden, dat ontsloten wordt via een eigen toegang vanaf de openbare ruimte, een erf of een gedeelde verkeersruimte en dat onderwerp kan zijn van rechtshandelingen;

  • o.

    woonplaats: een door het College aangewezen gebied waaraan een woonplaatsnaam is toegekend;

Artikel 2 - Naamgeving van woonplaatsen en van delen van de openbare ruimte

  • 1. Het College stelt voor het totale grondgebied van de gemeente ten minste een woonplaats vast en kan een woonplaats in wijken of buurten verdelen, zonodig daaraan namen, letters of nummers toekennen.

  • 2. Het College kent voor het totale grondgebied van de gemeente namen toe aan te onderscheiden delen van de openbare ruimte en zonodig aan bouw- en kunstwerken.

  • 3. Onder vaststellen, verdelen en toekennen, zoals bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken van de vaststelling, verdeling en toekenning.

Artikel 3 - Toekennen van adressen aan adresseerbare objecten

  • 1. Het College kent aan elk adresseerbaar object een adres toe, bestaande uit een combinatie van woonplaatsnaam, naam openbare ruimte en nummeraanduiding.

  • 2. Indien aan een adresseerbaar object meer dan een adres wordt toegekend, worden de adressen onderscheiden in hoofdadres en nevenadressen.

  • 3. Onder toekennen, zoals bedoeld in het eerste lid, wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken van de toekenning.

Artikel 4 - Namen en nummeraanduidingen aanbrengen

  • 1. Het College draagt er zorg voor dat aan openbare ruimten toegekende namen middels naamdragers (naamborden) zichtbaar en in voldoende aantallen ter plaatse worden aangebracht.

  • 2. Aan een adresseerbaar object dat een adres heeft gekregen, moet de nummeraanduiding op een doeltreffende wijze middels een nummerdrager (nummerbord) zijn aangebracht.

  • 3. Het is eenieder verboden op eigen initiatief naam- of nummerdragers, zoals bedoeld in het eerste en tweede lid, aan te brengen.

Artikel 5 - Gedoogplicht naamdragers

  • 1. Indien het College het nodig oordeelt dat borden met een wijk- of buurtaanduiding, borden met namen van openbare ruimten en/of verwijsborden aan een bouwwerk, gebouw, muur, paal, schutting of een andere soort terreinafscheiding worden aangebracht, is de rechthebbende verplicht toe te laten dat de hier bedoelde borden vanwege of op verzoek en overeenkomstig de aanwijzingen van het College worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd.

  • 2. De rechthebbende dient er zorg voor te dragen dat de in het eerste lid genoemde borden vanaf de openbare weg duidelijk leesbaar blijven.

Artikel 6 - Nummerdragers aanbrengen

  • 1. De rechthebbende is verplicht de nummeraanduiding, zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, binnen vier weken na kennisgeving van het besluit van het College aan te brengen.

  • 2. Tenzij door het College anders is besloten, is de rechthebbende van een object verplicht het in het eerste lid genoemde nummer, alsmede daarmee verband houdende verwijs- en verzamelborden aan te brengen op een nader per besluit te bepalen wijze.

  • 3. Indien een object nog niet is voltooid, wordt het nummer binnen vier weken na voltooiing aangebracht.

  • 4. Het College kan de in het eerste en derde lid genoemde termijn verlengen.

Artikel 7 - Uitvoeringsvoorschriften

  • 1. Het College is bevoegd nadere uitvoeringsvoorschriften te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

Artikel 8 - Strafbepaling

  • 1. Overtreding van artikel 4, tweede en derde lid, of het niet voldoen aan de bepalingen in artikel 5 en 6, wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

  • 2. De opsporing van het in het eerste lid strafbaar gestelde feiten is, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door het College met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voor zover het feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.

Artikel 9 - Inwerkingtreding

De verordening treedt in werking op een door het College te bepalen datum.

Artikel 10 - Vervallen oude regels

Met de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de Verordening Huisnummering, d.d. 2 mei 1995.

Artikel 11 - Overgangsbepalingen

  • 1. Namen en adressen die op grond van de in artikel 10 genoemde regels en voorschriften aan delen van de openbare ruimte en objecten zijn toegekend, blijven na het in werking treden van deze verordening bestaan.

  • 2. Het College kan in afwijking van het eerste lid besluiten dat de op grond van de in het eerste lid genoemde regels en voorschriften toegekende namen en adressen en de daarbij aangebrachte nummerdragers, binnen een door hem te bepalen termijn moeten worden vervangen door namen en nummers die voldoen aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften.

  • 3. Bij het wijzigen van een naam, adres en/of nummerdrager, als bedoeld in het tweede lid, zullen zowel de oude en de nieuwe naam als het oude en het nieuwe nummer gedurende een jaar mogen worden gebruikt op een nadere, bij besluit te bepalen wijze.

