Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Ubbergen

Verordening op de Erfgoedcommissie 2010 Gemeente Ubbergen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Ubbergen
Officiële naam regelingVerordening op de Erfgoedcommissie 2010 Gemeente Ubbergen
CiteertitelVerordening op de Erfgoedcommissie 2010 Gemeente Ubbergen
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikel 147 en 149 Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-10-2010Onbekend

07-10-2010

De Rozet

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de Erfgoedcommissie 2010

De raad van de gemeente Ubbergen;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 31 augustus 2010;

 

 

gelet op artikel 149 van de gemeentewet en de artikelen 12, 14 en 15 van de Monumentenwet 1988;

 

 

 

 

 

 

besluit:

 

vast te stellen:

 De Verordening op de erfgoedcommissie gemeente Ubbergen 2010

VERORDENING OP DE ERFGOEDCOMMISSIE Ubbergen 2010

Hoofdstuk 1: Instelling, taken en samenstelling

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

a.commissie: de Erfgoedcommissie; de op basis van art.15, lid 1 Monumentenwet

1988 ingestelde commissie met als taak het college op verzoek of uit eigen

beweging te adviseren over de toepassing van de Monumentenwet 1988, deze

verordening, het cultuurhistorisch beleid en het archeologiebeleid;

  • b.

    college: het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Ubbergen.

  • c.

    subcommissie welstand en erfgoed: een commissie bestaande uit leden van de

erfgoedcommissie met als taak het college te adviseren over de toepassing van de

Monumentenwet 1988, de Erfgoedverordening en de welstandstoetsing op grond

van de Woningwet;

d.erfgoedverordening; de Erfgoedverordening Ubbergen 2010, voorheen de

monumentenverordening Ubbergen 2007;

e.subsidieverordening; de erfgoedsubsidieverordening Ubbergen 2010, voorheen de

Subsidieverordening monumenten Ubbergen 2007;

f.gemeentelijk monument: een in overeenstemming met de bepalingen van deze

verordening als beschermd gemeentelijk monument aangewezen:

1.zaak, die van algemeen belang is wegens zijn schoonheid, betekenis voor de

wetenschap of cultuurhistorische waarde;

2.terrein dat van algemeen belang is wegens een daar aanwezige zaak bedoeld

onder 1;

g.gemeentelijke monumentenlijst: de lijst waarop zijn geregistreerd de in

overeenstemming met deze verordening als gemeentelijk monument aangewezen zaken of terreinen bedoeld in onderdeel a;

h.beschermd rijksmonument: onroerend monument, dat is ingeschreven in de

ingevolge de Monumentenwet 1988 vastgestelde registers;

i.bouwhistorisch onderzoek: in schriftelijke rapportage vastgelegd onderzoek naar de

bouwgeschiedenis en de bouwhistorische kwaliteit van een monument.

Artikel 2 Taak commissie

De commissie heeft tot taak het college op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over:

  • 1.

    over wijzigingen, verplaatsing en sloop van gemeentelijke monumenten op basis van de gemeentelijke verordening

  • 2.

    de aanwijzing van beschermde gemeentelijke monumenten als bedoeld in artikel 3

van de Erfgoedverordening Ubbergen 2010;

3.de aanwijzing van rijksmonumenten als bedoeld in artikel 3 van de Monumentenwet

1988;

4.vergunningsaanvragen van beschermde rijksmonumenten als bedoeld in de artikelen

11 e.v. van de Monumentenwet 1988,

5.de aanwijzing van beschermde stads- en dorpsgezichten en historische

buitenplaatsen;

  • 6.

    het samenstellen en bijhouden van de gemeentelijke monumentenlijst;

  • 7.

    de bevordering van het herstel en instandhouding van het culturele erfgoed in de

gemeente Ubbergen;

8.het gevraagd en ongevraagd adviseren over bestemmingsplannen voor zover daarbij

belangen van het cultureel erfgoed in het geding zijn;

89 . alle overige aangelegenheden die van belang zijn voor de behartiging van het

cultureel erfgoed in de gemeente Ubbergen.

Artikel 3 Taak subcommissie erfgoed
  • 1.

    De advisering over monumentvergunningplichtige bouwplannen en subsidieaanvragen is in beginsel opgedragen aan de subcommissie. De monumenten commissie zelf is verantwoordelijk voor de advisering van de subcommissie.

  • 2.

    Op verzoek brengt de subcommissie advies uit aan het college over vergunningsaanvragen van beschermde rijksmonumenten als

bedoeld in de artikelen 11 e.v. van de Monumentenwet 1988.

2.Bovendien kan het college monumentenaanvragen voor gemeentelijke monumenten,

nieuwbouw bij monumenten of wijzigingen aan karakteristieke bebouwing om advies

aan de subcommissie erfgoed voorleggen

  • 3.

    De subcommissie adviseert over subsidieaanvragen op basis van de subsidieverordening erfgoed 2010

  • 4.

