Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - West

Verordening Ambtelijke bijstand Stadsdeel West 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - West
Officiële naam regelingVerordening Ambtelijke bijstand Stadsdeel West 2010
CiteertitelVerordening ambtelijke bijstand
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpBestuurlijke organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Op grond van art. 38, eerste lid, van de verordening op de Bestuurscommissies is deze regeling op 19 maart 2016 van rechtswege vervallen.

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: -

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 33

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-05-201019-03-2016nieuwe regeling

03-05-2010

Stadsblad, 12-05-2010

-

Tekst van de regeling

Verordening Ambtelijke bijstand Stadsdeel West 2010

Artikel 1 Verzoek om informatie en bijstand

  • Lid 1     Een raadslid kan zich, zonder gebruik te maken van zijn recht op ambtelijke bijstand zoals bedoeld in artikel 3, tot de raadsgriffier of rechtstreeks tot een ambtenaar wenden met het verzoek om:

    • a.

      feitelijke informatie;

    • b.

      inzage in of een afschrift van documenten die openbaar zijn.

  • Lid 2     Een raadslid kan zich tot de raadsgriffier wenden met een verzoek om:

    • a.

      bijstand bij het opstellen van voorstellen, amendementen en moties of andere bijstand;

    • b.

      het organiseren van werkbezoeken.

  • Lid 3     Raadsleden kunnen ook een gezamenlijk verzoek om bijstand indienen.

  • Lid 4     De informatie, bedoeld in het eerste lid onder a en b, wordt door de raadsgriffier, een medewerker van de griffie of op verzoek van de raadsgriffier door een ambtenaar gegeven.

  • Lid 5     De bijstand, bedoeld in het tweede lid onder a en b, wordt verleend door de raadsgriffier. Indien de gevraagde bijstand niet door de raadsgriffier kan worden verleend, kan de raadsgriffier de stadsdeelsecretaris verzoeken, één of meer

    ambtenaren aan te wijzen, die de gevraagde bijstand zo spoedig mogelijk verlenen.

  • Lid 6     Indien de ambtenaar niet zeker weet of het verzoek betrekking heeft op informatie bedoeld in het eerste lid onder a en b stelt hij de stadsdeelsecretaris daarvan in kennis. De stadsdeelsecretaris beslist.

  • Lid 7     De stadsdeelsecretaris stelt de leidinggevende van de desbetreffende ambtenaar op de hoogte van het verzoek om ambtelijke bijstand als bedoeld in het tweede lid.

Artikel 2 Weigeren van bijstand

  • Lid 1     Ambtelijke bijstand wordt verleend, tenzij:

    • a.

      het raadslid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bijstand betrekking heeft op werkzaamheden van de stadsdeelraad;

    • b.

      dit het belang van het stadsdeel kan schaden;

    • c.

      het bijstand, bedoeld in artikel 1, tweede lid, betreft, en het raadslid reeds volledig gebruik heeft gemaakt van het hem op grond van artikel 3 beschikbaar gestelde aantal uren ambtelijke bijstand;

  • Lid 2     De stadsdeelsecretaris beoordeelt of ambtelijke bijstand op grond van het eerste lid geweigerd dient te worden.

  • Lid 3     Indien de bijstand op grond van het eerste lid wordt geweigerd deelt de stadsdeel-secretaris dit met redenen omkleed mee aan de raadsgriffier en aan het raadslid dat het verzoek heeft ingediend.

  • Lid 4     Indien het verzoek om ambtelijke bijstand door de stadsdeelsecretaris wordt geweigerd kan de raadsgriffier of het betrokken raadslid het verzoek om ambtelijke bijstand voorleggen aan de voorzitter van het Dagelijks Bestuur. Deze beslist zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen een week, of het verzoek om ambtelijke bijstand terecht is geweigerd.

  • Lid 5     De voorzitter van het Dagelijks Bestuur legt in de eerstvolgende raadsvergadering na eventuele weigering van de bijstand verantwoording af over de redenen van de weigering.

Artikel 3 Recht op ambtelijke bijstand

  • Lid 1     Elk raadslid heeft per jaar recht op 20 uur ambtelijke bijstand als bedoeld in artikel 1, tweede lid. In een verkiezingsjaar worden de uren evenredig verdeeld over de periode voor en na de verkiezingen.

