Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Ubbergen

Handhavingsverordening werk en inkomen 2009 Gemeente Ubbergen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Ubbergen
Officiële naam regelingHandhavingsverordening werk en inkomen 2009 Gemeente Ubbergen
CiteertitelHandhavingsverordening werk en inkomen 2009 gemeente Ubbergen
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Terugwerkende kracht

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet,  artikel 8a van de Wet Werk en Bijstand, artikel 12, eerste lid, onderdeel c. Wet investeren in jongeren

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-10-200901-10-2009Onbekend

26-11-2009

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

handhavingsverordening Werk en Inkomen 2009

De raad van de gemeente Ubbergen;

 

overwegende, dat met ingang op 30 juni 2009 de wet tot bevordering duurzame arbeidsinschakeling jongeren tot 27 jaar (Wet investeren in jongeren) is aangenomen en deze met ingang van 1 oktober 2009 van kracht wordt;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 27 oktober;

 

gelet op:

-            artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet;

-            artikel 8a van de Wet Werk en Bijstand;

-      artikel 12, eerste lid, onderdeel c. Wet investeren in jongeren;

 

besluit:

 

 vast te stellen de: Handhavingsverordening Werk en Inkomen 2009

Handhavingsverordening Werk en Inkomen 2009

Artikel 1. Begripsomschrijving
  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de Wwb: de Wet werk en bijstand;

    • b.

      de WIJ: de Wet Investeren in Jongeren;

    • c.

      college: het college van burgemeester en wethouders van Ubbergen;

    • d.

      belanghebbende: de bijstandsgerechtigde als bedoeld in artikel 11 van de Wwb;

    • e.

      uitkering: de bijstandsuitkering als bedoeld in Hoofdstuk 3 van de Wwb;

    • f.

      jongere: de persoon als bedoeld in artikel 2 van de WIJ;

    • g.

      inkomensvoorziening: de voorziening in het inkomen als bedoeld in Hoofdstuk 4 van de WIJ;

    • h.

      misbruik: het verkrijgen of genieten van (te hoge) uitkeringen dan wel inkomensvoorzieningen dan wel een ten onrechte verkregen een werkleeraanbod door het bewust niet, niet juist of niet volledig verstrekken van gegevens en inlichtingen;

    • i.

      oneigenlijk gebruik: het verkrijgen of genieten van (te hoge) uitkeringen dan wel inkomensvoorzieningen dan wel een ten onrechte verkregen werkleeraanbod in strijd met de bedoeling van de Wwb dan wel de WIJ en/of aanverwante regelingen, maar niet in strijd met de letterlijke tekst van de Wwb dan wel de WIJ en/of aanverwante regelingen.

    • j.

      benadelingsbedrag: het bedrag aan kosten van uitkeringen dan wel inkomensvoorzieningen, de kosten van een werkleeraanbod en uitkeringen uit aanverwante regelingen, dat ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend.

  • 2. Alle begrippen die verder in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de wet en de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2. Het handhavingsbeleid
  • 1. Het college biedt jaarlijks een fraudebeleidsplan ter vaststelling aan de raad aan met daarin het te voeren beleid op het gebied van handhaving, bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik en de te verwachten resultaten, en rapporteert hierover jaarlijks aan de gemeenteraad. Het fraudebeleidsplan omvat zowel handhaving in het kader van de Wwb als in het kader van de WIJ;

  • 2. In het fraudebeleidsplan komt in ieder geval tot uitdrukking:

  • a. de vormgeving van controle en opsporing van misbruik en oneigenlijk gebruik;

  • b. de prioriteiten in het handhavingsbeleid;

  • c. het preventie- en repressiebeleid ten aanzien van fraude;

  • d. de kengetallen op het gebied van misbruik en oneigenlijk gebruik;

  • e. het beleid inzake terugvordering van het benadelingsbedrag.

