Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Ubbergen

Toeslagen verordening Wet werk en Bijstand gemeente Ubbergen 2010-2

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Ubbergen
Officiële naam regelingToeslagen verordening Wet werk en Bijstand gemeente Ubbergen 2010-2
CiteertitelToeslagen verordening Wet werk en Bijstand gemeente Ubbergen 2010-2
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 8, eerste lid, onderdeel c en artikel 30 van de Wet werk en bijstand

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-11-2010Onbekend

07-10-2010

De Rozet 21-10-2010

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Toeslagenverordening wet werk en bijstand 2010-2

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijving

Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand en de Algemene wet bestuursrecht.

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    de wet:: de Wet werk en bijstand;

  • b.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ubbergen;

  • c.

    de raad: de gemeenteraad van de gemeente Ubbergen;

  • d.

    gehuwdennorm: de norm als bedoeld in artikel 21, onderdeel c, van de wet.

  • e.

    medebewoner: de alleenstaande of de alleenstaande ouder in wiens woning ook een ander zijn hoofdverblijf heeft;

  • f.

    woningloze: de belanghebbende die enkel een briefadres heeft, zoals omschreven in artikel 1 van de wet Gemeentelijke basisadministratie;

  • g.

    zorgbehoeftige: degene die is aangewezen op verzorging ter voorkoming van opname in een verpleeg-of verzorgingstehuis;

  • h.

    woning: woonruimte met een eigen toegang, die door belanghebbende kan worden bewoond zonder dat hij/zij daarbij afhankelijk is van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte;

  • i.

    woonkosten:

    • i

      Indien een huurwoning wordt bewoond, de per maand geldende huurprijs, bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van Wet op de huurtoeslag;

    • ii

      Indien een kamer of etage wordt bewoond, het maandelijks te betalen huurbedrag;

    • iii

      Indien een eigen woning wordt bewoond, de tot een bedrag per maand omgerekende som van de verschuldigde hypotheekrente en de in verband met het in eigendom hebben de woning te betalen zakelijke lasten en een naar omstandigheden vast te stellen bedrag voor onderhoud.

Artikel 2 Algemene bepalingen
  • 1. De bepalingen van deze verordening gelden alleen voor belanghebbenden van 27 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar. In geval van gehuwden gelden de bepalingen van deze verordening alleen indien beide echtgenoten 27 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar zijn.

  • 2. De bepalingen in paragraaf 2 en 3 laten de toepassing van artikel 18, eerste lid, van de wet onverlet.

Artikel 3 Categorieën

Voor belanghebbenden op wie deze verordening van toepassing is geldt een categorieaanduiding. De categorieën zijn:

  • -alleenwonende;

  • -medebewoner

  • -woningloze

  • -gehuwde(n)

HOOFDSTUK 2 CRITERIA VOOR HET VERSTREKKEN VAN TOESLAGEN

Artikel 4 Alleenwonende

De toeslag bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de wet bedraagt 20 procent van de gehuwden norm voor de alleenstaande of alleenstaande ouder in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft.

Artikel 5 Medebewoner
  • 1. De toeslag bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de wet bedraagt 10 procent van de gehuwdennorm voor de alleenstaande of alleenstaande ouder in wiens woning één of meer anderen hun hoofdverblijf hebben.

  • 2. Voor de toepassing van dit artikel worden de volgende personen niet in aanmerking genomen als een ander die in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft: a. kinderen van 18 jaar en ouder met een inkomen lager dan 50% van de gehuwdennorm. Onder inkomen wordt niet begrepen een studietoelage op grond van de Wet studiefinanciering 2000 en de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten.

  • b. zorgbehoeftigen die door belanghebbende worden verzorgd.

  • 3. De toeslag als bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de wet bedraagt 20 procent van de gehuwdennorm voor de alleenstaande en alleenstaande ouder die zorgbehoeftig is en de zorg ontvangt van een ander die - evenals de zorgbehoeftige - zijn hoofdverblijf heeft in de woning.

  • 4. In afwijking van lid 2, sub b.en lid 3 bedraagt de toeslag 10 procent als de zorgbehoeftige of verzorgende tevens een kostganger houdt of aan een onderhuurder verhuurt die geen zorg ontvangt of verleent.

Artikel 6 Woningloze

De toeslag bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de wet bedraagt 10 procent van de gehuwdennorm voor de woningloze.

HOOFDSTUK 3 CRITERIA VOOR HET VERLAGEN VAN DE NORM OF TOESLAG

Artikel 7 Gehuwden
  • 1. De verlaging bedoeld in artikel 26 van de wet bedraagt 10 procent van de gehuwdennorm voor gehuwden die met één of meerdere anderen hun hoofdverblijf in dezelfde woning hebben.

  • 2. Het tweede lid van artikel 5 is van overeenkomstige toepassing

  • 3. De verlaging als bedoeld in artikel 26 van de wet blijft achterwege indien één der gehuwden zorgbehoeftig is en de zorg ontvangt van een ander, niet zijnde de echtgeno(o)te, die - evenals de zorgbehoeftige- zijn hoofdverblijf heeft in de woning

  • 4. In afwijking van lid 2 en lid 3 bedraagt de verlaging 10 procent als de zorgbehoeftige tevens een kostganger houdt of aan een onderhuurder verhuurt die geen zorg ontvangt of verleent

Artikel 8 Verlaging woonsituatie
  • 3. De verlaging bedoeld in artikel 27 van de wet bedraagt 18 procent van de gehuwdennorm indien een woning wordt bewoond waaraan voor de jongere geen woonlasten verbonden zijn.

  • 4. Dit artikel is niet van toepassing op een woningloze.

Artikel 9 Anti-cumulatiebepaling

De toepassing van de artikelen 4 tot en met 8 geschiedt zodanig, dat de toepasselijke norm voor de jongere(n) tenminste bedraagt:

  • a.

    50 procent van de gehuwdennorm voor een alleenstaande

  • b.

    70 procent van de gehuwdennorm voor een alleenstaande ouder

  • c.

    80 procent van de gehuwdennorm voor gehuwden

HOOFDSTUK 5 SLOTBEPALINGEN

Artikel 10 Meer dan één kostganger of onderhuurder

Bij meer dan één kostganger dan wel meer dan één onderhuurder dan wel bij een combinatie van een kostganger met een onderhuurder wordt volgens een door het college vastgestelde beleidsregel bepaald welk gedeelte van het kostgeld respectievelijk de bruto onderhuur van de tweede en volgende kostganger of onderhuurder wordt aangemerkt als netto-inkomsten die op de norm in mindering worden gebracht.

Artikel 11 Uitvoering

Het college is belast met de uitvoering van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 12 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: ‘Toeslagen verordening Wet werk en Bijstand gemeente Ubbergen 2010-2'.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 november 2010 per gelijke datum wordt de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Ubbergen 2010,vastgesteld op 25 februari 2010 ingetrokken.

Vastgesteld door de raad van de gemeente Ubbergen in zijn openbare vergadering van  7 oktober 2010.

H.W.G.M. Vreman, griffier             

P.G.I. Wilbers, voorzitter