  • Lid 2     De stadsdeelsecretaris van de ambtenaar die het verzoek om ambtelijke bijstand, als bedoeld in artikel 2, tweede lid afhandelt, is verantwoordelijk voor de registratie van de gebruikte uren voor deze ambtelijke bijstand.

  • Lid 3     De stadsdeelsecretaris houdt een register van de verleende ambtelijke bijstand als bedoeld in artikel 1, tweede lid, bij, waarin per verzoek om bijstand wordt opgenomen:

    • a.

      welk raadslid om bijstand heeft verzocht;

    • b.

      over welk onderwerp om bijstand is verzocht;

    • c.

      welke ambtenaar de bijstand heeft verleend;

    • d.

      hoeveel tijd het verlenen van de bijstand heeft gekost en

    • e.

      indien toepasselijk, de reden waarom een verzoek is geweigerd.

  • Lid 4     Niet bestede uren ambtelijke bijstand mogen niet naar het volgende jaar worden meegenomen.

Artikel 4 Verlenen van bijstand

  • Lid 1     Indien het aantal benodigde uren ambtelijke bijstand niet het aantal uren overstijgt dat nog beschikbaar is voor het raadslid en indien er geen inhoudelijke obstakels zijn, worden de werkzaamheden uitgevoerd, nadat afspraken zijn gemaakt over de te verrichten werkzaamheden en planning. De raadsgriffier wordt betrokken bij het maken van de afspraken en de planning.

  • Lid 2     Het uiteindelijke resultaat van de verleende bijstand wordt teruggekoppeld aan de raadsgriffier.

  • Lid 3     De ambtenaar die de bijstand verleend is alleen verantwoording schuldig aan de stadsdeelraad voor werkzaamheden die hij voor de stadsdeelraad verricht.

  • Lid 4     Leden van het Dagelijks Bestuur onthouden zich van elke inhoudelijke en politieke bemoeienis met of beïnvloeding van de uitvoering van de bijstand.

Artikel 5 conflict over verlenen bijstand

  • Lid 1     Indien een raadslid niet tevreden is over door een ambtenaar verschafte informatie of verleende bijstand, bespreekt de raadsgriffier dit met de stadsdeelsecretaris.

  • Lid 2     Indien overleg met de stadsdeelsecretaris niet leidt tot een voor beide partijen bevredigende oplossing, dan leggen zij de zaak voor aan de voorzitter van het Dagelijks Bestuur. Deze beslist zo spoedig mogelijk over de zaak.

  • Lid 3     De voorzitter van het Dagelijks Bestuur legt in de eerstvolgende raadsvergadering na de beslissing over het conflict verantwoording af over de beslechting van het conflict en wijze waarop dat is gebeurd.

Artikel 6 Geheimhouding

  • Lid 1                 Bij het vragen van informatie, advies of bijstand mag degene die deze hulp verleent, niet tot geheimhouding jegens zijn/haar superieuren verplicht worden. Indien zich een situatie zou voordoen waarin een raadslid ‘vertrouwelijke' ambtelijke bijstand noodzakelijk acht, kan hij zich tot de raadsgriffier wenden.

  • Lid 2     Indien het Dagelijks Bestuur of leden van het Dagelijks Bestuur informatie wensen over een verzoek om ambtelijke bijstand of de inhoud van het gegevens advies wenden zij zich daartoe rechtstreeks tot het betrokken raadslid.

Artikel 7 Slotbepalingen

  • Lid 1     De Verordening Ambtelijke bijstand en Fractieondersteuning 2009 vastgesteld door de stadsdeelraad van De Baarsjes wordt ingetrokken.

  • Lid 2     De Verordening Ambtelijke Bijstand vastgesteld door de stadsdeelraad van Bos en Lommer wordt ingetrokken.

  • Lid 3     De Verordening inzake het verstrekken van ambtelijke bijstand aan leden van de stadsdeelraad vastgesteld door de stadsdeelraad van Oud-West wordt ingetrokken.

  • Lid 4     De Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning (2008) vastgesteld door de stadsdeelraad van Westerpark wordt ingetrokken.

  • Lid 5     Deze verordening kan worden aangehaald als de Verordening ambtelijke bijstand.

  • Lid 6     Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na vaststelling.