Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Millingen aan de Rijn

Algemene Subsidieverordening Millingen aan de Rijn 2008

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Millingen aan de Rijn
Officiële naam regelingAlgemene Subsidieverordening Millingen aan de Rijn 2008
CiteertitelAlgemene Subsidieverordening Millingen aan de Rijn 2008
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpsubsidieverordening

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 149
  2. Algemene wet bestuursrecht, Titel 4.2
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-09-2008nieuwe regeling

26-08-2008

De Rozet, 12-09-2008

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Algemene Subsidieverordening Millingen aan de Rijn 2008

De raad van de gemeente Millingen aan de Rijn,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

gelet op de artikel 149 van de Gemeentewet

gelet op de bepalingen in Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

BESLUIT:

vast te stellen de Algemene Subsidieverordening Millingen aan de Rijn 2008:

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Gemeente: de gemeente Millingen aan de Rijn .

  • b.

    De raad: de gemeenteraad van de gemeente Millingen aan de Rijn

  • c.

    Burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Millingen aan de Rijn

  • d.

    Instelling: een organisatie of groepering van personen, die zich ten doel stelt zonder winstoogmerk producten te leveren of prestaties of activiteiten te verrichten ten behoeve van de samenleving in de gemeente Millingen aan de Rijn dient.

  • e.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht.

  • f.

    Deelverordening: een door de raad vastgestelde verordening voor een subsidie of een groep van subsidies.

  • g.

    Subsidie: de aanspraak op financiële middelen, door de gemeente verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvragen, anders dan als betaling voor aan de gemeente geleverde goederen of diensten.

  • h.

    Eenmalige subsidie: een subsidie die wordt verleend voor incidentele en/of onvoorziene activiteiten, die worden gestart binnen twaalf maanden nadat de aanvraag is ingediend, en waaraan geen rechten kunnen worden ontleend voor de daarop volgende jaren.

  • i.

    Structurele subsidie: een subsidie die met een bepaalde regelmaat wordt verleend voor activiteiten in opeenvolgende subsidieperioden.

  • j.

    Subsidieverlening: het verlenen van aanspraak op financiële middelen.

  • k.

    Subsidievaststelling: het definitief beslissen dat de aanvrager subsidie ontvangt ter hoogte van een bepaald bedrag.

  • l.

    Activiteitenplan: een overzicht dat de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd aangeeft met de daarmee nagestreefde doelstellingen en de beoogde effecten en de relatie met het gemeentelijk beleid.

  • m.

    Gelieerde rechtspersonen: een rechtspersoon:

    * waaraan de instelling in het verleden om niet een bedrag van meer dan € 1.000,- ter beschikking heeft gesteld en waarover de instelling op enig moment weer de beschikking kan krijgen;

    * ten aanzien waarvan de instelling een beslissende invloed heeft op de besteding van middelen of op de benoeming van één of meer bestuursleden;

    * waaraan volgens de statuten van de aanvrager bij liquidatie van de aanvrager gelden toevloeien;

    * rechtspersonen ten aanzien waarvan statutair is bepaald dat deze (mede) ten doel hebben de instelling financieel te ondersteunen.

Artikel 1.2 Reikwijdte verordening
  • 1. Deze verordening is van toepassing op de subsidiëring van activiteiten die in Millingen aan de Rijn of ten behoeve van de Millingse samenleving worden uitgevoerd en voor zover geen andere regeling of gemeentelijke subsidieverordening geldt.

  • 2. De raad kan bepalen dat deze verordening niet of slechts ten dele van toepassing is op bepaalde soorten subsidies.

Artikel 1.3 Subsidieplafond
  • 1. De raad stelt jaarlijks de subsidiebudgetten vast

  • 2. De raad kan jaarlijks een subsidieplafond instellen voor bepaalde programma's of producten;

  • 3. Burgemeester en wethouders maken voor aanvang van het begrotingsjaar bekend, op welke wijze de beschikbare subsidie wordt verdeeld in geval van overschrijding van het subsidieplafond.

Artikel 1.4 Bevoegdheidsverdeling
  • 1. De raad stelt de doelstellingen en beoogde resultaten van het gemeentelijke beleid vast.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen.

Artikel 1.5 Tendersysteem

Burgemeester en wethouders voorzien in een gelijktijdige beslissing op aanvragen met betrekking tot de subsidies waarvoor een subsidieplafond is ingesteld, op basis van een vergelijking van hun geschiktheid om bij te dragen aan de doelstelling van de subsidie.