Artikel 12 - Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de Verordening naamgeving en adressering Gemeente Eijsden 2008

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 18 december 2007.

J.G.C.A. Lahaye, M.H.E. Pelzer

Griffier, Voorzitter

Toelichting

Artikel 1

In artikel 1 is een nummer gedefinieerd als een cijferreeks dat bestaat uit een of meer Arabische cijfers, al dan niet met toevoeging van een letter- of cijfercombinatie. Het is ongebruikelijk in het nummer Romeinse cijfers op te nemen. Desondanks laat het 'Logisch ontwerp GBA' deze mogelijkheid open. Het begrip 'bouwwerk' is opgenomen, omdat het van belang is voor de naamgeving. Aan bijvoorbeeld bruggen en viaducten, als onderdeel van de openbare ruimte, kan de gemeente namen toekennen. Aan bouwwerken worden overigens geen nummers toegekend, omdat zij geen voor mensen toegankelijke ruimte bevatten.

Artikel 2

Over de woonplaats en woonplaatsgrens bestaat veel onduidelijkheid. De komgrens, zoals vervat in de Wegenwet, wordt vaak aangezien voor een woonplaatsgrens, maar dat is onjuist. De woonplaatsgrens valt soms samen met de komgrens, maar dat is een gelukkige samenloop. Het is veelal onduidelijk waar de grenzen van woonplaatsen lopen. In een woonplaatsbesluit wordt de geometrische afbakening van een woonplaats vastgelegd.

Naast het vaststellen van de grenzen van een woonplaats zal ook een naam voor dat gebied moeten worden bedacht. Het toekennen van namen aan woonplaatsen wijkt niet af van het proces van naamgeving van de openbare ruimte. Het is ook wenselijk om dezelfde procedure te volgen. Het benoemen van woonplaatsen komt relatief zeer weinig voor, maar juist hier geldt dat de naam met zorg moet worden gekozen. De naam moet veelal generaties lang mee. Het is verstandig om bij het vaststellen van een woonplaatsnaam vooraf contact op te nemen met TPG Post.

In het tweede lid is het benoemen van delen van de openbare ruimte geregeld. De openbare ruimte omvat meer dan alleen straten, plantsoenen en wegen. Zo worden bijvoorbeeld ook waterlopen, sierwateren, bruggen, viaducten, dijken, meren en plassen veelal van een naam voorzien. Het benoemen van de openbare ruimte wordt een bevoegdheid van het College. Dit benoemt delen van de openbare ruimte indien dat naar zijn oordeel nodig is, maar de meeste gemeenten streven ernaar om de totale openbare ruimte van namen te voorzien. De in het tweede lid gehanteerde formulering sluit niet uit dat burgers een aanvraag tot het benoemen van de openbare ruimte bij het College indienen.

Het derde lid bepaalt dat onder vaststellen, toekennen en verdelen, zoals vervat in het eerste en tweede lid, tevens het wijzigen en intrekken wordt bedoeld. Naar de huidige opvattingen impliceert vaststellen, toekennen en verdelen dat men ook kan wijzigen en intrekken.

Artikel 3

Dit artikel regelt het toekennen van adressen aan gebouwen, complexen, afgebakende terreinen, ligplaatsen en standplaatsen door het College. Hier is niet voor de term 'huisnummer' gekozen omdat bij een afgebakend terrein of ligplaatsen en standplaats niet kan worden gesproken van het nummeren van een huis. Het toekennen van adressen aan lig- en standplaatsen raakt meer in zwang, omdat woonschepen en woonwagens wettelijk worden beschouwd als woonruimte in de zin van de Woningwet.

Veelal bestaat een gebouw uit verschillende zelfstandige delen. Voor een goede bereikbaarheid qua dienstverlening (postbezorging, brandbestrijding, politiehulp, ambulancediensten etc.) is het noodzakelijk deze zelfstandige delen van een afzonderlijk nummer te voorzien. De Basisadministratie voor Adressen en Gebouwen bepaald dat ieder verblijfsobject, zoals vastgesteld in de Wet BAG een afzonderlijk adres dient te krijgen.

Indien dit wenselijk is, kan een verblijfsobject volgens de Wet BAG een nevenadres krijgen.

In het tweede lid is vastgelegd dat een verblijfsobject een door het College toegekend nummer ook feitelijk moet dragen. Daarmee wordt het College de mogelijkheid geboden toe te zien op de naleving van het aanbrengen van adressen aan objecten. Met het oog op de dienstverlening is het immers noodzakelijk dat de adressen die door het College zijn toegekend ook ter plaatse terug zijn te vinden. Het ligt niet voor de hand dat een gemeente de kosten die gepaard gaan met de uitwerking van dit artikel, bij de eigenaar van het desbetreffende object in de vorm van leges in rekening brengt. Er is immers niet duidelijk sprake van een individueel belang.

