Overheidsorganisatie | Gemeente Slochteren |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van reinigingsrechten 2018 |
Citeertitel | Verordening reinigingsrechten 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Datum ingang van de heffing is 1 januari 2018.
Gemeentewet, art. 229, eerste lid, aanhef en onder a en b
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-10-2017 | Nieuwe regeling | 28-09-2017 Gemeenteblad, Jaargang 2017, Nr. 175296 | 2017005364 |
De raad van de gemeente Slochteren;
Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 september 2017;
Gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;
Besluit de Verordening op de heffing en de invordering van reinigingsrechten 2018 vast te stellen.
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder grof bedrijfsafval: afvalstoffen, niet zijnde huishoudelijke afvalstoffen, welke door aard, omvang of hoeveelheid niet periodiek worden ingezameld.
Onder de naam 'reinigingsrechten' worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
1. De rechten bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag, met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.
2. De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
1. De rechten bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt zijn de rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00.
4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist.
5. Belastingbedragen van minder dan € 5,00 worden niet geheven.
De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
2. In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen meer is dan € 50,-- doch minder is dan € 3.000,--, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
3. In afwijking van het eerste lid en met inachtneming van artikel 10 lid 2 geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen gelijk is of minder dan € 50,-- of meer is dan € 3.000,--, dat de aanslagen moeten worden betaald in één termijn die vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.
4. De belasting moet worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6, tweede lid:
a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
b. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na dagtekening van de kennisgeving.
5 De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in voorgaande leden gestelde termijnen.
Bij de invordering van reinigingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de reinigingsrechten.
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.
3. De 1e Wijziging verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2017, vastgesteld d.d. 15 december 2016, wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
4. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening reinigingsrechten 2018.
Aldus vastgesteld op 28 september 2017
Burgemeester
Griffier
Tarieventabel
behorende bij de 'Verordening reinigingsrechten 2018'.
A. Algemeen
De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.
Hoofdstuk 1. Maatstaven en jaarlijkse tarieven reinigingsrechten
1.1 Het recht bedraagt per belastingjaar voor het door de gemeente beschikbaar stellen en het gebruik van containers per container van 240 liter € 175,45.
1.2 Onverminderd het bepaalde in 1.1. bedraagt het recht per lediging van containers en het verwijderen van de daarin verzamelde bedrijfsafval € 8,50
Hoofdstuk 2. Maatstaven en tarieven overige reinigingsrechten
2.1 Het recht bedraagt voor:
2.1.1 het achterlaten van grof bedrijfsafval op een daartoe ter beschikking gestelde plaats, per kubieke meter € 72,60;
2.1.2 het ledigen van beer- of zinkputten, septictanks, en het verwijderen van de daarin verzamelde afvalstoffen, per werkman, per half uur € 30,25;
Behoort bij raadsbesluit van 28 september 2017.
Griffier