Artikel 3. Afstemming

In gevallen van misbruik en oneigenlijk gebruik geeft het college toepassing aan de Afstemmingsverordening Wwb 2009 respectievelijk de Afstemmingsverordening WIJ 2009, en geeft ten aanzien van jongeren toepassing aan de artikelen 21 en 40 van de WIJ.

Artikel 4. Terugvordering van bijstand

Het college vordert de kosten van bijstand terug onder toepassing van paragraaf 6.4 van de Wwb dan wel Hoofdstuk 7 van de WIJ, en in overeenstemming met het fraudebeleidsplan.

Artikel 5. Aangifte

Het college doet aangifte van fraude bij het Openbaar Ministerie bij een benadelingsbedrag vanaf de aangiftegrens.

Artikel 6. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt met terugwerkende kracht op 1 oktober 2009 in werking. Per gelijke datum wordt de Handhavingsverordening ingetrokken.

Artikel 7. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Handhavingsverordening Werk en Inkomen 2009 Gemeente Ubbergen

Vastgesteld door de raad van de gemeente Ubbergen in zijn openbare vergadering van 26 november 2009.

H.W.G.M. Vreman, griffier             

P.G.I. Wilbers, voorzitter

ALGEMENE TOELICHTING

De gemeente dient toe te zien op een rechtmatige uitvoering van de Wet werk en bijstand (WWB) en de Wet Investeren in Jongeren WIJ. Van de uitkeringsgerechtigden wordt verlangd, dat zich houden aan de verplichtingen die aan de WWB en de WIJ zijn verbonden. Ten aanzien van handhaving gaat het dan om de inlichtingenplicht, zoals bedoeld in artikel 17 van de WWB respectievelijk artikel 44 van de WIJ. Zo dient de uitkeringsgerechtigde – tijdig – alle inlichtingen te verstrekken die van belang kunnen zijn voor het recht op en de hoogte van de uitkering. Het is de taak van de gemeente om erop toe te zien, dat deze verplichting wordt nageleefd, oftewel de wet te handhaven.

De handhaving ten aanzien van de WWB en de WIJ zijn praktisch gelijk. Daarom is gekozen voor een gecombineerde handhavingsverordening voor de WWB en de WIJ.

Daarbij dient de handhaving nader te worden uitgewerkt in een fraudebeleidsplan. Dat fraudebeleidsplan heeft dan ook op beide regelingen betrekking.

Bij amendement van het kamerlid Weekes is aan de WWB (middels artikel 8a) toegevoegd, dat de gemeente expliciet regelt, op welke wijze vorm wordt gegeven aan handhaving.

Op grond van artikel 212 van de Gemeentewet dient de gemeenteraad een verordening vast te stellen voor de uitgangspunten voor het financiële beleid en voor het financiële beheer. Daarmee dient te worden gewaarborgd dat aan de eisen van rechtmatigheid wordt voldaan. In dat kader kan ook aandacht worden besteed aan de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen.

Een goed financieel beheer bij de uitvoering van de WWB brengt met zich dat daarbij ook voortdurend aandacht bestaat voor de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik. Het is wenselijk dit expliciet in de WWB te regelen. Met dit amendement wordt dan ook voorgeschreven dat regels worden gesteld voor de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de WWB.

Ingevolge artikel 12, eerste lid, onder c, van de WIJ dient de gemeenteraad bij verordening regels te stellen met betrekking tot misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.

De rijksoverheid ondersteunt gemeenten met het programma Hoogwaardig Handhaven. Vanuit dit programma worden onder meer handreikingen gegeven voor het opstellen van een fraudebeleidsplan.

In deze verordening wordt dan ook naar het fraudebeleidsplan verwezen.

De gemeente Millingen aan de Rijn neemt deel aan een gemeenschappelijke regeling IBO. Het IBO (Instituut Bijzonder Onderzoek) voert, in opdracht van de gemeente, de bijzondere onderzoeken uit. Dit zijn de (strafrechtelijke) onderzoeken, waar een opsporingsbevoegdheid voor is vereist.