    De subcommissie erfgoed kan beslissen dat de advisering door de commissie moet

gebeuren.

Artikel 4 Reikwijdte advies

Bij het uitbrengen van haar adviezen laat de commissie zich uitsluitend leiden door

overwegingen van geschiedkundig, architectonisch, archeologisch, cultuur-, kunst-,

bouw- en sociaal-historisch en/of historisch- geografisch belang.

Artikel 5.Samenstelling erfgoedcommissie
  • 1. De erfgoedcommissie bestaat uit één voorzitter en vijf leden, die deskundig zijn op het gebied van monumentenzorg. Deskundigheid is er tenminste op het gebied van cultuurhistorie, bouw- architectuurhistorie, restauratie en landschap/stedenbouw. Van die vijf leden zijn er twee deskundig op plaatselijk cultuurhistorisch gebied. Deze twee leden kunnen worden voorgedragen door de plaatselijke cultuurhistorische verenigingen.

  • 2. De voorzitter is een technisch voorzitter zonder stemrecht.

  • 3. De voorzitter en de leden worden benoemd en ontslagen door het college.

  • 4. De voorzitter en de leden van de commissie zijn onafhankelijk van de gemeente, in dien verstande dat zij geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een gemeentelijk bestuursorgaan dan wel anderszins betrokken zijn bij de gemeente op een wijze die hun onafhankelijkheid aantast. In de gevallen waarin een lid van de commissie belang heeft bij een plan dat ter advisering voorligt, neemt dit belanghebbend lid geen deel aan de bespreking van dat agendapunt, noch aan de eventuele stemming.

  • 5. De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

Artikel 6 Samenstelling subcommissie erfgoed
  • 1. De subcommissie bestaat uit ten minste een architectuur- of kunsthistoricus en een restauratiearchitect.

  • 2. . De subcommissie erfgoed wijst uit haar midden een voorzitter aan

Artikel 7 Zittingsduur
  • 1.

    De voorzitters en de leden van de commissie treden af op de dag van het aftreden van de gemeenteraad. Hun zittingsperiode loopt gelijk op met de zittingsperiode van de raad

  • 2.

    Een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers kunnen te allen tijde ontslag nemen. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

Artikel 5 Commissiesecretariaat

  • 1.

    Ter ondersteuning van de commissies fungeert een ambtenaar als commissiesecretaris. Het college wijst een ambtenaar aan die deze functie vervult.

  • 2.

    De commissiesecretaris is in iedere vergadering aanwezig.

  • 3.

    Bij zijn afwezigheid wordt hij vervangen door een daartoe door de raad en het college aangewezen ambtenaar.

Hoofdstuk 2: Werkwijze

Paragraaf 1Tijdstip van vergaderen en voorbereidingen

Artikel 6 Vergaderfrequentie

  • 1.

    De commissies vergaderen volgens een jaarlijks vast te stellen vergaderrooster. De vergaderingen vinden plaats in het gemeentehuis. De openbaarheid geldt voor alle vergaderingen, met uitzondering van de behandeling van subsidie-aanvragen en de behandeling van schetsplannen.

  • 2.

    De commissies vergaderen voorts indien de voorzitter het nodig oordeelt of indien tenminste twee leden schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken.

  • 3.

    De voorzitter kan een andere dag of aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover overleg met de commissiesecretaris.

  • 4.

    De subcommissie vergadert in principe een keer per twee weken gelijktijdig met de rayonarchitect van de welstand indien sprake is van monumentvergunningplichtige activiteiten. De subcommissie en de rayonarchitect adviseren vanuit hun eigen verantwoordelijkheid op de beleidsterreinen waarvoor zij door respectievelijk de grote Welstandscommissie en de Erfgoedcommissie zijn gemandateerd. Het welstands- en monumentendeel van de adviezen is als zodanig herkenbaar.

  • 5.

    De erfgoedcommissie vergadert in principe 7 keer per jaar en indien noodzakelijk kan dit aantal meer of minder worden.

Artikel 7 Oproep

  • 1.

    De voorzitter zendt, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste twaalf dagen voor een vergadering de leden een schriftelijke oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 2.

    De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden verzonden.

  • 3.

    Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 8, tweede lid, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden gezonden.

Artikel 8 De agenda

  • 1.

    Voordat de schriftelijke oproep wordt verzonden, stelt de voorzitter de agenda van de vergadering voorlopig vast.

  • 2.

    In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de schriftelijke oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.

  • 3.

    Bij aanvang van de vergadering stelt de commissie de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de commissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

  • 4.

    Wanneer de erfgoedcommissie of de Erfgoedcommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan hij aan het college of de raad nadere inlichtingen vragen. De commissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

  • 5.

    Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Artikel 9 Ter inzage leggen van stukken

  • 1.

    Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproepvoor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd. De voorzitter maakt van de ter inzage legging melding in de openbare kennisgeving, bedoeld in artikel 10.

  • 2.

    Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het gemeentehuis gebracht.

  • 3.

    Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de commissiesecretaris en verleent de commissiesecretaris een lid inzage.

Artikel 10 Openbare kennisgeving

  • 1.

    De vergadering wordt zoveel mogelijk tegelijkertijd met de schriftelijke oproep door aankondiging in het huis-aan-huis blad, in het gemeentelijk informatieblad of op de voor afkondigingen in de gemeente gebruikelijke wijze en zo mogelijk door plaatsing op de internetsite van de gemeente ter openbare kennis gebracht.

  • 2.

    De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd en plaats van de vergadering;

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

    • c.

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 13.

Paragraaf 2 Orde der vergadering

Artikel 11 Presentielijst

Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid onmiddellijk de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de commissiesecretaris door ondertekening vastgesteld.

Artikel 12 Opening vergadering; quorum

  • 1.

    De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 2.

    Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter in overleg met de commissiesecretaris en de commissieleden het tijdstip van de volgende vergadering.

Artikel 13 Spreekrecht

  • 1.

    De toehoorders van de commissievergadering kunnen na toestemming van de voorzitter het woord voeren.

  • 2.

    De voorzitter bepaalt wie van de toehoorders het woord mag voeren en hoeveel spreektijd de toehoorder krijgt toegemeten.

  • 3.

    De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend.

  • 4.

    Het woord kan niet gevoerd worden over:

    • a.

      een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;

    • b.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

Artikel 14 verslag

  • 1.

    Van de commissievergaderingen wordt een kort en samenvattend verslag gemaakt

  • 2.

    Het concept-verslag wordt tegelijkertijd aan de commissieleden en aan de overige personen die het woord gevoerd hebben, toegezonden.

  • 3.

    Bij het begin van de vergadering wordt het verslag van de vorige vergadering vastgesteld.

  • 4.

    Zij die in de desbetreffende vergadering aanwezig waren hebben het recht, een voorstel tot wijziging van de verslag aan de commissie te doen, indien het verslag onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen gezegd of besloten is.

  • 5.

    Het verslag worden opgesteld onder de zorg van de commissiesecretaris.

  • 6.

    Het vastgestelde verslag worden door de voorzitter en de commissiesecretaris ondertekend.

Artikel 15 Orde van de vergadering

De voorzitter leidt de vergadering en hij bewaakt de orde van de vergadering. Hij kan daartoe

  • a.

    de plaats van waaraf gesproken wordt aanwijzen;

  • b.

    de volgorde van de sprekers bepalen;

  • c.

    al dan niet op verzoek het woord verlenen , of weer ontnemen;

  • d.

    spreektermijnen en de spreektijd bepalen;

  • e.

    sprekers die telkens interrumperen, of kwetsende uitdrukkingen gebruiken tot de orde roepen; en bij herhaling het verdere verblijf in de vergadering ontzeggen

  • f.

    indien de handhaving van de orde dat noodzakelijk maakt de vergadering schorsen of sluiten

Artikel 16 Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1.

    De commissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2.

    Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Artikel 17 Advies

  • 1.

    Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de commissie anders beslist.

  • 2.

    Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de commissie of er een advies aan de raad of aan het college wordt uitgebracht.

  • 3.

    Indien de commissie een advies uitbrengt beslissen de leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies.

Hoofdstuk 3: Besloten vergadering

Artikel 18 Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voorzover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 19 Verslag

  • 1.

    Het verslag van een besloten vergadering wordt niet rondgedeeld, maar ligt uitsluitend voor de leden ter inzage bij de commissiesecretaris.

  • 2.

    Dit verslag wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de commissie een beslissing over het al dan niet openbaar maken van dit verslag. Het vastgestelde verslag wordt door de voorzitter en de commissiesecretaris ondertekend.

Artikel 20 Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de commissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De commissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 21 Opheffing geheimhouding

Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de commissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de commissie overleg gevoerd.

Hoofdstuk 4: Toehoorders en pers

Artikel 22 Toehoorders en pers

  • 1.

    De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2.

    Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3.

    De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 23 Verbod gebruik mobiele telefoons

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, alsmede het stand-by houden van mobiele telefoons of andere communicatie-middelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan.

Hoofdstuk 5: Slotbepalingen

Artikel 25 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de commissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 25 Evaluatie

jaarlijks vindt een evaluatie van de inrichting en werkwijze van de erfgoedcommissie plaats

Artikel 26 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 oktober 2010 de dag volgend op de bekendmaking.

  • 2.

    Op dat tijdstip vervalt de verordening op de monumentencommissie 2002.

Vastgesteld door de raad van de gemeente Ubbergen in zijn openbare vergadering van  7 oktober 2010.

H.W.G.M. Vreman,  griffier                                          

P.G.I. Wilbers, voorzitter.