Het derde lid bepaalt dat onder toekennen, zoals vervat in het eerste lid, tevens wijzigen en intrekken moet worden verstaan.

Artikel 4

Dit artikel regelt dat naamdragers overeenkomstig de wens van het College zullen worden aangebracht. De kosten daarvan komen voor rekening van de gemeente. De nummeraanduiding van een verblijfsobject dient op een doeltreffende wijze te zijn aangebracht door de rechthebbende. Het derde lid verbiedt eenieder op eigen initiatief namen en adressen toe te kennen door deze namen en adressen aan te brengen.

Artikel 5

In verband met de dienstverlening dienen naamdragers door of namens de gemeente ter plaatse goed zichtbaar te worden aangebracht. Dit is mogelijk door de naamdragers te bevestigen aan gebouwgevels, terreinafscheidingen van derden of paaltjes die op andermans terrein ten behoeve van de naamgeving mogen worden geplaatst. Het artikel houdt echter ook rekening met de omstandigheid dat de dragers niet door de gemeente zelf, maar door derden worden aangebracht. Om te voorkomen dat de leesbaarheid van de aangebrachte naamdragers door hoog opschietend groen, zonneschermen of reclamedragers wordt belemmerd, is bepaald dat de eigenaar ervoor dient te zorgen dat de bedoelde dragers vanaf de openbare weg leesbaar blijven.

Artikel 6

In het eerste lid is bepaald dat het door het College toegekende nummer binnen een bepaalde termijn moet zijn aangebracht. Voor gevallen waarin het object nog niet is voltooid, is in het derde lid een andere termijn gesteld. Het vierde lid geeft het College de mogelijkheid de in het eerste en derde lid genoemde termijnen te verlengen.

Artikel 7

Dit artikel geeft het College de mogelijkheid nadere uitvoeringsvoorschriften te stellen. Er kan in dit verband worden gedacht aan algemene eisen aan het te gebruiken materiaal (bestand tegen weersinvloeden), alsmede aan andere technische zaken, zoals de methode van nummering en maatvoering van de dragers. Ook kunnen de uitvoeringsvoorschriften een bepaling omvatten dat naast een zelfvervaardigde nummerdrager - van geschilderde dakpannen tot ceramische tegels en van zuiltjes tot deurschilderingen - het voorgeschreven nummerbordje altijd aanwezig moet zijn op de bij verordening voorgeschreven plaats. Naast meer technische uitvoeringsvoorschriften kan om verschillende redenen ook worden gedacht aan uitvoeringsvoorschriften van administratieve aard. In de eerste plaats vervullen naam- en nummergegevens een zeer wezenlijke functie in het maatschappelijk verkeer. De dienstverlening (brandbestrijding, ambulancevervoer, postbezorging etc.) kan niet zonder een goedsluitende registratie van namen en adressen (adres). In de tweede plaats zijn tal van gemeentelijke registraties geordend naar volgorde van naam en nummer (adres).

In de derde plaats is een systematische en eenduidige verstrekking van naam- en nummergegevens aan instanties noodzakelijk. Zo bestaan er verplichtingen tot levering van adresgegevens aan afnemers en derden in de zin van de Wet GBA en aan bijvoorbeeld waterschappen en de Rijksbelastingdienst voor hun belastingheffing. In de vierde plaats is een goede registratie van adressen noodzakelijk om gemeentelijke bestanden te kunnen raadplegen en op elkaar af te stemmen. Ten slotte vervullen de adresgegevens een belangrijke rol bij de uitkering uit het gemeentefonds. Redenen genoeg om ook administratieve uitvoeringsvoorschriften te formuleren (zie ook het algemeen deel, paragraaf 1, van de toelichting).

Artikel 8

Het opleggen van verplichtingen, zoals vervat in de verordening, heeft alleen zin wanneer ze ook kunnen worden afgedwongen zodra de regels worden overtreden. Het is gebruikelijk aan lichte overtredingen een geldboete van de eerste categorie te verbinden.

Artikel 10

Dit artikel regelt het vervallen van de oude regels en voorschriften.

Artikel 11

Het is niet zinvol bij de invoering van de verordening te eisen dat alle namen en adressen in de gemeente dienen te worden aangepast aan de nieuwe uitvoeringsvoorschriften, zoals geregeld krachtens artikel 7. Adressen die onder het oude regime tot stand zijn gekomen blijven gehandhaafd. Het College heeft wel de mogelijkheid om aanpassing van de adressen te eisen. Lid 3 is een nadere uitwerking van lid 2.

Artikel 12

Deze verordening wordt aangehaald als: de Verordening naamgeving en adressering Gemeente Eijsden 2008.