Hoofdstuk 2 De subsidieverlening

Artikel 2.1 Rechtspersoonlijkheid
  • 1. Subsidie kan worden verstrekt aan rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid.

  • 2. In bijzondere gevallen kan het college afwijken van het gestelde in het eerste lid en subsidie verstrekken aan een rechtspersoon zonder volledige rechtsbevoegdheid of aan natuurlijke personen.

Artikel 2.1 Termijn voor indienen van aanvraag
  • 1. De aanvraag voor de beschikking tot subsidieverlening moet worden ingediend bij het college van Burgemeester en Wethouders.

  • 2. a. Een aanvraag voor structurele subsidie wordt ingediend vóór 1 april van het jaar voorafgaand aan de subsidieperiode waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

    • b.

      Een aanvraag voor een eenmalige subsidie wordt ingediend twaalf weken voor de start van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

  • 3. Bij deelverordening kunnen afwijkende tijdstippen worden bepaald.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere omstandigheden afwijken van de in dit artikel gestelde termijnen.

Artikel 2.2 Gegevens bij de aanvraag
  • 1. Bij de eerste aanvraag van de beschikking tot subsidieverlening worden de volgende stukken overgelegd:

    • a.

      een afschrift van de statuten en de reglementen die de inrichting en de werkzaamheden regelen;

    • b.

      een actuele opgave van de bestuurssamenstelling;

  • 2. Bij het indienen van elke aanvraag om subsidieverlening overlegt de aanvrager in ieder geval:

    • a.

      Een activiteitenplan met een overzicht van de activiteiten in het jaar van subsidie;

    • b.

      een begroting, betrekking hebbende op de te subsidiëren activiteit;

    • c.

      een opgave van de met de instelling gelieerde rechtspersonen, de vermogenspositie van die rechtspersonen en de aard van de betrekking met die rechtspersonen.

Artikel 2.3 Weigeringsgronden
  • 1. De subsidieverlening kan naast de in artikel 4:25 en artikel 4:35 van de Awb genoemde gevallen worden geweigerd indien gegronde redenen bestaan aan te nemen dat:

    • a.

      de activiteiten van de aanvrager niet gericht zullen zijn op de gemeente of niet aanwijsbaar ten goede komen aan ingezetenen van de gemeente;

    • b.

      de gelden niet of in onvoldoende mate zullen worden besteed voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;

    • c.

      de gelden niet doelmatig en doeltreffend zullen worden besteed;

    • d.

      de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;

    • e.

      de aanvrager ook zonder subsidieverstrekking over voldoende gelden hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken.

  • 2. Geen subsidie wordt verleend, indien doelstellingen, activiteiten, statuten of reglementen van de aanvrager dan wel het beoogde gebruik van de subsidie discriminatie opleveren wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, burgerlijke staat, seksuele gerichtheid, leeftijd of op welke grond dan ook. Onder discriminatie wordt in dit verband niet begrepen onderscheid tot opheffing van maatschappelijke achterstand.

Artikel 2.4. Beschikking
  • 1. Het college maakt zijn besluit op de aanvraag uiterlijk bekend:

    • a.

      6 weken voorafgaand aan het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft bij structurele subsidie

    • b.

      12 weken na het indienen van een aanvraag om eenmalige subsidie

  • 2. Het college verleent de subsidie voor maximaal vier opeenvolgende boekjaren.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere omstandigheden de in het eerste lid sub b gestelde termijn met ten hoogste 12 weken verlengen.

  • 4. De beschikking tot subsidieverlening vermeldt de wijze waarop het bedrag van de subsidie wordt bepaald.

  • 5. De beschikking tot subsidieverlening vermeldt tevens het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld.

  • 6. Als de subsidie voor meer dan één boekjaar wordt verleend geeft het college in de verleningsbeschikking aan op welk bedrag de subsidieontvanger per jaar aanspraak kan maken, of op welke wijze het subsidiebedrag per jaar wordt bepaald.

  • 7. De beschikking tot subsidieverlening vermeldt de wijze waarop het bedrag van de subsidie wordt vastgesteld.

  • 8. Als subsidie voor meer dan één boekjaar wordt verleend geeft het college in de verleningsbeschikking aan op welk bedrag de subsidieontvanger per jaar aanspraak kan maken, of op welke wijze het subsidiebedrag per jaar wordt bepaald.