Tevens leveren zij administratieve en juridische ondersteuning. Het IBO heeft Wijchen als standplaats.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1 Begrippen

De omschrijvingen voor misbruik en oneigenlijk gebruik zijn overgenomen uit het Handhavingsprogramma 2007-2010 van het ministerie van SZW.

Onder de kosten van de bijstand vallen niet alleen de netto uitbetaalde bedragen, maar ook de afgedragen loonheffingen en premies, en eventuele andere (verplichte) betalingen. Uitvoeringskosten vallen hier niet onder.

Artikel 2 Het handhavingsbeleid

In het fraudebeleidsplan wordt nader uitgewerkt op welke wijze vorm wordt gegeven aan de handhaving. Hierin komen onder andere themacontroles en risicoprofielen aan bod.

Tevens worden de beleidsregels ten aanzien van terugvordering uitgewerkt.

Artikel 3 Afstemming van de bijstand

In een afzonderlijke verordening, de Afstemmingsverordening, worden de regels gesteld die de gemeente toepast bij een constatering van misbruik of oneigenlijk gebruik. In de Afstemmingsverordening wordt aangegeven, bij welke gedragingen er sprake is van misbruik of oneigenlijk gebruik, en welke sancties daarop worden toegepast. Een sanctie houdt in de regel in, dat de uitkering voor een bepaalde tijd met een bepaald percentage wordt verlaagd.

Voor de WWB en de WIJ worden afzonderlijke afstemmingsverordeningen opgesteld.

Artikel 4 Terugvordering van bijstand

Terugvordering van bijstand is een bevoegdheid van het college (artikel 58 van de wet). Met deze bepaling maakt het college volledig gebruik van deze bevoegdheid.

In het eerste lid van artikel 58 worden de gevallen genoemd, die tot een terugvorderingsbesluit kunnen leiden.

Bij een terugvordering worden de kosten van de bijstand teruggevorderd. Dus wordt niet alleen de netto betaalde bijstand teruggevorderd, maar ook de loonheffingen en premies. Er wordt dan zogezegd bruto teruggevorderd (artikel 58, vierde lid).

In het fraudebeleidsplan is ook het beleid ten aanzien van terugvordering opgenomen. Daarin worden ook de omstandigheden aangegeven, waaronder het college geheel of gedeeltelijk kan afzien van terugvordering.

Artikel 5 Aangifte

Bij zwaardere fraudes past het niet meer om de uitkering te verlagen. Het Openbaar Ministerie heeft een grensbedrag gesteld, op dit moment € 10.000,00. Wanneer het benadelingsbedrag hoger is dan deze grens, en er is sprake van fraude, dan wordt aangifte gedaan van valsheid in geschrifte en sociale zekerheidsfraude bij het OM. Het IBO verzorgt de aangifte en ook de contacten met het OM.

In deze gevallen geldt het zogenaamde "una via"-beginsel: Er kan maar volgens één weg vervolging plaatsvinden.

Dit houdt in, dat, wanneer aangifte is gedaan, de gemeente geen acties onderneemt tot het opleggen van een verlaging of andere sanctie.

Het OM onderzoekt, of zij een strafrechtelijke vervolging gaat instellen jegens de betrokkene. Het OM kan beslissen om de zaak weer terug te geven aan de gemeente. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren bij benadelingsbedragen, die net boven de grens uitkomen, terwijl de betrokkene niet eerder misbruik heeft gepleegd. Wanneer de gemeente een zaak terugkrijgt, dan kan de gemeente overgaan tot het treffen van een sanctie zoals omschreven in de Afstemmingsverordening.

Wanneer het OM wel overgaat tot een strafrechtelijke vervolging, dan kan de betrokkene worden veroordeeld tot een taakstraf of een gevangenisstraf, al dan niet voorwaardelijk. De betrokkene krijgt ook een strafblad.

Het OM kan via een schikking de vervolging afdoen.