Hoofdstuk 3 Verplichtingen

Artikel 3.1 Inzicht in financiële administratie
  • 1. De subsidieontvanger draagt zorg voor een zodanige inrichting van de financiële administratie dat op een eenvoudige wijze inzicht kan worden verkregen in de exploitatieresultaten, de vermogenspositie en in het bijzonder de mate waarin zij door leden, contribuanten, donateurs of anderen wordt gesteund.

  • 2. De subsidieontvanger van een bedrag groter dan € 75.000 legt een verklaring over als bedoeld in artikel 2:393, vijfde lid, van het Burgerlijk Wetboek.

Artikel 3.2 Melding van wijzigingen

Een instelling die een subsidie heeft aangevraagd of waaraan een subsidie is verleend, doet zo spoedig mogelijk mededeling aan het college van omstandigheden die van belang kunnen zijn voor de beslissing op de aanvraag dan wel een beslissing tot wijziging, intrekking of vaststelling van de subsidie. Daarbij worden de relevante stukken overgelegd.

Artikel 3.3 Toestemmingsvereiste

De subsidieontvanger behoeft de toestemming van burgemeester en wethouders voor de volgende handelingen, zoals is bepaald in artikel 4:71, eerste lid, van de Awb.

Artikel 3.4 Nadere voorschriften vergoeding bestuursleden

Burgemeester en wethouders kunnen voorschriften stellen inzake de financiële vergoeding van bestuursleden van de subsidieontvanger.

Artikel 3.5 Eigen vermogen, reservevorming en voorzieningen
  • 1. De omvang van een reserve van de subsidieontvanger mag niet meer bedragen dan 10% van de omzet van de organisatie.

  • 2. De reserve moet dienen als weerstandsreserve.

  • 3. Wachtgeldverplichtingen dienen uit de weerstandreserve voldaan te worden.

  • 4. Overheidsgelden dienen niet stil gelegd te worden in reserves of vermogen.

  • 5. Burgemeester en wethouders kunnen:

    • a.

      de voorwaarde stellen dat de subsidieontvanger een reserve vormt;

    • b.

      nadere richtlijnen vaststellen ter beoordeling van de financiële positie van de subsidieontvanger;

    • c.

      nadere regels stellen betreffende de afschrijving van roerende en onroerende goederen van de subsidieontvanger en welke goederen worden aangewend in verband met de gesubsidieerde activiteit.

Artikel 3.6 Vergoeding bij vermogensvorming
  • 1. In de gevallen als bedoeld in artikel 4:41, tweede lid Awb legt het college een vergoedingsplicht op.

  • 2. Bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding wordt uitgegaan van de waarde van de goederen en andere vermogensbestanddelen op het tijdstip waarop de vergoeding verschuldigd wordt, met dien verstande dat in geval van ontvangst van schadevergoeding voor verlies of beschadiging van zaken wordt uitgegaan van het bedrag dat als schadevergoeding door de subsidieontvanger wordt ontvangen.

  • 3. Indien het onroerende zaken betreft, geschiedt de waardebepaling door een onafhankelijke deskundige.

  • 4. Dit artikel is niet van toepassing in die gevallen waarin de activiteiten door een derde worden voortgezet en activa en passiva met toestemming van het college tegen boekwaarde aan die derde worden overgedragen.

Artikel 3.7 Bestemming van liquidatiesaldo
  • 1. Bij ontbinding van de subsidieontvanger is deze verplicht toestemming te vragen aan het college voor de bestemming van een eventueel batig liquidatiesaldo;

  • 2. Het college houdt bij de beoordeling rekening met de herkomst en samenstelling van het liquidatiesaldo.

  • 3. Het college neemt een besluit binnen zeventien weken na ontvangst van het voorstel van de subsidieontvanger.

  • 4. Indien het college het voorstel van de subsidieontvanger afwijst, geeft zij tevens een aanwijzing met betrekking tot de gewenste bestemming.

  • 5. Indien de subsidieontvanger binnen een door het college te bepalen termijn geen gevolg geeft aan de aanwijzing, kan het college bepalen dat gehele of gedeeltelijke storting in de gemeentekas plaatsvindt.

Hoofdstuk 4 De subsidievaststelling

Artikel 4.1 Aanvraag tot vaststelling
  • 1. Indien er sprake is van een subsidieverlening dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in:

    • a.

      bij eenmalige subsidie binnen drie maanden na het afloop van de gesubsidieerde activiteit

    • b.

      bij structurele subsidie voor 1 mei van het jaar volgend op het boekjaar waarover de subsidie is toegekend.

  • 2. Indien een beschikking tot subsidieverlening is gegeven voor een subsidieperiode van maximaal 4 jaar, dient de subsidieontvanger binnen drie maanden na afloop van het boekjaar van de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling van de subsidie van dat jaar in te dienen.

  • 3. Het College van Burgemeester en Wethouders controleren bij de aanvraag tot vaststelling van de subsidie van het voorgaande jaar:

    • a.

      rechtmatigheid van de toegekende subsidie;

    • b.

      continuering subsidietoekenning zoals afgesproken in de overeenkomst;

    • c.

      behoefte tot aanpassing van de overeenkomst.

Artikel 4.2 Gegevens bij de aanvraag
  • 1. Bij de aanvraag van de beschikking tot vaststelling van een subsidie worden de volgende stukken overgelegd:

    • a.

      een gespecificeerde rekening van baten en lasten, betrekking hebbende op de gesubsidieerde activiteiten of investering, evenals een duidelijke toelichting op deze rekening in relatie tot de begroting;

    • b.

      een kort overzichtelijk verslag van de verrichte activiteiten of investering.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen bepalen in de deelverordening van het in het eerste lid gestelde afwijken.

Artikel 4.3 Vaststellen subsidie
  • 1. Op de aanvraag om subsidievaststelling wordt beslist binnen 12 weken, tenzij in de deelverordening anders is geregeld.

  • 2. De subsidie kan naast de gevallen, vermeld in artikel 4:46, tweede en derde lid, van de Awb lager worden vastgesteld, indien:

    • a.

      is gebleken, dat de subsidie aan andere activiteiten is besteed dan waarvoor zij is aangevraagd, dan wel toegekend;

    • b.

      de subsidieontvanger niet of niet voldoende in overeenstemming met zijn doelstellingen werkzaam is en hierin ondanks daartoe ontvangen waarschuwingen geen verandering brengt;

    • c.

      de subsidieontvanger kennelijk een financieel wanbeleid voert.

    • d.

      de instelling bij rechterlijk vonnis is ontbonden.

Hoofdstuk 5 Betaling en terugvordering

Artikel 5.1 Voorschotten

Het College van Burgemeester en Wethouders kan de subsidieontvanger voorschotten verlenen.

Artikel 5.2 Betaling subsidie

Het subsidiebedrag wordt in overeenstemming met de subsidievaststelling, onder verrekening van de betaalde voorschotten, betaald binnen zes weken.

Artikel 5.3 Batig saldo
  • 1. Indien de jaarrekening of de afrekening waarin de subsidievaststelling is opgenomen, een batig saldo aanwijst, dient het bedrag van het saldo, gelimiteerd tot het bedrag van de verstrekte subsidie, op eerste aanmaning van burgemeester en wethouders in de gemeentekas te worden teruggestort, tenzij burgemeester en wethouders anders beslissen.

  • 2. Indien de subsidieontvanger tevens subsidie ontvangt van andere subsidiënten dan de gemeente, wordt aan het eerste lid geen toepassing gegeven dan na overleg met de medesubsidiënten.

Hoofdstuk 6 Per boekjaar verstrekte subsidies

Artikel 6.1 Structurele subsidies

Voor zover daarvan niet bij bijzondere subsidieverordening wordt afgeweken, is afdeling 4.2.8 van de Awb van toepassing op de structurele subsidie.

Artikel 6.2 Indieningstermijn

Een aanvraag voor een structurele subsidie die nog niet eerder was toegekend, dan wel een uitbreiding van een al bestaande structurele subsidie, dient uiterlijk 1 april van het voorafgaande jaar te worden ingediend.

Hoofdstuk 7 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 7.1 Overgangsbepalingen

Op subsidies die voor de inwerkingtreding van deze verordening verleend zijn, blijven de bepalingen van de verordening op grond waarvan zij verleend zijn, van toepassing.

Artikel 7.2 Zaken waarin de verordening niet voorziet

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het College van Burgemeester en Wethouders.

Artikel 7.3 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen van een of meer bepalingen van deze verordening afwijken, indien toepassing ervan zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 7.3 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking nadat deze is bekendgemaakt.

Artikel 7.4 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Algemene Subsidieverordening Millingen aan de Rijn 2008 (ASV).

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 26 augustus 2008

C. Waterlander                                         Drs. A. Vermeulen

griffier                                                     voorzitter